SlideShare a Scribd company logo
1 of 38
Hoofdstuk 2
 Inleidende begrippen uit de kwantumchemie – deel 3




                                                      Tom Mortier
Nanotechnologie   2 Chemie
                                                          1
2.3 Waterstofachtige atomen

Bestuderen van de eigenschappen van atomen en ionen aan bod die slechts één elektron bezitten.

  Atoom


                                      positief geladen kern
                 elektron                     +Ze
                     –e
                                                                Z = # protonen in de kern


Stel dat de kern zich gedraagt als een puntlading, dan is de potentiële energiefunctie


                                                                  Wet van Coulomb



Met r de scheiding tussen het elektron & de kern en ε0 de permittiviteit van de vrije ruimte

                                                                                         Tom Mortier
Nanotechnologie             2 Chemie
                                                                                               2
2.3 Waterstofachtige atomen
Simulatie van de wet van Coulomb

                                                              r (m)
                      0,00E+00 1,00E-10 2,00E-10 3,00E-10 4,00E-10 5,00E-10 6,00E-10 7,00E-10 8,00E-10 9,00E-10
                0,00E+00




                -2,00E-18




                                                                                 Wet van Coulomb
    V (r )(J)




                -4,00E-18




                -6,00E-18




                -8,00E-18



                                                                                                           Tom Mortier
Nanotechnologie                        2 Chemie
                                                                                                               3
2.3 Waterstofachtige atomen
De eigenschappen van het elektron kwantumchemisch beschrijven met behulp van het
oplossen van de Schrödinger vergelijking gebruik makend van de Wet van Coulomb voor de
potentiële energiefunctie.




               Elektronen kunnen in de drie dimensies bewegen!


De (wiskundige) oplossing van bovenstaande Schrödingervergelijking is vrij ingewikkeld. Wij
bespreken enkel een aantal belangrijke eigenschappen en bespreken de oplossingen!




                                                                                    Tom Mortier
Nanotechnologie            2 Chemie
                                                                                        4
2.3 Waterstofachtige atomen
Na toepassen van de randvoorwaarden leidt het oplossen van de Schrödingervergelijking voor
de golffunctie van de waterstofachtige atomen tot het invoeren van drie kwantumgetallen.

                                          n, l en ml

De energie voor de verschillende toestanden van het elektron is enkel verbonden met het
hoofdkwantumgetal n




Met R = Rydberg constante (1,0974£ 10–7 m–1) en c = lichtsnelheid

Een meer gebruikelijke vorm uitgedrukt in eV is




Merk op dat kwantisatie een algemeen begrip is geworden voor afgegrensde systemen waarbij
de beweging van het elektron is beperkt.

                                                                                      Tom Mortier
Nanotechnologie            2 Chemie
                                                                                          5
2.3 Waterstofachtige atomen
Energieniveaus voor H, He+ en Li2+
                   H (Z = 1)             He+ (Z = 2)       Li2+ (Z = 3)
                                   n                   n                  n
                                   2
                                                       3
                                                                          4
                                   1                   2                  3
                    13,6 eV

                                                                          2




                                                       1
                                            54,4 eV




                                                                          1
                                                              122,4 eV

                                                                              Tom Mortier
Nanotechnologie               2 Chemie
                                                                                  6
2.3 Waterstofachtige atomen
Overgangen in het energieniveaudiagramma van het atoom waterstof

                                                                   n= 5
                                                                   n= 4
                                                                   n= 3
                                                  Paschen-reeks


                                                                   n= 2
                                  Balmer-reeks




                                                                   n= 1
              Lyman-reeks
                                                                          Tom Mortier
Nanotechnologie             2 Chemie
                                                                              7
2.3 Waterstofachtige atomen
De Balmer-reeks is de enige waterstofreeks die emissielijnen heeft in het zichtbare gedeelte van het spectrum
dat overeenkomt met de elektrontransities van het waterstofatoom.
              Hδ    Hγ             Hβ                                          Hα




            400 nm               486 500 nm                   600 nm         656        700 nm
              n=6 n=5            n=4                                        n=3
               ↓   ↓              ↓                                          ↓
              n=2 n=2            n=2                                        n=2
n=3→n=2




n=4→n=2




                                                                                                  Tom Mortier
Nanotechnologie                 2 Chemie
                                                                                                      8
2.3 Waterstofachtige atomen
 Toepassingen in de astronomie: Hα-emissie in het zichtbare gebied




Bron: http://www.nasaimages.org
                                                                     Tom Mortier
Nanotechnologie                2 Chemie
                                                                         9
2.3 Waterstofachtige atomen
 Toepassingen in de astronomie: Hα-emissie in het zichtbare gebied




               Bron: http://www.xanaduobservatory.com/Sh2-129.htm
                                                                     Tom Mortier
Nanotechnologie                2 Chemie
                                                                         10
2.3 Waterstofachtige atomen
 Toepassingen in de astronomie: Hα-emissie in het zichtbare gebied




                       Bron: http://chandra.harvard.edu/
                                                                     Tom Mortier
Nanotechnologie                2 Chemie
                                                                         11
2.3 Waterstofachtige atomen
De oplossing van Schrödingervergelijking voor de golffunctie van de waterstofachtige atomen
leidt naast het hoofdkwantumgetal n nog tot het orbitaalkwantumgetal l en de z-component
orbitaalkwantumgetal ml .

   n: 1, 2, 3, …, ∞             l: 0, 1, 2, …, n – 1               ml : –l, …, l

De grootte van het angulair moment L kan worden aangetoond (wij doen dit niet!) en is



De component van het angulair moment volgens de z-richting Lz is




Deze hoeveelheden zijn eveneens gekwantiseerd!


Het kwantumgetal l representeert het orbitaal angulair moment van de elektronen terwijl het
kwantumgetal ml overeenkomt met zijn component volgens de z-richting.


                                                                                        Tom Mortier
Nanotechnologie             2 Chemie
                                                                                            12
2.3 Waterstofachtige atomen
Hoe zit het nu met de golffunctie en de waarschijnlijkheid om het elektron te lokaliseren in
een gebied rond de kern van het atoom?
• De golffuncties moeten voldoen aan de Schrödingervergelijking voor het waterstofatoom.
• De verschillende toestanden van het systeem worden gekarakteriseerd door de
  kwantumgetallen (n, l, ml).

Om de golffunctie op te lossen stellen we dat de potentiële energie een bolsymmetrische
potentiaalfunctie is en enkel afhankelijk van r.

De Schrödingervergelijking wordt geschreven gebruik makend van sferische coördinaten r, θ
en φ.




                                                                                       Tom Mortier
Nanotechnologie             2 Chemie
                                                                                           13
2.3 Waterstofachtige atomen

Het Cartesiaans coördinatensysteem wordt getransformeerd in een sferisch coördinatensysteem
                       z




                        θ

                            r



                                           y
                    φ


 x

                                                                                   Tom Mortier
Nanotechnologie             2 Chemie
                                                                                       14
Intermezzo


                                               y
                      z
                          p

                              (x, y, z)
                                                   p
                                                       φ
                      θ                                        x

                          r                    y



                          p                y
                                                   r
                  φ
                                                       θ   p
                               (x, y, 0)                       z
x
                                                                   Tom Mortier
Nanotechnologie               2 Chemie
                                                                       15
Intermezzo

   y                         We volgen nu het theorema van Pythagoras




             r
                 θ   p

                         z


   y



             p
                 φ
                         x
                                                                        Tom Mortier
Nanotechnologie               2 Chemie
                                                                            16
Intermezzo
Van Cartesische coördinaten naar sferische coördinaten
   y




           r
               θ    p

                        z


   y



           p
               φ
                        x
                                                         Tom Mortier
Nanotechnologie             2 Chemie
                                                             17
2.3 Waterstofachtige atomen
In sferische coördinaten wordt de Schrödingervergelijking voor het waterstofatoom




De golffunctie kan worden herschreven als een product van een functies die enkel afhankelijk
is van de afstand r en een functie die enkel afhankelijk is van de oriëntatie ( θ, φ).



R(r) = de Radiale Golffunctie en Y (θ, φ) = de Sferisch Harmonische Golffunctie



      Enkel afhankelijk van Epot!         Niet afhankelijk van Epot!

Y (θ , φ) voldoet aan de volgende vergelijking voor de kwantumoperator van het kwadraat van
het angulair moment L2.
|Angulair moment|2 operator                     Angulair moment volgens de z-richting operator



                                                                                         Tom Mortier
Nanotechnologie               2 Chemie
                                                                                             18
2.3 Waterstofachtige atomen
De volledige vorm van de Schrödingervergelijking voor Y(θ, φ) wordt dan




De volledige vorm van de Schrödingervergelijking voor de radiale golffunctie wordt




Eens de oplossingen van de golffuncties bekend zijn, kunnen we |ψ|2 uitzetten en dit geeft de
waarschijnlijke dichtheidsverdelingen weer.
De waarschijnlijkheid om een elektron te vinden in eender welk gebied is gelijk aan de
integraal van de waarschijnlijke dichtheid over het ganse gebied.
Afhankelijk van de kwantumgetallen van het elektron, kunnen we verschillende golffuncties
voor het elektron in verschillende toestanden ordenen.
Toestanden die overeenkomen met verschillende l bevinden zich in verschillende orbitalen.




                                                                                         Tom Mortier
Nanotechnologie            2 Chemie
                                                                                             19
2.3 Waterstofachtige atomen
Overzicht van de verschillende toestanden van het waterstofatoom




                                                                   Tom Mortier
Nanotechnologie            2 Chemie
                                                                       20
2.3 Waterstofachtige atomen
Vormen van de angulaire golffuncties van het waterstofatoom




                                                              Tom Mortier
Nanotechnologie               2 Chemie
                                                                  21
2.3 Waterstofachtige atomen
Wiskundige vergelijkingen voor enkele radiale golffuncties




                                                             Tom Mortier
Nanotechnologie            2 Chemie
                                                                 22
2.3 Waterstofachtige atomen
 Simulaties van de waarschijnlijkheidsverdelingen op basis van de radiale golffuncties.




                                                n =1
                                                l =0
  r 2R (r )2




                                                  r
                                                                                          Tom Mortier
Nanotechnologie             2 Chemie
                                                                                              23
2.3 Waterstofachtige atomen
 Simulaties van de waarschijnlijkheidsverdelingen op basis van de radiale golffuncties.




                                                n =2
                                                l =0
  r 2R (r )2




                                                  r
                                                                                          Tom Mortier
Nanotechnologie             2 Chemie
                                                                                              24
2.3 Waterstofachtige atomen
 Simulaties van de waarschijnlijkheidsverdelingen op basis van de radiale golffuncties.




                                                   n =2
  r 2R (r )2




                                                   l =1




                                                  r
                                                                                          Tom Mortier
Nanotechnologie             2 Chemie
                                                                                              25
2.3 Waterstofachtige atomen
 Simulaties van de waarschijnlijkheidsverdelingen op basis van de radiale golffuncties.




                                                            n =3
                                                            l =0
  r 2R (r )2




                                                  r
                                                                                          Tom Mortier
Nanotechnologie             2 Chemie
                                                                                              26
2.3 Waterstofachtige atomen
 Simulaties van de waarschijnlijkheidsverdelingen op basis van de radiale golffuncties.




                                                            n =3
                                                            l =1
  r 2R (r )2




                                                  r
                                                                                          Tom Mortier
Nanotechnologie             2 Chemie
                                                                                              27
2.3 Waterstofachtige atomen
 Simulaties van de waarschijnlijkheidsverdelingen op basis van de radiale golffuncties.




                                                            n =3
                                                            l =2
  r 2R (r )2




                                                  r
                                                                                          Tom Mortier
Nanotechnologie             2 Chemie
                                                                                              28
2.4 Spin
 Stern-Gerlach experiment
Verfijning van de kwantumchemie.                            z
 collimerende                                                   ms = –½
 pinhole
                                                                       x
                                                                                y
                                                                   detectoren


                                                                ms = +½


                                            ongelijkmatig
                                            magneetveld

atoombron                     atoombundel

                                                                      Tom Mortier
Nanotechnologie          2 Chemie
                                                                           29
2.4 Spin
Er werd voorgesteld dat het elektron een intrinsiek angulair moment moest bezitten dat
verschillend is van zijn orbitaal angulair moment.
Paul Dirac bevestigde de fundamentele natuur van de elektronspin. Hij concludeerde dat de
elektronspin kan worden beschreven door een nieuw kwantumgetal s dat de waarde ½ bezat
De grootte van het spin angulair moment voor het elektron wordt gegeven door




De z-component van het spin angulair moment gegeven door




De 2 waarden voor Sz komen overeen met de 2 componenten die geobserveerd werden in de
Stern-Gerlach experimenten




                                                                                         Tom Mortier
Nanotechnologie             2 Chemie
                                                                                             30
2.4 Spin

De elektronen zijn volledig gekarakteriseerd door een reeks van 4 kwantumgetallen (n, l, ml, ms)




                                                                                       Tom Mortier
Nanotechnologie             2 Chemie
                                                                                           31
2.5 Atomen en het periodiek systeem
De atomaire energietoestanden voor een één elektron waterstofachtig atoom is




Z representeert het atoomnummer = # protonen in de kern.

Bovenstaande vergelijking identificeert een chemisch element op een unieke manier.


Julius Lothar Meyer (1830–1895) en Dmitri Ivanovich Mendeleev (1834–1907) ontdekten dat
wanneer de gekende elementen werden gerangschikt volgens toenemende Z-waarden, de
periodiciteit of de chemische eigenschappen konden worden gerangschikt volgens een geordend
patroon!




                                                                                     Tom Mortier
Nanotechnologie            2 Chemie
                                                                                         32
2.5 Atomen en het periodiek systeem




                                      Tom Mortier
Nanotechnologie         2 Chemie
                                          33
2.5 Atomen en het periodiek systeem
 Periodiek systeem van de Elementen




Elke horizontale periode en elke verticale groep van de elementen vertonen specifieke, verwante
eigenschappen als gevolg van de manier waarop de elektronen zijn gerangschikt volgens de
verschillende energietoestanden.
Volgens de kwantumchemie zijn de energietoestanden van de elektronen volledig
gekarakteriseerd zijn door een reeks van vier kwantumgetallen (n, l, ml, ms).



                                                                                      Tom Mortier
Nanotechnologie             2 Chemie
                                                                                          34
2.5 Atomen en het periodiek systeem

Atoomorbitalen (AO) gebruiken om de energietoestanden van de elektronen voor te stellen.

Elk AO is gekenmerkt door een reeks van drie kwantumgetallen (n, l, ml).




Voorbeeld      (n = 2, l = 1, ml = 0, ±1) = 2px, 2py en 2pz-orbitalen

Een elektron bezit bovendien ofwel een spin-up ofwel spin-down en wordt beschreven door de
reeks (n, l, ml, ms). Het elektron bezet een specifiek AO.




                                                                                    Tom Mortier
Nanotechnologie             2 Chemie
                                                                                           35
2.5 Atomen en het periodiek systeem

Uitsluitingsprincipe van Pauli
Geen twee elektronen bezitten dezelfde energietoestand.
Wanneer in een atoom 2 e– behoren tot hetzelfde AO en bijgevolg gekarakteriseerd worden door
een zelfde reeks van drie kwantumgetallen (n, l, ml), dan is ms verschillend.

Elektronen behorende bij hetzelfde AO bezitten tegenovergestelde spin.

Voorbeelden
(n = 2, l = 1, ml = 0, ±1) → drie p-orbitalen = maximaal 6 e–
(n = 3, l = 2, ml = 0, ±1, ±2) → vijf d-orbitalen = maximaal 10 e–

(n = 4, l = 3, ml = 0, ±1, ±2, ±3) → zeven f-orbitalen = maximaal 14 e–




                                                                                    Tom Mortier
Nanotechnologie             2 Chemie
                                                                                        36
2.5 Atomen en het periodiek systeem

Gesloten-schil-structuur
Voor elke waarde van het hoofdkwantumgetal n bestaat er een element met alle overeenkomstige
AO bezet met e–.
Edelgassen
He: ns2
Ne, Ar, Kr, Xe en Rn: ns2np6
Halogenen
F, Cl, Br, I en At: ns2np5
Hebben sterke neiging om 1 e– op te nemen ter vorming van bijvoorbeeld F– en Cl–.
Alkalimetalen
Li, Na, K, Rb, Cs en Fr: ns1
Hebben sterke neiging om 1 e– af te geven ter vorming van bijvoorbeeld Li+ en Na+.
Edelmetalen
Ag (Z = 47): [Kr] 4d105s1
Au (Z = 79): [Xe] 4f 145d106s1
Vaste metallische vaste stoffen. Zijn goede geleiders voor warmte en elektriciteit.
Eigenschappen veranderen drastisch wanneer we ze op nanoschaal fabriceren.
                                                                                      Tom Mortier
Nanotechnologie                2 Chemie
                                                                                          37
2.6 Besluiten


Voor nanochemie is het van belang om kwantumchemie te begrijpen omdat kwantumtunneling is
toegestaan. Bovendien wordt door de beschrijving van energie in termen van discrete
energieniveaus duidelijk wat het verschil is in gedrag tussen het macro en het nanoniveau


    •In de nanowereld regeert de kwantumchemie of de chemie van de waarschijnlijkheden!
                •De materie gedraagt zich in de nanowereld radicaal anders!




                                                                                  Tom Mortier
Nanotechnologie           2 Chemie
                                                                                      38

More Related Content

What's hot

Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - PotentiometrieHoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - PotentiometrieTom Mortier
 
De standaard additie methode
De standaard additie methodeDe standaard additie methode
De standaard additie methodeTom Mortier
 
Hoofdstuk 3 - Conductometrie
Hoofdstuk 3 - ConductometrieHoofdstuk 3 - Conductometrie
Hoofdstuk 3 - ConductometrieTom Mortier
 
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties Tom Mortier
 
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - PotentiometrieHoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - PotentiometrieTom Mortier
 
Labovoorbereiding - manganometrie & chromatometrie
Labovoorbereiding - manganometrie & chromatometrieLabovoorbereiding - manganometrie & chromatometrie
Labovoorbereiding - manganometrie & chromatometrieTom Mortier
 
De vibraties voor methaan
De vibraties voor methaanDe vibraties voor methaan
De vibraties voor methaanTom Mortier
 
Hoofdstuk 4 - Elektrochemie
Hoofdstuk 4 - ElektrochemieHoofdstuk 4 - Elektrochemie
Hoofdstuk 4 - ElektrochemieTom Mortier
 
Labovoorbereiding - gravimetrie & Jones reductor
Labovoorbereiding - gravimetrie & Jones reductorLabovoorbereiding - gravimetrie & Jones reductor
Labovoorbereiding - gravimetrie & Jones reductorTom Mortier
 
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvormingHoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvormingTom Mortier
 
Groepentheorie toegepast op 1,3-butadieen
Groepentheorie toegepast op 1,3-butadieenGroepentheorie toegepast op 1,3-butadieen
Groepentheorie toegepast op 1,3-butadieenTom Mortier
 
Labovoorbereiding - Jodometrie en Jodimetrie
Labovoorbereiding - Jodometrie en JodimetrieLabovoorbereiding - Jodometrie en Jodimetrie
Labovoorbereiding - Jodometrie en JodimetrieTom Mortier
 
Hoofdstuk 10 - Redoxtitraties - Deel I
Hoofdstuk 10 - Redoxtitraties - Deel IHoofdstuk 10 - Redoxtitraties - Deel I
Hoofdstuk 10 - Redoxtitraties - Deel ITom Mortier
 
Hoofdstuk 5 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 5 - SpectrofotometrieHoofdstuk 5 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 5 - SpectrofotometrieTom Mortier
 
Hoofdstuk4 - Elektrochemie
Hoofdstuk4 - ElektrochemieHoofdstuk4 - Elektrochemie
Hoofdstuk4 - ElektrochemieTom Mortier
 
Labovoorbereiding - titratie azijnzuur met NaOH
Labovoorbereiding - titratie azijnzuur met NaOHLabovoorbereiding - titratie azijnzuur met NaOH
Labovoorbereiding - titratie azijnzuur met NaOHTom Mortier
 
Zuur-base titraties - Deel I
Zuur-base titraties - Deel IZuur-base titraties - Deel I
Zuur-base titraties - Deel ITom Mortier
 
Wiskunde voor Chemici
Wiskunde voor ChemiciWiskunde voor Chemici
Wiskunde voor ChemiciTom Mortier
 
Inleiding titrimetrie
Inleiding titrimetrieInleiding titrimetrie
Inleiding titrimetrieTom Mortier
 
Hoofdstuk3 - De zuur-base titraties
Hoofdstuk3 - De zuur-base titratiesHoofdstuk3 - De zuur-base titraties
Hoofdstuk3 - De zuur-base titratiesTom Mortier
 

What's hot (20)

Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - PotentiometrieHoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
 
De standaard additie methode
De standaard additie methodeDe standaard additie methode
De standaard additie methode
 
Hoofdstuk 3 - Conductometrie
Hoofdstuk 3 - ConductometrieHoofdstuk 3 - Conductometrie
Hoofdstuk 3 - Conductometrie
 
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties
 
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - PotentiometrieHoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
 
Labovoorbereiding - manganometrie & chromatometrie
Labovoorbereiding - manganometrie & chromatometrieLabovoorbereiding - manganometrie & chromatometrie
Labovoorbereiding - manganometrie & chromatometrie
 
De vibraties voor methaan
De vibraties voor methaanDe vibraties voor methaan
De vibraties voor methaan
 
Hoofdstuk 4 - Elektrochemie
Hoofdstuk 4 - ElektrochemieHoofdstuk 4 - Elektrochemie
Hoofdstuk 4 - Elektrochemie
 
Labovoorbereiding - gravimetrie & Jones reductor
Labovoorbereiding - gravimetrie & Jones reductorLabovoorbereiding - gravimetrie & Jones reductor
Labovoorbereiding - gravimetrie & Jones reductor
 
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvormingHoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
 
Groepentheorie toegepast op 1,3-butadieen
Groepentheorie toegepast op 1,3-butadieenGroepentheorie toegepast op 1,3-butadieen
Groepentheorie toegepast op 1,3-butadieen
 
Labovoorbereiding - Jodometrie en Jodimetrie
Labovoorbereiding - Jodometrie en JodimetrieLabovoorbereiding - Jodometrie en Jodimetrie
Labovoorbereiding - Jodometrie en Jodimetrie
 
Hoofdstuk 10 - Redoxtitraties - Deel I
Hoofdstuk 10 - Redoxtitraties - Deel IHoofdstuk 10 - Redoxtitraties - Deel I
Hoofdstuk 10 - Redoxtitraties - Deel I
 
Hoofdstuk 5 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 5 - SpectrofotometrieHoofdstuk 5 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 5 - Spectrofotometrie
 
Hoofdstuk4 - Elektrochemie
Hoofdstuk4 - ElektrochemieHoofdstuk4 - Elektrochemie
Hoofdstuk4 - Elektrochemie
 
Labovoorbereiding - titratie azijnzuur met NaOH
Labovoorbereiding - titratie azijnzuur met NaOHLabovoorbereiding - titratie azijnzuur met NaOH
Labovoorbereiding - titratie azijnzuur met NaOH
 
Zuur-base titraties - Deel I
Zuur-base titraties - Deel IZuur-base titraties - Deel I
Zuur-base titraties - Deel I
 
Wiskunde voor Chemici
Wiskunde voor ChemiciWiskunde voor Chemici
Wiskunde voor Chemici
 
Inleiding titrimetrie
Inleiding titrimetrieInleiding titrimetrie
Inleiding titrimetrie
 
Hoofdstuk3 - De zuur-base titraties
Hoofdstuk3 - De zuur-base titratiesHoofdstuk3 - De zuur-base titraties
Hoofdstuk3 - De zuur-base titraties
 

More from Tom Mortier

Chemische niet-redox reacties
Chemische niet-redox reactiesChemische niet-redox reacties
Chemische niet-redox reactiesTom Mortier
 
Nomenclatuur van de anorganische verbindingen
Nomenclatuur van de anorganische verbindingenNomenclatuur van de anorganische verbindingen
Nomenclatuur van de anorganische verbindingenTom Mortier
 
Oplosbaarheidsevenwichten
OplosbaarheidsevenwichtenOplosbaarheidsevenwichten
OplosbaarheidsevenwichtenTom Mortier
 
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titraties
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titratiesHoofdstuk 4 - Complexometrische titraties
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titratiesTom Mortier
 
Hoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 6 - SpectrofotometrieHoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 6 - SpectrofotometrieTom Mortier
 
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - Buffers
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - BuffersHoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - Buffers
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - BuffersTom Mortier
 
Hoofdstuk 2 - Zuur-base evenwichten - deel 1
Hoofdstuk 2  - Zuur-base evenwichten - deel 1Hoofdstuk 2  - Zuur-base evenwichten - deel 1
Hoofdstuk 2 - Zuur-base evenwichten - deel 1Tom Mortier
 
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2Tom Mortier
 
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1Tom Mortier
 
Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichtenHoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichtenTom Mortier
 
Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding Tom Mortier
 
Hoofdstuk 6 - Redoxtitraties
Hoofdstuk 6 - RedoxtitratiesHoofdstuk 6 - Redoxtitraties
Hoofdstuk 6 - RedoxtitratiesTom Mortier
 
Hoofdstuk 3 - De zuur-base titraties
Hoofdstuk 3 - De zuur-base titratiesHoofdstuk 3 - De zuur-base titraties
Hoofdstuk 3 - De zuur-base titratiesTom Mortier
 
Hoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel i
Hoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel iHoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel i
Hoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel iTom Mortier
 
Hoofdstuk 1 - concentraties - deel ii
Hoofdstuk 1 - concentraties - deel iiHoofdstuk 1 - concentraties - deel ii
Hoofdstuk 1 - concentraties - deel iiTom Mortier
 
Hoofdstuk 1 - concentraties
Hoofdstuk 1 - concentratiesHoofdstuk 1 - concentraties
Hoofdstuk 1 - concentratiesTom Mortier
 
Analytische chemie I - Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
Analytische chemie I - Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichtenAnalytische chemie I - Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
Analytische chemie I - Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichtenTom Mortier
 
Analytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Analytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene InleidingAnalytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Analytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene InleidingTom Mortier
 
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamica
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamicaInleidende begrippen van de chemische thermodynamica
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamicaTom Mortier
 

More from Tom Mortier (20)

Chemische niet-redox reacties
Chemische niet-redox reactiesChemische niet-redox reacties
Chemische niet-redox reacties
 
Nomenclatuur van de anorganische verbindingen
Nomenclatuur van de anorganische verbindingenNomenclatuur van de anorganische verbindingen
Nomenclatuur van de anorganische verbindingen
 
Oplosbaarheidsevenwichten
OplosbaarheidsevenwichtenOplosbaarheidsevenwichten
Oplosbaarheidsevenwichten
 
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titraties
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titratiesHoofdstuk 4 - Complexometrische titraties
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titraties
 
Hoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 6 - SpectrofotometrieHoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
 
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - Buffers
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - BuffersHoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - Buffers
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - Buffers
 
Hoofdstuk 2 - Zuur-base evenwichten - deel 1
Hoofdstuk 2  - Zuur-base evenwichten - deel 1Hoofdstuk 2  - Zuur-base evenwichten - deel 1
Hoofdstuk 2 - Zuur-base evenwichten - deel 1
 
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2
 
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1
 
Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichtenHoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
 
Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
 
Hoofdstuk 6 - Redoxtitraties
Hoofdstuk 6 - RedoxtitratiesHoofdstuk 6 - Redoxtitraties
Hoofdstuk 6 - Redoxtitraties
 
Hoofdstuk 3 - De zuur-base titraties
Hoofdstuk 3 - De zuur-base titratiesHoofdstuk 3 - De zuur-base titraties
Hoofdstuk 3 - De zuur-base titraties
 
Hoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel i
Hoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel iHoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel i
Hoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel i
 
Hoofdstuk 1 - concentraties - deel ii
Hoofdstuk 1 - concentraties - deel iiHoofdstuk 1 - concentraties - deel ii
Hoofdstuk 1 - concentraties - deel ii
 
Hoofdstuk 1 - concentraties
Hoofdstuk 1 - concentratiesHoofdstuk 1 - concentraties
Hoofdstuk 1 - concentraties
 
Analytische chemie I - Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
Analytische chemie I - Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichtenAnalytische chemie I - Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
Analytische chemie I - Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
 
Analytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Analytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene InleidingAnalytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Analytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
 
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamica
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamicaInleidende begrippen van de chemische thermodynamica
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamica
 
Micropipetten
MicropipettenMicropipetten
Micropipetten
 

Nanochemie - kwantumchemie deel 3

  • 1. Hoofdstuk 2 Inleidende begrippen uit de kwantumchemie – deel 3 Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 1
  • 2. 2.3 Waterstofachtige atomen Bestuderen van de eigenschappen van atomen en ionen aan bod die slechts één elektron bezitten. Atoom positief geladen kern elektron +Ze –e Z = # protonen in de kern Stel dat de kern zich gedraagt als een puntlading, dan is de potentiële energiefunctie Wet van Coulomb Met r de scheiding tussen het elektron & de kern en ε0 de permittiviteit van de vrije ruimte Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 2
  • 3. 2.3 Waterstofachtige atomen Simulatie van de wet van Coulomb r (m) 0,00E+00 1,00E-10 2,00E-10 3,00E-10 4,00E-10 5,00E-10 6,00E-10 7,00E-10 8,00E-10 9,00E-10 0,00E+00 -2,00E-18 Wet van Coulomb V (r )(J) -4,00E-18 -6,00E-18 -8,00E-18 Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 3
  • 4. 2.3 Waterstofachtige atomen De eigenschappen van het elektron kwantumchemisch beschrijven met behulp van het oplossen van de Schrödinger vergelijking gebruik makend van de Wet van Coulomb voor de potentiële energiefunctie. Elektronen kunnen in de drie dimensies bewegen! De (wiskundige) oplossing van bovenstaande Schrödingervergelijking is vrij ingewikkeld. Wij bespreken enkel een aantal belangrijke eigenschappen en bespreken de oplossingen! Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 4
  • 5. 2.3 Waterstofachtige atomen Na toepassen van de randvoorwaarden leidt het oplossen van de Schrödingervergelijking voor de golffunctie van de waterstofachtige atomen tot het invoeren van drie kwantumgetallen. n, l en ml De energie voor de verschillende toestanden van het elektron is enkel verbonden met het hoofdkwantumgetal n Met R = Rydberg constante (1,0974£ 10–7 m–1) en c = lichtsnelheid Een meer gebruikelijke vorm uitgedrukt in eV is Merk op dat kwantisatie een algemeen begrip is geworden voor afgegrensde systemen waarbij de beweging van het elektron is beperkt. Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 5
  • 6. 2.3 Waterstofachtige atomen Energieniveaus voor H, He+ en Li2+ H (Z = 1) He+ (Z = 2) Li2+ (Z = 3) n n n 2 3 4 1 2 3 13,6 eV 2 1 54,4 eV 1 122,4 eV Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 6
  • 7. 2.3 Waterstofachtige atomen Overgangen in het energieniveaudiagramma van het atoom waterstof n= 5 n= 4 n= 3 Paschen-reeks n= 2 Balmer-reeks n= 1 Lyman-reeks Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 7
  • 8. 2.3 Waterstofachtige atomen De Balmer-reeks is de enige waterstofreeks die emissielijnen heeft in het zichtbare gedeelte van het spectrum dat overeenkomt met de elektrontransities van het waterstofatoom. Hδ Hγ Hβ Hα 400 nm 486 500 nm 600 nm 656 700 nm n=6 n=5 n=4 n=3 ↓ ↓ ↓ ↓ n=2 n=2 n=2 n=2 n=3→n=2 n=4→n=2 Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 8
  • 9. 2.3 Waterstofachtige atomen Toepassingen in de astronomie: Hα-emissie in het zichtbare gebied Bron: http://www.nasaimages.org Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 9
  • 10. 2.3 Waterstofachtige atomen Toepassingen in de astronomie: Hα-emissie in het zichtbare gebied Bron: http://www.xanaduobservatory.com/Sh2-129.htm Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 10
  • 11. 2.3 Waterstofachtige atomen Toepassingen in de astronomie: Hα-emissie in het zichtbare gebied Bron: http://chandra.harvard.edu/ Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 11
  • 12. 2.3 Waterstofachtige atomen De oplossing van Schrödingervergelijking voor de golffunctie van de waterstofachtige atomen leidt naast het hoofdkwantumgetal n nog tot het orbitaalkwantumgetal l en de z-component orbitaalkwantumgetal ml . n: 1, 2, 3, …, ∞ l: 0, 1, 2, …, n – 1 ml : –l, …, l De grootte van het angulair moment L kan worden aangetoond (wij doen dit niet!) en is De component van het angulair moment volgens de z-richting Lz is Deze hoeveelheden zijn eveneens gekwantiseerd! Het kwantumgetal l representeert het orbitaal angulair moment van de elektronen terwijl het kwantumgetal ml overeenkomt met zijn component volgens de z-richting. Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 12
  • 13. 2.3 Waterstofachtige atomen Hoe zit het nu met de golffunctie en de waarschijnlijkheid om het elektron te lokaliseren in een gebied rond de kern van het atoom? • De golffuncties moeten voldoen aan de Schrödingervergelijking voor het waterstofatoom. • De verschillende toestanden van het systeem worden gekarakteriseerd door de kwantumgetallen (n, l, ml). Om de golffunctie op te lossen stellen we dat de potentiële energie een bolsymmetrische potentiaalfunctie is en enkel afhankelijk van r. De Schrödingervergelijking wordt geschreven gebruik makend van sferische coördinaten r, θ en φ. Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 13
  • 14. 2.3 Waterstofachtige atomen Het Cartesiaans coördinatensysteem wordt getransformeerd in een sferisch coördinatensysteem z θ r y φ x Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 14
  • 15. Intermezzo y z p (x, y, z) p φ θ x r y p y r φ θ p (x, y, 0) z x Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 15
  • 16. Intermezzo y We volgen nu het theorema van Pythagoras r θ p z y p φ x Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 16
  • 17. Intermezzo Van Cartesische coördinaten naar sferische coördinaten y r θ p z y p φ x Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 17
  • 18. 2.3 Waterstofachtige atomen In sferische coördinaten wordt de Schrödingervergelijking voor het waterstofatoom De golffunctie kan worden herschreven als een product van een functies die enkel afhankelijk is van de afstand r en een functie die enkel afhankelijk is van de oriëntatie ( θ, φ). R(r) = de Radiale Golffunctie en Y (θ, φ) = de Sferisch Harmonische Golffunctie Enkel afhankelijk van Epot! Niet afhankelijk van Epot! Y (θ , φ) voldoet aan de volgende vergelijking voor de kwantumoperator van het kwadraat van het angulair moment L2. |Angulair moment|2 operator Angulair moment volgens de z-richting operator Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 18
  • 19. 2.3 Waterstofachtige atomen De volledige vorm van de Schrödingervergelijking voor Y(θ, φ) wordt dan De volledige vorm van de Schrödingervergelijking voor de radiale golffunctie wordt Eens de oplossingen van de golffuncties bekend zijn, kunnen we |ψ|2 uitzetten en dit geeft de waarschijnlijke dichtheidsverdelingen weer. De waarschijnlijkheid om een elektron te vinden in eender welk gebied is gelijk aan de integraal van de waarschijnlijke dichtheid over het ganse gebied. Afhankelijk van de kwantumgetallen van het elektron, kunnen we verschillende golffuncties voor het elektron in verschillende toestanden ordenen. Toestanden die overeenkomen met verschillende l bevinden zich in verschillende orbitalen. Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 19
  • 20. 2.3 Waterstofachtige atomen Overzicht van de verschillende toestanden van het waterstofatoom Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 20
  • 21. 2.3 Waterstofachtige atomen Vormen van de angulaire golffuncties van het waterstofatoom Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 21
  • 22. 2.3 Waterstofachtige atomen Wiskundige vergelijkingen voor enkele radiale golffuncties Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 22
  • 23. 2.3 Waterstofachtige atomen Simulaties van de waarschijnlijkheidsverdelingen op basis van de radiale golffuncties. n =1 l =0 r 2R (r )2 r Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 23
  • 24. 2.3 Waterstofachtige atomen Simulaties van de waarschijnlijkheidsverdelingen op basis van de radiale golffuncties. n =2 l =0 r 2R (r )2 r Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 24
  • 25. 2.3 Waterstofachtige atomen Simulaties van de waarschijnlijkheidsverdelingen op basis van de radiale golffuncties. n =2 r 2R (r )2 l =1 r Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 25
  • 26. 2.3 Waterstofachtige atomen Simulaties van de waarschijnlijkheidsverdelingen op basis van de radiale golffuncties. n =3 l =0 r 2R (r )2 r Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 26
  • 27. 2.3 Waterstofachtige atomen Simulaties van de waarschijnlijkheidsverdelingen op basis van de radiale golffuncties. n =3 l =1 r 2R (r )2 r Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 27
  • 28. 2.3 Waterstofachtige atomen Simulaties van de waarschijnlijkheidsverdelingen op basis van de radiale golffuncties. n =3 l =2 r 2R (r )2 r Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 28
  • 29. 2.4 Spin Stern-Gerlach experiment Verfijning van de kwantumchemie. z collimerende ms = –½ pinhole x y detectoren ms = +½ ongelijkmatig magneetveld atoombron atoombundel Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 29
  • 30. 2.4 Spin Er werd voorgesteld dat het elektron een intrinsiek angulair moment moest bezitten dat verschillend is van zijn orbitaal angulair moment. Paul Dirac bevestigde de fundamentele natuur van de elektronspin. Hij concludeerde dat de elektronspin kan worden beschreven door een nieuw kwantumgetal s dat de waarde ½ bezat De grootte van het spin angulair moment voor het elektron wordt gegeven door De z-component van het spin angulair moment gegeven door De 2 waarden voor Sz komen overeen met de 2 componenten die geobserveerd werden in de Stern-Gerlach experimenten Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 30
  • 31. 2.4 Spin De elektronen zijn volledig gekarakteriseerd door een reeks van 4 kwantumgetallen (n, l, ml, ms) Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 31
  • 32. 2.5 Atomen en het periodiek systeem De atomaire energietoestanden voor een één elektron waterstofachtig atoom is Z representeert het atoomnummer = # protonen in de kern. Bovenstaande vergelijking identificeert een chemisch element op een unieke manier. Julius Lothar Meyer (1830–1895) en Dmitri Ivanovich Mendeleev (1834–1907) ontdekten dat wanneer de gekende elementen werden gerangschikt volgens toenemende Z-waarden, de periodiciteit of de chemische eigenschappen konden worden gerangschikt volgens een geordend patroon! Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 32
  • 33. 2.5 Atomen en het periodiek systeem Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 33
  • 34. 2.5 Atomen en het periodiek systeem Periodiek systeem van de Elementen Elke horizontale periode en elke verticale groep van de elementen vertonen specifieke, verwante eigenschappen als gevolg van de manier waarop de elektronen zijn gerangschikt volgens de verschillende energietoestanden. Volgens de kwantumchemie zijn de energietoestanden van de elektronen volledig gekarakteriseerd zijn door een reeks van vier kwantumgetallen (n, l, ml, ms). Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 34
  • 35. 2.5 Atomen en het periodiek systeem Atoomorbitalen (AO) gebruiken om de energietoestanden van de elektronen voor te stellen. Elk AO is gekenmerkt door een reeks van drie kwantumgetallen (n, l, ml). Voorbeeld (n = 2, l = 1, ml = 0, ±1) = 2px, 2py en 2pz-orbitalen Een elektron bezit bovendien ofwel een spin-up ofwel spin-down en wordt beschreven door de reeks (n, l, ml, ms). Het elektron bezet een specifiek AO. Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 35
  • 36. 2.5 Atomen en het periodiek systeem Uitsluitingsprincipe van Pauli Geen twee elektronen bezitten dezelfde energietoestand. Wanneer in een atoom 2 e– behoren tot hetzelfde AO en bijgevolg gekarakteriseerd worden door een zelfde reeks van drie kwantumgetallen (n, l, ml), dan is ms verschillend. Elektronen behorende bij hetzelfde AO bezitten tegenovergestelde spin. Voorbeelden (n = 2, l = 1, ml = 0, ±1) → drie p-orbitalen = maximaal 6 e– (n = 3, l = 2, ml = 0, ±1, ±2) → vijf d-orbitalen = maximaal 10 e– (n = 4, l = 3, ml = 0, ±1, ±2, ±3) → zeven f-orbitalen = maximaal 14 e– Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 36
  • 37. 2.5 Atomen en het periodiek systeem Gesloten-schil-structuur Voor elke waarde van het hoofdkwantumgetal n bestaat er een element met alle overeenkomstige AO bezet met e–. Edelgassen He: ns2 Ne, Ar, Kr, Xe en Rn: ns2np6 Halogenen F, Cl, Br, I en At: ns2np5 Hebben sterke neiging om 1 e– op te nemen ter vorming van bijvoorbeeld F– en Cl–. Alkalimetalen Li, Na, K, Rb, Cs en Fr: ns1 Hebben sterke neiging om 1 e– af te geven ter vorming van bijvoorbeeld Li+ en Na+. Edelmetalen Ag (Z = 47): [Kr] 4d105s1 Au (Z = 79): [Xe] 4f 145d106s1 Vaste metallische vaste stoffen. Zijn goede geleiders voor warmte en elektriciteit. Eigenschappen veranderen drastisch wanneer we ze op nanoschaal fabriceren. Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 37
  • 38. 2.6 Besluiten Voor nanochemie is het van belang om kwantumchemie te begrijpen omdat kwantumtunneling is toegestaan. Bovendien wordt door de beschrijving van energie in termen van discrete energieniveaus duidelijk wat het verschil is in gedrag tussen het macro en het nanoniveau •In de nanowereld regeert de kwantumchemie of de chemie van de waarschijnlijkheden! •De materie gedraagt zich in de nanowereld radicaal anders! Tom Mortier Nanotechnologie 2 Chemie 38