Marx verbleef van februari 1845 tot maart 1848 in Brussel.
Het waren beslissende jaren voor wat men later het Marxisme is gaan noemen. Beslissende jaren zowel op het vlak van de filosofie, de politieke-economie en de organisatie van de revolutionaire arbeidersbeweging. Hoogtepunt en orgelpunt van zijn verblijf is de publicatie van het “Communistisch Manifest”.
We wandeen door het hart van Brussel, in de sporen van Karl Marx, zijn gezin en Friedrich Engels.
Het verhaal van de opstand van het volk in Brussel in september 1830 en hoe de burgerij deze revolutie recupereerde om de macht van de Belgische burgerij en de kerk te installeren in de (geweren) Verenigde Nederlanden
Marx verbleef van februari 1845 tot maart 1848 in Brussel.
Het waren beslissende jaren voor wat men later het Marxisme is gaan noemen. Beslissende jaren zowel op het vlak van de filosofie, de politieke-economie en de organisatie van de revolutionaire arbeidersbeweging. Hoogtepunt en orgelpunt van zijn verblijf is de publicatie van het “Communistisch Manifest”.
We wandeen door het hart van Brussel, in de sporen van Karl Marx, zijn gezin en Friedrich Engels.
Het verhaal van de opstand van het volk in Brussel in september 1830 en hoe de burgerij deze revolutie recupereerde om de macht van de Belgische burgerij en de kerk te installeren in de (geweren) Verenigde Nederlanden
Essay showing how an intriguing concept and still dominating narrative - on Gypsies / Tzigani - can easily lead to confusion and mismatches between metaphores, even when positive intentions are at stake. Here: a 19th century song & its title, keys and notes written down & its performance in a TV documentairy forthcoming (May 10, 2015)
Gouden eeuw college 4 gary schwartz - grenzen van goudVeenMedia
De grenzen van goud: kunst in de Nederlandse Gouden Eeuw
De onvergelijkbare prestaties van Nederlandse kunstenaars in de Gouden Eeuw zijn legendarisch. Maar hoe onvergelijkbaar zijn ze eigenlijk? De bronnen waaruit Nederlandse kunstenaars inspiratie en voorbeelden putten liggen buiten de landsgrenzen. De kunst in de eregalerij van het Rijksmuseum is zichtbaar verwant aan, en soms niet te onderscheiden van, werk van kunstenaars in andere landen. Nederlandse kunstenaars werkten in alle landen van Europa en erbuiten. Toen de zeventiende eeuw voorbij was, ging de productie van hoogwaardige kunst op hoog niveau door. De spreker verkent geografische en chronologische grenzen om de Nederlandse kunst uit de Gouden Eeuw des te scherper in beeld te krijgen.
Gary Schwartz is in Brooklyn, New York geboren in 1940. Tussen 1956 en 1965 studeerde hij kunstgeschiedenis aan New York University en Johns Hopkins University in Baltimore. In 1965 kwam hij als Kress Fellow naar Nederland, waar hij gebleven is. Onder zijn publicaties zijn, naast tien andere boeken, standaardwerken over Rembrandt en Pieter Saenredam. Honderden artikelen en wetenschappelijke publicaties verschenen van zijn hand en ook op zijn website: de Schwartzlist. Schwartz is drager van de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs voor de Geesteswetenschappen.
More Related Content
Similar to Met de ogen van de Keizer of de Geus?Carolus
Essay showing how an intriguing concept and still dominating narrative - on Gypsies / Tzigani - can easily lead to confusion and mismatches between metaphores, even when positive intentions are at stake. Here: a 19th century song & its title, keys and notes written down & its performance in a TV documentairy forthcoming (May 10, 2015)
Gouden eeuw college 4 gary schwartz - grenzen van goudVeenMedia
De grenzen van goud: kunst in de Nederlandse Gouden Eeuw
De onvergelijkbare prestaties van Nederlandse kunstenaars in de Gouden Eeuw zijn legendarisch. Maar hoe onvergelijkbaar zijn ze eigenlijk? De bronnen waaruit Nederlandse kunstenaars inspiratie en voorbeelden putten liggen buiten de landsgrenzen. De kunst in de eregalerij van het Rijksmuseum is zichtbaar verwant aan, en soms niet te onderscheiden van, werk van kunstenaars in andere landen. Nederlandse kunstenaars werkten in alle landen van Europa en erbuiten. Toen de zeventiende eeuw voorbij was, ging de productie van hoogwaardige kunst op hoog niveau door. De spreker verkent geografische en chronologische grenzen om de Nederlandse kunst uit de Gouden Eeuw des te scherper in beeld te krijgen.
Gary Schwartz is in Brooklyn, New York geboren in 1940. Tussen 1956 en 1965 studeerde hij kunstgeschiedenis aan New York University en Johns Hopkins University in Baltimore. In 1965 kwam hij als Kress Fellow naar Nederland, waar hij gebleven is. Onder zijn publicaties zijn, naast tien andere boeken, standaardwerken over Rembrandt en Pieter Saenredam. Honderden artikelen en wetenschappelijke publicaties verschenen van zijn hand en ook op zijn website: de Schwartzlist. Schwartz is drager van de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs voor de Geesteswetenschappen.
Similar to Met de ogen van de Keizer of de Geus?Carolus (20)
Gouden eeuw college 4 gary schwartz - grenzen van goud
Met de ogen van de Keizer of de Geus?Carolus
1. Met de ogen van de Keizer of de Geus?
Carolus, Keizer Karel tentoonstelling te Gent
“Het rijk waar de terreur nooit ophield”
Frans De Maegd
2000
Karel V werd op 24 februari 1500 in Gent geboren. Hij heerste als Keizer over een
rijk dat zich uitstrekte van de Nederlanden, Duitsland, Oostenrijk, Hongarije,
Zuid-Italië, Spanje tot de veroverde gebieden in Amerika. Hij is ongetwijfeld “een
spilfiguur in de ontwikkeling van de geschiedenis van Europa”. De groots opgezette
herdenking van de 500° verjaardag in Gent, in Vlaanderen en in Brussel tonen aan
dat het oordeel dat men velt over deze absolutistische vorst verschilt naar gelang
men zich op het standpunt stelt van de heersende klassen (van vroeger en nu) of
van het volk . Geschiedenis is, minder dan, ooit neutraal. Bij het schrijven van
geschiedenis kiest men kamp. Sinds de val van de muur heeft de reaktie een
vernieuwd offensief ingezet om de communistische, de progressieve en
demokratische geschiedschrijving van de kaart te vegen. In plaats van ons te kunnen
inleven in “de geschiedenis van de kleine man” worden ons opnieuw “de idealen
en waarden van de machtigen der aarde” geserveerd. Dit om één belangrijk idee bij
de mensen in te hameren: “niet het volk maar de heersers schrijven de
geschiedenis! Hou u dus maar gedeisd en laat ons doen!”.
De herdenking van de vijfhonderdste verjaardag van Keizer Karel (net zoals de
herdenking van “Albrecht en Isabella” (Brussel ‘98) en “Filips II” (Madrid ‘98)
propageren het reaktionair gedachtegoed en het optreden van al deze vosten in een
eeuw van opstand en revoluties in Europa. “Kritische kanttekeningen” in de marge
van de herdenking en gesofistikeerd woordgebruik kunnen dat niet wegsteken. In het
voorwoord van de Carolus cataloog schrijft , de nochtans demokratisch gezind Bert
Anciaux (Vlaams Minister van Cultuur enz) dat Keizer Karel de ogen van Vlaanderen
op de wereld richt: “zonder Keizer Karel zouden we kunnen denken dat Vlaanderen
een vastomlijnd gegeven is. Hij is hier geboren, een Gentenaar, maar eigenlijk weten
we niet of hij (...) een Fransman was of een Oostenrijker, of misschien een
Spanjaard met een rijk dat geen Noordzee maar een oceaan groot was. Zo schept
deze tentoonstelling en dit gehele gebeuren perspectieven voor Vlaanderen; het
verleden krijgt betekenis én de wereld blijkt het blikveld”. Weet Bert Anciaux dan
niet dat Karel V verantwoordelijk is voor niet aflatende oorlogen in west Europa en
de genocide van de Indianen in Midden en Zuid-Amerika? Mooi blikveld!
De socialistische burgemeester van Gent vindt in zijn voorwoord dat we de wereld
van toen met de ogen van Keizer Karel moeten bekijken. De revolutionaire 16 eeuw
bekijken vanuit de ogen van Karel V is trouwens het doel van de tentoonstelling:
“Was het niet Karel, die Gent in 1540 letterlijk de strop omdeed (...) Was het niet
keizer Karel die de inquisitie introduceerde in de Nederlanden en zogenaamde
ketters liet terechtstellen (...)? Was het niet Keizer Karel die Europa teisterde met
oorlogen tegen zijn politieke tegenstanders? “. “Toch mogen we niet te snel en zeker
niet ondoordacht oordelen. Zijn wij mensen van de twintigste eeuw , goed geplaatst
om een moreel oordeel te vellen over een Keizer en zijn wereld, wanneer er nooit
meer slachtoffers gemaakt werden door oorlogen en intolerantie dan in onze eigen
twintigste eeuw ? Wat wij wel kunnen, mogen en moeten is de geschiedenis
2. doorgronden zodat ons historisch inzicht groeit. (...), zo kan worden vermeden dat
fouten uit het verleden zich herhalen(...) de prestigieus opgezette tentoonstelling.
Carolus neemt in dit opzicht een centrale plaats in. Ze vertelt het verhaal van de
Keizer en de wereld waarin hij leefde. Ze poogt de wereld te analyseren door de
ogen van de Keizer”. Wij kunnen en mogen Beke in zijn redenering niet volgen. Het
kapitalisme en het imperialisme is verantwoordelijk voor de misdaden van de
twintigste eeuw, niet wij. We kunnen en mogen de geschiedenis niet vanuit de ogen
van de beul Keizer Karel bekijken. Net zomin als we de geschiedenis van de
twintigste eeuw vanuit de ogen van de Churchill, Pétain, Mussolini en Hitler bekijken.
Wat wij wel willen en moeten is kennis en kracht uit de geschiedenis van de kleine
man en haar vertegenwoordigers halen. We willen de geschiedenis van de 16 eeuw
bekijken vanuit de ogen van de wederdopers, de geuzen, de ketters en hun leiders
Munzer, Jan Van Leiden, Imbieze.... Net zoals we de geschiedenis van deze eeuw
bekijken met de ogen van het proletariaat en van de onderdrukten. Met de ogen
van de anti-fascisten, de partizanen, de guerrillero’s en iedere klassebewuste staker.
Met de ogen van Lenin, Stalin, Mao, Rosa Luxemburg, Che Guevara,...Alle
vrijzinnige “socialisten” en “liberalen” personaliteiten die zich lenen tot huidige
huldiging van Keizer Karel zouden zich moeten schamen. Al was het maar omdat de
vrijzinnige democratische beweging tot voor kort het absolutisme van Keizer Karel,
Filips II en alle Habsburgers aankloeg. Terecht zagen ze in elke huldiging van deze
figuren de verdediging van de idealen van de katholieke reaktie (“la calotte” zeggen
ze in Brussel, de “Tjeven” in Gent), die nooit bereid was de burgerlijke vrijheden en
wetenschap te aanvaarden!
Vandaag zijn het nog de communisten en enkele “geuzen” -en stroppendragers” die
tegen de stroom in gaan en durven roepen “Leve de Geus, weg met de Keizer”.
De Carolus tentoonstelling anders bekijken.
De tentoonstelling volgt het levensverhaal van keizer Karel en probeert de bezoeker
in de voetsporen van Karel V te doen treden en de gebeurtenissen uit die tijd vanuit
zijn ogen de wereld te bekijken. Wie volgzaam deze doelstelling van de
organisatoren volgt is gezien. Maar wie kritisch de tentoonstelling gaat bekijken kan
heel wat leren.
Met wat er getoond wordt kan hij de reaktionaire voorstelling van de geschiedenis
van de Karel V ontmaskeren. De bezoeker kan een nog beter inzicht krijgen door na
te gaan wat er niet getoond en gezegd wordt en (liefst) voor zijn bezoek aan de
tentoonstelling het boek van L.P. Boon “Het Geuzenboek” te lezen. De schok en
de woede zal dan groot zijn. Je moet trouwens, reeds bij het begin van de
tentoonstelling, uw weerzin onderdrukken wanneer je - om de eigenlijke
tentoonstelling te betreden - je als het ware door Karel V moet laten begroeten en
“binnen” zijn statieportret moet treden. Het verhaal van Karel V wordt verteld in
vier delen: Gent, de Nederland, Europa, de wereld; “een rijk waar de zon nooit
onderging” (de leuze waar de herdenking graag mee uitpak). Het was eerder een rijk
waar de terreur nooit ophield.
Gent
3. Volgens de initiatiefnemers van de tentoonstelling heeft Gent een haat-liefde
verhouding met Keizer Karel. Liefde? Waarom? Omdat Charles de Luxembourg
(zoals hij officieel werd genoemd) toevallig in Gent werd geboren (zijn zogenaamde
praalwieg staat is te zien op de tentoonstelling) uit een Spaans en
Oostenrijk-Bourgondisch geslacht. Gent heeft alle reden om Karel V te haten. Toen
Gent weigerde in te gaan op de vraag van de Keizer om zijn oorlog tegen Frankrijk
mee te betalen zeiden de vrijgekochte Gentenaars “neen” en kwam in opstand. De
keizer kwam zelf orde op zaken zetten. De belangrijkste leiders van de opstand
werden onthoofd. De Gentenaars moesten met de strop om de hals vergiffenis
vragen aan de Keizer en er kwam een einde aan hun vrijheden en rechten. De
vrijheden van de steden was een prioriteit van de Spaanse Habsburgers om het
absolutisme veilig te stellen, om het democratisch gezinde volk en de opkomende
burgerij in de steden het zwijgen op te leggen. In 15... onderdrukte Keizer Karel met
veel meer geweld de opstand van de “Comunes” (de steden en haar standen) in
Spanje.
Voor Gent waren ook de stadsrechten van Brussel vernietigd door de zuster van
Karel V, de landvoogdes van de Nederlanden, Maria van Hongarije. Ze sloeg het
oproer van de Brusselaars neer, onthoofde veertig volksmenners en vernederde de
inwoners van Brussel door hen blootvoets en blootshoofds in een zwart boetekleed
in het gelid te doen staan toen ze op de koude 3 januaridag 1533 opnieuw de stad
introk.
Brussel maar vooral Gent zullen een dertig later, tijdens het bewind van de zoon van
Karel V, Filips II weerwraak nemen. In Brussel en Gent werd de republiek
uitgeroepen. In Gent hield een radikaal demokratische republiek gedurende ... stand
(15...- 15...).
De Nederlanden
Karel V kon van het oorspronkelijke Bourgondische rijk de provincies van de Lage
Landen behouden en voegde er nog een aantal provincies aan toe. Zo ontstonden
de 17 provincies, de Nederlanden (1549) (ongeveer het huidige België en Nederland
samen). In de Nederlanden heeft de volksbeweging van arme boeren en werkers het
feodalisme van de Habsburgers op zijn grondvesten doen daveren. De wederdopers
wensten “het Rijk Gods op aarde” door de vernietiging van het feodaal systeem en
het instellen van een Nieuw Jeruzalem waar de rijkdom gelijk zou worden verdeeld
onder de werkers. In de stad Münster (Westfalen-Duitsland) poogden de
wederdopers onder leiding van Jan Van Leiden in 1534 dit ideaal te verwezenlijken.
In mei 1935 probeerden de wederdopers een tweede stad: Amsterdam te veroveren.
Maar ze mislukten jammerlijk. Op de tentoonstelling zijn een aantal gruwelijke
pentekeningen te zien waarop de marteldood werd afgebeeld van de gevangen
genomen revolutionairen. De tekeningen werden gemaakt als waarschuwing. Op de
tentoonstelling zijn ze een van de weinige herinneringen aan de opstanden van de
kleine man in de Nederlanden.
Maar het volk zal dertig jaar later, met de beeldenstorm van 1566, de revolutie in de
17 provincies starten. In 1585 worden de noordelijke provincies (Nederland) een
burgerlijke demokratische republiek. De zuidelijke provincies van de lage landen
(België) zullen verder het absolutisme van de Habsburgers moeten ondergaan tot de
Brabantse omwenteling (1789) en vooral tot het Frans bewind (1794) het feodaal
systeem in ons land zal wegvagen.
4. Europa
De initiatiefnemers stellen Karel V graag voor als een groot Europeër:
“Toen in de vroege twintigste eeuw, met het ontstaan van de gecentraliseerde
natie-staat het hoogtepunt in de Europese geschiedenis leek bereikt, leek Karel met
zijn strijd om het behoud van de réligieuse en politieke eenheid van het Christendom,
dat onherroepelijk uiteen dreigde te vallen, wel een Middeleeuws anachronisme.
Vandaag, op het einde van de eeuw, lijkt het gemakkelijk (te gemakkelijk misschien)
om in hem niet de laatste held in een wankele wereld te zien maar weleer een
proto-europeër, die vooruit op zijn tijd een grensoverschrijdende Europese orde
trachtte te bewerkstelligen. Ironisch was het in Brussel, in 1555 dat de Keizer zijn
troonafstand aankondigde aan een al even verbaasd als ongelovig publiek. De
nederlaag was duidelijk, maar de droom leefde verder.” (Inleiding van John Elliot in
de cataloog van de Carolus tentoonstelling).
Karel V voorstellen als een proto-europeër is je reinste historisch idealisme.
Vooreerst kwam het rijk van Keizer Karel zelfs geografisch niet overheen met de
huidige Europese gemeenschap. Frankrijk en Engeland lieten zich nooit door de
Habsburgers inpikken en , zeker Frankrijk, had eigen territoriale ambities in Europa.
Het belangrijkste is echter dat de huidige Europe Gemeenschap een kapitalistische
en imperialistische grootmacht wil worden. Terwijl Karel V zoals alle absolutische
heersers, een zo groot mogelijk feodaal koninkrijk wilden. Van een Europees
nationaal streven en gevoel was geen sprake in die tijd. Door zich te beroepen op
Karel V en meer nog op Karel de Grote (kroning in 800) wil de Europese burgerij
“Europa” een historische legimiteit geven. Bewijzen dat de vorming van één grote
Europese natie overeenkomt met de gang van de geschiedenis en dat men dit kan
aantonen door voorafgaandelijke pogingen van grote historische figuren in het
verleden.
De Europese prestaties van Karel V waren trouwens niet zo fraai. Gedurende het
grootste deel van zijn veertig jaar durende politieke carrière zette hij grote delen van
Europa in vuur en vlam. Hij voerde verschillende oorlogen tegen zijn Franse rivaal
François I en tegen de protestantse legers van het Duitse Schmalkadisch Verbond.
Hij liet verschillende steden plunderen en in brand steken. Zo kwamen bij de
plundering van het pauselijke Rome in 1527 meer dan 6000 inwoners om en werd de
“Eeuwige Stad” grotendeels in de as gelegd.
De wereld
Spanje begon, vanaf C. Colombus (1492) de verovering en de plundering van
Amerika. Dit is gekend. Onder Karel de V werd de beschaving van de Azteken
(Mexico) en van de Inka’s vernietigd. Na amper 80 jaar Spaanse overheersing in
Midden Amerika schoten er nog in Cuba 3,5 % en in Mexico 17,5% van het
oorspronkelijk aantal Indianen over (percentage in 1570, 100% =1492, volgens
Slincher von Bath).
De Spanjaarden voerden dan maar slaven uit Afrika in om te werken in de mijnen en
de plantages. Dat was het begin van de slavernij in Amerika, die miljoenen Afrikanen
het leven heeft gekost.
Maar wie dacht dat de Carolus tentoonstelling deze dubbele genocide zou
aanklagen komt bedrogen uit . Want John Elliot schrijft in de inleiding van de
cataloog van de Carolus tentoonstelling:
5. “In elk opzicht waren de 58 jaar van Karels leven onvergetelijke jaren in de
geschiedenis van Europa en ook buiten Europa. Dankzij de veroveringen van zijn
kapiteins (Cortès en Pisarro) die voor hem het trans-Atlantische rijk van de Azteken
en Inca’s inpalmden, werden het in die jaren ook mogelijk de nieuwe wereld te
integreren in de Europese. 500 jaar later behouden deze gebeurtenissen nog altijd
hun episch karakter”. Dit is nauwelijks te verhelen racistische en fascistische
propaganda!
Tekenstrip toont de keizer zoals hij was.
De stripauteur Hec Leemans (gekend van de reeks “Bakelandt” tekende, in opdracht
van de organisatoren van de Keizer Karel herdenking, een ruig en soms pikkant
tekenverhaal. Het stripverhaal leert ons de ware Keizer Karel kennen. Dit terwijl de
tentoonstelling aansluit bij de mythe die rond de Keizer werd geschapen. Een
vergelijking tussen de omslagtekening van het stripverhaal en het ruiter portret van
Karel V tonen dit aan.
Op de tentoonstelling staat een kopie van het ruiter portret van Karel V, waarvan het
origineel door Titiaan werd geschilderd nalv de overwinning van Karel V op de
protestantse legers te Mülhberg in 1537. Op het schilderij ziet men de Keizer , met
“het heilige zwaard” als ruiter optrekken in een wijds landschap. Na de overwinning
op de legers van de ketters (“ik kwam, ik zag en God overwon”) beschouwde hij zich
als de heerser van de wereld (de mens en de natuur). In de cataloog van de
tentoonstelling schrijft men hierbij als commentaar: “Zo kon na de slag bij Mülhberg
de indruk ontstaan dat Karel V (...) het herstel van het katholieke Europa, onder zijn
keizerlijk leiding was bereikt. (...). Karels eenheidsconcept vormt van oudsher het
grondbeginsel van zijn heerschappij-opvattingen. Het concept sluit aan bij de
keizers-ideologie uit de Middeleeuwen en vermengt Karels sublieme spirituele en
religieuze idealen met zuivere machtshonger. Het is duidelijk dat dit concept in
deze periode sterk op de proef wordt gesteld, want de traditionele samenhang
tussen Rijk en Kerk wordt door de reformatie fundamenteel in vraag gesteld en
bestaat feitelijk niet meer. ...” . Op de omslag van het stripverhaal van Hec Leemans
geen gejammer over het verloren ridders ideaal. Leemans kopieert (op zijn manier)
de Keizer als ruiter maar toont op achtergrond de wreedheid van het veldslag te
Mülhberg. De tekening van deze veldslag en van de wrede plundering van Rome
(1527) op de achterflap geven een voorsmaakje van het tekenverhaal waarin de
oorlogen, de plunderingen, de terreur en het cynische machtsspel van Keizer Karel
worden getoond.
Het tijdperk van Keizer Karel: het absolutisme en het beginnend kapitalisme.
Keizer Karel is, net zoals zijn tijdgenoten François I van Frankrijk en Hendrik VIII van
Engeland een product van zijn tijd. Het is de periode van het ontstaan van het
absolutisme, de laatste fase van het feodaal systeem. Het oude feodaal systeem,
waarvan het lijfeigenschap de grondslag is, wordt gekenmerkt door het grote aantal
feodale heren en een grote verdeeldheid in de onstabiele koninkrijken. De opkomst
van de steden, de oorlogen en de boerenopstanden brengen in de loop van de
eeuwen verandering in de krachtverhoudingen. Zo kunnen de koningen van
ondermeer Frankrijk, Engeland, Oostenrijk en Spanje gebruik maken van de macht
van de steden om de macht van de kleine adel te verzwakken en gecentraliseerde
rijken te vormen. Dit is des noodzakelijker omdat de koninkrijken bedreigd worden
6. door invasies maar vooral door oproer, die het lijfeigenschap in gevaar brengen.
Eenmaal dat de koningen de adel aan zich heeft gebonden zullen ze alles in het
werk stellen om de vrije steden te knechten. Een deel van de opkomende burgerij,
vooral de bankiers (zoals de Fuggers uit Augsburg) en de zeer grote handelaars
(Antwerpen, Genua…) zullen kunnen groot worden in de schaduw van de
absolutistische vorsten. Maar de groeiende tegenstellingen op het platteland en in de
steden zullen beslissende opstanden en revoluties teweeg brengen. Zoals de
boerenopstand in ZW Duitsland in 1524, de Geuzenopstand in de Nederlanden
vanaf 1566 en de strijd tegen de Hugenoten (Bartholomeusnacht 1572). In het
Noorden van de Nederlanden zal de burgerlijke revolutie reeds in 1585 overwinnen,
in Engeland moet men wachten op Cromwell (…) en in Frankrijk op de val van de
Bastille in 1798.
Natuurlijk dragen al die absolutische vorsten een grote persoonlijke
verantwoordelijkheid voor alle wreedheden en ellende die ze veroorzaakten maar ze
waren daar, in zekere mate, toe gedwongen omwille van de ontwikkeling van de
geschiedenis. Het geweld dat Karel V gebruikte was bijna over geheel de lijn
negatief. Door te steunen op de ideologie en de macht van de kerk en bijna alles
wat vooruitstrevend was te onderdrukken bracht hij geen vooruitgang. Terwijl latere
andere absolutische heersers zoals Peter de Grote uit Rusland (begin 18° eeuw)
door hun gewelddadig optreden de meest achterlijke lagen van de adel en de kerk
het zwijgen oplegde, de wetenschap, de nijverheid en de handel in positieve zin
ontwikkelden.