SlideShare a Scribd company logo
1 of 8
Download to read offline
Aanvullend pensioen voor contractuele
ambtenaren
Wat zijn de opties?
Bent u er al uit hoe u het aanvullend pensioen voor uw niet-benoemde
ambtenaren gaat opbouwen? Kiest u voor een pensioensysteem met vaste
bijdragen of met vaste prestaties? Weet u wat de kostprijs is van dat plan?
Een goed aanvullend pensioenplan is belangrijk, uiteraard voor uw niet-benoemde
medewerkers maar eveneens voor uw organisatie. Met een degelijk
financieringsplan kent u de kostprijs van zo’n pensioensysteem en heeft u een klare
kijk op de toekomstige pensioenlast. Verder zorgt een professioneel beheer en
opvolging voor een goed begrip en algemene appreciatie. De juiste keuze maken,
is daarom cruciaal!
Wilt u voor u beslist graag deskundig advies? Of zoekt u hulp bij de opbouw
en het beheer van uw aanvullend pensioenplan? Neem contact op met Saskia
Lommelen (tel. 02 674 89 16, saskia.lommelen@mercer.com) of met Marc Dohet
(tel. 02 674 89 32, marc.dohet@mercer.com).
Het aanvullend pensioen voor contractuele
ambtenaren. Wat zijn de opties?
Op donderdag 22 april 2010 organiseerde Mercer een conferentie over het
aanvullend pensioen voor contractuele ambtenaren. De ongelijkheid tussen de
wettelijke pensioenuitkering van een benoemde en een niet-benoemde ambtenaar
is op dit ogenblik een actueel thema. De overheid wil die ongelijke situatie
rechttrekken en biedt de openbare sector verschillende mogelijkheden om het
probleem op te lossen.
Hieronder geven we u een samenvatting van de conferentie en meteen ook een
schets van de huidige stand van zaken.
Het aanvullend pensioen vandaag
Het Belgische pensioenstelsel steunt vandaag op drie pijlers. De eerste pijler is het
wettelijk pensioen, voorzien door de overheid. De tweede pijler, het aanvullend
bedrijfspensioen, wordt voorzien door de werkgevers en de bedrijfssectoren. De
derde pijler is het aanvullend individueel pensioenplan, dat iedere werknemer zelf
kan afsluiten.
Repartitie
Overheid
Wettelijk pensioen
-Loontrekkende
-Zelfstandige
-Ambtenaar
Werkgever/sector
Aanvullend
bedrijfs-
pensioenplan
Kapitalisatie
groepsverzekering,
OFP
Aanvullend
individueel
pensioenplan
Individu
Kapitalisatie
pensioensparen, individuele
levensverzekering
1ste pijler 2de pijler 3de pijler
Krijgt u graag een degelijk
advies?
Zoekt u hulp bij de opbouw
en het beheer van een
aanvullend pensioenplan
voor uw medewerkers?
Neem contact op met:
Saskia Lommelen
+32 2 674 89 16
saskia.lommelen@mercer.com
Marc Dohet
+32 2 674 89 32
marc.dohet@mercer.com
De eerste, wettelijke pijler wordt gefinancierd door het repartitiesysteem (de
werkenden voorzien in het pensioen van de gepensioneerden). De tweede en de
derde pijler worden meestal gefinancierd door een kapitalisatiesysteem
(kapitaalopbouw).
1
In een kapitalisatiesysteem (tweede en derde pijler) kunt u uw pensioen op
drie manieren opbouwen. Er zijn daarbij drie elementen van groot belang:
De prestatie (de maandelijkse uitkering die u tijdens uw pensioen
ontvangt)
De bijdrage (het maandelijks bedrag dat u tijdens uw carrière afdraagt
voor uw pensioen)
Het rendement (de financiële opbrengst van uw maandelijkse bijdrage).
Prestaties Rendement
Bijdragen
De drie verschillende plannen waarmee een werkgever voor zijn werknemers
een pensioen kan opbouwen zijn:
Een pensioenplan met vaste prestaties
Een pensioenplan met vaste bijdragen
Een pensioenplan met een vaste intrest
Afhankelijk van het gekozen plan verandert de onderlinge verhouding tussen
de drie componenten (prestatie, bijdrage en rendement):
In een plan met vaste prestaties krijgt u, eens u gepensioneerd bent, een
vaste pensioenuitkering. Het pensioenbedrag dat u zult krijgen, ligt vast en
is gekend (bijvoorbeeld 70% van uw laatste loon). Om dat bedrag te
kunnen garanderen, spelen uw maandelijkse bijdragen en het rendement
een grote rol. Hoe groot ze elk moeten zijn om die vaste prestatie aan het
einde van uw carrière te garanderen, weet men niet op voorhand.
Bovendien kan dat cijfer wijzigen. Is het financieel rendement op een
bepaald ogenblik groot, dan moet u een minder grote bijdrage storten en
omgekeerd.
In een plan met vaste bijdragen ligt de bijdrage die u levert vast
(bijvoorbeeld maandelijks 1% van uw salaris). Daardoor is de uiteindelijke
prestatie die u tijdens uw pensioen zult ontvangen, niet gekend. Dat komt
omdat die prestatie afhangt van het financiële rendement op die vaste
bijdragen. Dat rendement varieert in de tijd.
Bij een plan met vaste intresten liggen zowel de prestatie, de bijdrage als
het rendement vast. Het plan is gebaseerd op een notionele (fictieve)
bijdrage (de effectieve bijdrage zal variëren, zoals in een plan met vaste
prestaties).
Voor de eerste pijler stellen we een groot verschil vast tussen het wettelijk
pensioen van een statutair ambtenaar en het wettelijk pensioen van een
gewone loontrekkende. Volgens het Groenboek, gepubliceerd door het kabinet
van het ministerie van Pensioenen is de vervangingsratio voor een salaris van
een statutair ambtenaar 64%. Dat voor een salaris van een contractueel
loontrekkende is 52%. Anders gezegd, het wettelijk pensioen van een statutair
ambtenaar is 64% van zijn laatste loon. Het wettelijk pensioen van een
loontrekkende is slechts 52% van zijn laatste loon. Een niet-benoemde
ambtenaar wordt in ons pensioenstelsel beschouwd als een gewone
loontrekkende.
2
“In een
kapitalisatiesysteem
zijn drie elementen
van groot belang bij
de opbouw van uw
pensioen:
de prestatie
de bijdrage
het rendement”
“Afhankelijk van het
gekozen plan
verandert de
onderlinge
verhouding tussen
de drie
componenten
(prestatie, bijdrage
en rendement)”
2
Hoe zijn de aanvullende pensioenen gefinancierd?
Omdat de eerste pijler vaak niet volstaat om de welvaart van de
gepensioneerde werknemers te garanderen, voorzien bedrijven in de
privésector vaak een aanvullend pensioenplan (tweede pijler) voor hun
medewerkers. De openbare sector heeft ook de mogelijkheid om zo‘n
aanvullend pensioenplan voor haar niet-benoemde ambtenaren op te bouwen,
maar doet dat tot nu toe nauwelijks.
Zo’n pensioenplan kan op verschillende manieren gefinancierd worden.
Repartitie of kapitalisatie
Een aanvullend pensioenplan kan op twee manieren gefinancierd worden:
Via een repartitiesysteem (openbare sector)
Via kapitalisatie (privésector en openbare sector)
De openbare sector mag voor de financiering van de tweede pijler bij wet
gebruik maken van het repartitiesysteem. Het financiële rendement speelt dan
geen enkele rol, tenzij er een interne provisie werd aangelegd. Is er geen
provisie voorzien, dan worden de pensioenen uitbetaald met het jaarlijks
budget. Is er wel een provisie aangelegd, dan kan de openbare instelling de
pensioenen daarmee uitbetalen.
Het beheer van de provisie kan uitbesteed worden aan een vzw of aan een
verzekeraar. Een pensioenplan op basis van zo’n interne provisie, valt niet
onder de controle van de Commissie voor het Bank-, Financie- en
Assurantiewezen (CBFA). Kiest de publieke sector om zijn aanvullend
pensioenplan te laten financieren via een verzekeraar of via een instelling voor
bedrijfspensioenvoorziening (IBP - dat is het vroegere pensioenfonds), dan
valt het plan wel onder de strenge controle van de CBFA.
Werkgevers in de privésector zijn bij wet verplicht om de financiering van hun
aanvullend pensioenplan door kapitalisatie uit te besteden. Dat kan door
beroep te doen op een verzekeraar (groepsverzekering) of een IPB.
Privéwerkgevers vallen daardoor automatisch onder de controle van de CBFA.
Einde 2008 bedroeg de totaal aangelegde reserve voor de uitbetaling van de
aanvullende pensioenen 50 765 miljard euro. De totale bijdrage die dat jaar
gestort werd, bedroeg 5 698 miljard euro. Ongeveer 25% van de totale reserve
en de jaarlijkse bijdragen gaat naar IBP’s. 75% van de bedragen wordt
beheerd door groepsverzekeringen.
IBP
Een IBP is een wettelijke entiteit met een eigen hoedanigheid
Ze heeft de financiering en het beheer van de pensioenen als enige taak
Een IBP valt onder de prudentiële controle van de CBFA
Ze heeft een specifiek fiscaal statuut
Een IBP wordt gecontroleerd door de Algemene Vergadering
Het dagelijks bestuur is in handen van een Raad van Bestuur
Paritaire samenstelling van de Raad van Bestuur is mogelijk
Uitbesteding operationele taken aan derden kan
Flexibel en transparant
Volgens de statistieken van de Belgische Vereniging van Pensioeninstellingen
(BVPI) hebben de pensioenfondsen hun activa altijd voorzichtig beheerd. De
laatste 20 jaar hebben ze een nominaal gemiddeld rendement (inclusief
inflatie) van 5,98% per jaar behaald. Op een periode van 25 jaar bedroeg dat
gemiddelde rendement 6,81%.
3
“Een pensioenplan
op basis van een
interne provisie valt
niet onder de
controle van de
CBFA.”
“Kiest de publieke
sector om zijn
aanvullend
pensioenplan te
financieren via een
verzekeraar of IBP,
dan valt het plan wél
onder de strenge
controle van de
CBFA.”
Groepsverzekering
Het alternatief voor het beheer door een IBP is de groepsverzekering. Die oplossing gaat uit van een
contractuele verbintenis tussen de verzekeraar, de werkgever en de verzekerde (werknemer).
Voor de financiering van de pensioenen via een groepsverzekering zijn er twee mogelijkheden.
Een tak 21 groepsverzekering waarborgt op elk ogenblik de inleg en voorziet een vast rendement.
Bij een tak 23 groepsverzekering is er geen garantie over het rendement.
Vandaag de dag zijn meer dan 95% van de groepsverzekeringen van het type tak 21.
Een aanvullende groepsverzekering kan individueel gefinancierd worden (via een individuele polis per
werknemer, dit is de meest voorkomende vorm). Een andere mogelijkheid is de collectieve financiering
(via een financieringsfonds).
Een aanvullend pensioen via een verzekeraar biedt u 5 garanties:
De waarde van uw beleggingsportefeuille is op elk ogenblik minstens gelijk aan de verplichtingen van
de verzekeraar.
De verzekeraar moet een kapitaalbuffer (solvabiliteitsmarge) voorzien als extra veiligheid.
Verzekeraars investeren hun portefeuille volgens drie principes: veiligheid, spreiding van het risico en
liquiditeit. Omwille van de tariefgarantie wordt een groot deel belegd in vastrentende activa.
Aanspraken van verzekerden en begunstigden hebben voorrang op aanspraken van andere
schuldeisers.
Verzekeraars moeten een aantal, bij wet vastgelegde, controlemechanismen respecteren.
De laatste 20 jaar hebben groepsverzekeraars een nominaal rendement van gemiddeld 5,80% (inclusief
inflatie) per jaar gerealiseerd.
Wetsvoorstel met betrekking tot de aanvullende pensioenen voor contractuele
medewerkers in overheidsdiensten
(voorontwerp van 22 april 2010)
Het federaal ministerie van Pensioenen werkt al geruime tijd aan een voorstel over de aanvullende
pensioenen voor contractuele medewerkers in overheidsdiensten. De bedoeling is om contractuele
ambtenaren naast hun wettelijk pensioen (pijler 1) ook een aanvullend pensioen te geven. Op die manier
verkleint het verschil tussen het pensioen van een contractuele medewerker en het pensioen van een
benoemde ambtenaar.
Voorontwerp van 22 april 2010
Het voorstel geeft ruimte aan het sociaal overleg dat op verschillende niveaus plaatsvindt en dat afhangt
van de situatie van de werkgever:
Werkgever Sociaal overlegorgaan
Federale werkgever: comité B
Andere sectoren (gemeenschappen en gewesten, …): betrokken comité
Lokale werkgever (gemeente, OCMW, intercommunale, …) elke werkgever zelf
Op elk niveau wordt de organisator en het soort overeenkomst gekozen. Er wordt ook beslist hoever men
wil gaan om het verschil te verkleinen. Op basis van die drie factoren kiest de openbare overheid:
Het basisplan (vaste bijdrage, vaste prestatie) en de berekeningswijze (vaste prestatie -parameters
voor de berekening van het pensioen, vaste bijdrage – percentage van de bijdrage)
De financieringswijze: repartitie of kapitalisatie (geen individuele kapitalisatie)
Het financieringsmiddel: verzekeringscontract, IBP of repartitie
Elke niveau beslist zelf het ritme waarmee de ongelijkheid tussen het pensioen van een statutair
ambtenaar en een contractuele ambtenaar wordt weggewerkt. In een systeem van vaste bijdragen kan het
gaan om een progressieve stijging van de bijdrage. In het systeem van vaste prestaties gaat het om een
progressieve stijging van de vervangingsratio.
4
Als hulpmiddel bij die keuze ontwikkelde het kabinet de ‘1 voor 10’-regel.
Volgens die regel doet een bijdrage van ongeveer 1% van het salaris het
verschil tussen het pensioen van een statutair ambtenaar en dat van een
contractuele medewerker met 10% verkleinen.
Iedere werknemer heeft volgens de wet recht op een aanvullend pensioen,
ook werknemers in de openbare sector.
De nood aan een aanvullend pensioen voor benoemde ambtenaren blijft klein.
Openbare instellingen mogen het bij wet wel voorzien.
Voor niet-benoemde medewerkers in overheidsdiensten is de nood aan een
aanvullend pensioen groot. Er is namelijk een aanzienlijk verschil tussen het
statutair pensioen van benoemde ambtenaren en het wettelijk loontrekkend
pensioen van contractuele ambtenaren. Het aanvullend pensioen zal voor
contractuele ambtenaren een aanvulling zijn op het wettelijk pensioen. Het zal
het wettelijk pensioen niet vervangen.
Voor iedereen gelden dezelfde regels over de opbouw van zo‘n pensioen,
uitgezonderd de openbare sector. Openbare overheden zullen hun aanvullend
pensioenplan mogen financieren via het repartitiesysteem. De andere
werkgevers moeten verplicht gebruik maken van het kapitalisatiesysteem.
De opbouw van een aanvullend pensioenplan via kapitalisatie geniet de
voorkeur (als er geen verplicht nationaal stelsel is). Men voorziet wel best een
lange overgangsperiode, want kapitalisatie is een traag proces.
Er staan nog twee zaken ter discussie:
Moeten de aanvullende pensioenrechten bij een late benoeming
behouden blijven of moeten ze vervallen?
Hoe voert men best sectorale stelsels in bij de overheid?
Verder moet men, omwille van de algemene pensioenproblematiek en de
vergrijzing, de uitkering van een rente stimuleren, en niet de uitkering van een
kapitaal. Zo blijft elke gepensioneerde tot aan zijn overlijden verzekerd van
een inkomen.
Omwille van de vergrijzing moeten ambtenaren ook gestimuleerd worden om
langer te werken (werknemers moeten een duidelijk hoger pensioen krijgen als
ze tot na 60 jaar werken).
In heel de discussie over het aanvullend pensioen voor niet-benoemde
ambtenaren, mogen we één ding echter niet vergeten: voor een werknemer is
de pensioenuitkering zelf het belangrijkst, niet de financieringswijze. Bij een
latere vaste benoeming (met terugwerkende kracht) moet men daarom het
fenomeen van dubbel pensioen vermijden.
Heeft in een bepaalde situatie een werknemer geen toegang tot aanvullend
pensioen via het bedrijf/de sector, dan moet men er ook voor zorgen dat hij
toegang krijgt tot het individueel aanvullend pensioen (derde pijler). De
werkgever moet hem daarbij verplicht steunen.
“Voor VVP en VVGS
is het belangrijk dat
de financiering van
het aanvullend
pensioen in de hand
gehouden wordt.
Daarom zijn ze
voorstander van een
kapitalisatiesysteem
dat onder controle
van de CBFA valt.”
5
De verschillende standpunten op een rij
Over dit wetsvoorstel en over de pensioenproblematiek bestaan verschillende standpunten.
Hieronder een beknopt verslag van de visies van VVP, VVSG, RSZPPO en APW.
Deelnemers aan de discussie:
Jos Geuens, gewezen voorzitter, Vereniging van Vlaamse Provincies (VVP)
Mark Suykens, Directeur, Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG)
Philippe Nys, adjunct administrateur-generaal, Rijksdienst voor sociale zekerheid van de
provinciale en plaatselijke overheidsdiensten (RSZPPO)
Bruno de Viron, raadsman, Association des Provinces wallones (APW)
Vaste benoeming
Met de huidige wetgeving kan een benoemde ambtenaar bij zijn pensioen genieten van een dubbel
voordeel. Het wetsvoorstel bevestigt immers de stelling dat een benoemde ambtenaar een statutair
pensioen moet krijgen voor zijn hele carrière. Ook de jaren die hij als niet-benoemde medewerker bij
een andere publieke instelling heeft gewerkt, tellen mee. Zo zal een ambtenaar, zolang hij niet
benoemd is, enerzijds rechten kunnen opbouwen in het aanvullend pensioenplan. Anderzijds zullen
zijn jaren als contractueel ambtenaar bij zijn vaste benoeming meetellen voor zijn statutair pensioen.
Anders gezegd, zijn jaren als contractueel medewerker tellen tweemaal mee bij vaste benoeming.
Alle partijen zijn het er over eens dat voor het dubbel voordeel een betere oplossing moet komen.
Over hoe die oplossing eruit moet zien, denkt iedereen anders.
Volgens VVSG is de wetgeving niet neutraal ten aanzien van het statutair of het contractueel
statuut. Voor hen mag men de jaren als contractuele ambtenaar niet meetellen in het statutair
pensioen. Op die manier kunnen de budgettaire consequenties van een vaste benoeming op het
einde van de loopbaan vermeden worden.
Volgens RSZPPO heeft het statutaire pensioenstelsel een financieringsprobleem. Daarom moeten
volgens hen de al aangelegde reserves voor het aanvullend pensioen van een niet-benoemde
medewerker bij de benoeming benut worden om de pensioenbijdragen te regulariseren (geheel of
gedeeltelijk) die in het publiek stelsel betaald hadden moeten worden indien de ambtenaar was
aangesteld als statutair in plaats van contractueel ambtenaar.
Voor VVP moet een openbaar bestuur zelf instaan voor de financiële gevolgen van een vaste
benoeming aan het einde van de loopbaan. Bijvoorbeeld door een regularisatiebijdrage te betalen.
Voor APW moeten de wettelijke bepalingen de vaste benoeming en daarmee het uitkeren van een
statutair pensioen stimuleren. De financiële oplossing die daarmee gepaard gaat, moet wel
aanvaardbaar blijven.
Financiering
Zowel VVP als VVSG vinden dat er op dit ogenblik al een wettelijk kader voor aanvullende
pensioenen bestaat. Ze verwijzen daarbij naar de sociale en de prudentiële wetgeving, van
toepassing in de privésector. Met enkele aanpassingen kan die wetgeving volgens hen dienen als
basis voor de wet op de aanvullende pensioenen voor niet-benoemde ambtenaren.
Voor VVP en VVGS is het belangrijk dat de financiering van het aanvullend pensioen in de hand
gehouden wordt. Daarom zijn ze voorstander van een kapitalisatiesysteem dat onder controle van
de CBFA valt.
6
CBFA valt.
“…het is van
cruciaal belang dat
u op voorhand de
juiste kostprijs van
dat plan kent.“
RSZPPO en APW vinden dat de publieke sector voor de financiering van het aanvullend
pensioenplan vrij moet kunnen kiezen tussen het repartitiesysteem en het
kapitalisatiesysteem. RSZPPO gaat er daarbij van uit dat een openbaar bestuur niet failliet
kan gaan.
Rente of kapitaal
Alle partijen zijn het erover eens dat de aanvullende pensioenuitkering via een rente moet
gebeuren. Omdat het aanvullend pensioen voor contractuele medewerkers pas bestaat,
kan dit tot heel lage rentes leiden voor personen die binnenkort op pensioen gaan. Maar
het gaat om een startsituatie.
RSZPPO wijst ook op het belang van de uitkering van een rente in plaats van de uitkering
van een kapitaal. Gelijkheid met een benoemde ambtenaar is belangrijk. Een statutair
ambtenaar krijgt bij zijn pensioen ook een maandelijkse rente uitgekeerd. Keert men
bovendien een kapitaal uit, dan kan de cumulregel niet meer toegepast worden. Dat moet
men volgens RSZPPO vermijden.
Conclusie
Een degelijk pensioenplan is van belang voor de welvaart en het welzijn van onze
gepensioneerde werknemers en ambtenaren.
Het wettelijk pensioen zal in het Belgische pensioenstelsel altijd van groot belang blijven.
Om het verschil tussen de wettelijke pensioenuitkering van een benoemde ambtenaar en
van een niet-benoemde ambtenaar te verkleinen, is er voor de contractuele ambtenaren
een aanvullend pensioenplan nodig. Over hoe zo’n aanvullend pensioenplan opgebouwd
wordt, heeft de federale overheid een wetsvoorstel klaar. Op basis van het huidige
voorstel kan de openbare sector een aantal keuzes maken. Over die oplossingen
bestaan verschillende standpunten, zowel voor als tegen.
Welke keuze u ook maakt voor de opbouw van het aanvullend pensioen van uw niet-
benoemde medewerkers, het is van cruciaal belang dat u op voorhand de juiste
kostprijs van dat plan kent.
U mag de kosten voor een aanvullend pensioenplan niet doorschuiven naar de
toekomst of te zwaar laten wegen op de publieke financiën. Daarom is een gezond
en degelijk financieringsplan onmisbaar. Het voorkomt onaangename verrassingen voor
u en het verzekert de oude dag van uw contractuele medewerkers.
Mercer is een gereputeerd adviesbureau, gespecialiseerd in voordeelplannen voor
werknemers en in beloningsadvies. Met betrekking tot pensioenbeleid heeft Mercer de
afgelopen jaren een specifieke expertise verworven in het adviseren van openbare
instellingen.
Copyright 2010 Mercer
All rights reserved

More Related Content

What's hot

Financiële risico’s participatiewet
Financiële risico’s participatiewetFinanciële risico’s participatiewet
Financiële risico’s participatiewetRoel Palmaers
 
Vragen over je pensioen?
Vragen over je pensioen?Vragen over je pensioen?
Vragen over je pensioen?Dirk Lagast
 
Aanvullend pensioen dreigt miljardenstrop te worden voor werkgevers pensioe...
Aanvullend pensioen dreigt miljardenstrop te worden voor werkgevers   pensioe...Aanvullend pensioen dreigt miljardenstrop te worden voor werkgevers   pensioe...
Aanvullend pensioen dreigt miljardenstrop te worden voor werkgevers pensioe...Mathias Loose
 
20150921 pensioenopbouw-loondispensatie
20150921 pensioenopbouw-loondispensatie20150921 pensioenopbouw-loondispensatie
20150921 pensioenopbouw-loondispensatieCNV Vakcentrale
 
whitepaper-verzekeren
whitepaper-verzekerenwhitepaper-verzekeren
whitepaper-verzekerenPatrick Degen
 
B360 20110905-gw-nieuwsbrief lonen aug 2011 nr10
B360 20110905-gw-nieuwsbrief lonen aug 2011 nr10B360 20110905-gw-nieuwsbrief lonen aug 2011 nr10
B360 20110905-gw-nieuwsbrief lonen aug 2011 nr10Buro360
 
Sociale (on)zekerheid in België (2012)
Sociale (on)zekerheid in België (2012)Sociale (on)zekerheid in België (2012)
Sociale (on)zekerheid in België (2012)Bram Vandamme
 
Brochure Philips Pensioenfonds
Brochure Philips PensioenfondsBrochure Philips Pensioenfonds
Brochure Philips PensioenfondsMJ_Fotografie
 
2015Q1 APF - Magazine Pensioen
2015Q1 APF - Magazine Pensioen2015Q1 APF - Magazine Pensioen
2015Q1 APF - Magazine PensioenJohn Smolenaers
 
Web vanelderen nwsbrf_inkomens- en vermogensplanning
Web vanelderen nwsbrf_inkomens- en vermogensplanningWeb vanelderen nwsbrf_inkomens- en vermogensplanning
Web vanelderen nwsbrf_inkomens- en vermogensplanningFrans Brugman
 
2011 33 de-waarde_van_kinderopvang
2011 33 de-waarde_van_kinderopvang2011 33 de-waarde_van_kinderopvang
2011 33 de-waarde_van_kinderopvangAndereTijden
 
Buro360 Adviseurs en Accountants Nieuwsbrief eindejaarstips Okt2013
Buro360 Adviseurs en Accountants Nieuwsbrief eindejaarstips Okt2013Buro360 Adviseurs en Accountants Nieuwsbrief eindejaarstips Okt2013
Buro360 Adviseurs en Accountants Nieuwsbrief eindejaarstips Okt2013Buro360 Adviseurs en Accountants
 
Opbouw en financiering van pensioenen
Opbouw en financiering van pensioenenOpbouw en financiering van pensioenen
Opbouw en financiering van pensioenenEddy Vaassen
 

What's hot (20)

Financiële risico’s participatiewet
Financiële risico’s participatiewetFinanciële risico’s participatiewet
Financiële risico’s participatiewet
 
Your December 2012
Your December 2012Your December 2012
Your December 2012
 
Vragen over je pensioen?
Vragen over je pensioen?Vragen over je pensioen?
Vragen over je pensioen?
 
Zomerlezing
ZomerlezingZomerlezing
Zomerlezing
 
Aanvullend pensioen dreigt miljardenstrop te worden voor werkgevers pensioe...
Aanvullend pensioen dreigt miljardenstrop te worden voor werkgevers   pensioe...Aanvullend pensioen dreigt miljardenstrop te worden voor werkgevers   pensioe...
Aanvullend pensioen dreigt miljardenstrop te worden voor werkgevers pensioe...
 
20150921 pensioenopbouw-loondispensatie
20150921 pensioenopbouw-loondispensatie20150921 pensioenopbouw-loondispensatie
20150921 pensioenopbouw-loondispensatie
 
whitepaper-verzekeren
whitepaper-verzekerenwhitepaper-verzekeren
whitepaper-verzekeren
 
Belastingplan 2012
Belastingplan 2012Belastingplan 2012
Belastingplan 2012
 
2013 special miljoenennota
2013 special miljoenennota2013 special miljoenennota
2013 special miljoenennota
 
2017 2021 regeerakkoord pensioenen
2017 2021 regeerakkoord pensioenen2017 2021 regeerakkoord pensioenen
2017 2021 regeerakkoord pensioenen
 
B360 20110905-gw-nieuwsbrief lonen aug 2011 nr10
B360 20110905-gw-nieuwsbrief lonen aug 2011 nr10B360 20110905-gw-nieuwsbrief lonen aug 2011 nr10
B360 20110905-gw-nieuwsbrief lonen aug 2011 nr10
 
Sociale (on)zekerheid in België (2012)
Sociale (on)zekerheid in België (2012)Sociale (on)zekerheid in België (2012)
Sociale (on)zekerheid in België (2012)
 
Brochure Philips Pensioenfonds
Brochure Philips PensioenfondsBrochure Philips Pensioenfonds
Brochure Philips Pensioenfonds
 
2015Q1 APF - Magazine Pensioen
2015Q1 APF - Magazine Pensioen2015Q1 APF - Magazine Pensioen
2015Q1 APF - Magazine Pensioen
 
Web vanelderen nwsbrf_inkomens- en vermogensplanning
Web vanelderen nwsbrf_inkomens- en vermogensplanningWeb vanelderen nwsbrf_inkomens- en vermogensplanning
Web vanelderen nwsbrf_inkomens- en vermogensplanning
 
2011 33 de-waarde_van_kinderopvang
2011 33 de-waarde_van_kinderopvang2011 33 de-waarde_van_kinderopvang
2011 33 de-waarde_van_kinderopvang
 
2017 2021 regeerakkord pensioenen
2017 2021 regeerakkord pensioenen2017 2021 regeerakkord pensioenen
2017 2021 regeerakkord pensioenen
 
Nds szw0500940-b1
Nds szw0500940-b1Nds szw0500940-b1
Nds szw0500940-b1
 
Buro360 Adviseurs en Accountants Nieuwsbrief eindejaarstips Okt2013
Buro360 Adviseurs en Accountants Nieuwsbrief eindejaarstips Okt2013Buro360 Adviseurs en Accountants Nieuwsbrief eindejaarstips Okt2013
Buro360 Adviseurs en Accountants Nieuwsbrief eindejaarstips Okt2013
 
Opbouw en financiering van pensioenen
Opbouw en financiering van pensioenenOpbouw en financiering van pensioenen
Opbouw en financiering van pensioenen
 

Viewers also liked

De Reis van de Heldin december 2015
De Reis van de Heldin december 2015De Reis van de Heldin december 2015
De Reis van de Heldin december 2015Peter de Kuster
 
Onderzoeksrapport acrs v3.0_definitief
Onderzoeksrapport acrs v3.0_definitiefOnderzoeksrapport acrs v3.0_definitief
Onderzoeksrapport acrs v3.0_definitiefrloggen
 
Veel gestelde internet marketing vragen
Veel gestelde internet marketing vragenVeel gestelde internet marketing vragen
Veel gestelde internet marketing vragenGezondheid Acties
 
De Reis van de Heldin Nederland Februari 2015
De Reis van de Heldin Nederland Februari 2015 De Reis van de Heldin Nederland Februari 2015
De Reis van de Heldin Nederland Februari 2015 Peter de Kuster
 
5a marco conceptual del asis local
5a marco conceptual del asis local5a marco conceptual del asis local
5a marco conceptual del asis localTania Acevedo-Villar
 
Hoe veilig is het werken in een verontreinigde bodem(compleet)_K.Hoogeboom_16...
Hoe veilig is het werken in een verontreinigde bodem(compleet)_K.Hoogeboom_16...Hoe veilig is het werken in een verontreinigde bodem(compleet)_K.Hoogeboom_16...
Hoe veilig is het werken in een verontreinigde bodem(compleet)_K.Hoogeboom_16...Kelvin Hoogeboom
 
INFORME DE AUDITORIA GUBERNAMENTAL
INFORME DE  AUDITORIA GUBERNAMENTALINFORME DE  AUDITORIA GUBERNAMENTAL
INFORME DE AUDITORIA GUBERNAMENTALmalbertorh
 
Manual bpm para la elaboracion de embutidos
Manual bpm para la elaboracion de embutidosManual bpm para la elaboracion de embutidos
Manual bpm para la elaboracion de embutidosClaudio
 
Magazine Het Ondernemersbelang de Baronie 0212
Magazine Het Ondernemersbelang de Baronie 0212Magazine Het Ondernemersbelang de Baronie 0212
Magazine Het Ondernemersbelang de Baronie 0212HetOndernemersBelang
 
Interacciones farmaco-alimento
Interacciones farmaco-alimentoInteracciones farmaco-alimento
Interacciones farmaco-alimentoGénesis Cedeño
 
Plan estratégico seguridad de los pacientes de extremadura
Plan estratégico seguridad de los pacientes de extremaduraPlan estratégico seguridad de los pacientes de extremadura
Plan estratégico seguridad de los pacientes de extremaduraSociosaniTec
 
32 ways to make your blog suck less
32 ways to make your blog suck less32 ways to make your blog suck less
32 ways to make your blog suck lessScott Hanselman
 
Informe mantenimiento mecanico
Informe mantenimiento mecanicoInforme mantenimiento mecanico
Informe mantenimiento mecanicoJDPVasquez
 
Proyectos_de_innovacion
Proyectos_de_innovacionProyectos_de_innovacion
Proyectos_de_innovacionWebMD
 

Viewers also liked (20)

Relatietips
RelatietipsRelatietips
Relatietips
 
De Reis van de Heldin december 2015
De Reis van de Heldin december 2015De Reis van de Heldin december 2015
De Reis van de Heldin december 2015
 
Geheugen verbeteren
Geheugen verbeterenGeheugen verbeteren
Geheugen verbeteren
 
De impact van adhd
De impact van adhdDe impact van adhd
De impact van adhd
 
Onderzoeksrapport acrs v3.0_definitief
Onderzoeksrapport acrs v3.0_definitiefOnderzoeksrapport acrs v3.0_definitief
Onderzoeksrapport acrs v3.0_definitief
 
Veel gestelde internet marketing vragen
Veel gestelde internet marketing vragenVeel gestelde internet marketing vragen
Veel gestelde internet marketing vragen
 
De Reis van de Heldin Nederland Februari 2015
De Reis van de Heldin Nederland Februari 2015 De Reis van de Heldin Nederland Februari 2015
De Reis van de Heldin Nederland Februari 2015
 
C:\Fakepath\Christie
C:\Fakepath\ChristieC:\Fakepath\Christie
C:\Fakepath\Christie
 
5a marco conceptual del asis local
5a marco conceptual del asis local5a marco conceptual del asis local
5a marco conceptual del asis local
 
Hoe veilig is het werken in een verontreinigde bodem(compleet)_K.Hoogeboom_16...
Hoe veilig is het werken in een verontreinigde bodem(compleet)_K.Hoogeboom_16...Hoe veilig is het werken in een verontreinigde bodem(compleet)_K.Hoogeboom_16...
Hoe veilig is het werken in een verontreinigde bodem(compleet)_K.Hoogeboom_16...
 
Curso de Dirección de Proyectos
Curso de Dirección de ProyectosCurso de Dirección de Proyectos
Curso de Dirección de Proyectos
 
Matemática básica
Matemática básicaMatemática básica
Matemática básica
 
INFORME DE AUDITORIA GUBERNAMENTAL
INFORME DE  AUDITORIA GUBERNAMENTALINFORME DE  AUDITORIA GUBERNAMENTAL
INFORME DE AUDITORIA GUBERNAMENTAL
 
Manual bpm para la elaboracion de embutidos
Manual bpm para la elaboracion de embutidosManual bpm para la elaboracion de embutidos
Manual bpm para la elaboracion de embutidos
 
Magazine Het Ondernemersbelang de Baronie 0212
Magazine Het Ondernemersbelang de Baronie 0212Magazine Het Ondernemersbelang de Baronie 0212
Magazine Het Ondernemersbelang de Baronie 0212
 
Interacciones farmaco-alimento
Interacciones farmaco-alimentoInteracciones farmaco-alimento
Interacciones farmaco-alimento
 
Plan estratégico seguridad de los pacientes de extremadura
Plan estratégico seguridad de los pacientes de extremaduraPlan estratégico seguridad de los pacientes de extremadura
Plan estratégico seguridad de los pacientes de extremadura
 
32 ways to make your blog suck less
32 ways to make your blog suck less32 ways to make your blog suck less
32 ways to make your blog suck less
 
Informe mantenimiento mecanico
Informe mantenimiento mecanicoInforme mantenimiento mecanico
Informe mantenimiento mecanico
 
Proyectos_de_innovacion
Proyectos_de_innovacionProyectos_de_innovacion
Proyectos_de_innovacion
 

Similar to Ambtenaren final web[1]

IG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in Pensioenmarkt
IG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in PensioenmarktIG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in Pensioenmarkt
IG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in Pensioenmarktskroonen
 
Impact sociaal akkoord op pensioenregelingen
Impact sociaal akkoord op pensioenregelingenImpact sociaal akkoord op pensioenregelingen
Impact sociaal akkoord op pensioenregelingenAon Nederland
 
Presentatie Dit kun je doen 2023
Presentatie Dit kun je doen 2023Presentatie Dit kun je doen 2023
Presentatie Dit kun je doen 2023Wijzer in geldzaken
 
Grensoverschrijdende pensioenuitvoering
Grensoverschrijdende pensioenuitvoeringGrensoverschrijdende pensioenuitvoering
Grensoverschrijdende pensioenuitvoeringHerma Geboers CPE
 
Ppt pensioen concept voor website
Ppt pensioen concept voor websitePpt pensioen concept voor website
Ppt pensioen concept voor websiteBedrijfsverzekeraar
 
Greep op-pensioenrisicos-cfo magazine
Greep op-pensioenrisicos-cfo magazineGreep op-pensioenrisicos-cfo magazine
Greep op-pensioenrisicos-cfo magazinePascal Hogenboom
 
Voorzieningen voor niet verdiende provisie
Voorzieningen voor niet verdiende provisieVoorzieningen voor niet verdiende provisie
Voorzieningen voor niet verdiende provisieFrans Kemper
 
Hr square bonusplan
Hr square bonusplanHr square bonusplan
Hr square bonusplanHR_Square
 
Inzet cnv sociale agenda
Inzet cnv sociale agendaInzet cnv sociale agenda
Inzet cnv sociale agendaCNV Vakcentrale
 
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...Tjitsger Hulshoff
 
Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...
Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...
Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...CNV Vakcentrale
 
De winstpremie als participatief breekijzer
De winstpremie als participatief breekijzerDe winstpremie als participatief breekijzer
De winstpremie als participatief breekijzerETION
 
Pma lvw 5 voorziening en kosten
Pma lvw 5 voorziening en kostenPma lvw 5 voorziening en kosten
Pma lvw 5 voorziening en kostenjoellaalbers
 
Eindelijk een helder pensioen en 100% online
Eindelijk een helder pensioen en 100% onlineEindelijk een helder pensioen en 100% online
Eindelijk een helder pensioen en 100% onlineBeFrank
 
Cnvalg 0516-ab notitie pensioen
Cnvalg 0516-ab notitie pensioenCnvalg 0516-ab notitie pensioen
Cnvalg 0516-ab notitie pensioenHans Hemmes
 

Similar to Ambtenaren final web[1] (20)

IG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in Pensioenmarkt
IG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in PensioenmarktIG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in Pensioenmarkt
IG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in Pensioenmarkt
 
Impact sociaal akkoord op pensioenregelingen
Impact sociaal akkoord op pensioenregelingenImpact sociaal akkoord op pensioenregelingen
Impact sociaal akkoord op pensioenregelingen
 
united-pensions-onepager
united-pensions-onepagerunited-pensions-onepager
united-pensions-onepager
 
2010.01.01 inventarisatie
2010.01.01 inventarisatie 2010.01.01 inventarisatie
2010.01.01 inventarisatie
 
Presentatie Dit kun je doen 2023
Presentatie Dit kun je doen 2023Presentatie Dit kun je doen 2023
Presentatie Dit kun je doen 2023
 
Grensoverschrijdende pensioenuitvoering
Grensoverschrijdende pensioenuitvoeringGrensoverschrijdende pensioenuitvoering
Grensoverschrijdende pensioenuitvoering
 
Ppt pensioen concept voor website
Ppt pensioen concept voor websitePpt pensioen concept voor website
Ppt pensioen concept voor website
 
Greep op-pensioenrisicos-cfo magazine
Greep op-pensioenrisicos-cfo magazineGreep op-pensioenrisicos-cfo magazine
Greep op-pensioenrisicos-cfo magazine
 
Voorzieningen voor niet verdiende provisie
Voorzieningen voor niet verdiende provisieVoorzieningen voor niet verdiende provisie
Voorzieningen voor niet verdiende provisie
 
Hr square bonusplan
Hr square bonusplanHr square bonusplan
Hr square bonusplan
 
Special lonen 2018
Special lonen 2018Special lonen 2018
Special lonen 2018
 
Inzet cnv sociale agenda
Inzet cnv sociale agendaInzet cnv sociale agenda
Inzet cnv sociale agenda
 
Nieuwsbrief maart 2014
Nieuwsbrief maart 2014Nieuwsbrief maart 2014
Nieuwsbrief maart 2014
 
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
 
Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...
Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...
Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...
 
De winstpremie als participatief breekijzer
De winstpremie als participatief breekijzerDe winstpremie als participatief breekijzer
De winstpremie als participatief breekijzer
 
Pma lvw 5 voorziening en kosten
Pma lvw 5 voorziening en kostenPma lvw 5 voorziening en kosten
Pma lvw 5 voorziening en kosten
 
info_pensioenen_09-2015
info_pensioenen_09-2015info_pensioenen_09-2015
info_pensioenen_09-2015
 
Eindelijk een helder pensioen en 100% online
Eindelijk een helder pensioen en 100% onlineEindelijk een helder pensioen en 100% online
Eindelijk een helder pensioen en 100% online
 
Cnvalg 0516-ab notitie pensioen
Cnvalg 0516-ab notitie pensioenCnvalg 0516-ab notitie pensioen
Cnvalg 0516-ab notitie pensioen
 

Ambtenaren final web[1]

  • 1. Aanvullend pensioen voor contractuele ambtenaren Wat zijn de opties?
  • 2. Bent u er al uit hoe u het aanvullend pensioen voor uw niet-benoemde ambtenaren gaat opbouwen? Kiest u voor een pensioensysteem met vaste bijdragen of met vaste prestaties? Weet u wat de kostprijs is van dat plan? Een goed aanvullend pensioenplan is belangrijk, uiteraard voor uw niet-benoemde medewerkers maar eveneens voor uw organisatie. Met een degelijk financieringsplan kent u de kostprijs van zo’n pensioensysteem en heeft u een klare kijk op de toekomstige pensioenlast. Verder zorgt een professioneel beheer en opvolging voor een goed begrip en algemene appreciatie. De juiste keuze maken, is daarom cruciaal! Wilt u voor u beslist graag deskundig advies? Of zoekt u hulp bij de opbouw en het beheer van uw aanvullend pensioenplan? Neem contact op met Saskia Lommelen (tel. 02 674 89 16, saskia.lommelen@mercer.com) of met Marc Dohet (tel. 02 674 89 32, marc.dohet@mercer.com). Het aanvullend pensioen voor contractuele ambtenaren. Wat zijn de opties? Op donderdag 22 april 2010 organiseerde Mercer een conferentie over het aanvullend pensioen voor contractuele ambtenaren. De ongelijkheid tussen de wettelijke pensioenuitkering van een benoemde en een niet-benoemde ambtenaar is op dit ogenblik een actueel thema. De overheid wil die ongelijke situatie rechttrekken en biedt de openbare sector verschillende mogelijkheden om het probleem op te lossen. Hieronder geven we u een samenvatting van de conferentie en meteen ook een schets van de huidige stand van zaken. Het aanvullend pensioen vandaag Het Belgische pensioenstelsel steunt vandaag op drie pijlers. De eerste pijler is het wettelijk pensioen, voorzien door de overheid. De tweede pijler, het aanvullend bedrijfspensioen, wordt voorzien door de werkgevers en de bedrijfssectoren. De derde pijler is het aanvullend individueel pensioenplan, dat iedere werknemer zelf kan afsluiten. Repartitie Overheid Wettelijk pensioen -Loontrekkende -Zelfstandige -Ambtenaar Werkgever/sector Aanvullend bedrijfs- pensioenplan Kapitalisatie groepsverzekering, OFP Aanvullend individueel pensioenplan Individu Kapitalisatie pensioensparen, individuele levensverzekering 1ste pijler 2de pijler 3de pijler Krijgt u graag een degelijk advies? Zoekt u hulp bij de opbouw en het beheer van een aanvullend pensioenplan voor uw medewerkers? Neem contact op met: Saskia Lommelen +32 2 674 89 16 saskia.lommelen@mercer.com Marc Dohet +32 2 674 89 32 marc.dohet@mercer.com De eerste, wettelijke pijler wordt gefinancierd door het repartitiesysteem (de werkenden voorzien in het pensioen van de gepensioneerden). De tweede en de derde pijler worden meestal gefinancierd door een kapitalisatiesysteem (kapitaalopbouw). 1
  • 3. In een kapitalisatiesysteem (tweede en derde pijler) kunt u uw pensioen op drie manieren opbouwen. Er zijn daarbij drie elementen van groot belang: De prestatie (de maandelijkse uitkering die u tijdens uw pensioen ontvangt) De bijdrage (het maandelijks bedrag dat u tijdens uw carrière afdraagt voor uw pensioen) Het rendement (de financiële opbrengst van uw maandelijkse bijdrage). Prestaties Rendement Bijdragen De drie verschillende plannen waarmee een werkgever voor zijn werknemers een pensioen kan opbouwen zijn: Een pensioenplan met vaste prestaties Een pensioenplan met vaste bijdragen Een pensioenplan met een vaste intrest Afhankelijk van het gekozen plan verandert de onderlinge verhouding tussen de drie componenten (prestatie, bijdrage en rendement): In een plan met vaste prestaties krijgt u, eens u gepensioneerd bent, een vaste pensioenuitkering. Het pensioenbedrag dat u zult krijgen, ligt vast en is gekend (bijvoorbeeld 70% van uw laatste loon). Om dat bedrag te kunnen garanderen, spelen uw maandelijkse bijdragen en het rendement een grote rol. Hoe groot ze elk moeten zijn om die vaste prestatie aan het einde van uw carrière te garanderen, weet men niet op voorhand. Bovendien kan dat cijfer wijzigen. Is het financieel rendement op een bepaald ogenblik groot, dan moet u een minder grote bijdrage storten en omgekeerd. In een plan met vaste bijdragen ligt de bijdrage die u levert vast (bijvoorbeeld maandelijks 1% van uw salaris). Daardoor is de uiteindelijke prestatie die u tijdens uw pensioen zult ontvangen, niet gekend. Dat komt omdat die prestatie afhangt van het financiële rendement op die vaste bijdragen. Dat rendement varieert in de tijd. Bij een plan met vaste intresten liggen zowel de prestatie, de bijdrage als het rendement vast. Het plan is gebaseerd op een notionele (fictieve) bijdrage (de effectieve bijdrage zal variëren, zoals in een plan met vaste prestaties). Voor de eerste pijler stellen we een groot verschil vast tussen het wettelijk pensioen van een statutair ambtenaar en het wettelijk pensioen van een gewone loontrekkende. Volgens het Groenboek, gepubliceerd door het kabinet van het ministerie van Pensioenen is de vervangingsratio voor een salaris van een statutair ambtenaar 64%. Dat voor een salaris van een contractueel loontrekkende is 52%. Anders gezegd, het wettelijk pensioen van een statutair ambtenaar is 64% van zijn laatste loon. Het wettelijk pensioen van een loontrekkende is slechts 52% van zijn laatste loon. Een niet-benoemde ambtenaar wordt in ons pensioenstelsel beschouwd als een gewone loontrekkende. 2 “In een kapitalisatiesysteem zijn drie elementen van groot belang bij de opbouw van uw pensioen: de prestatie de bijdrage het rendement” “Afhankelijk van het gekozen plan verandert de onderlinge verhouding tussen de drie componenten (prestatie, bijdrage en rendement)” 2
  • 4. Hoe zijn de aanvullende pensioenen gefinancierd? Omdat de eerste pijler vaak niet volstaat om de welvaart van de gepensioneerde werknemers te garanderen, voorzien bedrijven in de privésector vaak een aanvullend pensioenplan (tweede pijler) voor hun medewerkers. De openbare sector heeft ook de mogelijkheid om zo‘n aanvullend pensioenplan voor haar niet-benoemde ambtenaren op te bouwen, maar doet dat tot nu toe nauwelijks. Zo’n pensioenplan kan op verschillende manieren gefinancierd worden. Repartitie of kapitalisatie Een aanvullend pensioenplan kan op twee manieren gefinancierd worden: Via een repartitiesysteem (openbare sector) Via kapitalisatie (privésector en openbare sector) De openbare sector mag voor de financiering van de tweede pijler bij wet gebruik maken van het repartitiesysteem. Het financiële rendement speelt dan geen enkele rol, tenzij er een interne provisie werd aangelegd. Is er geen provisie voorzien, dan worden de pensioenen uitbetaald met het jaarlijks budget. Is er wel een provisie aangelegd, dan kan de openbare instelling de pensioenen daarmee uitbetalen. Het beheer van de provisie kan uitbesteed worden aan een vzw of aan een verzekeraar. Een pensioenplan op basis van zo’n interne provisie, valt niet onder de controle van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA). Kiest de publieke sector om zijn aanvullend pensioenplan te laten financieren via een verzekeraar of via een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (IBP - dat is het vroegere pensioenfonds), dan valt het plan wel onder de strenge controle van de CBFA. Werkgevers in de privésector zijn bij wet verplicht om de financiering van hun aanvullend pensioenplan door kapitalisatie uit te besteden. Dat kan door beroep te doen op een verzekeraar (groepsverzekering) of een IPB. Privéwerkgevers vallen daardoor automatisch onder de controle van de CBFA. Einde 2008 bedroeg de totaal aangelegde reserve voor de uitbetaling van de aanvullende pensioenen 50 765 miljard euro. De totale bijdrage die dat jaar gestort werd, bedroeg 5 698 miljard euro. Ongeveer 25% van de totale reserve en de jaarlijkse bijdragen gaat naar IBP’s. 75% van de bedragen wordt beheerd door groepsverzekeringen. IBP Een IBP is een wettelijke entiteit met een eigen hoedanigheid Ze heeft de financiering en het beheer van de pensioenen als enige taak Een IBP valt onder de prudentiële controle van de CBFA Ze heeft een specifiek fiscaal statuut Een IBP wordt gecontroleerd door de Algemene Vergadering Het dagelijks bestuur is in handen van een Raad van Bestuur Paritaire samenstelling van de Raad van Bestuur is mogelijk Uitbesteding operationele taken aan derden kan Flexibel en transparant Volgens de statistieken van de Belgische Vereniging van Pensioeninstellingen (BVPI) hebben de pensioenfondsen hun activa altijd voorzichtig beheerd. De laatste 20 jaar hebben ze een nominaal gemiddeld rendement (inclusief inflatie) van 5,98% per jaar behaald. Op een periode van 25 jaar bedroeg dat gemiddelde rendement 6,81%. 3 “Een pensioenplan op basis van een interne provisie valt niet onder de controle van de CBFA.” “Kiest de publieke sector om zijn aanvullend pensioenplan te financieren via een verzekeraar of IBP, dan valt het plan wél onder de strenge controle van de CBFA.”
  • 5. Groepsverzekering Het alternatief voor het beheer door een IBP is de groepsverzekering. Die oplossing gaat uit van een contractuele verbintenis tussen de verzekeraar, de werkgever en de verzekerde (werknemer). Voor de financiering van de pensioenen via een groepsverzekering zijn er twee mogelijkheden. Een tak 21 groepsverzekering waarborgt op elk ogenblik de inleg en voorziet een vast rendement. Bij een tak 23 groepsverzekering is er geen garantie over het rendement. Vandaag de dag zijn meer dan 95% van de groepsverzekeringen van het type tak 21. Een aanvullende groepsverzekering kan individueel gefinancierd worden (via een individuele polis per werknemer, dit is de meest voorkomende vorm). Een andere mogelijkheid is de collectieve financiering (via een financieringsfonds). Een aanvullend pensioen via een verzekeraar biedt u 5 garanties: De waarde van uw beleggingsportefeuille is op elk ogenblik minstens gelijk aan de verplichtingen van de verzekeraar. De verzekeraar moet een kapitaalbuffer (solvabiliteitsmarge) voorzien als extra veiligheid. Verzekeraars investeren hun portefeuille volgens drie principes: veiligheid, spreiding van het risico en liquiditeit. Omwille van de tariefgarantie wordt een groot deel belegd in vastrentende activa. Aanspraken van verzekerden en begunstigden hebben voorrang op aanspraken van andere schuldeisers. Verzekeraars moeten een aantal, bij wet vastgelegde, controlemechanismen respecteren. De laatste 20 jaar hebben groepsverzekeraars een nominaal rendement van gemiddeld 5,80% (inclusief inflatie) per jaar gerealiseerd. Wetsvoorstel met betrekking tot de aanvullende pensioenen voor contractuele medewerkers in overheidsdiensten (voorontwerp van 22 april 2010) Het federaal ministerie van Pensioenen werkt al geruime tijd aan een voorstel over de aanvullende pensioenen voor contractuele medewerkers in overheidsdiensten. De bedoeling is om contractuele ambtenaren naast hun wettelijk pensioen (pijler 1) ook een aanvullend pensioen te geven. Op die manier verkleint het verschil tussen het pensioen van een contractuele medewerker en het pensioen van een benoemde ambtenaar. Voorontwerp van 22 april 2010 Het voorstel geeft ruimte aan het sociaal overleg dat op verschillende niveaus plaatsvindt en dat afhangt van de situatie van de werkgever: Werkgever Sociaal overlegorgaan Federale werkgever: comité B Andere sectoren (gemeenschappen en gewesten, …): betrokken comité Lokale werkgever (gemeente, OCMW, intercommunale, …) elke werkgever zelf Op elk niveau wordt de organisator en het soort overeenkomst gekozen. Er wordt ook beslist hoever men wil gaan om het verschil te verkleinen. Op basis van die drie factoren kiest de openbare overheid: Het basisplan (vaste bijdrage, vaste prestatie) en de berekeningswijze (vaste prestatie -parameters voor de berekening van het pensioen, vaste bijdrage – percentage van de bijdrage) De financieringswijze: repartitie of kapitalisatie (geen individuele kapitalisatie) Het financieringsmiddel: verzekeringscontract, IBP of repartitie Elke niveau beslist zelf het ritme waarmee de ongelijkheid tussen het pensioen van een statutair ambtenaar en een contractuele ambtenaar wordt weggewerkt. In een systeem van vaste bijdragen kan het gaan om een progressieve stijging van de bijdrage. In het systeem van vaste prestaties gaat het om een progressieve stijging van de vervangingsratio. 4
  • 6. Als hulpmiddel bij die keuze ontwikkelde het kabinet de ‘1 voor 10’-regel. Volgens die regel doet een bijdrage van ongeveer 1% van het salaris het verschil tussen het pensioen van een statutair ambtenaar en dat van een contractuele medewerker met 10% verkleinen. Iedere werknemer heeft volgens de wet recht op een aanvullend pensioen, ook werknemers in de openbare sector. De nood aan een aanvullend pensioen voor benoemde ambtenaren blijft klein. Openbare instellingen mogen het bij wet wel voorzien. Voor niet-benoemde medewerkers in overheidsdiensten is de nood aan een aanvullend pensioen groot. Er is namelijk een aanzienlijk verschil tussen het statutair pensioen van benoemde ambtenaren en het wettelijk loontrekkend pensioen van contractuele ambtenaren. Het aanvullend pensioen zal voor contractuele ambtenaren een aanvulling zijn op het wettelijk pensioen. Het zal het wettelijk pensioen niet vervangen. Voor iedereen gelden dezelfde regels over de opbouw van zo‘n pensioen, uitgezonderd de openbare sector. Openbare overheden zullen hun aanvullend pensioenplan mogen financieren via het repartitiesysteem. De andere werkgevers moeten verplicht gebruik maken van het kapitalisatiesysteem. De opbouw van een aanvullend pensioenplan via kapitalisatie geniet de voorkeur (als er geen verplicht nationaal stelsel is). Men voorziet wel best een lange overgangsperiode, want kapitalisatie is een traag proces. Er staan nog twee zaken ter discussie: Moeten de aanvullende pensioenrechten bij een late benoeming behouden blijven of moeten ze vervallen? Hoe voert men best sectorale stelsels in bij de overheid? Verder moet men, omwille van de algemene pensioenproblematiek en de vergrijzing, de uitkering van een rente stimuleren, en niet de uitkering van een kapitaal. Zo blijft elke gepensioneerde tot aan zijn overlijden verzekerd van een inkomen. Omwille van de vergrijzing moeten ambtenaren ook gestimuleerd worden om langer te werken (werknemers moeten een duidelijk hoger pensioen krijgen als ze tot na 60 jaar werken). In heel de discussie over het aanvullend pensioen voor niet-benoemde ambtenaren, mogen we één ding echter niet vergeten: voor een werknemer is de pensioenuitkering zelf het belangrijkst, niet de financieringswijze. Bij een latere vaste benoeming (met terugwerkende kracht) moet men daarom het fenomeen van dubbel pensioen vermijden. Heeft in een bepaalde situatie een werknemer geen toegang tot aanvullend pensioen via het bedrijf/de sector, dan moet men er ook voor zorgen dat hij toegang krijgt tot het individueel aanvullend pensioen (derde pijler). De werkgever moet hem daarbij verplicht steunen. “Voor VVP en VVGS is het belangrijk dat de financiering van het aanvullend pensioen in de hand gehouden wordt. Daarom zijn ze voorstander van een kapitalisatiesysteem dat onder controle van de CBFA valt.” 5
  • 7. De verschillende standpunten op een rij Over dit wetsvoorstel en over de pensioenproblematiek bestaan verschillende standpunten. Hieronder een beknopt verslag van de visies van VVP, VVSG, RSZPPO en APW. Deelnemers aan de discussie: Jos Geuens, gewezen voorzitter, Vereniging van Vlaamse Provincies (VVP) Mark Suykens, Directeur, Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) Philippe Nys, adjunct administrateur-generaal, Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten (RSZPPO) Bruno de Viron, raadsman, Association des Provinces wallones (APW) Vaste benoeming Met de huidige wetgeving kan een benoemde ambtenaar bij zijn pensioen genieten van een dubbel voordeel. Het wetsvoorstel bevestigt immers de stelling dat een benoemde ambtenaar een statutair pensioen moet krijgen voor zijn hele carrière. Ook de jaren die hij als niet-benoemde medewerker bij een andere publieke instelling heeft gewerkt, tellen mee. Zo zal een ambtenaar, zolang hij niet benoemd is, enerzijds rechten kunnen opbouwen in het aanvullend pensioenplan. Anderzijds zullen zijn jaren als contractueel ambtenaar bij zijn vaste benoeming meetellen voor zijn statutair pensioen. Anders gezegd, zijn jaren als contractueel medewerker tellen tweemaal mee bij vaste benoeming. Alle partijen zijn het er over eens dat voor het dubbel voordeel een betere oplossing moet komen. Over hoe die oplossing eruit moet zien, denkt iedereen anders. Volgens VVSG is de wetgeving niet neutraal ten aanzien van het statutair of het contractueel statuut. Voor hen mag men de jaren als contractuele ambtenaar niet meetellen in het statutair pensioen. Op die manier kunnen de budgettaire consequenties van een vaste benoeming op het einde van de loopbaan vermeden worden. Volgens RSZPPO heeft het statutaire pensioenstelsel een financieringsprobleem. Daarom moeten volgens hen de al aangelegde reserves voor het aanvullend pensioen van een niet-benoemde medewerker bij de benoeming benut worden om de pensioenbijdragen te regulariseren (geheel of gedeeltelijk) die in het publiek stelsel betaald hadden moeten worden indien de ambtenaar was aangesteld als statutair in plaats van contractueel ambtenaar. Voor VVP moet een openbaar bestuur zelf instaan voor de financiële gevolgen van een vaste benoeming aan het einde van de loopbaan. Bijvoorbeeld door een regularisatiebijdrage te betalen. Voor APW moeten de wettelijke bepalingen de vaste benoeming en daarmee het uitkeren van een statutair pensioen stimuleren. De financiële oplossing die daarmee gepaard gaat, moet wel aanvaardbaar blijven. Financiering Zowel VVP als VVSG vinden dat er op dit ogenblik al een wettelijk kader voor aanvullende pensioenen bestaat. Ze verwijzen daarbij naar de sociale en de prudentiële wetgeving, van toepassing in de privésector. Met enkele aanpassingen kan die wetgeving volgens hen dienen als basis voor de wet op de aanvullende pensioenen voor niet-benoemde ambtenaren. Voor VVP en VVGS is het belangrijk dat de financiering van het aanvullend pensioen in de hand gehouden wordt. Daarom zijn ze voorstander van een kapitalisatiesysteem dat onder controle van de CBFA valt. 6
  • 8. CBFA valt. “…het is van cruciaal belang dat u op voorhand de juiste kostprijs van dat plan kent.“ RSZPPO en APW vinden dat de publieke sector voor de financiering van het aanvullend pensioenplan vrij moet kunnen kiezen tussen het repartitiesysteem en het kapitalisatiesysteem. RSZPPO gaat er daarbij van uit dat een openbaar bestuur niet failliet kan gaan. Rente of kapitaal Alle partijen zijn het erover eens dat de aanvullende pensioenuitkering via een rente moet gebeuren. Omdat het aanvullend pensioen voor contractuele medewerkers pas bestaat, kan dit tot heel lage rentes leiden voor personen die binnenkort op pensioen gaan. Maar het gaat om een startsituatie. RSZPPO wijst ook op het belang van de uitkering van een rente in plaats van de uitkering van een kapitaal. Gelijkheid met een benoemde ambtenaar is belangrijk. Een statutair ambtenaar krijgt bij zijn pensioen ook een maandelijkse rente uitgekeerd. Keert men bovendien een kapitaal uit, dan kan de cumulregel niet meer toegepast worden. Dat moet men volgens RSZPPO vermijden. Conclusie Een degelijk pensioenplan is van belang voor de welvaart en het welzijn van onze gepensioneerde werknemers en ambtenaren. Het wettelijk pensioen zal in het Belgische pensioenstelsel altijd van groot belang blijven. Om het verschil tussen de wettelijke pensioenuitkering van een benoemde ambtenaar en van een niet-benoemde ambtenaar te verkleinen, is er voor de contractuele ambtenaren een aanvullend pensioenplan nodig. Over hoe zo’n aanvullend pensioenplan opgebouwd wordt, heeft de federale overheid een wetsvoorstel klaar. Op basis van het huidige voorstel kan de openbare sector een aantal keuzes maken. Over die oplossingen bestaan verschillende standpunten, zowel voor als tegen. Welke keuze u ook maakt voor de opbouw van het aanvullend pensioen van uw niet- benoemde medewerkers, het is van cruciaal belang dat u op voorhand de juiste kostprijs van dat plan kent. U mag de kosten voor een aanvullend pensioenplan niet doorschuiven naar de toekomst of te zwaar laten wegen op de publieke financiën. Daarom is een gezond en degelijk financieringsplan onmisbaar. Het voorkomt onaangename verrassingen voor u en het verzekert de oude dag van uw contractuele medewerkers. Mercer is een gereputeerd adviesbureau, gespecialiseerd in voordeelplannen voor werknemers en in beloningsadvies. Met betrekking tot pensioenbeleid heeft Mercer de afgelopen jaren een specifieke expertise verworven in het adviseren van openbare instellingen. Copyright 2010 Mercer All rights reserved