SlideShare a Scribd company logo
1 of 6
De kunst van het overtuigen
Een toehoorder of een lezer overtuigen is een kwestie van de juiste aanpak kiezen.
De Griekse redenaar Aristoteles wees er in zijn Ars Retorica reeds op dat
argumentatie (logos) slechts één aspect vormt bij het overtuigen. Minstens even
belangrijk zijn het gezag van de spreker/schrijver (ethos) en de emoties die de
spreker/schrijver bij zijn (lees)publiek losmaakt (pathos).
In een betoog wordt uitdrukkelijk een mening geventileerd. Het is dan ook de vraag
in hoeverre deze mening geloofwaardig en gerechtvaardigd overkomt. Van
doorslaggevend belang hierbij is de argumentatie.
We zetten een aantal basisbegrippen op een rijtje
• Feitenuitspraken: dit zijn uitspraken die in principe controleerbaar zijn, je
kan vaststellen of ze waar of onwaar zijn.
Het Europees Parlement heeft een strengere versie van de tabaksrichtlijn goedgekeurd. Er
komen dus extra maatregelen om mensen en vooral jongeren van de sigaretten weg te
houden.
Sommige feitenuitspraken zijn moeilijk te controleren, maar dat betekent niet
dat we er ons geen oordeel over kunnen vormen. We kunnen nagaan of ze
geloofwaardig zijn in het licht van wat we wel weten.
• Meningen: dit zijn uitspraken die een persoonlijke opvatting weergeven,
waarmee iemand anders het eens of oneens kan zijn. Zo’n opvatting houdt een
waardeoordeel in. Het valt niet objectief vast te stellen of de uitspraak klopt,
ze geeft eerder uiting aan een ‘buikgevoel’.
De nieuwe belastingvoorstellen van de regering zijn onrechtvaardig.
In theorie zijn feitenuitspraken en meningen duidelijk van elkaar te onderscheiden:
feitenuitspraken zijn objectief te controleren en meningen blijven vatbaar voor
discussie. Maar in de praktijk komen combinaties van beide vaak voor.
Jammer genoeg was september een van de slechtste maanden ooit voor het noordpoolijs.
Feitenuitspraken en meningen zijn beide beweringen: de spreker of schrijver beweert
iets over de werkelijkheid.
Maar er bestaan ook nog andere uitspraken over de werkelijkheid zoals
waarschuwingen, adviezen, vragen, bevelen, enz. Bij dergelijke uitspraken gaat het er
niet om of ze waar zijn of niet, noch of je het er mee eens bent of niet. De vraag is
hier of ze al dan niet op hun plaats zijn. Dreigt er reëel gevaar? Is degene die
geadviseerd wordt echt geholpen met het advies? Zal de belofte echt worden ingelost?
Enz.
• Argumenten: Een argument is een element, een bouwsteen in een betoog
(=redenering om iets te bewijzen), het kan een feit of een mening zijn,
eveneens onderbouwd door bijkomende argumenten. Aan het begin van de
argumentatie, of aan het eind ervan staat een stelling (=bewering die we als
waar willen zien aangenomen), een standpunt of een conclusie.
De kwaliteit van de argumentatie hangt af van de context waarin ze
plaatsvindt. Ze moeten juist/aannemelijk zijn en relevant voor de conclusie.
Hierbij kan men kiezen voor verdieping van de argumentatie, waarbij elk
argument zelf weer ondersteund moet worden door een ander argument.
Verdieping betekent dat je de kwaliteit van het argument versterkt.
Verhuizen op korte termijn is niet nodig. Onze huidige huisvesting biedt voldoende
mogelijkheden. We kunnen de ruimte bijvoorbeeld efficiënter benutten. We kunnen de kamers
opnieuw indelen.
Maar je kan ook kiezen voor verbreding van de argumentatie waarbij je
meerdere argumenten geeft ter ondersteuning van een bewering.
Windows is voor ons de ideale werkomgeving. Windows vergemakkelijkt het grafisch werk dat de
redacteur doet. Werken onder Windows biedt bovendien gebruiksgemak en de programma’s krijg je
snel onder de knie.
Soorten argumentatie
1. Argumentatie op basis van regelmaat
Veel redeneringen zijn gebaseerd op het gegeven (of de veronderstelling) dat
bepaalde verschijnselen met een zekere regelmaat terugkeren.
a) Deductie
De argumentatie gaat uit van een algemene stelling die men vervolgens
met argumenten probeert te ondersteunen.
Eén van de fundamentele vraagstukken en uitdagingen voor onze samenleving betreft
de activering van onze werklozen. Zo lanceerde Open Vld-senator Rik Daems
onlangs het voorstel om langdurig werklozen één dag per week gemeenschapswerk
te laten verrichten. Wie niet werken wil, zal ook niet eten. Op dat principe is onze
maatschappij nu eenmaal gebouwd.
Deductie is een sterke redeneervorm, op voorwaarde natuurlijk dat de
algemene stelling op zich aanvaardbaar en algemeen geldig is.
b) Inductie
Uit een aantal specifieke gevallen of voorbeelden wordt een algemene
regel afgeleid. Hierbij moeten we ons natuurlijk afvragen of het aantal
voorbeelden wel volstaat om de conclusie te rechtvaardigen, of ze
representatief zijn voor de situaties waarop de conclusie betrekking
heeft, of de meest voor de hand liggende uitzonderingen verantwoord
zijn en of de conclusie voldoende genuanceerd geformuleerd is.
c) Vergelijking
Vergelijking met een andere situatie of een ander verschijnsel is een
veel gebruikte manier om een uitspraak te ondersteunen. Men laat zien
(of men gaat er stilzwijgend van uit) dat twee verschijnselen zoveel
met elkaar gemeen hebben, dat ze ook de eigenschap die in de
conclusie voorkomt gemeen zullen hebben. Wat in het ene geval geldt,
zal ook in het andere geval gelden. Cruciaal hierbij is uiteraard of de
vergelijking terecht is.
d) Verzonnen voorbeeld
Als de discussie te abstract dreigt te worden kan een concreet
voorbeeld verhelderend werken. Men construeert een hypothetisch
geval en gebruikt dat om de algemene stelling te verduidelijken en te
rechtvaardigen. Hierbij is het belangrijk dat het geschetste geval
geloofwaardig is en representatief.
e) Causaliteit
Het ene verschijnsel wordt gezien als oorzaak, het andere als gevolg.
Hierbij kan het gaan om een voorspelling: men constateert dat een
oorzaak aanwezig is, en men voorspelt op grond daarvan dat het
gevolg zal optreden.
De hypotheekrente is de laatste maanden flink gedaald (oorzaak) dus de
woningmarkt zal wel weer gaan aantrekken (gevolg).
Hierbij is het de vraag of soortgelijke oorzaken in het verleden altijd
tot soortgelijke gevolgen hebben geleid, of er nog andere voorwaarden
vereist zijn om dergelijk gevolg te laten optreden en of in specifieke
omstandigheden het gevolg achterwege zou kunnen blijven.
Het kan ook gaan om een verklaring: men redeneert niet van oorzaak
naar (verwacht) gevolg maar van gevolg naar (veronderstelde)
oorzaak. Men constateert een bepaald verschijnsel en concludeert
daaruit dat de oorzaak is opgetreden. Belangrijke vraag hierbij is
uiteraard of het geconstateerde verschijnsel ook nog andere oorzaken
kent.
Het aantal studenten aan de VUB is in de jaren tachtig aanzienlijk toegenomen.
Daaruit blijkt dat de aanwezigheid van een campus voor de huisvesting van
studenten een goede zaak is.
2. Pragmatische argumentatie
De argumentatie verantwoordt bepaalde maatregelen, handelingen of
adviezen.
a) Doel-middel-argumentatie
Wil men een bepaald doel bereiken dan is het verstandig maatregelen
te nemen die tot dat doel leiden. Zulke maatregelen noemt men
middelen. Hierbij moet men zich afvragen of het gestelde doel wel
wenselijk is, of het middel wel degelijk tot het gestelde doel leidt, of
het middel ongewenste neveneffecten kan hebben (en zo ja of de
voordelen opwegen tegen de nadelen), of het middel praktisch
uitvoerbaar is, of er betere alternatieven bestaan, en of het ethisch
toelaatbaar is.
b) Dilemma
Er zijn maar twee mogelijkheden, A of B. Als A niet van toepassing,
niet gewenst of onmogelijk is, blijft alleen maar B over. De vraag is
natuurlijk of er echt geen derde mogelijkheid bestaat en of beide
mogelijkheden elkaar uitsluiten.
Als ons bedrijf niet inkrimpt, zal het op korte termijn de boeken moeten neerleggen.
c) Afweging van voor- en nadelen
De voorstanders baseren zich op een redenering waarin aannemelijk
gemaakt wordt dat de voordelen zwaarder doorwegen dan de nadelen,
de tegenstanders proberen aan te tonen dat de afweging naar de andere
kant moet doorslaan. Meestal gaat het om complexe redeneringen
waarin allerlei argumentatieschema’s verwerkt zijn. Hierbij is
belangrijk te streven naar volledigheid.
3. Argumentatie op basis van autoriteit
a) Beroep op een autoriteit
Soms citeert men iemand of voert men iemand ten tonele die garant
moet staan voor de kwaliteit van de uitspraak. Ook verwijzingen naar
(al dan niet) wetenschappelijke bronnen en publicaties behoren hiertoe.
Belangrijk hierbij is na te gaan of de bron betrouwbaar/geloofwaardig
is, of de autoriteit recht van spreken heeft over het specifieke
onderwerp en of de autoriteit correct wordt aangehaald.
b) Aanval op de autoriteit
Men probeert het eigen inzicht scherper te verdedigen door zich af te
zetten tegen inzichten en uitspraken van anderen. Men probeert te
bewijzen dat de geciteerde autoriteit ongeloofwaardig of
onbetrouwbaar is en dat diens uitspraken onjuist zijn, tegenstrijdig,
lacunes vertonen, enz.
Deze indeling komt uit Leren communiceren van M. Steehouder e.a. (Wolters-Noordhoff)
Deze indeling komt uit Leren communiceren van M. Steehouder e.a. (Wolters-Noordhoff)

More Related Content

Similar to De kunst van het overtuigen

AG Professionaliteit en integriteit jan2015
AG Professionaliteit en integriteit jan2015AG Professionaliteit en integriteit jan2015
AG Professionaliteit en integriteit jan2015Arend GEUL
 
Gespeeld Beraad 12 juli final
Gespeeld Beraad  12 juli finalGespeeld Beraad  12 juli final
Gespeeld Beraad 12 juli finalSusan Stocker
 
Vijf zaken die je over onderwijsonderzoek moet weten
Vijf zaken die je over onderwijsonderzoek moet wetenVijf zaken die je over onderwijsonderzoek moet weten
Vijf zaken die je over onderwijsonderzoek moet wetenChristian Bokhove
 
190514 presentatie - ethisch zaken doen is science fiction - willemijn nieu...
190514   presentatie - ethisch zaken doen is science fiction - willemijn nieu...190514   presentatie - ethisch zaken doen is science fiction - willemijn nieu...
190514 presentatie - ethisch zaken doen is science fiction - willemijn nieu...Flevum
 
Whitepaper root cause analisys
Whitepaper root cause analisysWhitepaper root cause analisys
Whitepaper root cause analisysRob van Hees
 
Veranderpsychologie - Werkboek 2014
Veranderpsychologie - Werkboek 2014 Veranderpsychologie - Werkboek 2014
Veranderpsychologie - Werkboek 2014 Hans Janssen
 
COVID-19 Route Kaart Dilemma's en Oplossingen
COVID-19 Route Kaart    Dilemma's en OplossingenCOVID-19 Route Kaart    Dilemma's en Oplossingen
COVID-19 Route Kaart Dilemma's en OplossingenAlexander Crépin
 
Veranderen zonder onnodig gedoe
Veranderen zonder onnodig gedoeVeranderen zonder onnodig gedoe
Veranderen zonder onnodig gedoeCosensis
 
Studiedag jongerenwelzijn oplossingsgericht werken
Studiedag jongerenwelzijn oplossingsgericht werkenStudiedag jongerenwelzijn oplossingsgericht werken
Studiedag jongerenwelzijn oplossingsgericht werkenVormingsdienst Informant
 
Methoden en technieken van organisatieadvies
Methoden en technieken van organisatieadvies Methoden en technieken van organisatieadvies
Methoden en technieken van organisatieadvies Ouke Arts
 
Modelleerdoelen en keuzes_rm_hbo
Modelleerdoelen en keuzes_rm_hboModelleerdoelen en keuzes_rm_hbo
Modelleerdoelen en keuzes_rm_hboRijk Mercuur
 
Onderzoeksmethoden in orthopedagogiek 1 (PAMA5163)
Onderzoeksmethoden in orthopedagogiek 1 (PAMA5163)Onderzoeksmethoden in orthopedagogiek 1 (PAMA5163)
Onderzoeksmethoden in orthopedagogiek 1 (PAMA5163)Ernst Thoutenhoofd
 
Wat Is Onderzoek doen in scholen scholen, Jan Folkert Deinum
Wat Is Onderzoek doen in scholen scholen, Jan Folkert DeinumWat Is Onderzoek doen in scholen scholen, Jan Folkert Deinum
Wat Is Onderzoek doen in scholen scholen, Jan Folkert DeinumConsortium O3
 

Similar to De kunst van het overtuigen (20)

sessie 42 - samenvatting overtuigen met_stijl
sessie 42 - samenvatting overtuigen met_stijlsessie 42 - samenvatting overtuigen met_stijl
sessie 42 - samenvatting overtuigen met_stijl
 
Artikel 1 paradigma's
Artikel 1 paradigma'sArtikel 1 paradigma's
Artikel 1 paradigma's
 
AG Professionaliteit en integriteit jan2015
AG Professionaliteit en integriteit jan2015AG Professionaliteit en integriteit jan2015
AG Professionaliteit en integriteit jan2015
 
Jbom rein haudenhuyse
Jbom rein haudenhuyseJbom rein haudenhuyse
Jbom rein haudenhuyse
 
Trip Lokaal 2015: Omgaan met verandering
Trip Lokaal 2015: Omgaan met veranderingTrip Lokaal 2015: Omgaan met verandering
Trip Lokaal 2015: Omgaan met verandering
 
Gespeeld Beraad 12 juli final
Gespeeld Beraad  12 juli finalGespeeld Beraad  12 juli final
Gespeeld Beraad 12 juli final
 
Vijf zaken die je over onderwijsonderzoek moet weten
Vijf zaken die je over onderwijsonderzoek moet wetenVijf zaken die je over onderwijsonderzoek moet weten
Vijf zaken die je over onderwijsonderzoek moet weten
 
190514 presentatie - ethisch zaken doen is science fiction - willemijn nieu...
190514   presentatie - ethisch zaken doen is science fiction - willemijn nieu...190514   presentatie - ethisch zaken doen is science fiction - willemijn nieu...
190514 presentatie - ethisch zaken doen is science fiction - willemijn nieu...
 
College6 Bootsma
College6 BootsmaCollege6 Bootsma
College6 Bootsma
 
Whitepaper root cause analisys
Whitepaper root cause analisysWhitepaper root cause analisys
Whitepaper root cause analisys
 
Art04argumentatie
Art04argumentatieArt04argumentatie
Art04argumentatie
 
Veranderpsychologie - Werkboek 2014
Veranderpsychologie - Werkboek 2014 Veranderpsychologie - Werkboek 2014
Veranderpsychologie - Werkboek 2014
 
Mag bij de toets
Mag bij de toetsMag bij de toets
Mag bij de toets
 
COVID-19 Route Kaart Dilemma's en Oplossingen
COVID-19 Route Kaart    Dilemma's en OplossingenCOVID-19 Route Kaart    Dilemma's en Oplossingen
COVID-19 Route Kaart Dilemma's en Oplossingen
 
Veranderen zonder onnodig gedoe
Veranderen zonder onnodig gedoeVeranderen zonder onnodig gedoe
Veranderen zonder onnodig gedoe
 
Studiedag jongerenwelzijn oplossingsgericht werken
Studiedag jongerenwelzijn oplossingsgericht werkenStudiedag jongerenwelzijn oplossingsgericht werken
Studiedag jongerenwelzijn oplossingsgericht werken
 
Methoden en technieken van organisatieadvies
Methoden en technieken van organisatieadvies Methoden en technieken van organisatieadvies
Methoden en technieken van organisatieadvies
 
Modelleerdoelen en keuzes_rm_hbo
Modelleerdoelen en keuzes_rm_hboModelleerdoelen en keuzes_rm_hbo
Modelleerdoelen en keuzes_rm_hbo
 
Onderzoeksmethoden in orthopedagogiek 1 (PAMA5163)
Onderzoeksmethoden in orthopedagogiek 1 (PAMA5163)Onderzoeksmethoden in orthopedagogiek 1 (PAMA5163)
Onderzoeksmethoden in orthopedagogiek 1 (PAMA5163)
 
Wat Is Onderzoek doen in scholen scholen, Jan Folkert Deinum
Wat Is Onderzoek doen in scholen scholen, Jan Folkert DeinumWat Is Onderzoek doen in scholen scholen, Jan Folkert Deinum
Wat Is Onderzoek doen in scholen scholen, Jan Folkert Deinum
 

More from studiumgenerale

Degrowth Federico Demaria 21 maart 2017
Degrowth Federico Demaria 21 maart 2017Degrowth Federico Demaria 21 maart 2017
Degrowth Federico Demaria 21 maart 2017studiumgenerale
 
Infosessie digitale bibliotheek in kader van masterproef
Infosessie digitale bibliotheek in kader van masterproefInfosessie digitale bibliotheek in kader van masterproef
Infosessie digitale bibliotheek in kader van masterproefstudiumgenerale
 
David Grossman - Zie: Liefde
David Grossman - Zie: LiefdeDavid Grossman - Zie: Liefde
David Grossman - Zie: Liefdestudiumgenerale
 
Els Snick - identiteit als overlevingsstrategie
Els Snick - identiteit als overlevingsstrategieEls Snick - identiteit als overlevingsstrategie
Els Snick - identiteit als overlevingsstrategiestudiumgenerale
 
Derrrick Gosselin - Toekomstmakers
Derrrick Gosselin - Toekomstmakers   Derrrick Gosselin - Toekomstmakers
Derrrick Gosselin - Toekomstmakers studiumgenerale
 
Introductieles 2014-2015
Introductieles 2014-2015Introductieles 2014-2015
Introductieles 2014-2015studiumgenerale
 
Powerpoint Petra Van Brabandt
Powerpoint Petra Van BrabandtPowerpoint Petra Van Brabandt
Powerpoint Petra Van Brabandtstudiumgenerale
 
Marli Huijer - Ritme schept de tijd.
Marli Huijer - Ritme schept de tijd.Marli Huijer - Ritme schept de tijd.
Marli Huijer - Ritme schept de tijd.studiumgenerale
 
Powerpoint Paul De Grauwe
Powerpoint Paul De Grauwe   Powerpoint Paul De Grauwe
Powerpoint Paul De Grauwe studiumgenerale
 
Presentatie Patrick Allegaert & Bart Marius outsiderkunst 06 maa 2013
Presentatie Patrick Allegaert & Bart Marius outsiderkunst 06 maa 2013Presentatie Patrick Allegaert & Bart Marius outsiderkunst 06 maa 2013
Presentatie Patrick Allegaert & Bart Marius outsiderkunst 06 maa 2013studiumgenerale
 
Powerpoint Ruut Veenhoven
Powerpoint Ruut VeenhovenPowerpoint Ruut Veenhoven
Powerpoint Ruut Veenhovenstudiumgenerale
 
Powerpoint Toon Vandevelde
Powerpoint Toon VandeveldePowerpoint Toon Vandevelde
Powerpoint Toon Vandeveldestudiumgenerale
 

More from studiumgenerale (20)

Degrowth Federico Demaria 21 maart 2017
Degrowth Federico Demaria 21 maart 2017Degrowth Federico Demaria 21 maart 2017
Degrowth Federico Demaria 21 maart 2017
 
Introductieles 2016
Introductieles 2016Introductieles 2016
Introductieles 2016
 
Portfolio 
Portfolio Portfolio 
Portfolio 
 
Mag ik ? - Tim Taveirne
Mag ik ? - Tim TaveirneMag ik ? - Tim Taveirne
Mag ik ? - Tim Taveirne
 
Infosessie digitale bibliotheek in kader van masterproef
Infosessie digitale bibliotheek in kader van masterproefInfosessie digitale bibliotheek in kader van masterproef
Infosessie digitale bibliotheek in kader van masterproef
 
David Grossman - Zie: Liefde
David Grossman - Zie: LiefdeDavid Grossman - Zie: Liefde
David Grossman - Zie: Liefde
 
Els Snick - identiteit als overlevingsstrategie
Els Snick - identiteit als overlevingsstrategieEls Snick - identiteit als overlevingsstrategie
Els Snick - identiteit als overlevingsstrategie
 
Introductieles 2015
Introductieles 2015Introductieles 2015
Introductieles 2015
 
Derrrick Gosselin - Toekomstmakers
Derrrick Gosselin - Toekomstmakers   Derrrick Gosselin - Toekomstmakers
Derrrick Gosselin - Toekomstmakers
 
Introductieles 2014-2015
Introductieles 2014-2015Introductieles 2014-2015
Introductieles 2014-2015
 
Powerpoint Petra Van Brabandt
Powerpoint Petra Van BrabandtPowerpoint Petra Van Brabandt
Powerpoint Petra Van Brabandt
 
Marli Huijer - Ritme schept de tijd.
Marli Huijer - Ritme schept de tijd.Marli Huijer - Ritme schept de tijd.
Marli Huijer - Ritme schept de tijd.
 
Debat 'slow science'
Debat 'slow science'Debat 'slow science'
Debat 'slow science'
 
Introductieles 2013
Introductieles 2013Introductieles 2013
Introductieles 2013
 
Powerpoint Mark Fisher
Powerpoint Mark FisherPowerpoint Mark Fisher
Powerpoint Mark Fisher
 
Powerpoint Paul De Grauwe
Powerpoint Paul De Grauwe   Powerpoint Paul De Grauwe
Powerpoint Paul De Grauwe
 
Presentatie Patrick Allegaert & Bart Marius outsiderkunst 06 maa 2013
Presentatie Patrick Allegaert & Bart Marius outsiderkunst 06 maa 2013Presentatie Patrick Allegaert & Bart Marius outsiderkunst 06 maa 2013
Presentatie Patrick Allegaert & Bart Marius outsiderkunst 06 maa 2013
 
Introductieles 2012
Introductieles 2012Introductieles 2012
Introductieles 2012
 
Powerpoint Ruut Veenhoven
Powerpoint Ruut VeenhovenPowerpoint Ruut Veenhoven
Powerpoint Ruut Veenhoven
 
Powerpoint Toon Vandevelde
Powerpoint Toon VandeveldePowerpoint Toon Vandevelde
Powerpoint Toon Vandevelde
 

De kunst van het overtuigen

  • 1. De kunst van het overtuigen Een toehoorder of een lezer overtuigen is een kwestie van de juiste aanpak kiezen. De Griekse redenaar Aristoteles wees er in zijn Ars Retorica reeds op dat argumentatie (logos) slechts één aspect vormt bij het overtuigen. Minstens even belangrijk zijn het gezag van de spreker/schrijver (ethos) en de emoties die de spreker/schrijver bij zijn (lees)publiek losmaakt (pathos). In een betoog wordt uitdrukkelijk een mening geventileerd. Het is dan ook de vraag in hoeverre deze mening geloofwaardig en gerechtvaardigd overkomt. Van doorslaggevend belang hierbij is de argumentatie. We zetten een aantal basisbegrippen op een rijtje • Feitenuitspraken: dit zijn uitspraken die in principe controleerbaar zijn, je kan vaststellen of ze waar of onwaar zijn. Het Europees Parlement heeft een strengere versie van de tabaksrichtlijn goedgekeurd. Er komen dus extra maatregelen om mensen en vooral jongeren van de sigaretten weg te houden. Sommige feitenuitspraken zijn moeilijk te controleren, maar dat betekent niet dat we er ons geen oordeel over kunnen vormen. We kunnen nagaan of ze geloofwaardig zijn in het licht van wat we wel weten. • Meningen: dit zijn uitspraken die een persoonlijke opvatting weergeven, waarmee iemand anders het eens of oneens kan zijn. Zo’n opvatting houdt een waardeoordeel in. Het valt niet objectief vast te stellen of de uitspraak klopt, ze geeft eerder uiting aan een ‘buikgevoel’. De nieuwe belastingvoorstellen van de regering zijn onrechtvaardig. In theorie zijn feitenuitspraken en meningen duidelijk van elkaar te onderscheiden: feitenuitspraken zijn objectief te controleren en meningen blijven vatbaar voor discussie. Maar in de praktijk komen combinaties van beide vaak voor. Jammer genoeg was september een van de slechtste maanden ooit voor het noordpoolijs. Feitenuitspraken en meningen zijn beide beweringen: de spreker of schrijver beweert iets over de werkelijkheid. Maar er bestaan ook nog andere uitspraken over de werkelijkheid zoals waarschuwingen, adviezen, vragen, bevelen, enz. Bij dergelijke uitspraken gaat het er niet om of ze waar zijn of niet, noch of je het er mee eens bent of niet. De vraag is hier of ze al dan niet op hun plaats zijn. Dreigt er reëel gevaar? Is degene die geadviseerd wordt echt geholpen met het advies? Zal de belofte echt worden ingelost? Enz.
  • 2. • Argumenten: Een argument is een element, een bouwsteen in een betoog (=redenering om iets te bewijzen), het kan een feit of een mening zijn, eveneens onderbouwd door bijkomende argumenten. Aan het begin van de argumentatie, of aan het eind ervan staat een stelling (=bewering die we als waar willen zien aangenomen), een standpunt of een conclusie. De kwaliteit van de argumentatie hangt af van de context waarin ze plaatsvindt. Ze moeten juist/aannemelijk zijn en relevant voor de conclusie. Hierbij kan men kiezen voor verdieping van de argumentatie, waarbij elk argument zelf weer ondersteund moet worden door een ander argument. Verdieping betekent dat je de kwaliteit van het argument versterkt. Verhuizen op korte termijn is niet nodig. Onze huidige huisvesting biedt voldoende mogelijkheden. We kunnen de ruimte bijvoorbeeld efficiënter benutten. We kunnen de kamers opnieuw indelen. Maar je kan ook kiezen voor verbreding van de argumentatie waarbij je meerdere argumenten geeft ter ondersteuning van een bewering. Windows is voor ons de ideale werkomgeving. Windows vergemakkelijkt het grafisch werk dat de redacteur doet. Werken onder Windows biedt bovendien gebruiksgemak en de programma’s krijg je snel onder de knie. Soorten argumentatie 1. Argumentatie op basis van regelmaat Veel redeneringen zijn gebaseerd op het gegeven (of de veronderstelling) dat bepaalde verschijnselen met een zekere regelmaat terugkeren. a) Deductie De argumentatie gaat uit van een algemene stelling die men vervolgens met argumenten probeert te ondersteunen. Eén van de fundamentele vraagstukken en uitdagingen voor onze samenleving betreft de activering van onze werklozen. Zo lanceerde Open Vld-senator Rik Daems onlangs het voorstel om langdurig werklozen één dag per week gemeenschapswerk te laten verrichten. Wie niet werken wil, zal ook niet eten. Op dat principe is onze maatschappij nu eenmaal gebouwd. Deductie is een sterke redeneervorm, op voorwaarde natuurlijk dat de algemene stelling op zich aanvaardbaar en algemeen geldig is. b) Inductie Uit een aantal specifieke gevallen of voorbeelden wordt een algemene regel afgeleid. Hierbij moeten we ons natuurlijk afvragen of het aantal voorbeelden wel volstaat om de conclusie te rechtvaardigen, of ze representatief zijn voor de situaties waarop de conclusie betrekking heeft, of de meest voor de hand liggende uitzonderingen verantwoord zijn en of de conclusie voldoende genuanceerd geformuleerd is.
  • 3. c) Vergelijking Vergelijking met een andere situatie of een ander verschijnsel is een veel gebruikte manier om een uitspraak te ondersteunen. Men laat zien (of men gaat er stilzwijgend van uit) dat twee verschijnselen zoveel met elkaar gemeen hebben, dat ze ook de eigenschap die in de conclusie voorkomt gemeen zullen hebben. Wat in het ene geval geldt, zal ook in het andere geval gelden. Cruciaal hierbij is uiteraard of de vergelijking terecht is. d) Verzonnen voorbeeld Als de discussie te abstract dreigt te worden kan een concreet voorbeeld verhelderend werken. Men construeert een hypothetisch geval en gebruikt dat om de algemene stelling te verduidelijken en te rechtvaardigen. Hierbij is het belangrijk dat het geschetste geval geloofwaardig is en representatief. e) Causaliteit Het ene verschijnsel wordt gezien als oorzaak, het andere als gevolg. Hierbij kan het gaan om een voorspelling: men constateert dat een oorzaak aanwezig is, en men voorspelt op grond daarvan dat het gevolg zal optreden. De hypotheekrente is de laatste maanden flink gedaald (oorzaak) dus de woningmarkt zal wel weer gaan aantrekken (gevolg). Hierbij is het de vraag of soortgelijke oorzaken in het verleden altijd tot soortgelijke gevolgen hebben geleid, of er nog andere voorwaarden vereist zijn om dergelijk gevolg te laten optreden en of in specifieke omstandigheden het gevolg achterwege zou kunnen blijven. Het kan ook gaan om een verklaring: men redeneert niet van oorzaak naar (verwacht) gevolg maar van gevolg naar (veronderstelde) oorzaak. Men constateert een bepaald verschijnsel en concludeert daaruit dat de oorzaak is opgetreden. Belangrijke vraag hierbij is uiteraard of het geconstateerde verschijnsel ook nog andere oorzaken kent. Het aantal studenten aan de VUB is in de jaren tachtig aanzienlijk toegenomen. Daaruit blijkt dat de aanwezigheid van een campus voor de huisvesting van studenten een goede zaak is. 2. Pragmatische argumentatie De argumentatie verantwoordt bepaalde maatregelen, handelingen of adviezen. a) Doel-middel-argumentatie
  • 4. Wil men een bepaald doel bereiken dan is het verstandig maatregelen te nemen die tot dat doel leiden. Zulke maatregelen noemt men middelen. Hierbij moet men zich afvragen of het gestelde doel wel wenselijk is, of het middel wel degelijk tot het gestelde doel leidt, of het middel ongewenste neveneffecten kan hebben (en zo ja of de voordelen opwegen tegen de nadelen), of het middel praktisch uitvoerbaar is, of er betere alternatieven bestaan, en of het ethisch toelaatbaar is. b) Dilemma Er zijn maar twee mogelijkheden, A of B. Als A niet van toepassing, niet gewenst of onmogelijk is, blijft alleen maar B over. De vraag is natuurlijk of er echt geen derde mogelijkheid bestaat en of beide mogelijkheden elkaar uitsluiten. Als ons bedrijf niet inkrimpt, zal het op korte termijn de boeken moeten neerleggen. c) Afweging van voor- en nadelen De voorstanders baseren zich op een redenering waarin aannemelijk gemaakt wordt dat de voordelen zwaarder doorwegen dan de nadelen, de tegenstanders proberen aan te tonen dat de afweging naar de andere kant moet doorslaan. Meestal gaat het om complexe redeneringen waarin allerlei argumentatieschema’s verwerkt zijn. Hierbij is belangrijk te streven naar volledigheid. 3. Argumentatie op basis van autoriteit a) Beroep op een autoriteit Soms citeert men iemand of voert men iemand ten tonele die garant moet staan voor de kwaliteit van de uitspraak. Ook verwijzingen naar (al dan niet) wetenschappelijke bronnen en publicaties behoren hiertoe. Belangrijk hierbij is na te gaan of de bron betrouwbaar/geloofwaardig is, of de autoriteit recht van spreken heeft over het specifieke onderwerp en of de autoriteit correct wordt aangehaald. b) Aanval op de autoriteit Men probeert het eigen inzicht scherper te verdedigen door zich af te zetten tegen inzichten en uitspraken van anderen. Men probeert te bewijzen dat de geciteerde autoriteit ongeloofwaardig of onbetrouwbaar is en dat diens uitspraken onjuist zijn, tegenstrijdig, lacunes vertonen, enz.
  • 5. Deze indeling komt uit Leren communiceren van M. Steehouder e.a. (Wolters-Noordhoff)
  • 6. Deze indeling komt uit Leren communiceren van M. Steehouder e.a. (Wolters-Noordhoff)