SlideShare a Scribd company logo
•13:00 uur Ontvangst 
•13:30 uur StartEen PMO wat is dat eigenlijk? Bouwblokken van een PMORollen binnen een PMOCompetenties PMO-medewerker versus competenties management assistenteTraditionele projectmanagementmethoden: Projectmatig Werken, PRINCE2, PMBoK en IPMAVernieuwende projectmanagementmethoden: 
Projectmatig Creëren 2.0., Agileen ScrumKeuze wel/geen certificering 
•16:30 uurConclusie en terugkoppeling 
•17:00 uurEinde
Met deze workshop geven wij een kijkje in de keuken van de PMO-medewerker 
Vragen als: 
•‘Wat is een PMO precies?’ 
•‘Welke taken kan een PMO-medewerker vervullen?’ 
•‘Welke competenties zijn daarvoor nodig?’ 
worden beantwoord. 
Deze workshop kan een handvat bieden bij de keuze voor een bepaalde projectmanagement methode/standaard. 
Vragen als: 
•‘Welke overwegingen spelen een rol?’ 
•‘In welke situatie ligt welke aanpak het meest voor de hand?’ 
worden beantwoord. 
Deze workshop probeert je een keuzemenu te bieden welke projectmanagement aanpakken er zijn en welke voor-en nadelen ze bezitten.
@ilonavanhoutum 
PMO | Project Coordination| PMI CAPM Certified-PMBoKGuide| PRINCE2 Foundation Certified| OwnerIEP (Ilona en Projecten) |
@leontineking 
Met een streepje op de e | Social Media Consultant 
Secretaresse Trendwatcher | Trainer #ONTSECRETARESSEN 
Honden| Zingt| Nieuwegein
•Waar komt je interesse voor projectmanagement vandaan? 
•Wat zijn je beweegredenen om je misschien in deze richting te specialiseren? 
•Welke projectmanagementmethodieken ken je? 
•Ben je al gecertificeerd? Zo ja, welke certificering heb je behaald? 
•Op welke methodieken (één traditionele en één vernieuwende) zou je vandaag extra willen inzoomen? 
•In welke rol/functie zou je je willen specialiseren? 
•Wat wil je meenemen na vandaag?
Als je ervoor kiest om je te specialiseren in projectmanagement dan kom je waarschijnlijk in een PMO te werken. Voordat we beginnen met de verschillende projectmanagementmethodieken en hun voor-en nadelen, en het keuzeproces wel/niet certificeren, starten we met het PMO. 
•Een PMO wat is dat eigenlijk? 
•Bouwblokken & mogelijke taken van een PMO 
•Rollen binnen een PMO 
•Competenties van de PM Assistent (IPMA D1) / PMO-medewerker (IPMA D2) versus de competenties van een secretaresse
Een PMO kent vele benamingen, zoals een: 
•Project Management Office 
•Programma Management Office 
•Portfolio Management Office 
•Programma Governance Office 
•Project Change Office 
•Project Assurance Office 
•Project Control Office 
•Project Support Office 
Binnen het vakgebied spreken we over de eerste drie benamingen als we het hebben over een PMO. PMO’s groeien mee met de volwassenheid van de organisatie en doorlopen verschillende fasen: van een Project via een Programma naar een Portfolio Management Office. 
Project 
Programma 
Portfolio
Op tactisch en IT niveau. Focus ligt hier op het reduceren van bedrijfsrisico’s. 
Kenmerken zijn: 
•Het projectmanagementproces 
•Individuele IT-projecten 
•Rapportage aan de CIO 
•Vooral IT-managers en –projectsponsors betrokken 
•Tooling ondersteunt het tijdschrijven, projectmanagement, risicomanagement en templates. 
Doorgroei naar een volgende fase wil niet zeggen dat de kenmerken uit de voorgaande fase komen te vervallen. Deze blijven bestaan. 
Project 
Programma 
Portfolio
Richt zich op initiatieven die alle aspecten van een verandering raken. Focus ligt hierbij op het optimaliseren van het gebruik van resources. 
Kenmerken zijn: 
•Programmacoördinatie 
•Besturing en communicatie 
•Het betreft multi-projecten en programma’s 
•Hulpmiddelen hebben betrekking op programmamanagement en resourcemanagement 
Doorgroei naar een volgende fase wil niet zeggen dat de kenmerken uit de voorgaande fase komen te vervallen. Deze blijven bestaan. 
Project 
Programma 
Portfolio
Initiatieven zijn strategisch en betreffen de gehele organisatie. Focus ligt nadrukkelijk op de bijdrage aan de bedrijfsgroei. 
Kenmerken zijn: 
•Investeringsoptimalisatie en prioriteitstelling 
•De belangen overstijgen de IT en vragen om een sponsor vanuit de business 
•Seniormanagement en beslissers zijn betrokken 
•Portfoliomanagement en kennismanagement zijn belangrijke hulpmiddelen 
Doorgroei naar een volgende fase wil niet zeggen dat de kenmerken uit de voorgaande fase komen te vervallen. Deze blijven bestaan. 
Project 
Programma 
Portfolio
Scope van de verandering 
Tactisch Strategisch 
Scope van de initiatieven 
IT afdeling IT organisatie 
Project 
Reduceren bedrijfsrisico’s 
Programma 
Optimaliseren resource gebruik 
Portfolio 
Bijdragen aan bedrijfsgroei
Project Management Office 
Programma Management Office 
Portfolio Management Office 
Baten 
Reduceren 
Optimaliseren 
Bijdragen aan 
Focus 
Projectmanagement 
Programmacoördinatie, besturing en communicatie 
Optimalisatie van investeringen 
Scope 
Individuele IT-projecten 
Multi-projecten& Programma’s 
Voorstellen, Projecten, Hulpmiddelen 
Rapporteert aan 
CIO of Applicatieontwikkeling 
Meestal CIO,soms Business Manager 
Buiten IT, bijvoorbeeld CEO, CFO of COO 
Rol 
Projectmanager 
Programmacoördinator 
Investeringsadviseur, Portfoliomanager 
Betrokken 
Voornamelijk IT-projectmanagers en Projectsponsors 
Sector/afdelingsleiders, Externe partners 
Senior management, Business 
Tools 
Tijdschrijven, Projectmanagement, Risicomanagement, Templates 
Programmamanagement, Resourcemanagement, Samenwerking 
Portfoliomanagement, Kennismanagement 
Vaardigheden 
Proces-implementatie 
Verandermanagement 
Batenrealisatie 
Metrieken 
Project en Projectmanager Performance 
Programma Performance en Resourcebenutting 
Portfolio en PMO Performance
De betrokkenheid van het PMO bij projecten verschilt per organisatiemodel. Er worden drie organisatiemodellen onderscheiden, die in elkaar overlopen: 
•Lite of repository-model: In dit organisatiemodel worden methoden en technieken en best practices vastgelegd en ter beschikking gesteld aan de organisatie. 
•Verschillende varianten van het coachingmodel: In dit model levert het PMO expertise op het gebied van projectmanagement en heeft het overzicht over alle projecten. 
•Manager of interne consultancymodel: In dit organisatiemodel levert het PMO de projectmanagers voor de projecten. 
De verschillende organisatiemodellen staan los van de volwassenheid van de organisatie.
Lite Model 
Coaching Model 
Manager Model 
Proces 
Gezamenlijk gebruik, Consolideren, Standaardiserenbedrijfsrisico’s 
Inrichten en eigenaarschap processen en standaards 
Inrichten en eigenaarschapprocessen en standaards 
Tools& Templates 
Beschikbaar stellen 
Implementeren, eigenaarschap, beschikbaar stellen, instrueren, gebruiken voor rapportages 
Implementeren, eigenaarschap, beschikbaar stellen, instrueren, gebruiken voor rapportages 
PM begeleiding 
Geen 
Consulteren, Trainen,Evalueren 
Volledige aansturing van projectmanagers binnen projecten 
PM ontwikkeling 
Afblijven,projectmanagers regelen dit zelf 
Coachen, Trainen,Evalueren 
Verantwoordelijkheid voor projectmanagerontwikkeling 
Kwaliteits- bewaking 
Geen 
ReviewProjectmanagement producten, meten projectperformance 
PMO internePeer/Senior/Reviews 
Project- bemensing 
Projectmanagers zijn niet beschikbaar 
Sporadischprojectmanagers beschikbaar 
Levert bijnaalle projectmanagers
•Centraal portfoliobureau 
•Centraal kantoor gericht op strategische ondersteuning en kenniscentrum 
•Tijdelijke PMO’s voor nieuw te starten initiatieven 
•Centraal portfoliobureau met satellietkantoren 
•Toe te passen in grotere organisaties 
•Meerdere permanente decentrale kantoren 
Portfoliobureau 
Satelliet 
Satelliet 
Satelliet 
Satelliet 
Satelliet
•Tijdelijk project-of programmamanagementbureau 
•Tijdelijk PMO of individuele medewerkers in een supportrol 
•Opgezet tijdens de initiatie van projecten of programma’s 
•Virtueel model 
•Support door individuele medewerkers uit verschillende functionele afdelingen 
•Enkelvoudig bureau 
•Kantoor met één of enkele personen 
•Meestal gericht op toepassing methoden en aanbieden training
Welke functies en rollen denken jullie dat er zijn er binnen een PMO?
•Hoofd PMO / PMO manager (IPMA B-4) 
•Senior PMO medewerker (IPMA C-4) 
•PMO medewerker (IPMA D-2) 
•PM Assistent / Junior projectmanager (IPMA D-1) 
•PMO Assistent (IPMA E) 
•PM Specialist (IPMA C-3) 
•PM Consultant (IPMA B-3) 
•Hoofd Programmabureau (IPMA B-2) 
•Hoofd Projectbureau / Projectdirecteur (IPMA B-1) 
De rol van PMO-assistent is verder niet opgenomen, omdat er geen minimum set aan competenties voor deze rol kon worden gedefinieerd. Ook is er in de ICB/NCB voor niveau E geen certificeringsniveau vastgelegd.
•Project starten en afsluiten 
•Stakeholdermanagement en communicatie 
•Planning 
•Resourcemanagement 
•Benefitsmanagement 
•Rapporteren 
•Risicomanagement 
•Issuemanagement 
•Change control 
•Financiën 
•Kwaliteitsmanagement 
•Informatie-& configuratiemanagement 
•Transitiemanagement 
•Kennismanagement 
•Secretariaat
Welk bouwblok spreekt jullie het meest aan? Welke taken zou het PMO kunnen vervullen bij het opstarten en tijdens de voortgang van het project van het gekozen bouwblok? 
•Project starten en afsluiten 
•Stakeholdermanagement en communicatie 
•Planning 
•Resourcemanagement 
•Benefitmanagement
•Welke overeenkomsten / verschillen zie jij? 
Stof tot nadenken: 
•Welke taken voer jij nu al uit? 
•Welke taken zou je willen uitvoeren? 
•Zie je op basis van de door jou uitgevoerde taken mogelijkheden in het projectmanagement vakgebied?
•Project starten en afsluiten 
•Stakeholdermanagement en communicatie 
•Planning 
•Resourcemanagement 
•Benefitsmanagement 
•Rapporteren 
•Risicomanagement 
•Issuemanagement 
•Change control 
•Financiën 
•Kwaliteitsmanagement 
•Informatie-& configuratiemanagement 
•Transitiemanagement 
•Kennismanagement 
•Secretariaat
Welk bouwblok spreekt jullie het meest aan? Welke taken zou het PMO kunnen vervullen bij het opstarten en tijdens de voortgang van het project van het gekozen bouwblok? 
•Rapporteren 
•Risicomanagement 
•Issuemanagement 
•Change control 
•Financiën 
•Kwaliteitsmanagement 
•Informatie-& configuratiemanagement 
•Transitiemanagement 
•Kennismanagement 
•Secretariaat
•Welke overeenkomsten / verschillen zie jij? 
Stof tot nadenken: 
•Welke taken voer jij nu al uit? 
•Welke taken zou je willen uitvoeren? 
•Zie je op basis van de door jou uitgevoerde taken mogelijkheden in het projectmanagement vakgebied?
Kies bij elk domein een taakcompetentie en een controleniveau, waarbij niveau 1 staat voor het laagste niveau en niveau 3 voor het hoogste niveau. 
Kies voor één of twee domein(en) één extra taakcompetentie om het belang van dat competentiedomein voor de PMO-medewerker (IPMA D2) en de Management Assistente te benadrukken.
01. Ondernemen 
•Durf 
•Initiatief 
•Onafhankelijkheid 
•Ondernemerschap 
03. Organiseren 
•Plannen 
•Organiseren 
•Voortgang bewaken 
•Organisatiebewustzijn 
06. Presteren 
•Resultaatgerichtheid 
•Omgaan met details 
•Vasthoudendheid 
•Kwaliteitsgerichtheid 
•Ambitie 
•Energie 
08. Analyseren 
•Creativiteit 
•Probleemanalyse 
•Lerende oriëntatie 
•Conceptueel denken 
02. Beïnvloeden 
•Communiceren 
•Optreden 
•Overtuigingskracht 
•Sociabiliteit 
•Contracteren 
04. Managen 
•Besluitvaardigheid 
•Delegeren 
•Leidinggeven (individueel) 
•Leidinggeven (groep) 
•Visie uitdragen 
•Coachen 
07. Relateren 
•Klantgerichtheid 
•Luisteren 
•Samenwerken 
•Empathie 
•Onderhandelen 
09. Transformeren 
•Omgevingsbewustzijn 
•Oordeelsvorming 
•Visie ontwikkelen 
•Interculturele oriëntatie 
05. Vertrouwen wekken 
•Integriteit 
•Loyaliteit 
•Verantwoordelijkheid 
10. Veerkracht tonen 
•Aanpassingsvermogen 
•Zelfbeheersing 
•Stresstolerantie 
•Flexibiliteit
•PM-assistent / projectmanagement-medewerker / junior projectmanager (D1): is in staat om eenvoudige projecten onder beperkt toezicht te leiden en kan de projectmanager van een beperkt complex project in alle aspecten van projectmanagement ondersteunen. 
•De PMO-medewerker (D2): is in staat om het project-, programma-of portfoliomanagementteam voor alle PMO-diensten onder beperkt toezicht te ondersteunen. 
Wij hebben gekozen voor de IPMA competentieprofielen op D-niveau (A = hoogste certificeringsniveau en D = laagste certificeringsniveau), omdat deze het meest bekend zijn. Deze profielen zijn gebaseerd op het GITP competentiemodel. APMG P3O, Ordina en KPN Consulting hebben ook competentieprofielen ontwikkeld.
Domein GITP 
Taakcompetentie GITP 
Controleniveau 1-3 (GITP) Niveau1 = laagste niveau, Niveau 3 = hoogste niveau 
Gedragscompetentie 
Ondernemen 
•Durf 
•Initiatief nemen 
•Niveau 1 
•Niveau 1 
•Overzienbare risico’s durven nemen 
•Initiatief nemen bij duidelijke kansen 
Beïnvloeden 
Overtuigingskracht 
Niveau 1 
In argumentatie en discussie aansluiten bij de doelgroep 
Organiseren 
Voortgang bewaken 
Niveau 2 
Voortgang van teamtaak of project bewaken 
Managen 
Leidinggeven (individueel) 
Niveau 2 
Leidinggeven gericht op positie in organisatie 
Vertrouwen wekken 
Verantwoordelijkheid 
Niveau 1 
Betrouwbaarheid in beheersbareafspraken 
Presteren 
Resultaatgerichtheid 
Niveau 2 
Managen van resultaten 
Relateren 
•Luisteren 
•Samenwerken 
•Niveau 1 
•Niveau 2 
•Aandacht tonen in gedrag en houding 
•Samenwerken in een heterogeen team 
Analyseren 
Probleemanalyse 
Niveau 2 
Problemen in kaart brengen 
Transformeren 
Oordeelsvorming 
Niveau 2 
Beoordelen van complexeproblemen op korte termijn 
Veerkracht tonen 
Stresstolerantie 
Niveau 2 
Tolerantie van onzekerheden in het werk
Domein GITP 
Taakcompetentie GITP 
Controleniveau 1-3 (GITP) Niveau1 = laagste niveau, Niveau 3 = hoogste niveau 
Gedragscompetentie 
Ondernemen 
Initiatief nemen 
Niveau 1 
Initiatief nemen bij duidelijke kansen 
Beïnvloeden 
Communiceren 
Niveau 1 
Een boodschap duidelijk overbrengen 
Organiseren 
Voortgang bewaken 
Niveau 2 
Voortgang van teamtaak of project bewaken 
Managen 
Leidinggeven (individueel) 
Niveau 2 
Leidinggeven gericht op positie in organisatie 
Vertrouwen wekken 
Verantwoordelijkheid 
Niveau 2 
Betrouwbaarheid in riskanteafspraken 
Presteren 
Omgaan met details 
Niveau 2 
Details systematisch behandelen 
Relateren 
•Luisteren 
•Samenwerken 
•Niveau 1 
•Niveau 2 
•Aandacht tonen in gedrag en houding 
•Samenwerken in een heterogeen team 
Analyseren 
Lerende oriëntatie 
Niveau 2 
Informatie actiefzoeken 
Transformeren 
Oordeelsvorming 
Niveau 1 
Keuzenmaken in eenvoudige dilemma’s 
Veerkracht tonen 
Stresstolerantie 
Niveau 1 
Tolerantie van tijdsdruk
•Management assistente biedt ondersteuning aan het management. Legt verantwoording af aan de toegewezen leidinggevende over de inhoudelijke kwaliteit van de secretariële en logistiek/administratieve ondersteuning.
Domein GITP 
Taakcompetentie GITP 
Controleniveau 1-3 (GITP) Niveau1 = laagste niveau, Niveau 3 = hoogste niveau 
Gedragscompetentie 
Ondernemen 
Initiatief nemen 
Niveau 1 
Initiatief nemen bij duidelijke kansen 
Beïnvloeden 
Communiceren 
Niveau 1 
Een boodschap duidelijk overbrengen 
Organiseren 
•Plannen 
•Voortgang bewaken 
•Niveau2 
•Niveau 2 
•Administratiefen organisatorisch voorbereiden van complexe overleggen 
•Voortgang van teamtaak/afspraken/besluiten bewaken 
Managen 
Leidinggeven (individueel) 
Niveau 1 
Leidinggeven gericht op resultaten 
Vertrouwen wekken 
Verantwoordelijkheid 
Niveau 2 
Betrouwbaarheid in riskanteafspraken 
Presteren 
Omgaan met details 
Niveau 2 
Details systematisch behandelen 
Relateren 
•Luisteren 
•Samenwerken 
•Niveau 1 
•Niveau 2 
•Aandacht tonen in gedrag en houding 
•Samenwerken in een heterogeen team 
Analyseren 
Lerende oriëntatie 
Niveau 2 
Informatie actiefzoeken 
Transformeren 
Omgevingsbewustzijn 
Niveau 1 
Kennen van de actualiteit in het eigen werk-of vakgebied 
Veerkracht tonen 
•Stresstolerantie 
•Flexibiliteit 
•Niveau 1 
•Niveau2 
•Tolerantie van tijdsdruk 
•Flexibiliteitvan benadering
•Welke overeenkomsten / verschillen zie jij? 
Stof tot nadenken: 
•Welke competenties bezit jij al? 
•Welke competenties zou je nog willen ontwikkelen? 
•Zie je op basis van jouw competenties mogelijkheden in het projectmanagement vakgebied?
Als je ervoor kiest om je te specialiseren in projectmanagement dan kom krijg je te maken met verschillende projectmanagement- methodieken (zowel traditionele als vernieuwende). We behandelen hier de traditionele methodieken. 
•De verschillende traditionele methodieken in een notendop 
•Op één methodiek (naar keuze) gaan we inzoomen 
•Voor-en nadelen van de verschillende traditionele methodieken
•PROJECTMATIG WERKEN (PMW) 
•PRINCE2 
•PMBoK 
•IPMA 
Op welke traditionele methodiek willen jullie inzoomen?
•PMW vormt de brug tussen routinematig en improviserend werken. 
•PMW wordt steeds vaker toegepast binnen organisaties (meestal door gebruik van een andere projectmanagementmethodiek). 
•PMW kent een vijftal beheersaspecten (Tijd, Geld, Kwaliteit, Informatie en Organisatie); in vergelijking PRINCE2 kent er 6 (Kosten, Tijd, Kwaliteit, Scope, Risico’s en Baten). 
•PMW kent een beheerscyclus. 
•PMW heeft veel gemeen met PRINCE2.
•De 1steNL projectmanagement methodiek (sinds 1984) en daarom bekend. 
•Geeft een goede basis van projectmanagement, en vormt een naslagwerk. 
•Vormt een goede instap in projectmanagement 
•Inmiddels ingehaald in populariteit door andere methodieken. 
•PMW heeft veel gemeen met PRINCE2, dat op bredere schaal wordt toegepast. 
•PMW is een Nederlandse methode, en zorgt binnen een internationale omgeving niet voor één gemeenschappelijke taal. 
•Geen certificering mogelijk, je kunt wel een workshop volgen.
Projectmatig werken 
Wat en Waarom 
•Eenmalig, een maximale prestatie leveren, gegeven de beperkte hoeveelheid middelen, zodat: 
•Effectiviteit vaak eenvoudiger is na te streven. 
Primaireopstelling 
De historisch gegroeide taak-, verantwoordelijkheids-en bevoegdheidsverdeling wordt geheel of gedeeltelijk vervangen door een tijdelijkestructuur. 
Hoe 
•De oorspronkelijke opgavevan de opdrachtgever (gebruiker, klant) wordt stapsgewijs vertaald in steeds gedetailleerdere specificaties, zodat: 
•De opdrachtgever regelmatig de tussenresultaten kan toetsten aan zijn vraag. 
•Alle relevante activiteiten worden verdeeld in fasen. 
De inzetvan middelen 
•Waarbij: een gelijkmatige inzet van middelen vaak onmogelijk is.
Routinematig werken 
Wat en Waarom 
•Over een langere periode gelijke prestaties leveren met (relatief) constante eigenschappen, zodat: 
•Efficiëntie vaak eenvoudiger is na te streven. 
Primaireopstelling 
De historisch gegroeide taak-, verantwoordelijkheids-en bevoegdheidsverdeling wordt zoveel mogelijk in stand gehouden. 
Hoe 
•De opgave van de klant wordt vertaald in standaardaanpakkenzoals de organisatie die gewend is, zodat: 
•De opdrachtgever namens de gebruiker kan spreken. 
•Alle relevante activiteiten worden zo veel mogelijk evenredig gespreid in de tijd. 
De inzetvan middelen 
•Waarbij: een gelijkmatige inzet van middelen mogelijk is.
Improviserend werken 
Wat en Waarom 
•Zo snel mogelijk aan de slag gaan nadat een doel of probleem is geconstateerd, zodat: 
•Flexibiliteitvaak eenvoudiger is na te streven. 
Primaireopstelling 
Bestaande procedures en richtlijnen worden terzijde geschoven; al doende bedenkt men nieuwe. 
Hoe 
•Er wordtgeprobeerd de vraag van de gebruiker zo snel mogelijk te beantwoorden, zodat: 
•De gebruiker snel resultaten ziet, maar ook gemakkelijk het overzicht kan verliezen over het totaal van activiteiten en de samenhang tussen de deelresultaten. 
•Er ontstaat een wirwar van activiteiten. 
De inzetvan middelen 
•Waarbij: de beheersing van het gebruik van middelen erg moeilijk wordt.
1.Zijn er in-en externe ontwikkelingen die projectmatig werken nuttig, nodig of zinvol maken? 
2.Wat levert projectmatig werken op? 
3.PMW, wat vraagt het? 
4.Maar ook: PMW, waarom niet? 
Wat zijn volgens jullie de antwoorden op deze vragen?
1.Zijn er in-en externe ontwikkelingen die projectmatig werken nuttig, nodig of zinvol maken? 
•Trends: 
•Individualisering 
•Mondialisering 
•Flexibilisering 
•Innovatie 
•Toenemende snelheid en variatie van innovatie hebben tot gevolg dat brede langetermijn planning is minder geloofwaardig geworden dan doel-en resultaatgerichte kortetermijnplanning. 
•Zorg voor milieu, kwaliteit en veiligheid 
•Nieuwe organisatievormen 
•Kortom, de toename van projectmatig werken is bepaald geen modegrip, maar een wereldwijde ontwikkeling die leidt tot een andere, nieuwe vorm van werken en samenwerken.
2.Wat levert projectmatig werken op? 
Betrokkene 
Motief 
Opdrachtgever 
Betere mogelijkheden om te sturen op afstand 
Projectleider 
Meer en beter resultaat-en klantgericht werken 
Afdelingschef 
Beter zicht op wat medewerkers (gaan) doen 
Projectteamlid 
Meer in teamverbandsamenwerken 
Toeleverancier 
Duidelijker zicht op at wanneer geleverd moet worden 
Toekomstig gebruiker 
Eerder betrokken bij specificatie eindresultaat
3.PMW, wat vraagt het? 
Voorwaarden waaraan voldaan moet worden: 
Zo, niet, dan kan het volgende gebeuren: 
Duidelijkbegin en einde, tijdsdruk en beperkte middelen. 
Hobbyisme, vrijblijvendheid, geen vooruitgang, verspilling. 
Een belangrijk resultaat dat als urgentwordt ervaren door gemotiveerde stakeholders. 
Vage resultaatomschrijving, project als statusverhogende activiteitof werkverschaffing. 
Afdwingbare middelen en bereidheid tot samenwerking, sturing en beheersing vanuit één punt. 
Onderlinge strijd, trage en frustrerende onderhandelingsprocessen.
4.PMW, waarom niet? 
•PMW verliest zijn bruikbaarheid in situaties waarin in onvoldoende mate aan de noodzakelijke voorwaarden is voldaan. 
•Daarnaast zijn er enkele belemmerende factoren te noemen voor een effectief gebruik van PMW 
•Projecten slagen niet als er mensen aan ‘samenwerken’ die er niet in geloven of die er niet samen aan willen werken. 
•Het werken vanuit deelbelangen. In een project gaat het gezamenlijk belang voor het deelbelang. 
•Organisaties die verdeeld zijn in eilanden of koninkrijken vormen meestal geen vruchtbare omgeving voor PMW. 
•De wetenschappelijke probleembenadering leidt er soms toe dat het uitgangsprobleem steeds complexer wordt gemaakt. Er worden allerlei problemen aan elkaar gekoppeld, maar een project kan geen enkel probleem oplossen. Een projectresultaat kan hoogstens gebruikt worden om problemen te verminderen.
Fase 
Bedoeling 
Initiatief(Idee) 
Bedenken wat het project(resultaat) wel en wat het niet moet zijn;alle betrokkenen hebben een gelijk beeld. 
Definitie(Wat) 
Bedenken wat het (project)resultaatmoet doen (eisen/wensen/prestaties). 
Ontwerp(Hoe) 
Bedenken hoe hetproject(resultaat) eruit moet zien; een gedetailleerd uitwerkte oplossing/het ontwerp/de vorm. 
Voorbereiding(Hoe te maken) 
Bedenken hoe het project(resultaat)eruit zal gaan zien; met een druk op de knop kan de realisatie vlekkeloos plaatsvinden. 
Realisatie(Maken) 
Uitvoeren, invoeren of maken van het project(resultaat)zodat het projectresultaat er ook helemaal is. 
Nazorg(In stand houden) 
Gebruiken, beheren, onderhouden en … vernietigen van het project(resultaat).
•Informatie 
•Organisatie 
•Informatie 
•Organisatie 
•Tijd 
•Geld 
•Kwaliteit 
•Tijd 
•Geld 
•Kwaliteit 
Project- resultaat 
Project- resultaat 
Inhoudelijke activiteiten 
Inhoudelijke activiteiten
•Tijdbeheersing: hiermee zorgt men voor het tijdig kunnen uitvoeren van alle projectactiviteiten opdat het projectresultaat tijdig gereedkomt. 
•Geldbeheersing: hiermee zorgt men voor het financieel verantwoord/doelmatig kunnen uitvoeren van alle projectactiviteiten opdat het projectresultaat er economisch rendabeluit komt. 
•Kwaliteitsbeheersing: hiermee zorgt men voor goed (doelgericht) kunnen uitvoeren van alle projectactiviteiten, opdat het projectresultaat er goed genoeg uit komt. 
•Informatiebeheersing: hiermee zorgt men voor het eenduidig kunnen uitvoeren van alle projectactiviteiten, opdat het projectresultaat er eenduidig (reproduceerbaar) uit komt. 
•Organisatiebeheersing: hiermee zorgt men voor het (kunnen) uitvoeren van alle projectactiviteiten door de daartoe verantwoordelijke en bevoegde personen, opdat het projectresultaat er formeel geaccepteerd(= overgenomen door de nieuwe eigenaar) uit komt.
•De feitelijke projectsituatie betreft de werkelijke situatie waarin de uitvoering van een bepaald project (de inhoudelijke activiteiten) zich op een gegeven moment bevindt. 
•Opnemen stand van zaken. Deze beheersmatige activiteit is erop gericht van dit project de actuele situatie te meten m.b.t. het beheersaspect (Tijd, Geld, Kwaliteit, Informatie, Organisatie). 
•Vergelijken houdt in dat nagegaan moet worden in hoeverre de werkelijkheid afwijkt van wat men had moeten bereiken (de planning). 
•Sturen keuze uit: 
•Niets veranderen | Bijsturen | Herplannen | Stoppen 
•Wijzigen van plan 
•Beheersplan met marges zorgt ervoor dat men kleine veranderingen kan opvangen zonder dat het beheersplan zelf in gevaar hoeft te komen.
•De 1steNL projectmanagement methodiek (sinds 1984) en daarom bekend. 
•Geeft een goede basis van projectmanagement, en vormt een naslagwerk. 
•Vormt een goede instap in projectmanagement 
•Inmiddels ingehaald in populariteit door andere methodieken. 
•PMW heeft veel gemeen met PRINCE2, dat op bredere schaal wordt toegepast. 
•PMW is een Nederlandse methode, en zorgt binnen een internationale omgeving niet voor één gemeenschappelijke taal. 
•Geen certificering mogelijk, je kunt wel een workshop volgen.
•PRojects IN Controlled Environments van OCG 
•Productgerichte planning en gecentreerd rond de business case 
•Gebaseerd op ‘best practices’ vanuit de beroepspraktijk 
•Generieke methode die op maat gemaakt moet worden 
•7 principes waaraan een project moet voldoen 
•7 thema’s of managementaspecten t.b.v. projectbesturing 
•7 processen binnen de levenscyclus
•Veel gebruikte methodiek met een hoge volwassenheid in NL (in 2008 15.000 gecertificeerden), wereldwijd 1 miljoen gecertificeerden 
•Productgerichte planning 
•Gericht op controle, beheersing, sturing, planning en bewaking past goed binnen de traditionele organisatie en hiërarchische structuur 
•Duidelijke structuur van project en projectteam 
•Certificering mogelijk, 2 niveaus Foundation en Practitioner 
•Examen mogelijk in NL, relatief snel te halen tegen relatief lage kosten. 
•Vooral groot in West-Europa en al een hoge volwassenheid en aantal gecertificeerden in NL (wanneer omslagpunt?) 
•Na verhouding late betrokkenheid eindgebruikers, met grote kans op wijzigingen en daardoor uitloop in tijd en budget 
•Lastig om alle requirements/specs vooraf te bepalen 
•Lastig snel inspelen op veranderingen/wijzigingen vanuit de business 
•Vrij rigide methode met veel templates en aandacht voor documentatie
Principes 
Pr1 
Zakelijke Rechtvaardiging(waarom?) Binnen een PRINCE2-project wordt de zakelijke rechtvaardiging continu getoetst 
Pr2 
Continu LerenPRINCE2-projectgroepenleren van voorgaande ervaringen (leerpunten worden tijdens de uitvoering onderkend en vastgelegd) 
Pr3 
Rollenen VerantwoordelijkhedenPRINCE2-projecten hebben vooraf vastgestelde en overeengekomen rollen en verantwoordelijkheden binnen de organisatiestructuur zodat de opdrachtgever, gebruikers en leveranciersvertegenwoordigers erkenning krijgen 
Pr4 
Beheersing met FasenEenPRINCE2-project wordt gepland, bewaakt en bestuurd per fase 
Pr5 
Sturen op AfwijkingEen PRINCE2-project heeft vooraf bepaalde tolerantiesvoor alle projectdoelen (zowel tijd, geld als kwaliteit van de producten) 
Pr6 
Productgerichte FocusEenPRINCE2-project concentreert zich op de definitie en levering van producten. In het bijzonder vragen de reikwijdte (scope) en de kwaliteitscriteria van de producten veel aandacht. 
Pr7 
MaatwerkPRINCE2 komt tegemoet aan de omvang,de omgeving, de complexiteit, belangrijkheid, bekwaamheid van deelnemers en risico’s van het project.
Processen 
Wie 
P1 
Opstartenvan een Project (OP) Dit proces gaat vooraf aan de start van het project. Het zorgt ervoor dat alle informatie beschikbaar komt om het project te initiëren en levert de zakelijke rechtvaardiging: waarom doen we dit project? (voordelen, de risico’s, de kosten en de baten) 
Sturen: de Stuurgroep& Managen:de Projectmanager 
P2 
Initiëren van een Project (IP) Eersteproces in een project en zorgt ervoor dat alle betrokkenen de producten of diensten kennen die het project gaat leveren, de momenten waarop dit gaat gebeuren, de kosten en de kwaliteitseisen 
Managen: de Projectmanager 
P3 
Sturen van een Project (SP) Loopt gedurende de gehele levenscyclus van opstarten tot en met afsluiten. Het doel is het succesvol uitvoeren en leveren van de resultaten van het project. 
Sturen: de Stuurgroep 
P4 
Beheersenvan een Fase (BF) De dagelijkse werkzaamheden van de projectmanagergedurende de uitvoering van het project. 
Managen: de Projectmanager 
P5 
ManagenProductlevering (MP) Dit proces werkt de managementactiviteiten uit voor de levering van producten. 
Leveren: de Teammanager / Leveranciersorganisatie 
P6 
ManagenFaseovergangen (MO) Activiteiten van de projectmanager om een faseaf te sluiten en de voorbereidingsactiviteiten om een volgende fase te starten. 
Managen: de Projectmanager 
P7 
Afsluitenvan een Project (AP) Activiteitenvan de projectmanager om het project af te sluiten en de stuurgroep verleent decharge aan de projectmanager. 
Managen: de Projectmanager
•Plannen 
•Delegeren 
•Bewaken 
•Beheersen
Thema’s 
Th1 
Zakelijke Rechtvaardiging(waarom?) Is een beschrijving van het eindresultaat in termen van kosten en opbrengsten. Ieder project moet een bijdrage leveren aan dedoelen van de organisatie. 
Th2 
Organisatie (wie?) De inrichting van de projectorganisatie (stuurgroep,projectgroep, werkgroepen) waarbij de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn beschreven. 
Th3 
Plannen (waar, hoe, wanneer en hoeveel?) PRINCE2 kent een globaalprojectplan en een detail faseplan voor iedere fase. 
Th4 
Voortgangsbewaking (waar staan wenu? Wat is de prognose?) Maakt het mogelijk om op de juiste momenten besluiten te nemen. Voortgangsrapportagesen Afwijkingenrapportages verminderen de kans op overschrijding van tijd en geld. 
Th5 
Risicomanagement (Wat indien?) De identificatievan risico’s en tegenmaatregelen. 
Th6 
Kwaliteit (Wat?) Alle producten moeten voldoen aan vastgestelde kwaliteitseisen. 
Th7 
Wijzigingenbeheer (Wat is de impact?) Ziet toe op de beoordeling en de doorvoering van wijzigingen in de producten.De omgang met veranderingen is bepalend voor het succes van het project. Werk per wijziging de consequenties uit voor het project in termen van scope, budget en doorlooptijd. Wijzigingenbeheer maakt het mogelijk om wijzigingen op een gecontroleerde en beheerste wijze door de voeren.
•Veel gebruikte methodiek met een hoge volwassenheid in NL (in 2008 15.000 gecertificeerden), wereldwijd 1 miljoen gecertificeerden 
•Productgerichte planning 
•Gericht op controle, beheersing, sturing, planning en bewaking past goed binnen de traditionele organisatie en hiërarchische structuur 
•Duidelijke structuur van project en projectteam 
•Certificering mogelijk, 2 niveaus Foundation en Practitioner 
•Examen mogelijk in NL, relatief snel te halen tegen relatief lage kosten. 
•Vooral groot in West-Europa en al een hoge volwassenheid en aantal gecertificeerden in NL (wanneer omslagpunt?) 
•Na verhouding late betrokkenheid eindgebruikers, met grote kans op wijzigingen en daardoor uitloop in tijd en budget 
•Lastig om alle requirements/specs vooraf te bepalen 
•Lastig snel inspelen op veranderingen/wijzigingen vanuit de business 
•Vrij rigide methode met veel templates en aandacht voor documentatie
•Project Management Body of Knowledge van PMI 
•Is strikt genomen geen methodiek, maar een raamwerk waarop je verschillende methodieken kunt toepassen 
•De PMBoK Guide beschrijft de 4 levenscyclus fasen van een project, met de daarbij behorende 5 procesgroepen. 
•9 kennisgebieden van projectmanagement, met de daarbij behorende inputs, tools & techniques en outputs. 
•Het geeft je een compleet beeld van wat je allemaal tegenkomt in het projectmanagement vakgebied.
•Wereldwijd de standaard voor projectmanagement met meer dan 700.000 leden/gecertificeerden 
•PMI is gevestigd in Amerika, examen is in het Engels 
•Je doet kennis op van alle kennisgebieden binnen projectmanagement, gericht op inputs, tools & techniques en outputs 
•Wereldwijde best practices en één gezamenlijke taal 
•Certificering mogelijk, 2 verschillende niveaus (CAPM en PMP) 
•Examen en lidmaatschap relatief goedkoop in vergelijking met IPMA 
•In NL relatief onbekend in vergelijking met IPMA 
•Enorm uitgebreid, niet alle kennisgebieden zul je dagelijks gaan gebruiken 
•Gericht op projectmanagers niet zozeer op ondersteuning 
•CAPM certificering gelden toelatingseisen 
•CAPM certificering beperkt (5 jaar) geldig en geen hercerticifering mogelijk en bij PMP certificering jaarlijks x-aantal punten halen
•Starting the project 
•Organizing & Preparing 
•Carrying out the work 
•Closing the project
Levenscyclus 
•Starting the project 
•Organizing & Preparing 
•Carrying out the work 
•Closing the project 
Procesgroepen 
•Initiating processes 
•Planning processes 
•Executing processes 
•Monitoring & Controlling processes 
•Closing processes 
Kennisgebieden 
•Integration Management 
•Scope Management 
•Time Management 
•Cost Management 
•Quality Management 
•Human Resources Management 
•Communications Management 
•Risk Management 
•Procurement Management
Knowledge Area 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Initiating Process Group 
Planning Process Group 
ExecutingProcess Group 
Direct & ManageProject Executing 
ClosingProcess Group 
Project Integration Management 
Develop Project Charter 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
Develop Project Management Plan 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
Direct & Manage ProjectExecution 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
Monitor & Control Project Work 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
PerformIntegrated Change Control 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
Close Project of Phase 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs
Knowledge Area 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Initiating Process Group 
Planning Process Group 
ExecutingProcess Group 
Direct & ManageProject Executing 
ClosingProcess Group 
Project Scope Management 
- 
Collect Requirements 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
Define Scope 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
CreateWBS 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
- 
VerifyScope 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
Control Scope 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
-
Knowledge Area 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Initiating Process Group 
Planning Process Group 
ExecutingProcess Group 
Direct & ManageProject Executing 
ClosingProcess Group 
Project Time Management 
- 
Define Activities 
SequenceActivities 
EstimateActivityResources 
EstimateActivity Duractions 
Develop Schedule 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
- 
Control Schedule 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
-
Kennisgebieden 
•Integration Management 
•Scope Management 
•Time Management 
•Cost Management 
•Quality Management 
•Human Resources Management 
•Communications Management 
•Risk Management 
•Procurement Management
Knowledge Area 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Initiating Process Group 
Planning Process Group 
ExecutingProcess Group 
Direct & ManageProject Executing 
ClosingProcess Group 
Project Cost Management 
- 
EstimateCosts 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
DetermineBudget 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
- 
Control Costs 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
-
Knowledge Area 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Initiating Process Group 
Planning Process Group 
ExecutingProcess Group 
Direct & ManageProject Executing 
ClosingProcess Group 
Project Quality Management 
- 
Plan Quality 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
PerformQuality Assurance 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
PerformQuality Control 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
- 
Project HumanResource Management 
Develop Human Resource Plan 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
AcquireProject TeamDevelop Project TeamManage Project Team 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
- 
-
Knowledge Area 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Initiating Process Group 
Planning Process Group 
ExecutingProcess Group 
Direct & ManageProject Executing 
ClosingProcess Group 
Project Communi- cationsManagement 
IdentifyStakeholders 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
Plan Communications 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
DistributeInformation 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
Manage Stakeholder Expectations 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
Report Performance 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
-
Knowledge Area 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Initiating Process Group 
Planning Process Group 
ExecutingProcess Group 
Direct & ManageProject Executing 
ClosingProcess Group 
Project Risk Management 
- 
Plan Risk Management 
IdentifyRisks 
PerformQualitativeRisk Analysis 
PerformQuantitativeRisk Analysys 
Plan Risk Responses 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
- 
Monitor & Control Risks 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
-
Knowledge Area 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Project Management Process Groups 
Initiating Process Group 
Planning Process Group 
ExecutingProcess Group 
Direct & ManageProject Executing 
ClosingProcess Group 
Project ProcurementManagement 
- 
Plan Procurements 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
ConductProcurements 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
AdministerProcurements 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs 
CloseProcurements 
•Inputs 
•Tools & Techniques 
•Outputs
•Knowledge 
•Skills 
•Techniques 
•Tools
•Wereldwijd de standaard voor projectmanagement met meer dan 700.000 leden/gecertificeerden 
•PMI is gevestigd in Amerika, examen is in het Engels 
•Je doet kennis op van alle kennisgebieden binnen projectmanagement, gericht op inputs, tools & techniques en outputs 
•Wereldwijde best practices en één gezamenlijke taal 
•Certificering mogelijk, 2 verschillende niveaus (CAPM en PMP) 
•Examen en lidmaatschap relatief goedkoop in vergelijking met IPMA 
•In NL relatief onbekend in vergelijking met IPMA 
•Enorm uitgebreid, niet alle kennisgebieden zul je dagelijks gaan gebruiken 
•Gericht op projectmanagers niet zozeer op ondersteuning 
•CAPM certificering gelden toelatingseisen 
•CAPM certificering beperkt (5 jaar) geldig en geen hercerticifering mogelijk en bij PMP certificering jaarlijks x-aantal punten halen
•Gebaseerd op de IPMA Competence Baseline (ICB) 
•De NCB is een vertaling hiervan naar de NL situatie en bevat de belangrijkste onderwerpen en aspecten van projectmanagement. 
•De NCB geeft beknopt aan welke zaken een projectmanager moet weten en kunnen, maar legt deze niet uitputtend uit. 
•Is strikt genomen geen methodiek, maar een raamwerk waarop je verschillende methodieken kunt toepassen 
•3 competentiegebieden en 46 competentie-elementen
•IPMA is gevestigd in Zwitserland en er zijn meer dan 130.000 leden/gecertificeerden 
•2.400 leden in NL en daarmee relatief bekend, examen in NL 
•Je doet kennis op van het brede spectrum van project management, gericht op benodigde competenties 
•Certificering mogelijk, 4 verschillende niveaus (van D t/m A) 
•Vooral op West-Europa gericht 
•Voor IPMA-D geen voorkennis nodig, wel handig 
•IPMA-D certificering beperkt geldig (5 jaar) hercertificering niet mogelijk, IPMA-C, -B en -A certificering beperkt (5 jaar) geldig met mogelijkheid tot hercertificering 
•Examen en lidmaatschap relatief prijzig in vergelijking met PMBoK
Contextuele competenties 
Technische competenties 
Gedragsmatige competenties
•IPMA is gevestigd in Zwitserland en er zijn meer dan 130.000 leden/gecertificeerden 
•2.400 leden in NL en daarmee relatief bekend, examen in NL 
•Je doet kennis op van het brede spectrum van project management, gericht op benodigde competenties 
•Certificering mogelijk, 4 verschillende niveaus (van D t/m A) 
•Vooral op West-Europa gericht 
•Voor IPMA-D geen voorkennis nodig, wel handig 
•IPMA-D certificering beperkt geldig (5 jaar) hercertificering niet mogelijk, IPMA-C, -B en -A certificering beperkt (5 jaar) geldig met mogelijkheid tot hercertificering 
•Examen en lidmaatschap relatief prijzig in vergelijking met PMBoK
•Welke overeenkomsten / verschillen zie jij? 
Stof tot nadenken: 
•Wat spreekt je aan? 
•Wat spreekt je minder aan? 
•Welke methodiek kan eventueel voor jou van toegevoegde waarde zijn? 
•Hoe denk je die methodiek in te kunnen zetten binnen jouw organisatie?
Als je ervoor kiest om je te specialiseren in projectmanagement dan kom krijg je te maken met verschillende projectmanagement- methodieken (zowel traditionele als vernieuwende). We behandelen hier de vernieuwende methodieken. 
•De verschillende vernieuwende methodieken in een notendop 
•Op één methodiek (naar keuze) gaan we inzoomen 
•Voor-en nadelen van de verschillende vernieuwende methodieken
•PROJECTMATIG CREËREN 2.0. (PMC) 
•AGILE 
•SCRUM 
Op welke vernieuwende methodiek willen jullie inzoomen?
•PMC mixt de kracht van traditionele projectmanagement- methodieken met aspecten als: commitment, inspiratie, passie, persoonlijk leiderschap, beleving, samenwerking, verbinding, plezier, inspiratie en creativiteit. 
•PMC maakt gebruik van de creatielemniscaat, als je rekening houdt met deze 4 aspecten, de relaties daartussen en met de succesfactoren wordt de kans op projectsucces vergroot. 
•De projectlevenscyclus en procesgroepen worden steeds vanuit de 4 zijden van de creatielemniscaat belicht. 
•PMC combineert inzichten vanuit verandermanagement met de bewezen projectmanagementmethodieken.
•De creatielemniscaat kent een minimum aan sturing; zo wordt werken in projecten leuker, efficiënter en creatiever. 
•PMC combineert inzichten vanuit verandermanagement met de bewezen projectmanagement-methodieken. 
•Methode is inmiddels uitgebreid naar programmatisch creëren, dit is een teken dat het steeds vaker wordt toegepast. 
•De verbeterde versie van Projectmatig Werken (PMW) 
•Niet iedereen kan omgaan met de hoge mate van zelfsturing en eigen verantwoordelijkheid. 
•Geen erkende certificering, je kunt wel een workshop volgen. 
•PMC is een Nederlandse methode, en zorgt binnen een internationale omgeving niet voor één gemeenschappelijke taal.
•De ‘traditionele’ kant van projectmanagement. 
•Omvat het plannen, delegeren, bewaken en beheersen van een project. 
•Zonder structuur heerst er immers chaos. 
•Ieder project heeft een projectmandaat, een contract met een scherpe projectdefinitie nodig. 
•Er zijn beslismomenten, mijlpalen en een strakke geïntegreerde beheersing van scope, tijd, kosten, kwaliteit, personeel, communicatie, risico en inkoop is noodzakelijk om het gewenste projectresultaat te bereiken. 
•1+1=3 kan bereikt worden als het projectteam het project samen gaat vormgeven en aanpakken (van start tot finish). 
•Het projectteam is vanaf een vroeger stadium betrokken en heeft meer vrijheid en verantwoordelijkheid. 
•Het projectteam werkt nauw samen met de opdrachtgever en de staande organisatie. 
•Dit vraagt om inzicht in en aandacht voor elkaars kwaliteiten, de teamdynamiek en de organisatiecultuur en –structuur.
•Je bent extra gemotiveerd als je werk bijdraagt aan je persoonlijke ontwikkeling, groei en doelen. 
•Dit zorgt voor een persoonlijke verbinding en commitment met het project; het wordt jouw project. 
•Bij PMC wordt de werkstructuur niet opgelegd, maar creëert het projectteam (WIJ-kant) zelf de gewenste structuur (HET- kant). Het team doet dit op basis van gemeenschappelijke ambities (ZIJ-kant), commitment en persoonlijke voorkeuren van ieder teamlid (IK-kant). Het projectteam gaat de samenwerking aan (WIJ-kant). 
•Het creërend proces is pas afgerond als er een keuze is gemaakt voor een SMART projectresultaat “Ik kies ervoor om…” 
•Als je kiest geef je aan dat je commitment geeft aan het projectresultaat en hiervoor de verantwoordelijkheid neemt. 
•Een project is een tijdelijke omgeving om een uniek product, dienst of resultaat te bereiken. 
•De omgeving beslist of het project bestaansrecht heeft en gestart kan worden, hoe belangrijk de projectdoelen zijn, en welke resultaten het project moet opleveren. 
•In ruil daarvoor voorziet de omgeving het project met middelen (mensen, tijd, geld, materialen, etc.), met energie (aandacht en steun) en met goede ideeën. 
•De opdrachtgever/sponsor vertegenwoordigt de omgeving en het is dus van belang dat hij/zij echt betrokkenheid toont bij het project.
•De creatielemniscaat kent een minimum aan sturing; zo wordt werken in projecten leuker, efficiënter en creatiever. 
•PMC combineert inzichten vanuit verandermanagement met de bewezen projectmanagement-methodieken. 
•Methode is inmiddels uitgebreid naar programmatisch creëren, dit is een teken dat het steeds vaker wordt toegepast. 
•De verbeterde versie van Projectmatig Werken (PMW) 
•Niet iedereen kan omgaan met de hoge mate van zelfsturing en eigen verantwoordelijkheid. 
•Geen erkende certificering, je kunt wel een workshop volgen. 
•PMC is een Nederlandse methode, en zorgt binnen een internationale omgeving niet voor één gemeenschappelijke taal.
•Gebaseerd op DSDM Atern en het Agile Manifesto. 
•Agile is een raamwerk waarbinnen je verschillende methoden, zoals Scrum, RUP en eXtreme Programming kunt toepassen. 
•De Agile filosofie werkt vanuit: Process, People, Products en Practices. 
•Agile kent 8 principes en een eigen projectlevenscyclus.
•Met Agile kunnen bedrijven betere producten en diensten ontwikkelen en deze sneller op de markt brengen. 
•Agile is een waardegedreven gedachtegoed dat organisaties in staat stelt snel en effectief te reageren op veranderingen. 
•Agility = wendbaarheid. 
•De gedacht achter Agile werken is dat een organisatie in staat is versneld waarde te kunnen creëren (tijd die nodig is om van idee tot een product te komen) wordt verkort. Dit vereist meer dan alleen IT. 
•4 x per jaar open Agile examen. 
•Agile werkt goed samen met PRINCE2. 
•Scrum wordt als Agile methode het vaakst gebruikt. 
•Agile geniet grote bekendheid in de IT-sector, daarbuiten is bekendheid langzaam groeiende. 
•Om business agility te realiseren moet een organisatie in zijn geheel de Agile werkwijze ondersteunen. 
•In grote organisaties zijn er hindernissen te nemen. Deze hindernissen liggen o.a. op het vlak van HR en beloning, management, cultuur, manier van werken en organisatiestructuur. 
•Agility beklijft alleen binnen een voortdurende lerende organisatie.
Agile 
•Mensen en interactie 
•Werkende software 
•Samenwerken met de klant 
•Inspelen op veranderingen 
boven 
•boven 
•boven 
•boven 
•boven 
Traditioneel 
•Processen en Tools 
•Uitgebreide documentatie 
•Contract- onderhandelingen 
•Het volgen van een plan
4 P’s 
•Process 
•Products 
•People 
•Practices
De Atern filosofie is dat elk project moet worden afgestemd op duidelijk omschreven strategische doelstellingen en dat de focus moet liggen op snelle levering van echte benefits voor het bedrijf. 
Dit wordt het best bereikt wanneer de belangrijkste belanghebbenden (stakeholders): 
•Inzicht hebben in de zakelijke doelstellingen; 
•bevoegd zijn op het juiste niveau; 
•samenwerken om de juiste oplossing te leveren. 
De oplossing wordt geleverd binnen de overeengekomen termijn, op basis van de door het bedrijf gestelde prioriteiten. 
De betrokkenen moeten bereid zijn om een fit-for-purpose oplossing te leveren. Zij moeten ook bereid zijn te aanvaarden dat verandering onvermijdelijk is (gaandeweg begrijpen ze meer over de oplossing die wordt ontwikkeld). 
Het Atern raamwerk geeft een set van 8 principes. Deze principes helpen Agile beoefenaars in de adoptie van de filosofie. De principes worden ondersteund door een projectlevenscyclus (Process) met gedefinieerde producten (Products), rollen en verantwoordelijkheden (People) en aanbevolen technieken (Practices)
•Pre-Project doelstellingen: 
•Zaken aan te pakken en problemen te beschrijven (terms of reference). | het aanwijzen van een business sponsor en een business visionairy | Om te bevestigen dat het project in overeenstemming is met de business strategie. | Het bepalen van de scope, het plannen van en het aanwijzen van resources voor de Feasibility fase. 
•Feasibility (haalbaarheid) doelstellingen: 
•Om vast te stellen of er sprake is van een haalbare oplossing voor het business probleem (zoals opgesteld in de terms of reference). |Beschrijven van de benefits die waarschijnlijk ontstaan na de oplevering van de oplossing. | Het schetsen van mogelijke benadering voor de oplevering. | Het beschrijven van de organisatie en governance aspecten van het project. | Eerste schatting van de kosten en tijdpad van het gehele project maken. | Het plannen van en aanwijzen van resources voor de Foundations fase. 
•Foundations (fundering) doelstellingen: 
•Baseline de high-level requirements van het project en beschrijf hun prioriteit en relevantie voor de behoeften vanuit de business. | Beschrijf de bedrijfsprocessen en (indien van toepassing) ondersteun deze met de voorgestelde oplossing. | Identificeer informatie voor de voorgestelde oplossing.| Beschrijf de strategieën voor alle aspecten van de te implementeren oplossing (Business Area definition). | Schrijf een business case. | Start met het ontwerpen van architectuur voor de oplossing en identificeer de fysieke en infrastructurele elementen van de oplossing (systeemarchitectuurbeschrijving). | Definieer technische implementatie standaards. | Beschrijf hoe de kwaliteit gewaarborgd blijft. | Stel de passende governance en organisatie van het project vast. | Baseline een tijdschema voor de ontwikkeling en implementatie van de oplossing. | Beschrijf, beheers en beoordeel de projectrisico’s. | Beschrijf de oplossing voor het ontwikkelproces samen met de projectmanagementtechnieken en de projectcommunicatie voor het aantonen van de voortgang.
•Project 
•Exploration (Verkenning/Onderzoek) doelstellingen: 
•Verder uitwerken van de in Foundations opstelde requirements en baselines in de geprioriteerde requirements list. | Het verkennen van de hele zakelijke behoefte en het samenstellen van gedetailleerde requirements voor de zich ontwikkelende oplossing. | Creëer een functionele oplossing die aantoonbaar voldoet aan de behoeften vanuit de business. | Het geven van inzicht op de oplossing die uiteindelijk zal werken, de ondersteuning en het onderhoud aan de bredere organisatie. Betrekken van stakeholders en gebruikers. | Indien nodig, de Business Area definition en de systeemarchitectuurbeschrijving uit de Foundations fase evolueren tot modellen die beschrijven hoe de oplossing werkt en het de bedrijfsprocessen en –systemen beïnvloed en ondersteunt. 
•Engineering (Bouw/Ontwerp) doelstellingen: 
•Om de zich ontwikkelende oplossing uit de Exploration fase verder te verfijnen zodat deze tegemoet komt aan de overeengekomen acceptatiecriteria. | Het uitbreiden en verder verfijnen van de producten die nodig zijn om de oplossing succesvol te laten opereren en om de oplossing te ondersteunen in de live operatie. 
•Deployment (Implementatie) doelstellingen: 
•Bevestigen van lopende prestaties en de levensvatbaarheid van het project en opnieuw plannen indien nodig. | Implementatie van de oplossing in de live business omgeving. | Train de eindgebruikers en voorzie hen van de benodigde documentatie om hen te ondersteunen in het gebruik van de toepassing. | Train de beheerders en voorzie hen van de benodigde documentatie in het beheer van de toepassing. | Beoordelen of de geïmplementeerde oplossing de beoogde baten opbrengt zoals beschreven in de business case. | Na de laatste implementatie: het project tot een definitief einde brengen | Beoordeel de projectprestaties vanuit proces- en/of technisch perspectief | Beoordeel de projectprestaties vanuit business perspectief.
•Post-Project: Het Post-Project start na de laatst geplande implementatie (deployment) van de oplossing. Het doel is om na te gaan of de toegevoegde waarde voor de business daadwerkelijk is gerealiseerd. Deze beoordeling moet starten op het moment dat de toegevoegde waarde gemeten kan worden (circa 3-6 maanden na de projectafsluiting). 
•Doelstellingen: Om te beoordelen of de baten zoals beschreven in de business case daadwerkelijk zijn bereikt door de geïmplementeerde oplossing.
Principes 
Pr1 
Focus op de zakelijke behoefte (waarom?) Elk genomen besluit tijdens het project moet worden gezien in het licht van het projectdoel; dat is: om te leveren wat de business vraagt om te leveren, wanneer het geleverd moet worden. Het is belangrijk om te onderhouden dat een project een middel is tot een doel en niet een doel op zich. Om aan dit principe te voldoen zullen Atern teams: 
•De echte zakelijke prioriteiten moeten begrijpen 
•Een solide business case moeten ontwikkelen 
•Continue zoeken naar sponsorship en commitment vanuit de business 
•Waarborgen van de minimaal bruikbare subset (MoSCoW) 
Specifieke business rollen in combinatie met de business producten gemaakt in de Foundations fase en belangrijke technieken als timeboxing en MoSCoW prioritering zorgen ervoor dat Atern teams aan dit principe kunnen voldoen 
Pr2 
Tijdige leveringHetleveren van producten op tijd is vaak de belangrijkste succesfactor voor een project. Late levering kan het hele project ondermijnen, vooral wanneer sprake is van marktkansen of termijnen in wet-en regelgeving. Om aan dit principe te voldoen zullen Atern teams: 
•Het werk timeboxen 
•Focussen op de zakelijke prioriteiten 
•Altijd deadlines halen 
Tmeboxingen MoSCoW prioritering zorgen ervoor dat Atern teams dit principe kunnen implementeren en een reputatie van tijdige en voorspelbare levering kunnen opbouwen.
Principes 
Pr3 
SamenwerkenTeamsdie werken in een geest van actieve medewerking en inzet zullen altijd beter presteren dan groepen en personen die werkzaam zijn losse samenwerkingsverbanden. Samenwerking stimuleert tot meer inzicht, meer snelheid en gedeelde eigendom. Om aan dit principe te voldoen zullen Atern teams: 
•De juiste stakeholders, op het juiste moment en gedurende het hele project betrekken 
•Ervoor zorgen dat teamleden bevoegd zijn om beslissingen te nemen namens de mensen die zij vertegenwoordigen 
•De vertegenwoordigers vanuit de business actief betrekken 
•Bouwen van één teamcultuur 
Atern rollen als de business visionair, de zakelijk ambassadeuren de bedrijfsadviseur brengen de juiste vakspecialisten in het project, zodat zij kunnen bijdragen aan de oplossing. De business analist is verantwoordelijk voor het faciliteren van een hoog niveau van samenwerking tussen de teamleden. Tijdens workshops kunnen belanghebbenden hun kennis met andere leden van het projectteam delen.
Project 
Business Sponsor 
Technical Coordinator 
Project Manager 
Business Visionary 
Team Leader 
Solution Development 
Team Leader 
Business Advisor(s) 
Business Ambassador(s) 
Solution Developer(s) 
Solution Tester(s) 
Business Analist(s) 
Other 
Workshop Facilitator 
Atern Coach
Principes 
Pr4 
Nooitafbreuk doen aan de kwaliteitIn Atern moet het te leveren kwaliteitsniveau bij de start worden overeengekomen. Al het werk moet gericht zijn op het bereiken van het overeengekomen kwaliteitsniveau. Niet meer en niet minder, een oplossing moet goed genoeg zijn. Als de business de minimale bruikbare subset van de features accepteert, dan is de oplossing goed genoeg. Om aan dit principe te voldoen zullen Atern teams: 
•Stelt het juiste kwaliteitsniveau van de features 
•Zorgt ervoor dat kwaliteit geen variabele kan worden 
•Adequaat ontwerpen, documenteren en testen 
•Inbouwen van kwaliteit door voortdurende beoordeling 
•Test vroeg en continu 
Het testen van de producten op zowel de business als techniek, samen met regelmatige evaluaties gedurende de projectlevenscyclus zal het Agile helpen om een hoogwaardige oplossing te bouwen.
Principes 
Pr5 
Stapsgewijs bouwenaan een stevige funderingOm vroegtijdige echte zakelijke benefits op te leveren, Atern pleit voor een incrementele levering. Dit stimuleert het vertrouwen van de belanghebbenden en is een bron van feedback die je tijdens latere stappen goed kunt gebruiken. Stappen die worden ingezet in het operationele gebruik kunnen leiden tot de realisatie van vroegtijdige zakelijke benefits. Atern pleit voor een eerste inzicht in de omvang van het bedrijf, op te lossen problemen en voorgestelde oplossing, maar niet zo gedetailleerd dat het project verlamd raakt door alle specificaties. Deze stijl heet: EnoughDesign Up Front (EDUF). Big Design Up Front (BDUF) wordt toegepast in de meeste traditionele projecten en No Design Up Front (NDUF) wordt toegepast door andere op Agile gebaseerde benaderingen. Om aan dit principe te voldoen zullen Atern teams: 
•Waar mogelijk streven naar vroegtijdige levering of het bepalen van business benefits 
•Voortdurend controleren of de juiste oplossing wordt gebouwd 
•Met ieder opgeleverde increment opnieuw de prioritering en de levensvatbaarheid van het project beoordelen 
Atern teams implementeren dit principe met behulp van de projectlevenscyclus die een solide basis van kennis levert tijdens de Feasibility en Foundations voor het incrementeel ontwikkelen tijdens de latere fases.
Principes 
Pr6 
Ontwikkel iteratiefOm een nauwkeurigebedrijfsoplossing te kunnen leveren maakt Atern gebruik van ontwikkeling. Het iteratieconcept is ingebed in de gehele projectlevenscyclus tot aan het laagste niveau van timeboxing. Het is erg zeldzaam dat iets de eerste keer meteen perfect wordt gebouwd, zeker binnen een veranderende projectomgeving. Atern pleit voor een pragmatische benadering van verandering, gericht op iteraties, om verandering te omarmen te komen tot betere oplossingen.Om aan dit principe te voldoen zullen Atern teams: 
•Zorgen voor EnoughDesign Up Front om een sterk fundament te creëren. 
•Gebruiken een iteratieve aanpak voor de bouw van alle producten 
•Het inbouwen van klantfeedback in elke iteratie 
•Accepteer dat de meeste details later in het project naar voren komen 
•Omarm verandering, je hebt nodig om tot de juiste oplossing te komen 
•Wees creatief, experimenteer, leer en evolueer 
Verandering is onvermijdelijk, Atern staat verandering toe en maakt gebruik van de voordelen ervan. Binnen de beperkingen van tijd en kosten is verandering actief om de meest geschikte oplossing te ontwikkelen. Atern maakt gebruik van iteraties en constante reviews om ervoor te zorgen dat wat er wordt ontwikkeld ook echt is wat het bedrijf echt nodig heeft.
Principes 
Pr7 
Communiceercontinu en duidelijkSlechtecommunicatie wordt vaak aangehaald als hoofdreden waarom projecten mislukken. Atern technieken zijn speciaal ontworpen om de effectiviteit van communicatie voor zowel teams als individuen te vergroten. Om aan dit principe te voldoen zullen Atern teams: 
•Dagelijkse team stand-up sessies houden 
•Houden van gefaciliteerde workshops 
•Gebruikmaken van ‘beeldende’ communicatietechnieken zoals modelling en prototyping 
•Vroeg en vaak de op dat moment ontwikkelde oplossing presenteren aan de belanghebbenden 
•Houd documentatie lean en verzorg deze tijdig 
•Manage de verwachtingen van de stakeholders gedurende het hele project 
•Onderschrijf het belang van informele, face-to-face communicatie op alle niveaus 
Atern benadrukt de waarde van persoonlijke interactie via de dagelijkse stand-up sessies, gefaciliteerde workshops, duidelijk gedefinieerde taken en de grote betrokkenheid van de gebruiker. Modelling en prototyping maken vroege oplossingsrichtingen beeldend voor de stakeholders. Deze technieken zijn veel effectiever dan het gebruik van grote tekstdocumenten.
Principes 
Pr8 
Toon controleHet is essentieelom ten alle tijden controle te hebben over je project. Atern teams moeten proactief zijn in het monitoren en controleren van de voortgang in lijn met de Foundations fase producten, met name de business case. Je moet in staat zijn om te bewijzen dat je de controle hebt. Om aan dit principe te voldoen zullen Atern teams (met name de projectmanager en teamleider): 
•Een passend niveau van formaliteit gebruiken m.b.t. de tracking en rapportage 
•Maak plannen en voortuitgang zichtbaar voor alle belanghebbenden 
•Meet de voortgang door te focussen op de geleverde producten in plaats van voltooide activiteiten 
•Manage proactief 
•Evalueer voortdurend de levensvatbaarheid van het project op basis van de bedrijfsdoelstellingen 
Het gebruikvan goed gedefinieerde timeboxes, met constante review en voorbereiding van de management foundations en de timebox plannen zijn ontwikkeld om de projectmanager en het Atern team te helpen om dit principe te volgen.
•Korte iteraties: tijdens iedere iteratie (van 2-4 weken) wordt een deel van de software geanalyseerd, ontworpen, ontwikkeld, getest, geaccepteerd en opgeleverd. 
•Iteraties zijn getimeboxt en lopen nooit uit. Iedere iteratie kent dezelfde opbouw: starten, realiseren en evalueren. De Iteraties vormen de ruggengraat van het project. 
•Samenwerkende teams: de verschillende rollen werken niet na elkaar, maar met elkaar in multidisciplinaire teams. 
•Kleine werkpakketten: tijdens iedere iteratie wordt een gedeelte van de software opgeleverd. Hierdoor zijn de werkpakketten klein, maar er zijn er wel veel nodig. 
•Omgaan met veranderingen: Agile projecten spelen in op veranderingen en gaan er vanuit dat verandering onvermijdelijk is. 
•Voortdurend plannen en meten: omdat Agile met korte iteraties werkt kan er voortdurende worden gemeten en gepland. Zo kun je tijdig inspelen op veranderingen. 
•Vroeg en voortdurend testen: hoe eerder er getest wordt hoe minder rework. 
•Co-locatie: teams werken op één locatie; het liefst bij de klant en de eindgebruikers dit maakt snelle en eenvoudige communicatie mogelijk.
•Met Agile kunnen bedrijven betere producten en diensten ontwikkelen en deze sneller op de markt brengen. 
•Agile is een waardegedreven gedachtegoed dat organisaties in staat stelt snel en effectief te reageren op veranderingen. 
•Agility = wendbaarheid. 
•De gedacht achter Agile werken is dat een organisatie in staat is versneld waarde te kunnen creëren (tijd die nodig is om van idee tot een product te komen) wordt verkort. Dit vereist meer dan alleen IT. 
•4 x per jaar open Agile examen. 
•Agile werkt goed samen met PRINCE2. 
•Scrum wordt als Agile methode het vaakst gebruikt. 
•Agile geniet grote bekendheid in de IT-sector, daarbuiten is bekendheid langzaam groeiende. 
•Om business agility te realiseren moet een organisatie in zijn geheel de Agile werkwijze ondersteunen. 
•In grote organisaties zijn er hindernissen te nemen. Deze hindernissen liggen o.a. op het vlak van HR en beloning, management, cultuur, manier van werken en organisatiestructuur. 
•Agility beklijft alleen binnen een voortdurende lerende organisatie.
•Scrum komt vanuit het rugby en wordt toegepast op het Scrum bord (3 vakken, To Do, Busy, Done). Het team brengt de losse taken, gezamenlijk, met elkaar, schouder aan schouder, gedurende de sprint naar het Done vak. Dat lijkt op een Scrum uit het rugby. 
•Het motto van de Scrum Alliance is ‘Transformingthe world of work’ 
•Scrum focust op het snel leveren van zoveel mogelijk waarde. 
•Scrum zorgt voor kwaliteit, inzichtelijkheid en voorspelbaarheid. 
•Scrum zorgt voor vroege feedback. 
•Scrum zorgt dat iedereen met plezier gaat doen waar hij goed in is. 
•Scrum kent 5 principes, 13 spelregels, 2 lijsten, 3 rollen en 4 bijeenkomsten.
•Bijna ieder softwareteam werkt met Scrum en het wordt daarbuiten steeds vaker gebruikt. 
•Scrum werkt met korte cycli met een vaste doorlooptijd (sprints) en stuurt op een werkend product met maximale waarde. 
•Na iedere sprint wordt er een werkend product (een deel van de oplossing) opgeleverd dat goed genoeg is om uitgeleverd te worden aan klanten of gebruikers. 
•Je kunt Scrum combineren met Agile projectmanagement en PRINCE2. 
•Hoewel Scrum steeds vaker gebruikt wordt in de wereld buiten de softwareontwikkeling en IT, is het als hoofd projectmanagement methode nog niet vaak gebruikt. 
•Scrum vraagt om een grote mate van zelforganiserend vermogen, niet ieder team kan dit aan. 
•Scrum vraagt om commitment; het team committeert zich aan het werk in een sprint 
•Scrum vraagt om een andere sturing, het zelforganiserend vermogen van het team is hoog, dus geen sturing maar een faciliterende rol.
Principes 
Pr1 
ToewijdingIedereen neemt zijn verantwoordelijkheid om tot de best mogelijke producten te komen. 
Pr2 
FocusIedereen beperkt zich tot het belangrijkste dat moet gebeuren, dus werkt aan één product, één sprint, één backlog item tegelijk in één team. 
Pr3 
OpenheidHet is belangrijk om ervoor te zorgen dat jezoveel mogelijk kansen creëert om te leren. Fouten maken is niet erg, maar zorg ervoor dat je met zijn allen van je fouten leert. 
Pr4 
RespectHeb respectvoor elkaar, iedereen heeft zijn eigen ervaring en achtergrond. Wees open en doe het op een opbouwende manier. Toon interesse in elkaar en koester de verschillen. 
Pr5 
MoedOm tot verbeteringen te komen en veranderingen door te voeren is moed nodig,een beetje lef kan geen kwaad. “Beter achteraf om vergiffenis vragen, dan vooraf om toestemming”.
Spelregels 
S1 
Er is één product owner, die verantwoordelijk is voor het projectsucces en mandaat heeft om beslissingen te nemen. De product owner vertegenwoordigt alle belanghebbenden (stakeholders). 
S2 
Er is éénScrum Master, die ervoor zorgt dat de Scrum spelregels en principes worden gevolgd,zodat iedereen zich kan concentreren op zijn/haar taak: het product ontwikkelen. 
S3 
Er is één team, dat instaat is om zelfstandig het product te ontwikkelen, met alles wat daarbij hoort om het in productie te nemen. 
S4 
Scrum wordt gedaan in sprints: aaneengesloten iteraties met een vaste duur van 2-4 weken. Korter is beter. Sprints beginnen en eindigen op vastedagen. 
S5 
Alle eisen en wensten t.a.v. het product worden bijgehouden in de product backlog, diewordt beheerd door de product owner. De product backlog is geprioriteerd op waarde voor de business en de items op de product backlogs zijn ingeschat door het team.
Spelregels 
S6 
Voortgang wordt bijgehouden in de releaseburndown chart, de voortgang van het opleveren van items op de product backlog wordt door de product owner per sprint bijgehouden in de release burndown chart 
S7 
Een spint begint met een sprintplanning deel 1, waarin wordt bepaald wat inwelke volgorde in deze spint wordt aangepakt. Dit is over het algemeen de bovenkant van de product backlog. 
S8 
Hierna volgt de sprintplanning deel 2, hetteam bepaald in aanwezigheid van de product owner hoe en hoeveel van het werk wordt gedaan. Het team spreekt hiermee haar vertrouwen uit dat het gaat lukken in deze sprint. 
S9 
Verplaatsen van het werk van de product backlog naar de sprintbacklog, iedere sprintwordt het werk van de product backlog verplaatst naar de spint backlog. Het team maakt de kleinere delen zichtbaar. 
S10 
Voortgang wordt bijgehouden in een sprintburndown chart, het team houdt de voortgang bij door middel van eensprint burndown chart
Spelregels 
S11 
Afspraken worden vastgelegd in de Definition of Done, de product owner en het development team hebben afspraken gemaakt zodat er een gezamenlijk beeld is over wat het betekent als een product backlog item af is. Dit is vastgelegd in de Definition of Done. 
S12 
Iedere daghoudt het team een Daily Scrum meeting, waarinhet team de werkzaamheden met elkaar doorneemt door het stellen van deze3 vragen: 
•Wat heb je gedaan sinds gisteren? 
•Wat ga je doen tot morgen? 
•Heb je problemen? 
De meeting is openbaar: iedereen mag meeluisteren. 
S13 
Aanhet eind van ieder sprint is er een Sprint Review, het team laat de resultaten zien aan de product owner en stakeholders om feedback te ontvangen. 
S14 
Vervolgens houdthet team een Sprint Retrospective, het team staat even stil en bespreekt wat er goed ging en maakt afspraken over wat er beter kan.
•Bijna ieder softwareteam werkt met Scrum en het wordt daarbuiten steeds vaker gebruikt. 
•Scrum werkt met korte cycli met een vaste doorlooptijd (sprints) en stuurt op een werkend product met maximale waarde. 
•Na iedere sprint wordt er een werkend product (een deel van de oplossing) opgeleverd dat goed genoeg is om uitgeleverd te worden aan klanten of gebruikers. 
•Je kunt Scrum combineren met Agile projectmanagement en PRINCE2. 
•Hoewel Scrum steeds vaker gebruikt wordt in de wereld buiten de softwareontwikkeling en IT, is het als hoofd projectmanagement methode nog niet vaak gebruikt. 
•Scrum vraagt om een grote mate van zelforganiserend vermogen, niet ieder team kan dit aan. 
•Scrum vraagt om commitment; het team committeert zich aan het werk in een sprint 
•Scrum vraagt om een andere sturing, het zelforganiserend vermogen van het team is hoog, dus geen sturing maar een faciliterende rol.
•Welke overeenkomsten / verschillen zie jij? 
Stof tot nadenken: 
•Wat spreekt je aan? 
•Wat spreekt je minder aan? 
•Welke methodiek kan eventueel voor jou van toegevoegde waarde zijn? 
•Hoe denk je die methodiek in te kunnen zetten binnen jouw organisatie?
•Spreken de taken van een PMO mij aan? 
•Welke taken voer jij nu al uit? 
•Welke taken zou je willen ontwikkelen (maak een ontwikkelplan)? 
•Welke van de benodigde competenties bezit jij al? 
•Welke competenties zou je willen ontwikkelen (maak een ontwikkelplan)? 
•Is er een PMO binnen mijn organisatie? 
•Zo ja, is er een mogelijkheid om in te stromen?
•Werkt mijn organisatie al volgens een projectmanagementmethodiek? 
•Zo ja, spreekt deze methodiek mij aan? 
•Kan ik als ik deze methodiek beheers van toegevoegde waarde zijn voor mijn organisatie? 
•Zijn er mogelijkheden binnen mijn organisatie om deze kennis toe te passen? 
•Welke van de methodieken spreekt mij het meest aan? (marktonderzoek doen welke organisaties hem toepassen) 
•Kan ik toegevoegde waarde leveren als ik deze methodiek beheers?
Heeft deze workshop aan jouw verwachtingen voldaan? 
Succes met je keuzeproces.

More Related Content

What's hot

Projectmanagement workshop feb 2015 - definitief
Projectmanagement   workshop feb 2015 - definitiefProjectmanagement   workshop feb 2015 - definitief
Projectmanagement workshop feb 2015 - definitief
Jaco van Duivenboden
 
Portfoliomanagement en de 3 horizons van innovatie
Portfoliomanagement en de 3 horizons van innovatiePortfoliomanagement en de 3 horizons van innovatie
Portfoliomanagement en de 3 horizons van innovatie
Joyce Oomen
 
ProjectSolutions Prince2 2009 Foundation
ProjectSolutions Prince2 2009 FoundationProjectSolutions Prince2 2009 Foundation
ProjectSolutions Prince2 2009 Foundation
Leo2305
 
6. Lean management implementeren- Conclusie door Wilfred Knol
6. Lean management implementeren- Conclusie door Wilfred Knol6. Lean management implementeren- Conclusie door Wilfred Knol
6. Lean management implementeren- Conclusie door Wilfred Knol
HAN Lean-QRM Centrum / HAN Lectoraat Lean
 
Definitieve Ppt Projectmanagement
Definitieve Ppt ProjectmanagementDefinitieve Ppt Projectmanagement
Definitieve Ppt Projectmanagementanneke schack
 
Bedrijfspresentatie Hogt Portfoliomanagement
Bedrijfspresentatie Hogt PortfoliomanagementBedrijfspresentatie Hogt Portfoliomanagement
Bedrijfspresentatie Hogt Portfoliomanagement
Hogt Portfoliomanagement
 
Agile Resultaat Met PRINCE2 Controle V1 0
Agile Resultaat Met PRINCE2 Controle V1 0Agile Resultaat Met PRINCE2 Controle V1 0
Agile Resultaat Met PRINCE2 Controle V1 0
Martin van Borselaer
 
Project of procesmanagement
Project  of procesmanagementProject  of procesmanagement
Project of procesmanagement
Rob Masseling
 
Ict & Projectmanagement
Ict & ProjectmanagementIct & Projectmanagement
Ict & ProjectmanagementDan Kamminga
 
Project Portfolio Management
Project Portfolio ManagementProject Portfolio Management
Project Portfolio ManagementMaartenvanWeeghel
 
basisbegrippen projectmanagement deel 2.pages
basisbegrippen projectmanagement deel 2.pagesbasisbegrippen projectmanagement deel 2.pages
basisbegrippen projectmanagement deel 2.pages
Cedric Heyndrickx
 
Wijsheden en Best Practices volgens MvV Over Projectmanagement
Wijsheden en Best Practices volgens MvV Over ProjectmanagementWijsheden en Best Practices volgens MvV Over Projectmanagement
Wijsheden en Best Practices volgens MvV Over Projectmanagement
Martin van Vuure
 
Agile: wat zijn de voordelen voor jou?
Agile: wat zijn de voordelen voor jou?Agile: wat zijn de voordelen voor jou?
Agile: wat zijn de voordelen voor jou?
Maarten Kalfsbeek
 
50 tinten lean
50 tinten lean50 tinten lean
50 tinten lean
Dick de Vos
 
I am a agile tester, because...(Agile testing put to practice)
I am a agile tester, because...(Agile testing put to practice)I am a agile tester, because...(Agile testing put to practice)
I am a agile tester, because...(Agile testing put to practice)
Derk-Jan de Grood
 
Scaling up Scrum met TFS 2013
Scaling up Scrum met TFS 2013Scaling up Scrum met TFS 2013
Scaling up Scrum met TFS 2013
Delta-N
 
Voorlichting ppm v1.3
Voorlichting ppm v1.3Voorlichting ppm v1.3
Voorlichting ppm v1.3
ibkcommunicatie
 
Altran Operational Excellence 011110
Altran Operational Excellence 011110Altran Operational Excellence 011110
Altran Operational Excellence 011110arjanderuijter
 
Ontwikkelen maar hoe
Ontwikkelen maar hoeOntwikkelen maar hoe
Ontwikkelen maar hoe
Arco Kats
 
Mt2003 01-05 rabobank rs bas en ronald
Mt2003 01-05 rabobank rs bas en ronaldMt2003 01-05 rabobank rs bas en ronald
Mt2003 01-05 rabobank rs bas en ronaldBasvanderVelde
 

What's hot (20)

Projectmanagement workshop feb 2015 - definitief
Projectmanagement   workshop feb 2015 - definitiefProjectmanagement   workshop feb 2015 - definitief
Projectmanagement workshop feb 2015 - definitief
 
Portfoliomanagement en de 3 horizons van innovatie
Portfoliomanagement en de 3 horizons van innovatiePortfoliomanagement en de 3 horizons van innovatie
Portfoliomanagement en de 3 horizons van innovatie
 
ProjectSolutions Prince2 2009 Foundation
ProjectSolutions Prince2 2009 FoundationProjectSolutions Prince2 2009 Foundation
ProjectSolutions Prince2 2009 Foundation
 
6. Lean management implementeren- Conclusie door Wilfred Knol
6. Lean management implementeren- Conclusie door Wilfred Knol6. Lean management implementeren- Conclusie door Wilfred Knol
6. Lean management implementeren- Conclusie door Wilfred Knol
 
Definitieve Ppt Projectmanagement
Definitieve Ppt ProjectmanagementDefinitieve Ppt Projectmanagement
Definitieve Ppt Projectmanagement
 
Bedrijfspresentatie Hogt Portfoliomanagement
Bedrijfspresentatie Hogt PortfoliomanagementBedrijfspresentatie Hogt Portfoliomanagement
Bedrijfspresentatie Hogt Portfoliomanagement
 
Agile Resultaat Met PRINCE2 Controle V1 0
Agile Resultaat Met PRINCE2 Controle V1 0Agile Resultaat Met PRINCE2 Controle V1 0
Agile Resultaat Met PRINCE2 Controle V1 0
 
Project of procesmanagement
Project  of procesmanagementProject  of procesmanagement
Project of procesmanagement
 
Ict & Projectmanagement
Ict & ProjectmanagementIct & Projectmanagement
Ict & Projectmanagement
 
Project Portfolio Management
Project Portfolio ManagementProject Portfolio Management
Project Portfolio Management
 
basisbegrippen projectmanagement deel 2.pages
basisbegrippen projectmanagement deel 2.pagesbasisbegrippen projectmanagement deel 2.pages
basisbegrippen projectmanagement deel 2.pages
 
Wijsheden en Best Practices volgens MvV Over Projectmanagement
Wijsheden en Best Practices volgens MvV Over ProjectmanagementWijsheden en Best Practices volgens MvV Over Projectmanagement
Wijsheden en Best Practices volgens MvV Over Projectmanagement
 
Agile: wat zijn de voordelen voor jou?
Agile: wat zijn de voordelen voor jou?Agile: wat zijn de voordelen voor jou?
Agile: wat zijn de voordelen voor jou?
 
50 tinten lean
50 tinten lean50 tinten lean
50 tinten lean
 
I am a agile tester, because...(Agile testing put to practice)
I am a agile tester, because...(Agile testing put to practice)I am a agile tester, because...(Agile testing put to practice)
I am a agile tester, because...(Agile testing put to practice)
 
Scaling up Scrum met TFS 2013
Scaling up Scrum met TFS 2013Scaling up Scrum met TFS 2013
Scaling up Scrum met TFS 2013
 
Voorlichting ppm v1.3
Voorlichting ppm v1.3Voorlichting ppm v1.3
Voorlichting ppm v1.3
 
Altran Operational Excellence 011110
Altran Operational Excellence 011110Altran Operational Excellence 011110
Altran Operational Excellence 011110
 
Ontwikkelen maar hoe
Ontwikkelen maar hoeOntwikkelen maar hoe
Ontwikkelen maar hoe
 
Mt2003 01-05 rabobank rs bas en ronald
Mt2003 01-05 rabobank rs bas en ronaldMt2003 01-05 rabobank rs bas en ronald
Mt2003 01-05 rabobank rs bas en ronald
 

Similar to IPO inleiding projectmanagement voor ondersteuners

Project portfolio management
Project portfolio managementProject portfolio management
Project portfolio management
Henk van der Tweel
 
Verbeterteams structuur esw
Verbeterteams structuur eswVerbeterteams structuur esw
Verbeterteams structuur esw
Severin Hendrikx
 
5. een praktijkvoorbeeld van lean implementeren door wilfred knol
5. een praktijkvoorbeeld van lean implementeren door wilfred knol5. een praktijkvoorbeeld van lean implementeren door wilfred knol
5. een praktijkvoorbeeld van lean implementeren door wilfred knol
HAN Lean-QRM Centrum / HAN Lectoraat Lean
 
091213 Salespresentatie Collegium Ccp Linked In
091213 Salespresentatie Collegium Ccp Linked In091213 Salespresentatie Collegium Ccp Linked In
091213 Salespresentatie Collegium Ccp Linked Inleeuw333
 
091213 Salespresentatie Collegium Ccp Linked In
091213 Salespresentatie Collegium Ccp Linked In091213 Salespresentatie Collegium Ccp Linked In
091213 Salespresentatie Collegium Ccp Linked Inleeuw333
 
Brochure Leidinggeven voor ICT professionals
Brochure Leidinggeven voor ICT professionalsBrochure Leidinggeven voor ICT professionals
Brochure Leidinggeven voor ICT professionalshansstreng
 
Kwd Professionalisering Projectmanagementrorganisatie Versie 0 2 (1)
Kwd Professionalisering Projectmanagementrorganisatie Versie 0 2 (1)Kwd Professionalisering Projectmanagementrorganisatie Versie 0 2 (1)
Kwd Professionalisering Projectmanagementrorganisatie Versie 0 2 (1)polflietjp
 
HAN Lean-QRM symposium 11 juni Aldert van der Stoel, HAN
HAN Lean-QRM symposium 11 juni Aldert van der Stoel, HANHAN Lean-QRM symposium 11 juni Aldert van der Stoel, HAN
HAN Lean-QRM symposium 11 juni Aldert van der Stoel, HAN
HAN Lean-QRM Centrum / HAN Lectoraat Lean
 
Projectbureau 23 06-10
Projectbureau 23 06-10Projectbureau 23 06-10
Projectbureau 23 06-10
Marian Versteeg
 
ProjectSolutions Prince2 2009 Opdrachtgevers
ProjectSolutions Prince2 2009 OpdrachtgeversProjectSolutions Prince2 2009 Opdrachtgevers
ProjectSolutions Prince2 2009 Opdrachtgevers
Leo2305
 
Ordina PMO Kenissessie 180612 Paul Hesselman
Ordina PMO Kenissessie 180612 Paul HesselmanOrdina PMO Kenissessie 180612 Paul Hesselman
Ordina PMO Kenissessie 180612 Paul HesselmanPMOblog
 
Workshop VoorZ: Grip op Liquiditeiten in de Bouw
Workshop VoorZ: Grip op Liquiditeiten in de BouwWorkshop VoorZ: Grip op Liquiditeiten in de Bouw
Workshop VoorZ: Grip op Liquiditeiten in de Bouw
David Huese
 
PPM Jaarcongress 2008
PPM Jaarcongress 2008PPM Jaarcongress 2008
PPM Jaarcongress 2008
Hans Winterink
 
Verslag competentiecongres
Verslag competentiecongresVerslag competentiecongres
Verslag competentiecongresppti
 
Pp cv i projecten en processen
Pp cv i   projecten en processenPp cv i   projecten en processen
Pp cv i projecten en processen
Matthé Drost
 
Lean management introductie
Lean management   introductieLean management   introductie
Lean management introductie
✰ MustaPHa Hajri ✰
 
Lean management - introductie
Lean management - introductieLean management - introductie
Lean management - introductie
✰ MustaPHa Hajri ✰
 
Lean management * introductie *
Lean management *  introductie * Lean management *  introductie *
Lean management * introductie *
✰ MustaPHa Hajri ✰
 
Brochure Leidinggeven voor Technici
Brochure Leidinggeven voor TechniciBrochure Leidinggeven voor Technici
Brochure Leidinggeven voor Technicihansstreng
 

Similar to IPO inleiding projectmanagement voor ondersteuners (20)

De waarde van een pmo
De waarde van een pmoDe waarde van een pmo
De waarde van een pmo
 
Project portfolio management
Project portfolio managementProject portfolio management
Project portfolio management
 
Verbeterteams structuur esw
Verbeterteams structuur eswVerbeterteams structuur esw
Verbeterteams structuur esw
 
5. een praktijkvoorbeeld van lean implementeren door wilfred knol
5. een praktijkvoorbeeld van lean implementeren door wilfred knol5. een praktijkvoorbeeld van lean implementeren door wilfred knol
5. een praktijkvoorbeeld van lean implementeren door wilfred knol
 
091213 Salespresentatie Collegium Ccp Linked In
091213 Salespresentatie Collegium Ccp Linked In091213 Salespresentatie Collegium Ccp Linked In
091213 Salespresentatie Collegium Ccp Linked In
 
091213 Salespresentatie Collegium Ccp Linked In
091213 Salespresentatie Collegium Ccp Linked In091213 Salespresentatie Collegium Ccp Linked In
091213 Salespresentatie Collegium Ccp Linked In
 
Brochure Leidinggeven voor ICT professionals
Brochure Leidinggeven voor ICT professionalsBrochure Leidinggeven voor ICT professionals
Brochure Leidinggeven voor ICT professionals
 
Kwd Professionalisering Projectmanagementrorganisatie Versie 0 2 (1)
Kwd Professionalisering Projectmanagementrorganisatie Versie 0 2 (1)Kwd Professionalisering Projectmanagementrorganisatie Versie 0 2 (1)
Kwd Professionalisering Projectmanagementrorganisatie Versie 0 2 (1)
 
HAN Lean-QRM symposium 11 juni Aldert van der Stoel, HAN
HAN Lean-QRM symposium 11 juni Aldert van der Stoel, HANHAN Lean-QRM symposium 11 juni Aldert van der Stoel, HAN
HAN Lean-QRM symposium 11 juni Aldert van der Stoel, HAN
 
Projectbureau 23 06-10
Projectbureau 23 06-10Projectbureau 23 06-10
Projectbureau 23 06-10
 
ProjectSolutions Prince2 2009 Opdrachtgevers
ProjectSolutions Prince2 2009 OpdrachtgeversProjectSolutions Prince2 2009 Opdrachtgevers
ProjectSolutions Prince2 2009 Opdrachtgevers
 
Ordina PMO Kenissessie 180612 Paul Hesselman
Ordina PMO Kenissessie 180612 Paul HesselmanOrdina PMO Kenissessie 180612 Paul Hesselman
Ordina PMO Kenissessie 180612 Paul Hesselman
 
Workshop VoorZ: Grip op Liquiditeiten in de Bouw
Workshop VoorZ: Grip op Liquiditeiten in de BouwWorkshop VoorZ: Grip op Liquiditeiten in de Bouw
Workshop VoorZ: Grip op Liquiditeiten in de Bouw
 
PPM Jaarcongress 2008
PPM Jaarcongress 2008PPM Jaarcongress 2008
PPM Jaarcongress 2008
 
Verslag competentiecongres
Verslag competentiecongresVerslag competentiecongres
Verslag competentiecongres
 
Pp cv i projecten en processen
Pp cv i   projecten en processenPp cv i   projecten en processen
Pp cv i projecten en processen
 
Lean management introductie
Lean management   introductieLean management   introductie
Lean management introductie
 
Lean management - introductie
Lean management - introductieLean management - introductie
Lean management - introductie
 
Lean management * introductie *
Lean management *  introductie * Lean management *  introductie *
Lean management * introductie *
 
Brochure Leidinggeven voor Technici
Brochure Leidinggeven voor TechniciBrochure Leidinggeven voor Technici
Brochure Leidinggeven voor Technici
 

IPO inleiding projectmanagement voor ondersteuners

  • 1.
  • 2.
  • 3. •13:00 uur Ontvangst •13:30 uur StartEen PMO wat is dat eigenlijk? Bouwblokken van een PMORollen binnen een PMOCompetenties PMO-medewerker versus competenties management assistenteTraditionele projectmanagementmethoden: Projectmatig Werken, PRINCE2, PMBoK en IPMAVernieuwende projectmanagementmethoden: Projectmatig Creëren 2.0., Agileen ScrumKeuze wel/geen certificering •16:30 uurConclusie en terugkoppeling •17:00 uurEinde
  • 4. Met deze workshop geven wij een kijkje in de keuken van de PMO-medewerker Vragen als: •‘Wat is een PMO precies?’ •‘Welke taken kan een PMO-medewerker vervullen?’ •‘Welke competenties zijn daarvoor nodig?’ worden beantwoord. Deze workshop kan een handvat bieden bij de keuze voor een bepaalde projectmanagement methode/standaard. Vragen als: •‘Welke overwegingen spelen een rol?’ •‘In welke situatie ligt welke aanpak het meest voor de hand?’ worden beantwoord. Deze workshop probeert je een keuzemenu te bieden welke projectmanagement aanpakken er zijn en welke voor-en nadelen ze bezitten.
  • 5. @ilonavanhoutum PMO | Project Coordination| PMI CAPM Certified-PMBoKGuide| PRINCE2 Foundation Certified| OwnerIEP (Ilona en Projecten) |
  • 6. @leontineking Met een streepje op de e | Social Media Consultant Secretaresse Trendwatcher | Trainer #ONTSECRETARESSEN Honden| Zingt| Nieuwegein
  • 7. •Waar komt je interesse voor projectmanagement vandaan? •Wat zijn je beweegredenen om je misschien in deze richting te specialiseren? •Welke projectmanagementmethodieken ken je? •Ben je al gecertificeerd? Zo ja, welke certificering heb je behaald? •Op welke methodieken (één traditionele en één vernieuwende) zou je vandaag extra willen inzoomen? •In welke rol/functie zou je je willen specialiseren? •Wat wil je meenemen na vandaag?
  • 8. Als je ervoor kiest om je te specialiseren in projectmanagement dan kom je waarschijnlijk in een PMO te werken. Voordat we beginnen met de verschillende projectmanagementmethodieken en hun voor-en nadelen, en het keuzeproces wel/niet certificeren, starten we met het PMO. •Een PMO wat is dat eigenlijk? •Bouwblokken & mogelijke taken van een PMO •Rollen binnen een PMO •Competenties van de PM Assistent (IPMA D1) / PMO-medewerker (IPMA D2) versus de competenties van een secretaresse
  • 9. Een PMO kent vele benamingen, zoals een: •Project Management Office •Programma Management Office •Portfolio Management Office •Programma Governance Office •Project Change Office •Project Assurance Office •Project Control Office •Project Support Office Binnen het vakgebied spreken we over de eerste drie benamingen als we het hebben over een PMO. PMO’s groeien mee met de volwassenheid van de organisatie en doorlopen verschillende fasen: van een Project via een Programma naar een Portfolio Management Office. Project Programma Portfolio
  • 10. Op tactisch en IT niveau. Focus ligt hier op het reduceren van bedrijfsrisico’s. Kenmerken zijn: •Het projectmanagementproces •Individuele IT-projecten •Rapportage aan de CIO •Vooral IT-managers en –projectsponsors betrokken •Tooling ondersteunt het tijdschrijven, projectmanagement, risicomanagement en templates. Doorgroei naar een volgende fase wil niet zeggen dat de kenmerken uit de voorgaande fase komen te vervallen. Deze blijven bestaan. Project Programma Portfolio
  • 11. Richt zich op initiatieven die alle aspecten van een verandering raken. Focus ligt hierbij op het optimaliseren van het gebruik van resources. Kenmerken zijn: •Programmacoördinatie •Besturing en communicatie •Het betreft multi-projecten en programma’s •Hulpmiddelen hebben betrekking op programmamanagement en resourcemanagement Doorgroei naar een volgende fase wil niet zeggen dat de kenmerken uit de voorgaande fase komen te vervallen. Deze blijven bestaan. Project Programma Portfolio
  • 12. Initiatieven zijn strategisch en betreffen de gehele organisatie. Focus ligt nadrukkelijk op de bijdrage aan de bedrijfsgroei. Kenmerken zijn: •Investeringsoptimalisatie en prioriteitstelling •De belangen overstijgen de IT en vragen om een sponsor vanuit de business •Seniormanagement en beslissers zijn betrokken •Portfoliomanagement en kennismanagement zijn belangrijke hulpmiddelen Doorgroei naar een volgende fase wil niet zeggen dat de kenmerken uit de voorgaande fase komen te vervallen. Deze blijven bestaan. Project Programma Portfolio
  • 13. Scope van de verandering Tactisch Strategisch Scope van de initiatieven IT afdeling IT organisatie Project Reduceren bedrijfsrisico’s Programma Optimaliseren resource gebruik Portfolio Bijdragen aan bedrijfsgroei
  • 14. Project Management Office Programma Management Office Portfolio Management Office Baten Reduceren Optimaliseren Bijdragen aan Focus Projectmanagement Programmacoördinatie, besturing en communicatie Optimalisatie van investeringen Scope Individuele IT-projecten Multi-projecten& Programma’s Voorstellen, Projecten, Hulpmiddelen Rapporteert aan CIO of Applicatieontwikkeling Meestal CIO,soms Business Manager Buiten IT, bijvoorbeeld CEO, CFO of COO Rol Projectmanager Programmacoördinator Investeringsadviseur, Portfoliomanager Betrokken Voornamelijk IT-projectmanagers en Projectsponsors Sector/afdelingsleiders, Externe partners Senior management, Business Tools Tijdschrijven, Projectmanagement, Risicomanagement, Templates Programmamanagement, Resourcemanagement, Samenwerking Portfoliomanagement, Kennismanagement Vaardigheden Proces-implementatie Verandermanagement Batenrealisatie Metrieken Project en Projectmanager Performance Programma Performance en Resourcebenutting Portfolio en PMO Performance
  • 15. De betrokkenheid van het PMO bij projecten verschilt per organisatiemodel. Er worden drie organisatiemodellen onderscheiden, die in elkaar overlopen: •Lite of repository-model: In dit organisatiemodel worden methoden en technieken en best practices vastgelegd en ter beschikking gesteld aan de organisatie. •Verschillende varianten van het coachingmodel: In dit model levert het PMO expertise op het gebied van projectmanagement en heeft het overzicht over alle projecten. •Manager of interne consultancymodel: In dit organisatiemodel levert het PMO de projectmanagers voor de projecten. De verschillende organisatiemodellen staan los van de volwassenheid van de organisatie.
  • 16.
  • 17. Lite Model Coaching Model Manager Model Proces Gezamenlijk gebruik, Consolideren, Standaardiserenbedrijfsrisico’s Inrichten en eigenaarschap processen en standaards Inrichten en eigenaarschapprocessen en standaards Tools& Templates Beschikbaar stellen Implementeren, eigenaarschap, beschikbaar stellen, instrueren, gebruiken voor rapportages Implementeren, eigenaarschap, beschikbaar stellen, instrueren, gebruiken voor rapportages PM begeleiding Geen Consulteren, Trainen,Evalueren Volledige aansturing van projectmanagers binnen projecten PM ontwikkeling Afblijven,projectmanagers regelen dit zelf Coachen, Trainen,Evalueren Verantwoordelijkheid voor projectmanagerontwikkeling Kwaliteits- bewaking Geen ReviewProjectmanagement producten, meten projectperformance PMO internePeer/Senior/Reviews Project- bemensing Projectmanagers zijn niet beschikbaar Sporadischprojectmanagers beschikbaar Levert bijnaalle projectmanagers
  • 18.
  • 19. •Centraal portfoliobureau •Centraal kantoor gericht op strategische ondersteuning en kenniscentrum •Tijdelijke PMO’s voor nieuw te starten initiatieven •Centraal portfoliobureau met satellietkantoren •Toe te passen in grotere organisaties •Meerdere permanente decentrale kantoren Portfoliobureau Satelliet Satelliet Satelliet Satelliet Satelliet
  • 20. •Tijdelijk project-of programmamanagementbureau •Tijdelijk PMO of individuele medewerkers in een supportrol •Opgezet tijdens de initiatie van projecten of programma’s •Virtueel model •Support door individuele medewerkers uit verschillende functionele afdelingen •Enkelvoudig bureau •Kantoor met één of enkele personen •Meestal gericht op toepassing methoden en aanbieden training
  • 21.
  • 22.
  • 23.
  • 24.
  • 25.
  • 26. Welke functies en rollen denken jullie dat er zijn er binnen een PMO?
  • 27. •Hoofd PMO / PMO manager (IPMA B-4) •Senior PMO medewerker (IPMA C-4) •PMO medewerker (IPMA D-2) •PM Assistent / Junior projectmanager (IPMA D-1) •PMO Assistent (IPMA E) •PM Specialist (IPMA C-3) •PM Consultant (IPMA B-3) •Hoofd Programmabureau (IPMA B-2) •Hoofd Projectbureau / Projectdirecteur (IPMA B-1) De rol van PMO-assistent is verder niet opgenomen, omdat er geen minimum set aan competenties voor deze rol kon worden gedefinieerd. Ook is er in de ICB/NCB voor niveau E geen certificeringsniveau vastgelegd.
  • 28.
  • 29.
  • 30.
  • 31.
  • 32.
  • 33. •Project starten en afsluiten •Stakeholdermanagement en communicatie •Planning •Resourcemanagement •Benefitsmanagement •Rapporteren •Risicomanagement •Issuemanagement •Change control •Financiën •Kwaliteitsmanagement •Informatie-& configuratiemanagement •Transitiemanagement •Kennismanagement •Secretariaat
  • 34.
  • 35. Welk bouwblok spreekt jullie het meest aan? Welke taken zou het PMO kunnen vervullen bij het opstarten en tijdens de voortgang van het project van het gekozen bouwblok? •Project starten en afsluiten •Stakeholdermanagement en communicatie •Planning •Resourcemanagement •Benefitmanagement
  • 36. •Welke overeenkomsten / verschillen zie jij? Stof tot nadenken: •Welke taken voer jij nu al uit? •Welke taken zou je willen uitvoeren? •Zie je op basis van de door jou uitgevoerde taken mogelijkheden in het projectmanagement vakgebied?
  • 37. •Project starten en afsluiten •Stakeholdermanagement en communicatie •Planning •Resourcemanagement •Benefitsmanagement •Rapporteren •Risicomanagement •Issuemanagement •Change control •Financiën •Kwaliteitsmanagement •Informatie-& configuratiemanagement •Transitiemanagement •Kennismanagement •Secretariaat
  • 38.
  • 39. Welk bouwblok spreekt jullie het meest aan? Welke taken zou het PMO kunnen vervullen bij het opstarten en tijdens de voortgang van het project van het gekozen bouwblok? •Rapporteren •Risicomanagement •Issuemanagement •Change control •Financiën •Kwaliteitsmanagement •Informatie-& configuratiemanagement •Transitiemanagement •Kennismanagement •Secretariaat
  • 40. •Welke overeenkomsten / verschillen zie jij? Stof tot nadenken: •Welke taken voer jij nu al uit? •Welke taken zou je willen uitvoeren? •Zie je op basis van de door jou uitgevoerde taken mogelijkheden in het projectmanagement vakgebied?
  • 41. Kies bij elk domein een taakcompetentie en een controleniveau, waarbij niveau 1 staat voor het laagste niveau en niveau 3 voor het hoogste niveau. Kies voor één of twee domein(en) één extra taakcompetentie om het belang van dat competentiedomein voor de PMO-medewerker (IPMA D2) en de Management Assistente te benadrukken.
  • 42. 01. Ondernemen •Durf •Initiatief •Onafhankelijkheid •Ondernemerschap 03. Organiseren •Plannen •Organiseren •Voortgang bewaken •Organisatiebewustzijn 06. Presteren •Resultaatgerichtheid •Omgaan met details •Vasthoudendheid •Kwaliteitsgerichtheid •Ambitie •Energie 08. Analyseren •Creativiteit •Probleemanalyse •Lerende oriëntatie •Conceptueel denken 02. Beïnvloeden •Communiceren •Optreden •Overtuigingskracht •Sociabiliteit •Contracteren 04. Managen •Besluitvaardigheid •Delegeren •Leidinggeven (individueel) •Leidinggeven (groep) •Visie uitdragen •Coachen 07. Relateren •Klantgerichtheid •Luisteren •Samenwerken •Empathie •Onderhandelen 09. Transformeren •Omgevingsbewustzijn •Oordeelsvorming •Visie ontwikkelen •Interculturele oriëntatie 05. Vertrouwen wekken •Integriteit •Loyaliteit •Verantwoordelijkheid 10. Veerkracht tonen •Aanpassingsvermogen •Zelfbeheersing •Stresstolerantie •Flexibiliteit
  • 43. •PM-assistent / projectmanagement-medewerker / junior projectmanager (D1): is in staat om eenvoudige projecten onder beperkt toezicht te leiden en kan de projectmanager van een beperkt complex project in alle aspecten van projectmanagement ondersteunen. •De PMO-medewerker (D2): is in staat om het project-, programma-of portfoliomanagementteam voor alle PMO-diensten onder beperkt toezicht te ondersteunen. Wij hebben gekozen voor de IPMA competentieprofielen op D-niveau (A = hoogste certificeringsniveau en D = laagste certificeringsniveau), omdat deze het meest bekend zijn. Deze profielen zijn gebaseerd op het GITP competentiemodel. APMG P3O, Ordina en KPN Consulting hebben ook competentieprofielen ontwikkeld.
  • 44. Domein GITP Taakcompetentie GITP Controleniveau 1-3 (GITP) Niveau1 = laagste niveau, Niveau 3 = hoogste niveau Gedragscompetentie Ondernemen •Durf •Initiatief nemen •Niveau 1 •Niveau 1 •Overzienbare risico’s durven nemen •Initiatief nemen bij duidelijke kansen Beïnvloeden Overtuigingskracht Niveau 1 In argumentatie en discussie aansluiten bij de doelgroep Organiseren Voortgang bewaken Niveau 2 Voortgang van teamtaak of project bewaken Managen Leidinggeven (individueel) Niveau 2 Leidinggeven gericht op positie in organisatie Vertrouwen wekken Verantwoordelijkheid Niveau 1 Betrouwbaarheid in beheersbareafspraken Presteren Resultaatgerichtheid Niveau 2 Managen van resultaten Relateren •Luisteren •Samenwerken •Niveau 1 •Niveau 2 •Aandacht tonen in gedrag en houding •Samenwerken in een heterogeen team Analyseren Probleemanalyse Niveau 2 Problemen in kaart brengen Transformeren Oordeelsvorming Niveau 2 Beoordelen van complexeproblemen op korte termijn Veerkracht tonen Stresstolerantie Niveau 2 Tolerantie van onzekerheden in het werk
  • 45. Domein GITP Taakcompetentie GITP Controleniveau 1-3 (GITP) Niveau1 = laagste niveau, Niveau 3 = hoogste niveau Gedragscompetentie Ondernemen Initiatief nemen Niveau 1 Initiatief nemen bij duidelijke kansen Beïnvloeden Communiceren Niveau 1 Een boodschap duidelijk overbrengen Organiseren Voortgang bewaken Niveau 2 Voortgang van teamtaak of project bewaken Managen Leidinggeven (individueel) Niveau 2 Leidinggeven gericht op positie in organisatie Vertrouwen wekken Verantwoordelijkheid Niveau 2 Betrouwbaarheid in riskanteafspraken Presteren Omgaan met details Niveau 2 Details systematisch behandelen Relateren •Luisteren •Samenwerken •Niveau 1 •Niveau 2 •Aandacht tonen in gedrag en houding •Samenwerken in een heterogeen team Analyseren Lerende oriëntatie Niveau 2 Informatie actiefzoeken Transformeren Oordeelsvorming Niveau 1 Keuzenmaken in eenvoudige dilemma’s Veerkracht tonen Stresstolerantie Niveau 1 Tolerantie van tijdsdruk
  • 46. •Management assistente biedt ondersteuning aan het management. Legt verantwoording af aan de toegewezen leidinggevende over de inhoudelijke kwaliteit van de secretariële en logistiek/administratieve ondersteuning.
  • 47. Domein GITP Taakcompetentie GITP Controleniveau 1-3 (GITP) Niveau1 = laagste niveau, Niveau 3 = hoogste niveau Gedragscompetentie Ondernemen Initiatief nemen Niveau 1 Initiatief nemen bij duidelijke kansen Beïnvloeden Communiceren Niveau 1 Een boodschap duidelijk overbrengen Organiseren •Plannen •Voortgang bewaken •Niveau2 •Niveau 2 •Administratiefen organisatorisch voorbereiden van complexe overleggen •Voortgang van teamtaak/afspraken/besluiten bewaken Managen Leidinggeven (individueel) Niveau 1 Leidinggeven gericht op resultaten Vertrouwen wekken Verantwoordelijkheid Niveau 2 Betrouwbaarheid in riskanteafspraken Presteren Omgaan met details Niveau 2 Details systematisch behandelen Relateren •Luisteren •Samenwerken •Niveau 1 •Niveau 2 •Aandacht tonen in gedrag en houding •Samenwerken in een heterogeen team Analyseren Lerende oriëntatie Niveau 2 Informatie actiefzoeken Transformeren Omgevingsbewustzijn Niveau 1 Kennen van de actualiteit in het eigen werk-of vakgebied Veerkracht tonen •Stresstolerantie •Flexibiliteit •Niveau 1 •Niveau2 •Tolerantie van tijdsdruk •Flexibiliteitvan benadering
  • 48.
  • 49. •Welke overeenkomsten / verschillen zie jij? Stof tot nadenken: •Welke competenties bezit jij al? •Welke competenties zou je nog willen ontwikkelen? •Zie je op basis van jouw competenties mogelijkheden in het projectmanagement vakgebied?
  • 50.
  • 51. Als je ervoor kiest om je te specialiseren in projectmanagement dan kom krijg je te maken met verschillende projectmanagement- methodieken (zowel traditionele als vernieuwende). We behandelen hier de traditionele methodieken. •De verschillende traditionele methodieken in een notendop •Op één methodiek (naar keuze) gaan we inzoomen •Voor-en nadelen van de verschillende traditionele methodieken
  • 52. •PROJECTMATIG WERKEN (PMW) •PRINCE2 •PMBoK •IPMA Op welke traditionele methodiek willen jullie inzoomen?
  • 53. •PMW vormt de brug tussen routinematig en improviserend werken. •PMW wordt steeds vaker toegepast binnen organisaties (meestal door gebruik van een andere projectmanagementmethodiek). •PMW kent een vijftal beheersaspecten (Tijd, Geld, Kwaliteit, Informatie en Organisatie); in vergelijking PRINCE2 kent er 6 (Kosten, Tijd, Kwaliteit, Scope, Risico’s en Baten). •PMW kent een beheerscyclus. •PMW heeft veel gemeen met PRINCE2.
  • 54. •De 1steNL projectmanagement methodiek (sinds 1984) en daarom bekend. •Geeft een goede basis van projectmanagement, en vormt een naslagwerk. •Vormt een goede instap in projectmanagement •Inmiddels ingehaald in populariteit door andere methodieken. •PMW heeft veel gemeen met PRINCE2, dat op bredere schaal wordt toegepast. •PMW is een Nederlandse methode, en zorgt binnen een internationale omgeving niet voor één gemeenschappelijke taal. •Geen certificering mogelijk, je kunt wel een workshop volgen.
  • 55.
  • 56. Projectmatig werken Wat en Waarom •Eenmalig, een maximale prestatie leveren, gegeven de beperkte hoeveelheid middelen, zodat: •Effectiviteit vaak eenvoudiger is na te streven. Primaireopstelling De historisch gegroeide taak-, verantwoordelijkheids-en bevoegdheidsverdeling wordt geheel of gedeeltelijk vervangen door een tijdelijkestructuur. Hoe •De oorspronkelijke opgavevan de opdrachtgever (gebruiker, klant) wordt stapsgewijs vertaald in steeds gedetailleerdere specificaties, zodat: •De opdrachtgever regelmatig de tussenresultaten kan toetsten aan zijn vraag. •Alle relevante activiteiten worden verdeeld in fasen. De inzetvan middelen •Waarbij: een gelijkmatige inzet van middelen vaak onmogelijk is.
  • 57. Routinematig werken Wat en Waarom •Over een langere periode gelijke prestaties leveren met (relatief) constante eigenschappen, zodat: •Efficiëntie vaak eenvoudiger is na te streven. Primaireopstelling De historisch gegroeide taak-, verantwoordelijkheids-en bevoegdheidsverdeling wordt zoveel mogelijk in stand gehouden. Hoe •De opgave van de klant wordt vertaald in standaardaanpakkenzoals de organisatie die gewend is, zodat: •De opdrachtgever namens de gebruiker kan spreken. •Alle relevante activiteiten worden zo veel mogelijk evenredig gespreid in de tijd. De inzetvan middelen •Waarbij: een gelijkmatige inzet van middelen mogelijk is.
  • 58. Improviserend werken Wat en Waarom •Zo snel mogelijk aan de slag gaan nadat een doel of probleem is geconstateerd, zodat: •Flexibiliteitvaak eenvoudiger is na te streven. Primaireopstelling Bestaande procedures en richtlijnen worden terzijde geschoven; al doende bedenkt men nieuwe. Hoe •Er wordtgeprobeerd de vraag van de gebruiker zo snel mogelijk te beantwoorden, zodat: •De gebruiker snel resultaten ziet, maar ook gemakkelijk het overzicht kan verliezen over het totaal van activiteiten en de samenhang tussen de deelresultaten. •Er ontstaat een wirwar van activiteiten. De inzetvan middelen •Waarbij: de beheersing van het gebruik van middelen erg moeilijk wordt.
  • 59. 1.Zijn er in-en externe ontwikkelingen die projectmatig werken nuttig, nodig of zinvol maken? 2.Wat levert projectmatig werken op? 3.PMW, wat vraagt het? 4.Maar ook: PMW, waarom niet? Wat zijn volgens jullie de antwoorden op deze vragen?
  • 60. 1.Zijn er in-en externe ontwikkelingen die projectmatig werken nuttig, nodig of zinvol maken? •Trends: •Individualisering •Mondialisering •Flexibilisering •Innovatie •Toenemende snelheid en variatie van innovatie hebben tot gevolg dat brede langetermijn planning is minder geloofwaardig geworden dan doel-en resultaatgerichte kortetermijnplanning. •Zorg voor milieu, kwaliteit en veiligheid •Nieuwe organisatievormen •Kortom, de toename van projectmatig werken is bepaald geen modegrip, maar een wereldwijde ontwikkeling die leidt tot een andere, nieuwe vorm van werken en samenwerken.
  • 61. 2.Wat levert projectmatig werken op? Betrokkene Motief Opdrachtgever Betere mogelijkheden om te sturen op afstand Projectleider Meer en beter resultaat-en klantgericht werken Afdelingschef Beter zicht op wat medewerkers (gaan) doen Projectteamlid Meer in teamverbandsamenwerken Toeleverancier Duidelijker zicht op at wanneer geleverd moet worden Toekomstig gebruiker Eerder betrokken bij specificatie eindresultaat
  • 62. 3.PMW, wat vraagt het? Voorwaarden waaraan voldaan moet worden: Zo, niet, dan kan het volgende gebeuren: Duidelijkbegin en einde, tijdsdruk en beperkte middelen. Hobbyisme, vrijblijvendheid, geen vooruitgang, verspilling. Een belangrijk resultaat dat als urgentwordt ervaren door gemotiveerde stakeholders. Vage resultaatomschrijving, project als statusverhogende activiteitof werkverschaffing. Afdwingbare middelen en bereidheid tot samenwerking, sturing en beheersing vanuit één punt. Onderlinge strijd, trage en frustrerende onderhandelingsprocessen.
  • 63. 4.PMW, waarom niet? •PMW verliest zijn bruikbaarheid in situaties waarin in onvoldoende mate aan de noodzakelijke voorwaarden is voldaan. •Daarnaast zijn er enkele belemmerende factoren te noemen voor een effectief gebruik van PMW •Projecten slagen niet als er mensen aan ‘samenwerken’ die er niet in geloven of die er niet samen aan willen werken. •Het werken vanuit deelbelangen. In een project gaat het gezamenlijk belang voor het deelbelang. •Organisaties die verdeeld zijn in eilanden of koninkrijken vormen meestal geen vruchtbare omgeving voor PMW. •De wetenschappelijke probleembenadering leidt er soms toe dat het uitgangsprobleem steeds complexer wordt gemaakt. Er worden allerlei problemen aan elkaar gekoppeld, maar een project kan geen enkel probleem oplossen. Een projectresultaat kan hoogstens gebruikt worden om problemen te verminderen.
  • 64.
  • 65. Fase Bedoeling Initiatief(Idee) Bedenken wat het project(resultaat) wel en wat het niet moet zijn;alle betrokkenen hebben een gelijk beeld. Definitie(Wat) Bedenken wat het (project)resultaatmoet doen (eisen/wensen/prestaties). Ontwerp(Hoe) Bedenken hoe hetproject(resultaat) eruit moet zien; een gedetailleerd uitwerkte oplossing/het ontwerp/de vorm. Voorbereiding(Hoe te maken) Bedenken hoe het project(resultaat)eruit zal gaan zien; met een druk op de knop kan de realisatie vlekkeloos plaatsvinden. Realisatie(Maken) Uitvoeren, invoeren of maken van het project(resultaat)zodat het projectresultaat er ook helemaal is. Nazorg(In stand houden) Gebruiken, beheren, onderhouden en … vernietigen van het project(resultaat).
  • 66. •Informatie •Organisatie •Informatie •Organisatie •Tijd •Geld •Kwaliteit •Tijd •Geld •Kwaliteit Project- resultaat Project- resultaat Inhoudelijke activiteiten Inhoudelijke activiteiten
  • 67. •Tijdbeheersing: hiermee zorgt men voor het tijdig kunnen uitvoeren van alle projectactiviteiten opdat het projectresultaat tijdig gereedkomt. •Geldbeheersing: hiermee zorgt men voor het financieel verantwoord/doelmatig kunnen uitvoeren van alle projectactiviteiten opdat het projectresultaat er economisch rendabeluit komt. •Kwaliteitsbeheersing: hiermee zorgt men voor goed (doelgericht) kunnen uitvoeren van alle projectactiviteiten, opdat het projectresultaat er goed genoeg uit komt. •Informatiebeheersing: hiermee zorgt men voor het eenduidig kunnen uitvoeren van alle projectactiviteiten, opdat het projectresultaat er eenduidig (reproduceerbaar) uit komt. •Organisatiebeheersing: hiermee zorgt men voor het (kunnen) uitvoeren van alle projectactiviteiten door de daartoe verantwoordelijke en bevoegde personen, opdat het projectresultaat er formeel geaccepteerd(= overgenomen door de nieuwe eigenaar) uit komt.
  • 68.
  • 69. •De feitelijke projectsituatie betreft de werkelijke situatie waarin de uitvoering van een bepaald project (de inhoudelijke activiteiten) zich op een gegeven moment bevindt. •Opnemen stand van zaken. Deze beheersmatige activiteit is erop gericht van dit project de actuele situatie te meten m.b.t. het beheersaspect (Tijd, Geld, Kwaliteit, Informatie, Organisatie). •Vergelijken houdt in dat nagegaan moet worden in hoeverre de werkelijkheid afwijkt van wat men had moeten bereiken (de planning). •Sturen keuze uit: •Niets veranderen | Bijsturen | Herplannen | Stoppen •Wijzigen van plan •Beheersplan met marges zorgt ervoor dat men kleine veranderingen kan opvangen zonder dat het beheersplan zelf in gevaar hoeft te komen.
  • 70. •De 1steNL projectmanagement methodiek (sinds 1984) en daarom bekend. •Geeft een goede basis van projectmanagement, en vormt een naslagwerk. •Vormt een goede instap in projectmanagement •Inmiddels ingehaald in populariteit door andere methodieken. •PMW heeft veel gemeen met PRINCE2, dat op bredere schaal wordt toegepast. •PMW is een Nederlandse methode, en zorgt binnen een internationale omgeving niet voor één gemeenschappelijke taal. •Geen certificering mogelijk, je kunt wel een workshop volgen.
  • 71. •PRojects IN Controlled Environments van OCG •Productgerichte planning en gecentreerd rond de business case •Gebaseerd op ‘best practices’ vanuit de beroepspraktijk •Generieke methode die op maat gemaakt moet worden •7 principes waaraan een project moet voldoen •7 thema’s of managementaspecten t.b.v. projectbesturing •7 processen binnen de levenscyclus
  • 72. •Veel gebruikte methodiek met een hoge volwassenheid in NL (in 2008 15.000 gecertificeerden), wereldwijd 1 miljoen gecertificeerden •Productgerichte planning •Gericht op controle, beheersing, sturing, planning en bewaking past goed binnen de traditionele organisatie en hiërarchische structuur •Duidelijke structuur van project en projectteam •Certificering mogelijk, 2 niveaus Foundation en Practitioner •Examen mogelijk in NL, relatief snel te halen tegen relatief lage kosten. •Vooral groot in West-Europa en al een hoge volwassenheid en aantal gecertificeerden in NL (wanneer omslagpunt?) •Na verhouding late betrokkenheid eindgebruikers, met grote kans op wijzigingen en daardoor uitloop in tijd en budget •Lastig om alle requirements/specs vooraf te bepalen •Lastig snel inspelen op veranderingen/wijzigingen vanuit de business •Vrij rigide methode met veel templates en aandacht voor documentatie
  • 73.
  • 74. Principes Pr1 Zakelijke Rechtvaardiging(waarom?) Binnen een PRINCE2-project wordt de zakelijke rechtvaardiging continu getoetst Pr2 Continu LerenPRINCE2-projectgroepenleren van voorgaande ervaringen (leerpunten worden tijdens de uitvoering onderkend en vastgelegd) Pr3 Rollenen VerantwoordelijkhedenPRINCE2-projecten hebben vooraf vastgestelde en overeengekomen rollen en verantwoordelijkheden binnen de organisatiestructuur zodat de opdrachtgever, gebruikers en leveranciersvertegenwoordigers erkenning krijgen Pr4 Beheersing met FasenEenPRINCE2-project wordt gepland, bewaakt en bestuurd per fase Pr5 Sturen op AfwijkingEen PRINCE2-project heeft vooraf bepaalde tolerantiesvoor alle projectdoelen (zowel tijd, geld als kwaliteit van de producten) Pr6 Productgerichte FocusEenPRINCE2-project concentreert zich op de definitie en levering van producten. In het bijzonder vragen de reikwijdte (scope) en de kwaliteitscriteria van de producten veel aandacht. Pr7 MaatwerkPRINCE2 komt tegemoet aan de omvang,de omgeving, de complexiteit, belangrijkheid, bekwaamheid van deelnemers en risico’s van het project.
  • 75.
  • 76. Processen Wie P1 Opstartenvan een Project (OP) Dit proces gaat vooraf aan de start van het project. Het zorgt ervoor dat alle informatie beschikbaar komt om het project te initiëren en levert de zakelijke rechtvaardiging: waarom doen we dit project? (voordelen, de risico’s, de kosten en de baten) Sturen: de Stuurgroep& Managen:de Projectmanager P2 Initiëren van een Project (IP) Eersteproces in een project en zorgt ervoor dat alle betrokkenen de producten of diensten kennen die het project gaat leveren, de momenten waarop dit gaat gebeuren, de kosten en de kwaliteitseisen Managen: de Projectmanager P3 Sturen van een Project (SP) Loopt gedurende de gehele levenscyclus van opstarten tot en met afsluiten. Het doel is het succesvol uitvoeren en leveren van de resultaten van het project. Sturen: de Stuurgroep P4 Beheersenvan een Fase (BF) De dagelijkse werkzaamheden van de projectmanagergedurende de uitvoering van het project. Managen: de Projectmanager P5 ManagenProductlevering (MP) Dit proces werkt de managementactiviteiten uit voor de levering van producten. Leveren: de Teammanager / Leveranciersorganisatie P6 ManagenFaseovergangen (MO) Activiteiten van de projectmanager om een faseaf te sluiten en de voorbereidingsactiviteiten om een volgende fase te starten. Managen: de Projectmanager P7 Afsluitenvan een Project (AP) Activiteitenvan de projectmanager om het project af te sluiten en de stuurgroep verleent decharge aan de projectmanager. Managen: de Projectmanager
  • 78. Thema’s Th1 Zakelijke Rechtvaardiging(waarom?) Is een beschrijving van het eindresultaat in termen van kosten en opbrengsten. Ieder project moet een bijdrage leveren aan dedoelen van de organisatie. Th2 Organisatie (wie?) De inrichting van de projectorganisatie (stuurgroep,projectgroep, werkgroepen) waarbij de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn beschreven. Th3 Plannen (waar, hoe, wanneer en hoeveel?) PRINCE2 kent een globaalprojectplan en een detail faseplan voor iedere fase. Th4 Voortgangsbewaking (waar staan wenu? Wat is de prognose?) Maakt het mogelijk om op de juiste momenten besluiten te nemen. Voortgangsrapportagesen Afwijkingenrapportages verminderen de kans op overschrijding van tijd en geld. Th5 Risicomanagement (Wat indien?) De identificatievan risico’s en tegenmaatregelen. Th6 Kwaliteit (Wat?) Alle producten moeten voldoen aan vastgestelde kwaliteitseisen. Th7 Wijzigingenbeheer (Wat is de impact?) Ziet toe op de beoordeling en de doorvoering van wijzigingen in de producten.De omgang met veranderingen is bepalend voor het succes van het project. Werk per wijziging de consequenties uit voor het project in termen van scope, budget en doorlooptijd. Wijzigingenbeheer maakt het mogelijk om wijzigingen op een gecontroleerde en beheerste wijze door de voeren.
  • 79. •Veel gebruikte methodiek met een hoge volwassenheid in NL (in 2008 15.000 gecertificeerden), wereldwijd 1 miljoen gecertificeerden •Productgerichte planning •Gericht op controle, beheersing, sturing, planning en bewaking past goed binnen de traditionele organisatie en hiërarchische structuur •Duidelijke structuur van project en projectteam •Certificering mogelijk, 2 niveaus Foundation en Practitioner •Examen mogelijk in NL, relatief snel te halen tegen relatief lage kosten. •Vooral groot in West-Europa en al een hoge volwassenheid en aantal gecertificeerden in NL (wanneer omslagpunt?) •Na verhouding late betrokkenheid eindgebruikers, met grote kans op wijzigingen en daardoor uitloop in tijd en budget •Lastig om alle requirements/specs vooraf te bepalen •Lastig snel inspelen op veranderingen/wijzigingen vanuit de business •Vrij rigide methode met veel templates en aandacht voor documentatie
  • 80. •Project Management Body of Knowledge van PMI •Is strikt genomen geen methodiek, maar een raamwerk waarop je verschillende methodieken kunt toepassen •De PMBoK Guide beschrijft de 4 levenscyclus fasen van een project, met de daarbij behorende 5 procesgroepen. •9 kennisgebieden van projectmanagement, met de daarbij behorende inputs, tools & techniques en outputs. •Het geeft je een compleet beeld van wat je allemaal tegenkomt in het projectmanagement vakgebied.
  • 81. •Wereldwijd de standaard voor projectmanagement met meer dan 700.000 leden/gecertificeerden •PMI is gevestigd in Amerika, examen is in het Engels •Je doet kennis op van alle kennisgebieden binnen projectmanagement, gericht op inputs, tools & techniques en outputs •Wereldwijde best practices en één gezamenlijke taal •Certificering mogelijk, 2 verschillende niveaus (CAPM en PMP) •Examen en lidmaatschap relatief goedkoop in vergelijking met IPMA •In NL relatief onbekend in vergelijking met IPMA •Enorm uitgebreid, niet alle kennisgebieden zul je dagelijks gaan gebruiken •Gericht op projectmanagers niet zozeer op ondersteuning •CAPM certificering gelden toelatingseisen •CAPM certificering beperkt (5 jaar) geldig en geen hercerticifering mogelijk en bij PMP certificering jaarlijks x-aantal punten halen
  • 82. •Starting the project •Organizing & Preparing •Carrying out the work •Closing the project
  • 83. Levenscyclus •Starting the project •Organizing & Preparing •Carrying out the work •Closing the project Procesgroepen •Initiating processes •Planning processes •Executing processes •Monitoring & Controlling processes •Closing processes Kennisgebieden •Integration Management •Scope Management •Time Management •Cost Management •Quality Management •Human Resources Management •Communications Management •Risk Management •Procurement Management
  • 84. Knowledge Area Project Management Process Groups Project Management Process Groups Project Management Process Groups Project Management Process Groups Project Management Process Groups Initiating Process Group Planning Process Group ExecutingProcess Group Direct & ManageProject Executing ClosingProcess Group Project Integration Management Develop Project Charter •Inputs •Tools & Techniques •Outputs Develop Project Management Plan •Inputs •Tools & Techniques •Outputs Direct & Manage ProjectExecution •Inputs •Tools & Techniques •Outputs Monitor & Control Project Work •Inputs •Tools & Techniques •Outputs PerformIntegrated Change Control •Inputs •Tools & Techniques •Outputs Close Project of Phase •Inputs •Tools & Techniques •Outputs
  • 85. Knowledge Area Project Management Process Groups Project Management Process Groups Project Management Process Groups Project Management Process Groups Project Management Process Groups Initiating Process Group Planning Process Group ExecutingProcess Group Direct & ManageProject Executing ClosingProcess Group Project Scope Management - Collect Requirements •Inputs •Tools & Techniques •Outputs Define Scope •Inputs •Tools & Techniques •Outputs CreateWBS •Inputs •Tools & Techniques •Outputs - VerifyScope •Inputs •Tools & Techniques •Outputs Control Scope •Inputs •Tools & Techniques •Outputs -
  • 86. Knowledge Area Project Management Process Groups Project Management Process Groups Project Management Process Groups Project Management Process Groups Project Management Process Groups Initiating Process Group Planning Process Group ExecutingProcess Group Direct & ManageProject Executing ClosingProcess Group Project Time Management - Define Activities SequenceActivities EstimateActivityResources EstimateActivity Duractions Develop Schedule •Inputs •Tools & Techniques •Outputs - Control Schedule •Inputs •Tools & Techniques •Outputs -
  • 87. Kennisgebieden •Integration Management •Scope Management •Time Management •Cost Management •Quality Management •Human Resources Management •Communications Management •Risk Management •Procurement Management
  • 88. Knowledge Area Project Management Process Groups Project Management Process Groups Project Management Process Groups Project Management Process Groups Project Management Process Groups Initiating Process Group Planning Process Group ExecutingProcess Group Direct & ManageProject Executing ClosingProcess Group Project Cost Management - EstimateCosts •Inputs •Tools & Techniques •Outputs DetermineBudget •Inputs •Tools & Techniques •Outputs - Control Costs •Inputs •Tools & Techniques •Outputs -
  • 89. Knowledge Area Project Management Process Groups Project Management Process Groups Project Management Process Groups Project Management Process Groups Project Management Process Groups Initiating Process Group Planning Process Group ExecutingProcess Group Direct & ManageProject Executing ClosingProcess Group Project Quality Management - Plan Quality •Inputs •Tools & Techniques •Outputs PerformQuality Assurance •Inputs •Tools & Techniques •Outputs PerformQuality Control •Inputs •Tools & Techniques •Outputs - Project HumanResource Management Develop Human Resource Plan •Inputs •Tools & Techniques •Outputs AcquireProject TeamDevelop Project TeamManage Project Team •Inputs •Tools & Techniques •Outputs - -
  • 90. Knowledge Area Project Management Process Groups Project Management Process Groups Project Management Process Groups Project Management Process Groups Project Management Process Groups Initiating Process Group Planning Process Group ExecutingProcess Group Direct & ManageProject Executing ClosingProcess Group Project Communi- cationsManagement IdentifyStakeholders •Inputs •Tools & Techniques •Outputs Plan Communications •Inputs •Tools & Techniques •Outputs DistributeInformation •Inputs •Tools & Techniques •Outputs Manage Stakeholder Expectations •Inputs •Tools & Techniques •Outputs Report Performance •Inputs •Tools & Techniques •Outputs -
  • 91. Knowledge Area Project Management Process Groups Project Management Process Groups Project Management Process Groups Project Management Process Groups Project Management Process Groups Initiating Process Group Planning Process Group ExecutingProcess Group Direct & ManageProject Executing ClosingProcess Group Project Risk Management - Plan Risk Management IdentifyRisks PerformQualitativeRisk Analysis PerformQuantitativeRisk Analysys Plan Risk Responses •Inputs •Tools & Techniques •Outputs - Monitor & Control Risks •Inputs •Tools & Techniques •Outputs -
  • 92. Knowledge Area Project Management Process Groups Project Management Process Groups Project Management Process Groups Project Management Process Groups Project Management Process Groups Initiating Process Group Planning Process Group ExecutingProcess Group Direct & ManageProject Executing ClosingProcess Group Project ProcurementManagement - Plan Procurements •Inputs •Tools & Techniques •Outputs ConductProcurements •Inputs •Tools & Techniques •Outputs AdministerProcurements •Inputs •Tools & Techniques •Outputs CloseProcurements •Inputs •Tools & Techniques •Outputs
  • 94. •Wereldwijd de standaard voor projectmanagement met meer dan 700.000 leden/gecertificeerden •PMI is gevestigd in Amerika, examen is in het Engels •Je doet kennis op van alle kennisgebieden binnen projectmanagement, gericht op inputs, tools & techniques en outputs •Wereldwijde best practices en één gezamenlijke taal •Certificering mogelijk, 2 verschillende niveaus (CAPM en PMP) •Examen en lidmaatschap relatief goedkoop in vergelijking met IPMA •In NL relatief onbekend in vergelijking met IPMA •Enorm uitgebreid, niet alle kennisgebieden zul je dagelijks gaan gebruiken •Gericht op projectmanagers niet zozeer op ondersteuning •CAPM certificering gelden toelatingseisen •CAPM certificering beperkt (5 jaar) geldig en geen hercerticifering mogelijk en bij PMP certificering jaarlijks x-aantal punten halen
  • 95. •Gebaseerd op de IPMA Competence Baseline (ICB) •De NCB is een vertaling hiervan naar de NL situatie en bevat de belangrijkste onderwerpen en aspecten van projectmanagement. •De NCB geeft beknopt aan welke zaken een projectmanager moet weten en kunnen, maar legt deze niet uitputtend uit. •Is strikt genomen geen methodiek, maar een raamwerk waarop je verschillende methodieken kunt toepassen •3 competentiegebieden en 46 competentie-elementen
  • 96. •IPMA is gevestigd in Zwitserland en er zijn meer dan 130.000 leden/gecertificeerden •2.400 leden in NL en daarmee relatief bekend, examen in NL •Je doet kennis op van het brede spectrum van project management, gericht op benodigde competenties •Certificering mogelijk, 4 verschillende niveaus (van D t/m A) •Vooral op West-Europa gericht •Voor IPMA-D geen voorkennis nodig, wel handig •IPMA-D certificering beperkt geldig (5 jaar) hercertificering niet mogelijk, IPMA-C, -B en -A certificering beperkt (5 jaar) geldig met mogelijkheid tot hercertificering •Examen en lidmaatschap relatief prijzig in vergelijking met PMBoK
  • 97.
  • 98. Contextuele competenties Technische competenties Gedragsmatige competenties
  • 99.
  • 100.
  • 101. •IPMA is gevestigd in Zwitserland en er zijn meer dan 130.000 leden/gecertificeerden •2.400 leden in NL en daarmee relatief bekend, examen in NL •Je doet kennis op van het brede spectrum van project management, gericht op benodigde competenties •Certificering mogelijk, 4 verschillende niveaus (van D t/m A) •Vooral op West-Europa gericht •Voor IPMA-D geen voorkennis nodig, wel handig •IPMA-D certificering beperkt geldig (5 jaar) hercertificering niet mogelijk, IPMA-C, -B en -A certificering beperkt (5 jaar) geldig met mogelijkheid tot hercertificering •Examen en lidmaatschap relatief prijzig in vergelijking met PMBoK
  • 102. •Welke overeenkomsten / verschillen zie jij? Stof tot nadenken: •Wat spreekt je aan? •Wat spreekt je minder aan? •Welke methodiek kan eventueel voor jou van toegevoegde waarde zijn? •Hoe denk je die methodiek in te kunnen zetten binnen jouw organisatie?
  • 103.
  • 104. Als je ervoor kiest om je te specialiseren in projectmanagement dan kom krijg je te maken met verschillende projectmanagement- methodieken (zowel traditionele als vernieuwende). We behandelen hier de vernieuwende methodieken. •De verschillende vernieuwende methodieken in een notendop •Op één methodiek (naar keuze) gaan we inzoomen •Voor-en nadelen van de verschillende vernieuwende methodieken
  • 105. •PROJECTMATIG CREËREN 2.0. (PMC) •AGILE •SCRUM Op welke vernieuwende methodiek willen jullie inzoomen?
  • 106. •PMC mixt de kracht van traditionele projectmanagement- methodieken met aspecten als: commitment, inspiratie, passie, persoonlijk leiderschap, beleving, samenwerking, verbinding, plezier, inspiratie en creativiteit. •PMC maakt gebruik van de creatielemniscaat, als je rekening houdt met deze 4 aspecten, de relaties daartussen en met de succesfactoren wordt de kans op projectsucces vergroot. •De projectlevenscyclus en procesgroepen worden steeds vanuit de 4 zijden van de creatielemniscaat belicht. •PMC combineert inzichten vanuit verandermanagement met de bewezen projectmanagementmethodieken.
  • 107. •De creatielemniscaat kent een minimum aan sturing; zo wordt werken in projecten leuker, efficiënter en creatiever. •PMC combineert inzichten vanuit verandermanagement met de bewezen projectmanagement-methodieken. •Methode is inmiddels uitgebreid naar programmatisch creëren, dit is een teken dat het steeds vaker wordt toegepast. •De verbeterde versie van Projectmatig Werken (PMW) •Niet iedereen kan omgaan met de hoge mate van zelfsturing en eigen verantwoordelijkheid. •Geen erkende certificering, je kunt wel een workshop volgen. •PMC is een Nederlandse methode, en zorgt binnen een internationale omgeving niet voor één gemeenschappelijke taal.
  • 108.
  • 109.
  • 110. •De ‘traditionele’ kant van projectmanagement. •Omvat het plannen, delegeren, bewaken en beheersen van een project. •Zonder structuur heerst er immers chaos. •Ieder project heeft een projectmandaat, een contract met een scherpe projectdefinitie nodig. •Er zijn beslismomenten, mijlpalen en een strakke geïntegreerde beheersing van scope, tijd, kosten, kwaliteit, personeel, communicatie, risico en inkoop is noodzakelijk om het gewenste projectresultaat te bereiken. •1+1=3 kan bereikt worden als het projectteam het project samen gaat vormgeven en aanpakken (van start tot finish). •Het projectteam is vanaf een vroeger stadium betrokken en heeft meer vrijheid en verantwoordelijkheid. •Het projectteam werkt nauw samen met de opdrachtgever en de staande organisatie. •Dit vraagt om inzicht in en aandacht voor elkaars kwaliteiten, de teamdynamiek en de organisatiecultuur en –structuur.
  • 111. •Je bent extra gemotiveerd als je werk bijdraagt aan je persoonlijke ontwikkeling, groei en doelen. •Dit zorgt voor een persoonlijke verbinding en commitment met het project; het wordt jouw project. •Bij PMC wordt de werkstructuur niet opgelegd, maar creëert het projectteam (WIJ-kant) zelf de gewenste structuur (HET- kant). Het team doet dit op basis van gemeenschappelijke ambities (ZIJ-kant), commitment en persoonlijke voorkeuren van ieder teamlid (IK-kant). Het projectteam gaat de samenwerking aan (WIJ-kant). •Het creërend proces is pas afgerond als er een keuze is gemaakt voor een SMART projectresultaat “Ik kies ervoor om…” •Als je kiest geef je aan dat je commitment geeft aan het projectresultaat en hiervoor de verantwoordelijkheid neemt. •Een project is een tijdelijke omgeving om een uniek product, dienst of resultaat te bereiken. •De omgeving beslist of het project bestaansrecht heeft en gestart kan worden, hoe belangrijk de projectdoelen zijn, en welke resultaten het project moet opleveren. •In ruil daarvoor voorziet de omgeving het project met middelen (mensen, tijd, geld, materialen, etc.), met energie (aandacht en steun) en met goede ideeën. •De opdrachtgever/sponsor vertegenwoordigt de omgeving en het is dus van belang dat hij/zij echt betrokkenheid toont bij het project.
  • 112.
  • 113.
  • 114.
  • 115.
  • 116. •De creatielemniscaat kent een minimum aan sturing; zo wordt werken in projecten leuker, efficiënter en creatiever. •PMC combineert inzichten vanuit verandermanagement met de bewezen projectmanagement-methodieken. •Methode is inmiddels uitgebreid naar programmatisch creëren, dit is een teken dat het steeds vaker wordt toegepast. •De verbeterde versie van Projectmatig Werken (PMW) •Niet iedereen kan omgaan met de hoge mate van zelfsturing en eigen verantwoordelijkheid. •Geen erkende certificering, je kunt wel een workshop volgen. •PMC is een Nederlandse methode, en zorgt binnen een internationale omgeving niet voor één gemeenschappelijke taal.
  • 117. •Gebaseerd op DSDM Atern en het Agile Manifesto. •Agile is een raamwerk waarbinnen je verschillende methoden, zoals Scrum, RUP en eXtreme Programming kunt toepassen. •De Agile filosofie werkt vanuit: Process, People, Products en Practices. •Agile kent 8 principes en een eigen projectlevenscyclus.
  • 118.
  • 119. •Met Agile kunnen bedrijven betere producten en diensten ontwikkelen en deze sneller op de markt brengen. •Agile is een waardegedreven gedachtegoed dat organisaties in staat stelt snel en effectief te reageren op veranderingen. •Agility = wendbaarheid. •De gedacht achter Agile werken is dat een organisatie in staat is versneld waarde te kunnen creëren (tijd die nodig is om van idee tot een product te komen) wordt verkort. Dit vereist meer dan alleen IT. •4 x per jaar open Agile examen. •Agile werkt goed samen met PRINCE2. •Scrum wordt als Agile methode het vaakst gebruikt. •Agile geniet grote bekendheid in de IT-sector, daarbuiten is bekendheid langzaam groeiende. •Om business agility te realiseren moet een organisatie in zijn geheel de Agile werkwijze ondersteunen. •In grote organisaties zijn er hindernissen te nemen. Deze hindernissen liggen o.a. op het vlak van HR en beloning, management, cultuur, manier van werken en organisatiestructuur. •Agility beklijft alleen binnen een voortdurende lerende organisatie.
  • 120. Agile •Mensen en interactie •Werkende software •Samenwerken met de klant •Inspelen op veranderingen boven •boven •boven •boven •boven Traditioneel •Processen en Tools •Uitgebreide documentatie •Contract- onderhandelingen •Het volgen van een plan
  • 121. 4 P’s •Process •Products •People •Practices
  • 122. De Atern filosofie is dat elk project moet worden afgestemd op duidelijk omschreven strategische doelstellingen en dat de focus moet liggen op snelle levering van echte benefits voor het bedrijf. Dit wordt het best bereikt wanneer de belangrijkste belanghebbenden (stakeholders): •Inzicht hebben in de zakelijke doelstellingen; •bevoegd zijn op het juiste niveau; •samenwerken om de juiste oplossing te leveren. De oplossing wordt geleverd binnen de overeengekomen termijn, op basis van de door het bedrijf gestelde prioriteiten. De betrokkenen moeten bereid zijn om een fit-for-purpose oplossing te leveren. Zij moeten ook bereid zijn te aanvaarden dat verandering onvermijdelijk is (gaandeweg begrijpen ze meer over de oplossing die wordt ontwikkeld). Het Atern raamwerk geeft een set van 8 principes. Deze principes helpen Agile beoefenaars in de adoptie van de filosofie. De principes worden ondersteund door een projectlevenscyclus (Process) met gedefinieerde producten (Products), rollen en verantwoordelijkheden (People) en aanbevolen technieken (Practices)
  • 123.
  • 124. •Pre-Project doelstellingen: •Zaken aan te pakken en problemen te beschrijven (terms of reference). | het aanwijzen van een business sponsor en een business visionairy | Om te bevestigen dat het project in overeenstemming is met de business strategie. | Het bepalen van de scope, het plannen van en het aanwijzen van resources voor de Feasibility fase. •Feasibility (haalbaarheid) doelstellingen: •Om vast te stellen of er sprake is van een haalbare oplossing voor het business probleem (zoals opgesteld in de terms of reference). |Beschrijven van de benefits die waarschijnlijk ontstaan na de oplevering van de oplossing. | Het schetsen van mogelijke benadering voor de oplevering. | Het beschrijven van de organisatie en governance aspecten van het project. | Eerste schatting van de kosten en tijdpad van het gehele project maken. | Het plannen van en aanwijzen van resources voor de Foundations fase. •Foundations (fundering) doelstellingen: •Baseline de high-level requirements van het project en beschrijf hun prioriteit en relevantie voor de behoeften vanuit de business. | Beschrijf de bedrijfsprocessen en (indien van toepassing) ondersteun deze met de voorgestelde oplossing. | Identificeer informatie voor de voorgestelde oplossing.| Beschrijf de strategieën voor alle aspecten van de te implementeren oplossing (Business Area definition). | Schrijf een business case. | Start met het ontwerpen van architectuur voor de oplossing en identificeer de fysieke en infrastructurele elementen van de oplossing (systeemarchitectuurbeschrijving). | Definieer technische implementatie standaards. | Beschrijf hoe de kwaliteit gewaarborgd blijft. | Stel de passende governance en organisatie van het project vast. | Baseline een tijdschema voor de ontwikkeling en implementatie van de oplossing. | Beschrijf, beheers en beoordeel de projectrisico’s. | Beschrijf de oplossing voor het ontwikkelproces samen met de projectmanagementtechnieken en de projectcommunicatie voor het aantonen van de voortgang.
  • 125. •Project •Exploration (Verkenning/Onderzoek) doelstellingen: •Verder uitwerken van de in Foundations opstelde requirements en baselines in de geprioriteerde requirements list. | Het verkennen van de hele zakelijke behoefte en het samenstellen van gedetailleerde requirements voor de zich ontwikkelende oplossing. | Creëer een functionele oplossing die aantoonbaar voldoet aan de behoeften vanuit de business. | Het geven van inzicht op de oplossing die uiteindelijk zal werken, de ondersteuning en het onderhoud aan de bredere organisatie. Betrekken van stakeholders en gebruikers. | Indien nodig, de Business Area definition en de systeemarchitectuurbeschrijving uit de Foundations fase evolueren tot modellen die beschrijven hoe de oplossing werkt en het de bedrijfsprocessen en –systemen beïnvloed en ondersteunt. •Engineering (Bouw/Ontwerp) doelstellingen: •Om de zich ontwikkelende oplossing uit de Exploration fase verder te verfijnen zodat deze tegemoet komt aan de overeengekomen acceptatiecriteria. | Het uitbreiden en verder verfijnen van de producten die nodig zijn om de oplossing succesvol te laten opereren en om de oplossing te ondersteunen in de live operatie. •Deployment (Implementatie) doelstellingen: •Bevestigen van lopende prestaties en de levensvatbaarheid van het project en opnieuw plannen indien nodig. | Implementatie van de oplossing in de live business omgeving. | Train de eindgebruikers en voorzie hen van de benodigde documentatie om hen te ondersteunen in het gebruik van de toepassing. | Train de beheerders en voorzie hen van de benodigde documentatie in het beheer van de toepassing. | Beoordelen of de geïmplementeerde oplossing de beoogde baten opbrengt zoals beschreven in de business case. | Na de laatste implementatie: het project tot een definitief einde brengen | Beoordeel de projectprestaties vanuit proces- en/of technisch perspectief | Beoordeel de projectprestaties vanuit business perspectief.
  • 126. •Post-Project: Het Post-Project start na de laatst geplande implementatie (deployment) van de oplossing. Het doel is om na te gaan of de toegevoegde waarde voor de business daadwerkelijk is gerealiseerd. Deze beoordeling moet starten op het moment dat de toegevoegde waarde gemeten kan worden (circa 3-6 maanden na de projectafsluiting). •Doelstellingen: Om te beoordelen of de baten zoals beschreven in de business case daadwerkelijk zijn bereikt door de geïmplementeerde oplossing.
  • 127. Principes Pr1 Focus op de zakelijke behoefte (waarom?) Elk genomen besluit tijdens het project moet worden gezien in het licht van het projectdoel; dat is: om te leveren wat de business vraagt om te leveren, wanneer het geleverd moet worden. Het is belangrijk om te onderhouden dat een project een middel is tot een doel en niet een doel op zich. Om aan dit principe te voldoen zullen Atern teams: •De echte zakelijke prioriteiten moeten begrijpen •Een solide business case moeten ontwikkelen •Continue zoeken naar sponsorship en commitment vanuit de business •Waarborgen van de minimaal bruikbare subset (MoSCoW) Specifieke business rollen in combinatie met de business producten gemaakt in de Foundations fase en belangrijke technieken als timeboxing en MoSCoW prioritering zorgen ervoor dat Atern teams aan dit principe kunnen voldoen Pr2 Tijdige leveringHetleveren van producten op tijd is vaak de belangrijkste succesfactor voor een project. Late levering kan het hele project ondermijnen, vooral wanneer sprake is van marktkansen of termijnen in wet-en regelgeving. Om aan dit principe te voldoen zullen Atern teams: •Het werk timeboxen •Focussen op de zakelijke prioriteiten •Altijd deadlines halen Tmeboxingen MoSCoW prioritering zorgen ervoor dat Atern teams dit principe kunnen implementeren en een reputatie van tijdige en voorspelbare levering kunnen opbouwen.
  • 128. Principes Pr3 SamenwerkenTeamsdie werken in een geest van actieve medewerking en inzet zullen altijd beter presteren dan groepen en personen die werkzaam zijn losse samenwerkingsverbanden. Samenwerking stimuleert tot meer inzicht, meer snelheid en gedeelde eigendom. Om aan dit principe te voldoen zullen Atern teams: •De juiste stakeholders, op het juiste moment en gedurende het hele project betrekken •Ervoor zorgen dat teamleden bevoegd zijn om beslissingen te nemen namens de mensen die zij vertegenwoordigen •De vertegenwoordigers vanuit de business actief betrekken •Bouwen van één teamcultuur Atern rollen als de business visionair, de zakelijk ambassadeuren de bedrijfsadviseur brengen de juiste vakspecialisten in het project, zodat zij kunnen bijdragen aan de oplossing. De business analist is verantwoordelijk voor het faciliteren van een hoog niveau van samenwerking tussen de teamleden. Tijdens workshops kunnen belanghebbenden hun kennis met andere leden van het projectteam delen.
  • 129. Project Business Sponsor Technical Coordinator Project Manager Business Visionary Team Leader Solution Development Team Leader Business Advisor(s) Business Ambassador(s) Solution Developer(s) Solution Tester(s) Business Analist(s) Other Workshop Facilitator Atern Coach
  • 130. Principes Pr4 Nooitafbreuk doen aan de kwaliteitIn Atern moet het te leveren kwaliteitsniveau bij de start worden overeengekomen. Al het werk moet gericht zijn op het bereiken van het overeengekomen kwaliteitsniveau. Niet meer en niet minder, een oplossing moet goed genoeg zijn. Als de business de minimale bruikbare subset van de features accepteert, dan is de oplossing goed genoeg. Om aan dit principe te voldoen zullen Atern teams: •Stelt het juiste kwaliteitsniveau van de features •Zorgt ervoor dat kwaliteit geen variabele kan worden •Adequaat ontwerpen, documenteren en testen •Inbouwen van kwaliteit door voortdurende beoordeling •Test vroeg en continu Het testen van de producten op zowel de business als techniek, samen met regelmatige evaluaties gedurende de projectlevenscyclus zal het Agile helpen om een hoogwaardige oplossing te bouwen.
  • 131. Principes Pr5 Stapsgewijs bouwenaan een stevige funderingOm vroegtijdige echte zakelijke benefits op te leveren, Atern pleit voor een incrementele levering. Dit stimuleert het vertrouwen van de belanghebbenden en is een bron van feedback die je tijdens latere stappen goed kunt gebruiken. Stappen die worden ingezet in het operationele gebruik kunnen leiden tot de realisatie van vroegtijdige zakelijke benefits. Atern pleit voor een eerste inzicht in de omvang van het bedrijf, op te lossen problemen en voorgestelde oplossing, maar niet zo gedetailleerd dat het project verlamd raakt door alle specificaties. Deze stijl heet: EnoughDesign Up Front (EDUF). Big Design Up Front (BDUF) wordt toegepast in de meeste traditionele projecten en No Design Up Front (NDUF) wordt toegepast door andere op Agile gebaseerde benaderingen. Om aan dit principe te voldoen zullen Atern teams: •Waar mogelijk streven naar vroegtijdige levering of het bepalen van business benefits •Voortdurend controleren of de juiste oplossing wordt gebouwd •Met ieder opgeleverde increment opnieuw de prioritering en de levensvatbaarheid van het project beoordelen Atern teams implementeren dit principe met behulp van de projectlevenscyclus die een solide basis van kennis levert tijdens de Feasibility en Foundations voor het incrementeel ontwikkelen tijdens de latere fases.
  • 132. Principes Pr6 Ontwikkel iteratiefOm een nauwkeurigebedrijfsoplossing te kunnen leveren maakt Atern gebruik van ontwikkeling. Het iteratieconcept is ingebed in de gehele projectlevenscyclus tot aan het laagste niveau van timeboxing. Het is erg zeldzaam dat iets de eerste keer meteen perfect wordt gebouwd, zeker binnen een veranderende projectomgeving. Atern pleit voor een pragmatische benadering van verandering, gericht op iteraties, om verandering te omarmen te komen tot betere oplossingen.Om aan dit principe te voldoen zullen Atern teams: •Zorgen voor EnoughDesign Up Front om een sterk fundament te creëren. •Gebruiken een iteratieve aanpak voor de bouw van alle producten •Het inbouwen van klantfeedback in elke iteratie •Accepteer dat de meeste details later in het project naar voren komen •Omarm verandering, je hebt nodig om tot de juiste oplossing te komen •Wees creatief, experimenteer, leer en evolueer Verandering is onvermijdelijk, Atern staat verandering toe en maakt gebruik van de voordelen ervan. Binnen de beperkingen van tijd en kosten is verandering actief om de meest geschikte oplossing te ontwikkelen. Atern maakt gebruik van iteraties en constante reviews om ervoor te zorgen dat wat er wordt ontwikkeld ook echt is wat het bedrijf echt nodig heeft.
  • 133. Principes Pr7 Communiceercontinu en duidelijkSlechtecommunicatie wordt vaak aangehaald als hoofdreden waarom projecten mislukken. Atern technieken zijn speciaal ontworpen om de effectiviteit van communicatie voor zowel teams als individuen te vergroten. Om aan dit principe te voldoen zullen Atern teams: •Dagelijkse team stand-up sessies houden •Houden van gefaciliteerde workshops •Gebruikmaken van ‘beeldende’ communicatietechnieken zoals modelling en prototyping •Vroeg en vaak de op dat moment ontwikkelde oplossing presenteren aan de belanghebbenden •Houd documentatie lean en verzorg deze tijdig •Manage de verwachtingen van de stakeholders gedurende het hele project •Onderschrijf het belang van informele, face-to-face communicatie op alle niveaus Atern benadrukt de waarde van persoonlijke interactie via de dagelijkse stand-up sessies, gefaciliteerde workshops, duidelijk gedefinieerde taken en de grote betrokkenheid van de gebruiker. Modelling en prototyping maken vroege oplossingsrichtingen beeldend voor de stakeholders. Deze technieken zijn veel effectiever dan het gebruik van grote tekstdocumenten.
  • 134. Principes Pr8 Toon controleHet is essentieelom ten alle tijden controle te hebben over je project. Atern teams moeten proactief zijn in het monitoren en controleren van de voortgang in lijn met de Foundations fase producten, met name de business case. Je moet in staat zijn om te bewijzen dat je de controle hebt. Om aan dit principe te voldoen zullen Atern teams (met name de projectmanager en teamleider): •Een passend niveau van formaliteit gebruiken m.b.t. de tracking en rapportage •Maak plannen en voortuitgang zichtbaar voor alle belanghebbenden •Meet de voortgang door te focussen op de geleverde producten in plaats van voltooide activiteiten •Manage proactief •Evalueer voortdurend de levensvatbaarheid van het project op basis van de bedrijfsdoelstellingen Het gebruikvan goed gedefinieerde timeboxes, met constante review en voorbereiding van de management foundations en de timebox plannen zijn ontwikkeld om de projectmanager en het Atern team te helpen om dit principe te volgen.
  • 135.
  • 136. •Korte iteraties: tijdens iedere iteratie (van 2-4 weken) wordt een deel van de software geanalyseerd, ontworpen, ontwikkeld, getest, geaccepteerd en opgeleverd. •Iteraties zijn getimeboxt en lopen nooit uit. Iedere iteratie kent dezelfde opbouw: starten, realiseren en evalueren. De Iteraties vormen de ruggengraat van het project. •Samenwerkende teams: de verschillende rollen werken niet na elkaar, maar met elkaar in multidisciplinaire teams. •Kleine werkpakketten: tijdens iedere iteratie wordt een gedeelte van de software opgeleverd. Hierdoor zijn de werkpakketten klein, maar er zijn er wel veel nodig. •Omgaan met veranderingen: Agile projecten spelen in op veranderingen en gaan er vanuit dat verandering onvermijdelijk is. •Voortdurend plannen en meten: omdat Agile met korte iteraties werkt kan er voortdurende worden gemeten en gepland. Zo kun je tijdig inspelen op veranderingen. •Vroeg en voortdurend testen: hoe eerder er getest wordt hoe minder rework. •Co-locatie: teams werken op één locatie; het liefst bij de klant en de eindgebruikers dit maakt snelle en eenvoudige communicatie mogelijk.
  • 137. •Met Agile kunnen bedrijven betere producten en diensten ontwikkelen en deze sneller op de markt brengen. •Agile is een waardegedreven gedachtegoed dat organisaties in staat stelt snel en effectief te reageren op veranderingen. •Agility = wendbaarheid. •De gedacht achter Agile werken is dat een organisatie in staat is versneld waarde te kunnen creëren (tijd die nodig is om van idee tot een product te komen) wordt verkort. Dit vereist meer dan alleen IT. •4 x per jaar open Agile examen. •Agile werkt goed samen met PRINCE2. •Scrum wordt als Agile methode het vaakst gebruikt. •Agile geniet grote bekendheid in de IT-sector, daarbuiten is bekendheid langzaam groeiende. •Om business agility te realiseren moet een organisatie in zijn geheel de Agile werkwijze ondersteunen. •In grote organisaties zijn er hindernissen te nemen. Deze hindernissen liggen o.a. op het vlak van HR en beloning, management, cultuur, manier van werken en organisatiestructuur. •Agility beklijft alleen binnen een voortdurende lerende organisatie.
  • 138. •Scrum komt vanuit het rugby en wordt toegepast op het Scrum bord (3 vakken, To Do, Busy, Done). Het team brengt de losse taken, gezamenlijk, met elkaar, schouder aan schouder, gedurende de sprint naar het Done vak. Dat lijkt op een Scrum uit het rugby. •Het motto van de Scrum Alliance is ‘Transformingthe world of work’ •Scrum focust op het snel leveren van zoveel mogelijk waarde. •Scrum zorgt voor kwaliteit, inzichtelijkheid en voorspelbaarheid. •Scrum zorgt voor vroege feedback. •Scrum zorgt dat iedereen met plezier gaat doen waar hij goed in is. •Scrum kent 5 principes, 13 spelregels, 2 lijsten, 3 rollen en 4 bijeenkomsten.
  • 139. •Bijna ieder softwareteam werkt met Scrum en het wordt daarbuiten steeds vaker gebruikt. •Scrum werkt met korte cycli met een vaste doorlooptijd (sprints) en stuurt op een werkend product met maximale waarde. •Na iedere sprint wordt er een werkend product (een deel van de oplossing) opgeleverd dat goed genoeg is om uitgeleverd te worden aan klanten of gebruikers. •Je kunt Scrum combineren met Agile projectmanagement en PRINCE2. •Hoewel Scrum steeds vaker gebruikt wordt in de wereld buiten de softwareontwikkeling en IT, is het als hoofd projectmanagement methode nog niet vaak gebruikt. •Scrum vraagt om een grote mate van zelforganiserend vermogen, niet ieder team kan dit aan. •Scrum vraagt om commitment; het team committeert zich aan het werk in een sprint •Scrum vraagt om een andere sturing, het zelforganiserend vermogen van het team is hoog, dus geen sturing maar een faciliterende rol.
  • 140. Principes Pr1 ToewijdingIedereen neemt zijn verantwoordelijkheid om tot de best mogelijke producten te komen. Pr2 FocusIedereen beperkt zich tot het belangrijkste dat moet gebeuren, dus werkt aan één product, één sprint, één backlog item tegelijk in één team. Pr3 OpenheidHet is belangrijk om ervoor te zorgen dat jezoveel mogelijk kansen creëert om te leren. Fouten maken is niet erg, maar zorg ervoor dat je met zijn allen van je fouten leert. Pr4 RespectHeb respectvoor elkaar, iedereen heeft zijn eigen ervaring en achtergrond. Wees open en doe het op een opbouwende manier. Toon interesse in elkaar en koester de verschillen. Pr5 MoedOm tot verbeteringen te komen en veranderingen door te voeren is moed nodig,een beetje lef kan geen kwaad. “Beter achteraf om vergiffenis vragen, dan vooraf om toestemming”.
  • 141.
  • 142. Spelregels S1 Er is één product owner, die verantwoordelijk is voor het projectsucces en mandaat heeft om beslissingen te nemen. De product owner vertegenwoordigt alle belanghebbenden (stakeholders). S2 Er is éénScrum Master, die ervoor zorgt dat de Scrum spelregels en principes worden gevolgd,zodat iedereen zich kan concentreren op zijn/haar taak: het product ontwikkelen. S3 Er is één team, dat instaat is om zelfstandig het product te ontwikkelen, met alles wat daarbij hoort om het in productie te nemen. S4 Scrum wordt gedaan in sprints: aaneengesloten iteraties met een vaste duur van 2-4 weken. Korter is beter. Sprints beginnen en eindigen op vastedagen. S5 Alle eisen en wensten t.a.v. het product worden bijgehouden in de product backlog, diewordt beheerd door de product owner. De product backlog is geprioriteerd op waarde voor de business en de items op de product backlogs zijn ingeschat door het team.
  • 143. Spelregels S6 Voortgang wordt bijgehouden in de releaseburndown chart, de voortgang van het opleveren van items op de product backlog wordt door de product owner per sprint bijgehouden in de release burndown chart S7 Een spint begint met een sprintplanning deel 1, waarin wordt bepaald wat inwelke volgorde in deze spint wordt aangepakt. Dit is over het algemeen de bovenkant van de product backlog. S8 Hierna volgt de sprintplanning deel 2, hetteam bepaald in aanwezigheid van de product owner hoe en hoeveel van het werk wordt gedaan. Het team spreekt hiermee haar vertrouwen uit dat het gaat lukken in deze sprint. S9 Verplaatsen van het werk van de product backlog naar de sprintbacklog, iedere sprintwordt het werk van de product backlog verplaatst naar de spint backlog. Het team maakt de kleinere delen zichtbaar. S10 Voortgang wordt bijgehouden in een sprintburndown chart, het team houdt de voortgang bij door middel van eensprint burndown chart
  • 144. Spelregels S11 Afspraken worden vastgelegd in de Definition of Done, de product owner en het development team hebben afspraken gemaakt zodat er een gezamenlijk beeld is over wat het betekent als een product backlog item af is. Dit is vastgelegd in de Definition of Done. S12 Iedere daghoudt het team een Daily Scrum meeting, waarinhet team de werkzaamheden met elkaar doorneemt door het stellen van deze3 vragen: •Wat heb je gedaan sinds gisteren? •Wat ga je doen tot morgen? •Heb je problemen? De meeting is openbaar: iedereen mag meeluisteren. S13 Aanhet eind van ieder sprint is er een Sprint Review, het team laat de resultaten zien aan de product owner en stakeholders om feedback te ontvangen. S14 Vervolgens houdthet team een Sprint Retrospective, het team staat even stil en bespreekt wat er goed ging en maakt afspraken over wat er beter kan.
  • 145.
  • 146. •Bijna ieder softwareteam werkt met Scrum en het wordt daarbuiten steeds vaker gebruikt. •Scrum werkt met korte cycli met een vaste doorlooptijd (sprints) en stuurt op een werkend product met maximale waarde. •Na iedere sprint wordt er een werkend product (een deel van de oplossing) opgeleverd dat goed genoeg is om uitgeleverd te worden aan klanten of gebruikers. •Je kunt Scrum combineren met Agile projectmanagement en PRINCE2. •Hoewel Scrum steeds vaker gebruikt wordt in de wereld buiten de softwareontwikkeling en IT, is het als hoofd projectmanagement methode nog niet vaak gebruikt. •Scrum vraagt om een grote mate van zelforganiserend vermogen, niet ieder team kan dit aan. •Scrum vraagt om commitment; het team committeert zich aan het werk in een sprint •Scrum vraagt om een andere sturing, het zelforganiserend vermogen van het team is hoog, dus geen sturing maar een faciliterende rol.
  • 147. •Welke overeenkomsten / verschillen zie jij? Stof tot nadenken: •Wat spreekt je aan? •Wat spreekt je minder aan? •Welke methodiek kan eventueel voor jou van toegevoegde waarde zijn? •Hoe denk je die methodiek in te kunnen zetten binnen jouw organisatie?
  • 148.
  • 149. •Spreken de taken van een PMO mij aan? •Welke taken voer jij nu al uit? •Welke taken zou je willen ontwikkelen (maak een ontwikkelplan)? •Welke van de benodigde competenties bezit jij al? •Welke competenties zou je willen ontwikkelen (maak een ontwikkelplan)? •Is er een PMO binnen mijn organisatie? •Zo ja, is er een mogelijkheid om in te stromen?
  • 150. •Werkt mijn organisatie al volgens een projectmanagementmethodiek? •Zo ja, spreekt deze methodiek mij aan? •Kan ik als ik deze methodiek beheers van toegevoegde waarde zijn voor mijn organisatie? •Zijn er mogelijkheden binnen mijn organisatie om deze kennis toe te passen? •Welke van de methodieken spreekt mij het meest aan? (marktonderzoek doen welke organisaties hem toepassen) •Kan ik toegevoegde waarde leveren als ik deze methodiek beheers?
  • 151. Heeft deze workshop aan jouw verwachtingen voldaan? Succes met je keuzeproces.