2. samenvatting & correctie
de Zoon:
1. die Hij stelt tot lotsdeelbezitter van het al,
2. door wie Hij ook de aeonen maakt.
3. de afstraling van zijn heerlijkheid
4. de afdruk van het wezen van Hem, die alle
dingen draagt door het woord van zijn kracht,
5. reiniging der zonden doende
6. gezeten in rechterzijde van de majesteit in
hoogten,
7. zoveel beter wordend dan de engelen, als Hij
uitnemender naam boven hen als lotsdeel
ontvangen heeft.
2
3. Hebreeën 1
5 Immers, tot wie der engelen
heeft Hij ooit gezegd:
Mijn Zoon zijt gij;
Ik heb U heden verwekt?
En wederom: Ik zal Hem tot Vader zijn,
en Hij zal Mij tot Zoon zijn.
lett. boodschappers
hier: hemelse boodschappers
3
4. 14 Zijn zij niet allen dienende GEESTEN,
die uitgezonden worden ten dienste van hen, die
het heil zullen beerven?
-Hebreeën 1-
2Want indien het woord,
door BOODSCHAPPERS gesproken...
-Hebreeën 2-
4
5. Hebreeën 1
5 Immers, tot wie der engelen
heeft Hij ooit gezegd:
Mijn Zoon zijt gij;
Ik heb U heden verwekt?
En wederom: Ik zal Hem tot Vader zijn,
en Hij zal Mij tot Zoon zijn.
citaat uit Psalm 2
5
6. 7 Ik wil gewagen van het besluit des HEREN:
Hij sprak tot mij:
Mijn zoon zijt gij;
Ik heb u HEDEN VERWEKT.
8 Vraag Mij en Ik zal volken geven tot uw
erfdeel, de einden der aarde tot uw bezit.
-Psalm 2-
6
7. 35En de engel antwoordde
en zeide tot haar:
heilige Geest zal over u komen
de kracht des Allerhoogsten
zal u overschaduwen;
DAAROM zal ook het heilige,
dat VERWEKT wordt,
ZOON GODS GENOEMD WORDEN.
-Lucas 1-
7
8. 32 En wij (= Paulus en Barnabas)
verkondigen u,
dat God de belofte,
die aan de vaderen geschied is,
aan ons, hun kinderen,
vervuld heeft door Jezus OP TE WEKKEN,
33 gelijk in de tweede psalm geschreven staat:
Mijn zoon zijt Gij;
Ik heb U HEDEN VERWEKT.
-Handelingen 13-
8
9. Hebreeën 1
5 Immers, tot wie der engelen
heeft Hij ooit gezegd:
Mijn Zoon zijt gij;
Ik heb U heden verwekt?
En wederom: Ik zal Hem tot Vader zijn,
en Hij zal Mij tot Zoon zijn.
citaat uit 2 Samuël 7
9
10. 13 Die (=de zoon van David) zal mijn naam
een huis bouwen,
en Ik zal zijn koninklijke troon
VOOR IMMER BEVESTIGEN.
14 Ik zal hem tot een vader zijn,
en hij zal Mij tot een zoon zijn.
-2Samuël 7-
10
11. Hebreeën 1
6 En wanneer Hij wederom
de eerstgeborene in de wereld brengt,
spreekt Hij: En Hem
moeten alle engelen Gods huldigen.
= de wederkomst
11
12. 27 Ja, Ik zal hem (=de zoon van David)
TOT EEN EERSTGEBORENE STELLEN,
tot de hoogste van de koningen der aarde.
28 Voor altoos zal Ik jegens hem
mijn goedertierenheid bewaren
en mijn verbond zal voor hem vast blijven;
-Psalm 89-
12
13. Hebreeën 1
6 En wanneer Hij wederom
de eerstgeborene in de wereld brengt,
spreekt Hij: En Hem
moeten alle engelen Gods huldigen. >
citaat uit Psalm 97 (LXX)
13
14. 5 De bergen versmelten als was
(...)
voor het aanschijn van de HERE*
der ganse aarde.
6 De hemelen verkondigen zijn gerechtigheid,
en alle volken ZIEN ZIJN HEERLIJKHEID.
7 Alle beeldendienaars zullen beschaamd worden,
zij die zich op afgoden beroemen;
buigt u voor Hem neder,
alle gij goden (LXX: engelen).
-Psalm 97-
* "de AFSTRALING van zijn heerlijkheid"
-Hebreeën 1:3-
14
15. Hebreeën 1
7 En van de engelen zegt Hij:
Die zijn engelen maakt tot winden
en zijn dienaars tot een vuurvlam;
15
16. Hebreeën 1
7 En van de engelen zegt Hij:
Die zijn engelen maakt tot winden
en zijn dienaars tot een vuurvlam;
citaat uit Psalm 104:4
16
17. 4 En ik zag en zie,
een stormwind kwam uit het noorden,
een zware wolk met flikkerend vuur
en omgeven door een glans;
daarbinnen, midden in het vuur,
was wat er uitzag als blinkend metaal.
5 En in het midden daarvan
was wat geleek op vier wezens...
-Ezechiël 1-
17
18. Hebreeën 1
8 maar van de Zoon:
Uw troon, o God,
is in alle eeuwigheid
en de scepter der rechtmatigheid
is de scepter van zijn koningschap.
citaat uit Psalm 45
18
19. ... Van de Korachieten. Een leerdicht;
een lied der liefde.
2 Mijn hart trilt van blijde woorden,
ik draag mijn gedicht een KONING voor (...)
3 Gord uw zwaard aan de heup,
gij held, uw majesteit en uw luister;
4 ja uw luister! Rijd voorspoedig uit, (...)
5 Uw pijlen zijn gescherpt
(volken zijn onder u)
zij dringen in het hart van des konings vijanden.
6 Uw troon, o God,
staat voor altoos en eeuwig...
-Psalm 45- (lett. de olam en verder...
19
20. Hebreeën 1
8 maar van de Zoon:
Uw troon, o God,
is in alle eeuwigheid
en de scepter der rechtmatigheid
is de scepter van zijn koningschap.
20
21. 15 Het koninkrijk van de wereld
is gekomen aan onze Here
en aan zijn Gezalfde,
en Hij zal als koning heersen
tot in alle eeuwigheden.
-Openbaring 11-
22. 24 ... het einde,
wanneer Hij het koninkrijk
aan God de Vader overdraagt,
wanneer Hij alle heerschappij,
alle macht en kracht
onttroond zal hebben.
25 Want Hij moet als koning heersen,
TOTDAT Hij al zijn vijanden
onder zijn voeten gelegd heeft.
26 De laatste vijand,
die onttroond wordt, is de dood,
-1Korinthe 15-
22
26. Hebreeën 1
8 maar van de Zoon:
Uw troon, o God,
is in alle eeuwigheid
en de scepter der rechtmatigheid
is de scepter van zijn koningschap.
26
27. Hebreeën 1
9 Gerechtigheid hebt Gij liefgehad
en ongerechtigheid hebt Gij gehaat;
daarom heeft U, o God,
uw God met vreugdeolie gezalfd
boven uw deelgenoten.
27
28. Hebreeën 1
9 Gerechtigheid hebt Gij liefgehad
en ongerechtigheid hebt Gij gehaat;
daarom heeft U, o God,
uw God met vreugdeolie gezalfd
boven uw deelgenoten.
28
29. 33 De Joden antwoordden Hem:
Niet om een goed werk willen wij U stenigen,
maar om godslastering
en omdat Gij, een mens, Uzelf God maakt.
34 Jezus antwoordde hun:
Is er niet geschreven in uw wet:
Ik heb gezegd: Gij zijt goden?
35 Als Hij hen goden genoemd heeft,
tot wie het woord Gods gekomen is,
en de Schrift niet kan gebroken worden,
36 zegt gij dan tot Hem, die de Vader geheiligd
en in de wereld gezonden heeft:
Gij lastert, omdat Ik heb gezegd:
Ik ben Gods Zoon?
-Johannes 10-
29
30. Hebreeën 1
9 Gerechtigheid hebt Gij liefgehad
en ongerechtigheid hebt Gij gehaat;
daarom heeft U, o God,
uw God met vreugdeolie gezalfd
boven uw deelgenoten.
30
31. Hebreeën 1
9 Gerechtigheid hebt Gij liefgehad
en ongerechtigheid hebt Gij gehaat;
daarom heeft U, o God,
uw God met vreugdeolie gezalfd
boven uw deelgenoten.
deelgenoten: 1:9; 3:1,14; 6:4; 12:8
31