Book of Baruch, ancient text purportedly written by Baruch, secretary and friend of Jeremiah, the Old Testament prophet. The text is still extant in Greek and in several translations from Greek into Latin, Syriac, Coptic, Ethiopic, and other languages. The Book of Baruch is apocryphal to the Hebrew and Protestant canons but was incorporated in the Septuagint and was included in the Old Testament for Roman Catholics. The work is a compilation of several authors and is the only work among the apocrypha that was consciously modeled after the prophetic writings of the Old Testament.
Ochtenddienst 2 oktober 2011 09:30
Voorganger: Dhr den Admirant
Organist: MW van der Pol
Thema: Doop, Israël en het binnengaan in het koninkrijk
Luister mee via www.kerknoordwolde.nl
2. 2
Hebreeën 11
11 Door het geloof heeft ook Sara
kracht ontvangen om moeder te worden,
en dat ondanks haar hoge leeftijd,
daar zij Hem, die het beloofd had,
betrouwbaar achtte.
3. 3
Hebreeën 11
12 Daarom zijn er dan ook uit één [man],
en wel een verstorvene, voortgekomen
als de sterren des hemels in menigte
en gelijk het zand aan de oever der zee,
dat ontelbaar is.
vergl. Rom.4
4. 4
Paulus in Romeinen 4
19 En zonder te verflauwen in het geloof heeft hij
opgemerkt, dat zijn eigen lichaam verstorven
was, daar hij ongeveer honderd jaar oud was, en
dat Sara's moederschoot was gestorven;
20 maar aan de belofte Gods heeft hij niet
getwijfeld door ongeloof, doch hij werd versterkt
in zijn geloof en gaf Gode eer,
21 in de volle zekerheid, dat Hij bij machte was
hetgeen Hij beloofd had ook te volbrengen.
5. 5
Paulus in Romeinen 4
22 Daarom ook werd het hem gerekend tot
gerechtigheid.
23 Echter niet om zijnentwil alleen werd
geschreven: het werd hem toegerekend,
24 maar ook om onzentwil, wie het zal worden
toegerekend, ons, die ons geloof vestigen op
Hem, die Jezus, onze Here, uit de doden
opgewekt heeft...
> zoals God Izaak uit een
verstorvene deed verwekken
6. 6
Hebreeën 11
12 Daarom zijn er dan ook uit een man,
en wel een verstorvene, voortgekomen
als de sterren des hemels in menigte
en gelijk het zand aan de oever der zee,
dat ontelbaar is.
verwijzend naar het hemels
nageslacht van Abraham
7. 7
Hebreeën 11
12 Daarom zijn er dan ook uit een man,
en wel een verstorvene, voortgekomen
als de sterren des hemels in menigte
en gelijk het zand aan de oever der zee,
dat ontelbaar is.
dat aanspoelt vanuit de
volkerenzee
8. 8
Hebreeën 11
13 In dat geloof zijn deze allen gestorven,
zonder de beloften verkregen te hebben;
slechts uit de verte
hebben zij die gezien en begroet,
en zij hebben beleden,
dat zij vreemdelingen en bijwoners
waren op aarde.
alle eerder genoemden in Hebr.11
... ook Henoch
9. 9
Hebreeën 11
13 In dat geloof zijn deze allen gestorven,
zonder de beloften verkregen te hebben;
slechts uit de verte
hebben zij die gezien en begroet,
en zij hebben beleden,
dat zij vreemdelingen en bijwoners
waren op aarde.
zijn leefden naar geloof
en stierven naar geloof
10. 10
Hebreeën 11
13 In dat geloof zijn deze allen gestorven,
zonder de beloften verkregen te hebben;
slechts uit de verte
hebben zij die gezien en begroet,
en zij hebben beleden,
dat zij vreemdelingen en bijwoners
waren op aarde.
11. 11
Hebreeën 11
13 In dat geloof zijn deze allen gestorven,
zonder de beloften verkregen te hebben;
slechts uit de verte
hebben zij die gezien en begroet,
en zij hebben beleden,
dat zij vreemdelingen en bijwoners
waren op aarde.
12. 12
Hebreeën 11
13 In dat geloof zijn deze allen gestorven,
zonder de beloften verkregen te hebben;
slechts uit de verte
hebben zij die gezien en begroet,
en zij hebben beleden,
dat zij vreemdelingen en bijwoners
waren op aarde.
= openlijk vooruit komen
13. 13
Hebreeën 11
13 In dat geloof zijn deze allen gestorven,
zonder de beloften verkregen te hebben;
slechts uit de verte
hebben zij die gezien en begroet,
en zij hebben beleden,
dat zij vreemdelingen en bijwoners
waren op aarde.
14. 14
Genesis 23
2 En Sara stierf te Kirjat-arba, dat is Hebron, in het land
Kanaan, en Abraham ging naar binnen om over Sara te
weeklagen en haar te bewenen.
3 Toen stond Abraham op, en ging heen van zijn dode,
en sprak tot de Hethieten:
4 Een vreemdeling en bijwoner ben ik bij u, geeft mij
een eigen grafstede bij u, opdat ik mijn dode moge
uitdragen en begraven.
5 Toen antwoordden de Hethieten Abraham en zeiden tot
hem:
6 Luister naar ons, mijn heer, een vorst Gods zijt gij in
ons midden: begraaf uw dode in de keur onzer
grafsteden; niemand van ons zal u zijn grafstede
weigeren om uw dode te begraven.
15. 15
Hebreeën 11
14 Want wie zulke dingen zeggen,
geven te kennen,
dat zij een vaderland zoeken.
16. 16
Hebreeën 11
15 En als zij gedachtig geweest waren
aan het vaderland, dat zij verlaten hadden,
zouden zij gelegenheid gehad hebben
terug te keren;
17. 17
Hebreeën 11
15 En als zij gedachtig geweest waren
aan het vaderland, dat zij verlaten hadden,
zouden zij gelegenheid gehad hebben
terug te keren;
> vanaf Abrahams roeping tot de aankomst
van Jakob in Egypte: 215 jaar
18. 18
Hebreeën 11
16 maar nu verlangen zij naar een beter,
dat is een hemels, vaderland.
Daarom schaamt God Zich voor hen niet
hun God te heten,
want Hij had hun een stad bereid.
niet: een land in de hemel
maar: onder hemelse condities
19. 19
Hebreeën 11
16 maar nu verlangen zij naar een beter,
dat is een hemels, vaderland.
Daarom schaamt God Zich voor hen niet
hun God te heten,
want Hij had hun een stad bereid.
"de God van Abraham, Izaak en Jakob"
Ex.3:6; Mat.22:32, enz.
20. 20
Hebreeën 11
16 maar nu verlangen zij naar een beter,
dat is een hemels, vaderland.
Daarom schaamt God Zich voor hen niet
hun God te heten,
want Hij had hun een stad bereid.
= aorist
21. 21
Hebreeën 11
17 Door het geloof heeft Abraham,
toen hij verzocht werd,
Isaak ten offer gebracht,
en hij, die de beloften aanvaard had,
wilde zijn enige zoon offeren,
Genesis 22
22. 22
Hebreeën 11
17 Door het geloof heeft Abraham,
toen hij verzocht werd,
Isaak ten offer gebracht,
en hij, die de beloften aanvaard had,
wilde zijn enige zoon offeren,
in het NT (Johannes) verwijst dit
woord altijd naar de Zoon van God...
23. 23
Hebreeën 11
18 hij, tot wie gezegd was:
Door Isaak zal men
van nageslacht van u spreken.
Hij heeft overwogen,
dat God bij machte was
hem zelfs uit de doden op te wekken,
Genesis 21:12
24. 24
Hebreeën 11
18 hij, tot wie gezegd was:
Door Isaak zal men
van nageslacht van u spreken.
Hij heeft overwogen,
dat God bij machte was
hem zelfs uit de doden op te wekken,
lett. gerekend
25. 25
Hebreeën 11
19 en daaruit heeft hij hem ook
bij wijze van spreken teruggekregen.
lett. in gelijkenis (Gr. parabolé)
26. 26
Hebreeën 11
20 Door het geloof heeft Isaak
aan Jakob en Esau zijn zegen gegeven,
ook voor de toekomst.
> niet gebaseerd op
natuurlijke rechten...
Gen.27; 28:3
27. 27
Hebreeën 11
21 Door het geloof heeft Jakob
bij zijn sterven
ieder der zonen van Jozef gezegend
en hij heeft aangebeden,
leunende op het uiteinde van zijn staf.
Genesis 48:
de blinde Jakob heeft oog voor het
eerstgeboorterecht van Jozef...
28. 28
Hebreeën 11
21 Door het geloof heeft Jakob
bij zijn sterven
ieder der zonen van Jozef gezegend
en hij heeft aangebeden,
leunende op het uiteinde van zijn staf.
Genesis 47:31
mittah / matteh
> Gen.32:10!
> Gen.30:25-43