2. Hebreeën 3
1 Daarom, heilige broeders,
deelgenoten der hemelse roeping,
richt uw oog op de apostel
en hogepriester onzer belijdenis, Jezus,
2
3. Hebreeën 3
1 Daarom, heilige broeders,
deelgenoten der hemelse roeping,
richt uw oog op de apostel
en hogepriester onzer belijdenis, Jezus,
3
4. Hebreeën 3
1 Daarom, heilige broeders,
deelgenoten der hemelse roeping,
richt uw oog op de apostel
en hogepriester onzer belijdenis, Jezus,
4
5. Hebreeën 3
2 die getrouw is jegens Hem,
die Hem heeft aangesteld,
evenals ook Mozes getrouw was
in geheel zijn huis.
5
6. Hebreeën 3
2 die getrouw is jegens Hem,
die Hem heeft aangesteld,
evenals ook Mozes getrouw was
in geheel zijn huis.
6
7. 7 Alzo is Mijn knecht Mozes niet,
die in Mijn ganse huis getrouw is.
8 Van mond tot mond spreek Ik met hem,
en door aanzien,
en niet door duistere woorden;
en de gelijkenis des HEEREN aanschouwt hij...
-Numeri 12 (St.Vert.)-
7
8. Hebreeën 3
3 Want Hij is zoveel groter heerlijkheid
dan Mozes waardig gekeurd,
als de bouwmeester hoger eer geniet
dan het huis.
8
9. Hebreeën 3
3 Want Hij is zoveel groter heerlijkheid
dan Mozes waardig gekeurd,
als de bouwmeester hoger eer geniet
dan het huis.
9
10. Hebreeën 3
4 Want elk huis wordt door iemand
gebouwd, maar de bouwmeester van alles is
God.
10
11. Hebreeën 3
5 Nu was Mozes wel getrouw in geheel zijn huis
als dienaar om te getuigen
van hetgeen gesproken zou worden,
11
12. Hebreeën 3
5 Nu was Mozes wel getrouw in geheel zijn huis
als dienaar om te getuigen
van hetgeen gesproken zou worden,
12
13. Hebreeën 3
5 Nu was Mozes wel getrouw in geheel zijn huis
als dienaar om te getuigen
van hetgeen gesproken zou worden,
13
14. Hebreeën 3
6 maar Christus als Zoon over zijn huis.
Zijn huis zijn wij,
indien wij de vrijmoedigheid en de hoop,
waarin wij roemen,
tot het einde onverwrikt vasthouden.
14
15. 5 en laat u ook zelf
als levende stenen gebruiken
voor de bouw van een GEESTELIJK HUIS,
om een heilig priesterschap te vormen,
tot het brengen van geestelijke offers,
die Gode welgevallig zijn door Jezus Christus.
(...)
9 Gij echter zijt een uitverkoren geslacht,
een koninklijk priesterschap,
een heilige natie,
een volk Gode ten eigendom,
om de grote daden te verkondigen van Hem,
die u uit de duisternis geroepen heeft
tot zijn wonderbaar licht:
-1Petrus 2-
15
16. Hebreeën 3
6 maar Christus als Zoon over zijn huis.
Zijn huis zijn wij,
indien wij de vrijmoedigheid en de hoop,
waarin wij roemen,
[tot het einde onverwrikt] vasthouden.
16
17. Hebreeën 3
7 Daarom, gelijk de Heilige Geest zegt:
Heden, indien gij zijn stem hoort,
>> 36b
... indien wij de vrijmoedigheid en de
hoop, waarin wij roemen, vasthouden.
17
18. Hebreeën 3
7 Daarom, gelijk de Heilige Geest zegt:
Heden, indien gij zijn stem hoort,
18
19. Hebreeën 3
7 Daarom, gelijk de Heilige Geest zegt:
Heden, indien gij zijn stem hoort,
19
20. Hebreeën 3
8 verhardt uw harten niet,
zoals bij de verbittering,
ten dage van de verzoeking in de woestijn,
20
21. Hebreeën 3
8 verhardt uw harten niet,
zoals bij de verbittering,
ten dage van de verzoeking in de woestijn,
21
22. 6 Zie, Ik zal daar voor u
op de rots bij Horeb staan;
dan zult gij op de rots slaan
en daaruit zal water te voorschijn komen,
zodat het volk kan drinken.
En Mozes deed alzo
voor de ogen van de oudsten van Israel.
7 Hij noemde die plaats Massa en
Meriba, wegens de twist der Israelieten
en omdat zij de HERE
op de proef gesteld hadden door te zeggen:
Is de HERE in ons midden of niet?
-Exodus 17-
22
23. Hebreeën 3
9 waar uw vaders Mij verzochten
door Mij op de proef te stellen,
hoewel zij mijn werken zagen,
veertig jaren lang;
23
24. Hebreeën 3
9 waar uw vaders Mij verzochten
door Mij op de proef te stellen,
hoewel zij mijn werken zagen,
veertig jaren lang;
24
25. Hebreeën 3
10 daarom heb Ik een afkeer gekregen
van dit geslacht
en Ik heb gezegd:
Altijd dwalen zij met hun hart,
en zij hebben mijn wegen niet gekend,
25
26. Hebreeën 3
10 daarom heb Ik een afkeer gekregen
van dit geslacht
en Ik heb gezegd:
Altijd dwalen zij met hun hart,
en zij hebben mijn wegen niet gekend,
26
27. Hebreeën 3
11zodat Ik gezworen heb in mijn toorn:
Nooit zullen zij tot mijn rust ingaan!
27
28. Na het ongeloof i.v.m. de 12 verspieders....
22 Geen van de mannen
die mijn heerlijkheid gezien hebben,
en de tekenen die Ik in Egypte
en in de woestijn gedaan heb,
en die Mij nu reeds tienmaal verzocht
en naar mijn stem niet geluisterd hebben,
23 zal het land zien,
dat Ik onder ede aan hun vaderen beloofd heb!
Ja, niemand van hen,
die Mij versmaad hebben, zal het zien.
-Numeri 14-
28
29. Hebreeën 3
12 Ziet toe, broeders,
dat bij niemand uwer
een boos, ongelovig hart zij,
door af te vallen van de levende God,
29
30. Hebreeën 3
12 Ziet toe, broeders,
dat bij niemand uwer
een boos, ongelovig hart zij,
door af te vallen van de levende God,
30
31. Hebreeën 3
13 maar vermaant elkander dagelijks,
zolang men nog van een heden kan
spreken, opdat niemand van u zich verharde
door de misleiding der zonde;
31
32. Hebreeën 3
13 maar vermaant elkander dagelijks,
zolang men nog van een heden kan
spreken, opdat niemand van u zich verharde
door de misleiding der zonde;
32
33. Hebreeën 3
13 maar vermaant elkander dagelijks,
zolang men nog van een heden kan
spreken, opdat niemand van u zich verharde
door de misleiding der zonde;
33
34. Hebreeën 3
14 want wij hebben deel gekregen aan
Christus, mits wij het begin van onze
verzekerdheid
tot het einde onverwrikt vasthouden.
34
35. Hebreeën 3
14 want wij hebben deel gekregen aan
Christus, mits wij het begin van onze
verzekerdheid
tot het einde onverwrikt vasthouden.
35