1. ONTWIKKELINGEN BINNEN
ZORG EN WELZIJN
“GEEN VORIGE OORLOG
LEREN WINNEN”

2. Maatschappelijke ontwikkelingen
 Geen sprake meer van recht op zorg (gemeente
heeft wel plicht te compenseren wat niet meer
kan)
 Groeiende zorgvraag oplossen door
arbeidsbesparing
 Meer multi-problematiek en meer multi-morbiditeit
 Transitie amwb naar wmo
 Participatiewet (WWB, WSW, deel “wajong”-
populatie)
 Beleidsnota Welzijn Nieuwe Stijl

3. WE LEVEN NIET IN EEN
TIJDPERK VAN VERANDERING,
MAAR IN EEN VERANDERING
VAN TIJDPERK

4. 2 werelden tegelijkertijd
Exponentiële wereld
Lineaire wereld

6. Generatiewaarden
 Transparantie, integriteit, autonomie
 Willen creëren
 Welke waarde wordt toegevoegd
 Deel je passie, verhaal, beleving
 Laat zien wat je doet !

7. Economie
Functies en procedures zijn te log
Adaptief
Innovatie
Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen

8. Vloeibare structuur
Verhoging taakvolwassenheid
Netwerk-economie
Loslaten van functiedomein
en organisatie

9. Concreet
3e lijn Specialistische GGZ (zeer complex en co-morbiditeit)
2e lijn GGZ-ondersteuning (invliegen van ondersteuning)
1e lijn POH
“bij klant thuis”
Zorgmanagement
Zelfzorg (zorgen DAT ipv zorgen VOOR)
Empowerment (wat kan WEL)0
Gevolgen arbeidsproces
Verdringing HBO door MBO
Parttime, tijdelijk, minder binnen kerndomein
Intersectoraal en inter-professioneel samenwerken
Bijstelling beroepshouding / andere kerncompetenties
Innovatieve en adaptieve houding
Kostenbewust/doel- en resultaatgerichtheid
E-hulpverlening

10. Doelen
 preventie voor curatie
 leefstijl
 stappenplan: eerst eigen netwerk klant,
vrijwillige inzet, voorzieningen en activiteiten,
als laatste naar professionals (lokaal – wijk -
boven regionaal)
 opheffen verbrokkelde enkelvoudige
benadering (integraliteit)

11. Werkondernemers-competenties
 (innovatieve) Samenwerken (intersectoraal en interprofessioneel)
 Het vermogen om Informatie- & Communicatietechnologie
gebruiken.
 E-hulpverlening (e-consults, e-coaching, e-communicatie)
 Bewustzijn van kosten en doelen
 Knopen kunnen doorhakken
 Zicht en kennis van competenties van andere professionals
 Flexibiliteit en adaptief vermogen
 Stimuleren zelfregie (wat kan WEL)
 Pro-activiteit
 Netwerken
 Begeleiden van zelfzorg en zelfmanagement (info,
kiezen,voorwaarden, doel)
 Vraag achter de vraag ontdekken

12. Netwerksamenleving

13. Netwerken

14. Trends vanuit maatschappij
vanuit werkgevers oogpunt gezien
 Klinkende keuzes (crowdsourcing, klant wil
toegankelijkheid in bedrijf(svoering) en flexibliteit van
product
 Veel samenwerking tussen (kleinere) partijen
 Transparantie is niet langer een keuze maar wordt een
Fact of Life
 #IWIN (I Want it now)
 Do It Together (samen, samen samen, innoveren, je
hoeft geen allrounder te zijn, netwerken netwerken
netwerken (crowdsourcing)

15. Trends vanuit maatschappij
vervolg
Voel het verschil
 Het onderscheidende karakter komt te liggen in
beleving, ervaring of associatie die het product
meeneemt
 Wel kwaliteit, voor een eerlijke prijs (menselijke maat)
 Verhaal dus achter het aanbod (waar komt het product
vandaan? Hoe is het geproduceerd?
 Verschil moet VOELBAAR zijn, past het bij de identiteit
van de consument ? Identiteit van de klant te
achterhalen via crowdsourcing