Inger leemans de cultuur van de verlichtingVeenMedia
Inger Leemans: "De cultuur van de Verlichting"
De ingrijpende wetenschappelijke, filosofische en politieke verschuivingen tijdens de Verlichting, zijn intrinsiek verweven met drastische veranderingen op cultureel gebied. De ontwikkeling van een globale consumptiecultuur en de opkomst van cultuur als vermarktbaar product veranderden de dagelijkse bezigheden van grote groepen mensen. Verlichte elites drukten hun macht uit via nieuwe praktijken, terwijl de culturele sector druk doende was om te experimenteren met nieuwe, revolutionaire ideeën. In de historiografie is lange tijd veel aandacht uitgegaan naar Frankrijk als toonaangevend centrum voor Verlichte cultuur. De afgelopen decennia is dit beeld echter grondig herzien in vele uitdagende studies over revolutionaire politieke cultuur, ‘the power of culture’, seksuele revoluties, en de nieuwe emotionele cultuur van ‘the Age of Sensibility’.
Prof.dr. Inger Leemans is Hoogleraar Cultuurgeschiedenis bij de opleiding Geschiedenis van de VU. Ze doet onderzoek naar vroegmoderne cultuurgeschiedenis (1500-1850), met bijzondere aandacht voor emotie- en lichaamsgeschiedenis en culturele economie. Eerder publiceerde zij over de geschiedenis van de pornografie, de (radicale) Verlichting, en vertaalcultuur. Haar meest recente boek Worm en donder. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1700-1800 (geschreven met Gert-Jan Johannes) werd in de pers geroemd als ‘een meesterwerk’. Op dit moment werkt Inger Leemans aan een geschiedenis van de aandelenhandel en de verbeelding van financiële crises. Inger Leemans is directeur van de VU Graduate School of Humanities, voorzitter van de Werkgroep 18e Eeuw en een van de directeuren van ACCESS - the Amsterdam Centre for Cross-Disciplinary Emotion and Sensory Studies (http://access-emotionsandsenses.nl/). Aan de VU is zij een van de coördinatoren van het Digital Humanities onderwijs- en onderzoeksprogramma.
Inger leemans de cultuur van de verlichtingVeenMedia
Inger Leemans: "De cultuur van de Verlichting"
De ingrijpende wetenschappelijke, filosofische en politieke verschuivingen tijdens de Verlichting, zijn intrinsiek verweven met drastische veranderingen op cultureel gebied. De ontwikkeling van een globale consumptiecultuur en de opkomst van cultuur als vermarktbaar product veranderden de dagelijkse bezigheden van grote groepen mensen. Verlichte elites drukten hun macht uit via nieuwe praktijken, terwijl de culturele sector druk doende was om te experimenteren met nieuwe, revolutionaire ideeën. In de historiografie is lange tijd veel aandacht uitgegaan naar Frankrijk als toonaangevend centrum voor Verlichte cultuur. De afgelopen decennia is dit beeld echter grondig herzien in vele uitdagende studies over revolutionaire politieke cultuur, ‘the power of culture’, seksuele revoluties, en de nieuwe emotionele cultuur van ‘the Age of Sensibility’.
Prof.dr. Inger Leemans is Hoogleraar Cultuurgeschiedenis bij de opleiding Geschiedenis van de VU. Ze doet onderzoek naar vroegmoderne cultuurgeschiedenis (1500-1850), met bijzondere aandacht voor emotie- en lichaamsgeschiedenis en culturele economie. Eerder publiceerde zij over de geschiedenis van de pornografie, de (radicale) Verlichting, en vertaalcultuur. Haar meest recente boek Worm en donder. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1700-1800 (geschreven met Gert-Jan Johannes) werd in de pers geroemd als ‘een meesterwerk’. Op dit moment werkt Inger Leemans aan een geschiedenis van de aandelenhandel en de verbeelding van financiële crises. Inger Leemans is directeur van de VU Graduate School of Humanities, voorzitter van de Werkgroep 18e Eeuw en een van de directeuren van ACCESS - the Amsterdam Centre for Cross-Disciplinary Emotion and Sensory Studies (http://access-emotionsandsenses.nl/). Aan de VU is zij een van de coördinatoren van het Digital Humanities onderwijs- en onderzoeksprogramma.
2. 2
Een jonge schrijver in 1823
• Jacob van Lennep en Dirk van
Hoogendorp maken een wandeling door
het Nederland van 1823
Later (1836) gebruikt voor inleiding
historische roman De roos van
Dekama
3. 3
Lopen met Van Lennep
“Tot zover is alles vrij gunstig, maar het volgende
doet voor mij veel af aan het goede van de inrichting.
[…] [Over geschiedenis- en aardrijkskundelessen:]
Wat voor nut hebben die voor mensen die bestemd
zijn om achter de ploeg te lopen of de schop in de
hand te nemen? Maken deze vakken hen niet
ontevreden met hun lot? Brengen zij hun gedachten
niet op zaken die voor hen onnodig zijn? […] Ze
verlangen niet naar wat ze niet kennen, zijn
onbezorgd voor de toekomst en geven op hun beurt
aan het nageslacht hetzelfde voorbeeld door dat zij
van hun voorgeslacht gekregen hebben”
Lopen met Van Lennep, p.152-3.
6. 6
Jacob van Lennep: biografie
• Aanzienlijk Amsterdams Patriciërsgeslacht
• ‘Zwarte periode’ van opstandigheid
• Rijksadvocaat (1829) en conservatief afgevaardigde in Tweede Kamer
• Tal van onderscheidingen en erelidmaatschappen
7. 7
Leescultuur: getallen
• In 1836 waren er in Nederland 68 Latijnse scholen
en gymnasia, met samen in totaal 1260 leerlingen
Pas in 1863 werd de HBS (hogere burgerschool) opgericht
• Momenteel staan er in totaal 260.000 studenten
ingeschreven aan een Nederlandse universiteit
10. 10
Sociabiliteit
Gelegenheidsgedichten:
• 200 jarig bestaan Amsterdams
Athenaeum
• Opening Spoorlijn Amsterdam-
Haarlem
• Opening Zwemschool in het IJ
Sociabiliteit
Leescultuur 19e eeuw:
Genootschappelijkheid
11. 11
Genootschappelijkheid
Handboek Redekunst van B.H. Lulofs
Sociale omgangsvormen
• Auteur houdt rekening met bevattingsvermogen
en interesses publiek
• Auteurs zagen zich als spreekbuis van hun
publiek
Sociabiliteit
Leescultuur 19e eeuw:
Genootschappelijkheid
14. 14
Literatuur en burgerij
Literaire schrijvers gaan zich positioneren als
kunstenaars die zich onttrekken aan de burgerlijke
vraag
‘Burgerlijke kunst’: de (expansie van) commerciële
kunstvormen die rechtstreeks onderworpen zijn aan
de verwachtingen van het publiek
15. 15
Autonome, ‘zuivere’ kunst
(kunstkunst)
Een schrijver wijdt zich op een totale, exclusieve
manier aan zijn werk; hij staat onverschillig
tegenover politieke eisen en morele geboden en hij
erkent geen andere jurisdictie dan de specifieke
norm van zijn kunst
16. 16
Het (relatief) autonome literaire
veld
• Autonomisering
• Velden creëren eigen wetten en eigen hiërarchie
• Velden claimen onafhankelijkheid t.o.v.
economische omgeving
17. 17
Indicatie van autonomisering:
chiasme
Tegen het einde van de 19e eeuw is de hiërarchie
van genres, stijlen en auteurs volgens de specifieke
maatstaven van literaire ingewijden vrijwel het
exacte tegendeel van de hiërarchie volgens het
commerciële succes
– Onderzoekssector
– Commerciële sector
18. 18
Twee economische logica’s
• De anti-economische economie van de zuivere kunst
– Belangeloosheid
– Ontkenning van het commerciële
– Symbolische productie
– Wijding
– Consecratie
• De economische logica van de literaire industrie
– Productie: cultuurindustrie
– Afzet, winst, onmiddellijk succes
25. 25
Isaäc da Costa (1798-1860)
“Vergeefsch worden er alomme
Genootschappen en Maatschappyen ter
kweeking, ter aanmoediging, ter uitbreiding
van de Kunst opgericht en opgehemeld; wat
zal het baten? Men brengt door meschlijke
vereeniging geen Homerussen, geen
Raphaëls voort”.
Omslag?
26. 26
Willem Kloos (1859-1938)
Spot met dienstbare gelegenheidspoëzie:
Tegen de ‘oningewijden’ die ‘aangenaam
[weten] te zingen op bekende wijzen van
het lief en leed des huizes, dat aan den dag
komt bij geboorte en trouwpartijen,
begrafenissen en vertrek naar elders’.
Omslag!
27. Autonomisering
• De moderne schrijver eigent zich een autonome positie toe.
Dit betekent (1) dat hij onafhankelijk is van buiten-literaire
hiërarchieën en (2) dat hij in debatten en controverses de rol
van kritische buitenstaander heeft
• Moderne literatuur een individuele aangelegenheid (niet meer
genootschappelijk, geen sociabiliteit)
• De moderne schrijver keert zich tegen de burgerlijke geest van
de moderniteit (orde, instrumentele rationaliteit)