IG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in Pensioenmarkt
1. Weekblad voor Financiële Dienstverleners week 41 – 13 oktober 2010
20| PENSIOEN/LEVEN FRANS LIEM, STIJN KROONEN, BOB VAN OPSTAL, WERKZAAM BIJ IG&H CONSULTING & INTERIM
PPI zorgt voor nieuw elan
in pensioenmarkt
In twee jaar tijd heeft Banksparen een aandeel van 35 procent
op de – voorheen door verzekeraars gedomineerde – markt voor
individuele vermogensopbouw gewonnen. Zal de nieuwe premie-
pensioeninstelling (PPI) dezelfde impact voor het tweedepijler-
pensioen hebben? Of gaat het zo’n vaart niet lopen?
M
et de nieuwe wetge-
ving voor de PPI die
vlak voor het zomer-
reces door de
Tweede Kamer is aangenomen,
wordt een op Banksparen lijkende
variant ook voor werkgeverspensi-
oen (tweede pijler) mogelijk. Een
aantal banken en vermogensbe-
heerders hebben al openlijk aange-
geven in deze markt te willen stap-
pen. Ook buitenlandse partijen
tonen interesse.
De PPI is gebaseerd op Europese
regelgeving, bedoeld om grensover-
schrijdend pensioenen te kunnen
uitvoeren. De invulling die Neder-
land heeft gekozen, zal echter in
eerste instantie voor de binnen-
landse markt gevolgen hebben
omdat het hiermee een stuk een-
voudiger wordt voor nieuwe toetre-
ders om pensioenen aan te bieden.
De zeer omvangrijke Nederlandse
pensioenmarkt wordt voor 95
beheerst door zes grote pensioen-
uitvoerders en zes pensioenverze-
keraars. In Nederland is defined
benefit (eindloon of middelloon) de
dominante soort. In andere landen
is juist defined contribution
(beschikbare premieregelingen) het
grootst. De verwachting is dat er
ook in Nederland een verdere ver-
schuiving zal optreden van de DB-
naar de DC-markt.
In eerste instantie is de PPI vooral
interessant voor deze DC-regelin-
gen en dan vooral voor werkgevers
die niet verplichtgesteld zijn bij een
pensioenfonds. Dit betekent dat
vooral voor verzekeraars de PPI zal
leiden tot extra concurrentie. Aan-
vullende (excedent) regelingen bij
pensioenfondsen kunnen eventueel
ook gebaseerd zijn op DC en er zijn
al voorbeelden in de markt van DC-
systemen die middelloon verre-
gaand simuleren. Het potentiële
toepassingsgebied voor de PPI is zo
bezien dus veel groter dan alleen de
huidige DC-markt.
TURBULENTE SECTOR
De turbulentie in de financiële
markten en ‘reële’ economie houdt
langdurig aan. Dit leidt tot slecht
voorspelbare beleggingsresultaten.
Voor het pensioenvermogen is dit
niet gewenst. Na het historisch
slechte beleggingsjaar 2008, zijn de
rendementen in 2009 behoorlijk
aangetrokken. Het totale vermogen
van pensioenfondsen is mede door
betere performance van aandelen
in een jaar tijd sterk gestegen met
een bedrag van ruim 100 miljard
euro (bron: DNB). Maar één zwa-
luw maakt nog geen zomer.
Veel belangrijker is de historisch
lage markrente. Dit is de reden dat
dekkingsgraden zich niet herstel-
len. De recent bijgestelde levens-
verwachting voor mannen (+3 jaar)
en vrouwen (+2 jaar) zet nog meer
druk op de pensioenverplichtingen.
Tot slot is recent nog een heel pak-
ket aan (Europese) wettelijke maat-
regelen aan de reeds lange lijst toe-
gevoegd. Door de Solvency II
richtlijn - die strengere eisen stelt
aan financiële en operationele risi-
co’s - wordt het voor pensioenver-
zekeraars (en mogelijk ook voor de
fondsen) nog complexer en duurder
om pensioenregelingen te kunnen
uitvoeren.
KLANT BEWUSTER ÉN KRITISCHER
Werkgevers zijn onder meer door
de recessie meer gericht op kosten-
beheersing, waardoor zij kritischer
zijn geworden ten aanzien van het
pensioen. Werkgevers willen waar
voor hun geld: voor zichzelf een
kostenefficiënte pensioenregeling
met een goed presterende pensi-
oenuitvoerder en voor hun werkne-
mers een goed pensioen.
IG&H heeft recentelijk onderzoek
gedaan naar de mening over het
pensioen onder 400 mkb-werkge-
vers. Het goede nieuws is dat 74
procent van de werkgevers het als
hun taak ziet om pensioen aan hun
medewerkers aan te bieden. Uit dit
onderzoek blijkt bovendien een
positief verband tussen grootte van
bedrijf en hoe belangrijk het voor
werkgevers is pensioen aan te bie-
den; voor de grotere bedrijven is
een pensioenregeling een ‘must’
omwille van hun positie op de
arbeidsmarkt.
Ten aanzien van het pensioen wor-
den er nog wel behoorlijk wat ver-
beterpunten opgegeven. Meer dan
de helft (51 procent) van de onder-
zochte werkgevers is ontevreden
over het rendement van de huidige
Vermogensbeheer Verzekeren
Pensioen
administratie
0,3% - 0,5%
TER*
10-30% lager dan
geïntegreerde
oplossing*
€50-€70 per
deelnemer
per jaar*PPI – ‘stekkerdoos’
Garanties
* Bij IG&H bekende quotes uit de markt
Vermogensbeheer Verzekeren
Pensioenregelingen
administratie
Verzekerde regeling Premiepensioeninstelling
Ontbundeling pensioen bij PPI.
2. Weekblad voor Financiële Dienstverleners week 41 – 13 oktober 2010
| 21“Waar pensioen als duur en ingewikkeld wordt ervaren,
biedt de PPI alle ingrediënten voor een ommezwaai”
regeling. Voor de grote meerder-
heid (81 procent) is switchen van
pensioenregeling echter nog niet
concreet aan de orde, vanwege
rompslomp en gebrek aan alterna-
tieven. Wanneer zich een écht aan-
trekkelijk alternatief aanbiedt, met
lagere kosten en een hoger rende-
ment, zou switchen voor 70 pro-
cent een reële optie zijn.
Door de nieuwsexplosie rondom
pensioenfondsen en hun lage dek-
kingsgraden hebben consumenten
extra aandacht voor pensioen.
Opvallend hierin is de sterke stij-
ging van de scepsis gericht op de
pensioenfondsen. Het gebrek aan
vertrouwen hierin is sinds 1 januari
2010 toegenomen van 19 procent
naar 36 procent, waarmee de fond-
sen nu in dezelfde categorie zitten
als verzekeraars (37 procent). In
hetzelfde onderzoek komt verder
naar voren dat 41 procent van de
consumenten de bank de meest
logische aanbieder vindt voor het
pensioen (bron: onderzoek GfK/
Montae 2010).
BEST OF DIFFERENT WORLDS
Per 1 januari 2011 is de PPI naar
verwachting een feit. Zoals gezegd
zal de PPI in eerste instantie
impact hebben op de binnenlandse
markt. Nieuwe partijen, zoals ban-
ken maar ook buitenlandse pensi-
oenaanbieders, kunnen via de PPI
eenvoudig toegang krijgen tot de
Nederlandse pensioenmarkt. Hier-
door zal naar verwachting meer
concurrentie en prijsdruk ontstaan.
In tegenstelling tot een verzekerde
regeling, die bestaat uit een geïnte-
greerd aanbod van alle onderdelen
van een pensioenoplossing (vermo-
gensbeheer, administratie en het
afdekken van risico’s bij overlijden
en arbeidsongeschiktheid), is een
PPI per definitie ontbundeld (zie
figuur). Dit houdt in dat deze
onderdelen van pensioenuitvoering
gesplitst zijn. De PPI mag een pen-
sioenregeling uitvoeren als een
beleggingsinstelling, maar mag zelf
geen risico’s verzekeren. Ook betreft
het puur de opbouwfase. De uitke-
ringsinstantie moet op de pensi-
oendatum een andere partij zijn.
Dit betekent dat er aparte inkoop
en pricing op deze onderdelen zal
zijn, waardoor de best-of-different
worlds mogelijk is: vermogensop-
bouw wordt eenvoudig en transpa-
rant, waardoor er betere beoorde-
ling mogelijk is op rendement en
kosten. De verzekeringscomponent
kan door een PPI scherp worden
onderhandeld en ingekocht met
focus op premiestelling. En door de
selectie van een goede administra-
tieve uitvoeringspartner kan een
efficiënt proces en gemak worden
geboden.
Verder dwingt de PPI eenvoud en
standaardisatie af, terwijl het hui-
dige pensioenstelsel wordt geken-
merkt door een veelheid aan opties
die lastig administreerbaar zijn en
leiden tot hoge kosten. Waar pensi-
oen tot nog toe als duur en inge-
wikkeld werd ervaren, biedt de PPI
dus alle ingrediënten voor een
ommezwaai, door betaalbare en
simpele DC-regelingen te onder-
steunen die een redelijke mate van
zekerheid bieden voor de werkne-
mer. Tevens kan er een nieuw
modern imago rondom het pensi-
oen gecreëerd worden, bijvoorbeeld
door deelnemers online en realtime
toegang te geven tot hun pensioen-
regeling.
IMPACT
IG&H heeft begin 2010 onderzocht
wat de verwachtingen zijn ten aan-
zien van de PPI bij de huidige pen-
sioenspelers. Conclusie: de menin-
gen over de impact zijn nog
verdeeld. Het door de huidige aan-
bieders verwachte marktaandeel
PPI van de nieuwe pensioencon-
tracten over vijf jaar toonde een
bandbreedte tussen de 1,5 procent
en 60 procent. Uit recent onderzoek
van IG&H onder 300 pensioenadvi-
seurs, blijkt dat 44 procent van de
adviseurs verwacht dat de PPI een
geduchte concurrent wordt voor
pensioenverzekeraars. Daarnaast
geeft 90 procent van de onder-
zochte adviseurs aan de PPI moge-
lijk te gaan adviseren.
ANDERS DAN BANKREKENING
Nieuwe potentiële spelers zoals
BeFrank, Robeco en ABN Amro
melden zich al aan. Bovendien kun-
nen veel verschillende partijen een
PPI oprichten; denk hierbij aan
werkgevers, adviseurs en vermo-
gensbeheerders, maar ook de meer
traditionele partijen als verzeke-
raars, pensioenfondsuitvoerders en
banken. De PPI valt niet onder het
financieel toetsingskader (FTK),
wat inhoudt dat er beduidend min-
der kapitaal benodigd is. Bovendien
zijn er veel uitbestedingsmogelijk-
heden. Dit kan voor veel dynamiek
en concurrentiedruk zorgen in de
huidige pensioenenmarkt.
Of de PPI het nieuwe Banksparen
voor pensioen zal worden? Waar-
schijnlijk zullen de ontwikkelingen
hiervoor minder snel gaan. Pensioen
is toch echt iets anders dan een
bankrekening. Men zal moeten vol-
doen aan de Pensioenwet vereisten
en tevens is advieskennis nodig van
lopende pensioenregelingen. Toch
zal de PPI voor nieuw elan zorgen.
Welke partijen het beste voor de dag
komen is nog even afwachten, want
er is groot verschil in uitgangsposi-
tie en competenties tussen de
diverse potentiële aanbieders.
IG&H ziet wel een aantal voorwaar-
den waaraan een succesvolle PPI
moet voldoen. Allereerst is dit de
geloofwaardigheid en betrouwbaar-
heid om als solide pensioenpartij
op te treden. Ook is marktbereik
gericht op de werkgever en advi-
seur een absolute must om snel
schaal te kunnen creëren. Tot slot is
de passie en ambitie om een zeer
efficiënte en klantgerichte pensi-
oenspeler op te zetten wellicht het
allerbelangrijkste. De meningen
over het succes van de PPI zijn op
dit moment nog verdeeld, maar
duidelijk is al wel dat de first
movers die snel en adequaat inspe-
len op deze nieuwe ontwikkeling in
het voordeel zijn.
Bob van Opstal. Stijn Kroonen. Frans Liem.