De Rede, een vrijzinnige vereniging met liberale achtergronden te Mechelen, opererend rond de eeuwwisseling
1. De Rede, een vrijzinnige vereniging met liberale achtergronden te
Mechelen, opererend rond de eeuwwisseling
Rond het midden van de jaren 1850 kreeg de vrijdenkersbeweging in ons land voor het
eerst gestalte onder de intellectuelen van de lagere burgerij, in de middenklasse, onder de
gekwalificeerde arbeiders en ambachtslieden. Die groep vrijdenkers verzette zich tegen de
toenmalige heerschapijstructuren, zich daarbij steunend op a-religieuzen en sterk anti-
klerikale ideeën. In Mechelen kende de vrije gedachte de laastste tijd snel vooruitgang aldus
de Vooruit in 1889.
In 1863 werd in Brussel La Libre Pensée opgericht met uitstralingen naar Antwerpen,
Gent, Leuven, Verviers, Mechelen, Doornik en Namen, hierbij geholpen door maconieke
inplantingen. De Mechelse vrijdenkers hadden hun lokaal in 1863 op de Korenmarkt.
Voor de Brusselse La Libre Pensée werden leden geworven in het gehele land, vooral
in de grote liberale steden waar op korte tijd onderafdelingen van de Brusselse groep
ontstonden. In Vlaanderen werden in 1864 dergelijke onderafdelingen gevormd in Antwerpen
en Mechelen. Gent volgde in 1865…
De jaren 1880 vormden een keerpunt. In dezelfde stedelijke centra waar de vroegste
kernen van activiteit zich hadden gemanifesteerd werden nu duurzame
vrijdenkersverenigingen georganiseerd, zowel van het burgerlijke als van het socialistische
type, die als het ware uitvalsbases vormden voor de verspreiding van de vrijdenkersbeweging
over de rest van Vlaanderen.
De katholieke Mechelse Courant besprak op 7 juni 1891 een strooibiljet uitgegeven
door De Rede. Dezelfde krant gaf op 6 januari 1892 commentaar op een voordracht ingericht
door deze vereniging. Een zekere M. Van Wilder kwam er spreken over het algemeen
stemrecht onder rationeel opzicht. De krant vermeldde
ook het aantal leden: 300. Zij bezaten allen een
lidkaart waarop een keuze van de grondbeginselen
stond.
De leden van de "burgerlijke bond" De Rede
werden onderverdeeld in werkende, bijtredende - zij
die in de omstreken of in het buitenland verbleven -
en uit geheime leden, die om zekere redenen niet
openbaar konden optreden. Deze laatsten werden
ontslagen van het bijwonen van zittingen en
bijeenkomsten. Over deze kategorie van leden merkte
de krant sarcastisch op: Er zijn dan vrijdenkers die
zich schamen van deel te maken van de maatschappij?
Is het dan niet eerlijk en schoon partijganger te wezen van 't vrij geweten? Waarom zich
verstoppen in het geheim? Dat bewijst niet veel voor den moed der vrijdenkers. Misschien
bewijst het meer ten voordele van hun verstand: die heeren begrijpen dat het heimelijk dom is
van vrijdenker te spelen, en blijven zeer slim verstopt achter de schermen voor dewelke
anderen komedie spelen.
Bij De Rede stelden de leden zelf hun bijdrage vast. Ze mocht echter niet minder dan 3
frank per jaar bedragen, betaalbaar in één keer of in maandelijkse stortingen. Om lid te
kunnen worden moest men voorgesteld worden door een ander lid.
Bij de vereniging stond de verplichting tot een burgerlijke begrafenis centraal. Ze
hadden een speciale testamenteele formuul laten drukken en aan de familie werd een
1
2. lijkwagen ter beschikking gesteld, zij het dan één van tweede klas met baarkleed op het lijk en
eenen rouwdoek aan het huis. Voor hen die meer zouden wensen, vervielen deze voordelen.1
Op Nieuwjaarsavond 1891 was er een voordracht: De Rede haalde als spreker Paul
Emile Janson naar Mechelen. Hij sprak over lijkverbranding. Verder was er ene P. Van
Wilder, die over het Algemeen stemrecht sprak. De belangstelling voor deze voordrachten
was naar verluid niet groot.
Op 24 april 1892 was er een vrijdenkerscongres te Mechelen. De Socialisten en
Verbelen, de voorman van de vrijzinnige tak van deze laatsten, vonden De Rede wat mak en
niet militant genoeg. 2
De verhoudingen tussen De Rede en de Liberale partij verliepen niet zo vlot. De
liberale krant De Burgerij was uiterst zuinig met vermelden van nieuws in verband met de
vereniging. De Rede kon op weinig steun rekenen binnen de Liberale partij. Op het einde van
de 19de
eeuw was het een anti-klerikale liberaal die politieke carrière wou maken aangeraden
zich niet als militant vrijdenker op te stellen. 3
In de krant De Burgerij van 24 april 1892 werd het congres van het Vrij Gedacht
aangekondigd. De plaats van deze bijeenkomst was café Union op de Veemarkt. Er werd
verder weinig aandacht aan besteed.
De zogenaamde testamentele formuul voor de leden luidde als volgt:
Ik ondergetekende … verklaar, zonder eenige godsdienstige plechtigheid te willen
begraven worden door de zorgen van de maatschappij De Rede, gevestigd te Mechelen. Dit is
mijn testament waarvan ik de stipte uitvoering toevertrouw aan M. … en dat ik onder de
bescherming stel van artikel 1035 van het burgerlik wetboek.
Aldus eigenhandig opgesteld te mechelen den … in die afschriften waarvan het
eene is afgesteld aan M ….; het tweede aan de maatschappij De Rede, het derde in mijne
handen berustende.
(geteekende) …
over deze testamenteele formuul reageerde de katholieke pers razend:
Liberalen, maakt deel van de Vrijdenkersmaatschappijen! Er is, voor den vrijdenker,
slechts één middel dat verzekerd is, om de godsdienstige schending van zijn lichaam te
beletten natuurlijk, van zich in eenen vrijdenkersbeweging te laten inschrijven. De
testamenten worden verduisterd; de vrienden, gelast met het uitvoeren van zijnen laatsten wil,
zouden soms niet tegenwoordig zijn of de kracht niet bezitten, om te weerstaan aan eene
weenende familie of aan eene overlevende, die door het afsterven de meester is geworden
Godsdienstige schending! Wat zinneloosheid! Hoe kan de godsdienst de waardigheid
van het lichaam raken?4
Er bestond ook een propagandakrant De Rede (oplage 2500 ex.) en dit te Gent. De
hoofdredacteur ervan was een Gentenaar, een liberaal, later socialist.
Door de argwaan van nogal wat burgerlijke bonden werd een niet onaanzienlijke
vrijzinnige activiteit ontplooid buiten de Vlaamse federatie. Zo meldde de Mechelse
socialistische vrijdenkersbond Excelsior rond de eeuwwisseling dat er in de stad nog twee
andere fracties bestonden, nl. de Mechelschen propagandaclub voor't Vrije Gedacht, de
Ontwikkelingsclub welke beide verweten werden al te passief te zijn. De Rede, door Excelsior
als vrij groot bestempeld, werd hetzelfde ten laste gelegd
1
K. HOUTHUYS. Een bijdrage tot de vroegste geschiedenis van de Socialistische arbeidersbeweging te
Mechelen (1871-1896). Onuitgegeven licentiaatsverhandeling, VUB, 1978.
2
K. HOUTHUYS. Een bijdrage tot de vroegste geschiedenis van de Socialistische arbeidersbeweging te
Mechelen (1871-1896). Onuitgegeven licentiaatsverhandeling, VUB, 1978, p. 202
3
I. CROLS. "Aspecten van de vrijzinnigheid te Mechelen in de 19de
eeuw" in De Schakel nr. 8 en 9 van 1987.
4
De Mechelschen Courant 12-2-1892, 26-2-1892 en 5-3-1892.
2
3. Ook in Leuven bestond er een Rede die een eigen propagandablad Voorwaarts uitgaf.5
De Rede zou vóór 1889 geen tijdschrift of publicatie hebben want het socialistische,
vrijzinnige blad de Antikrist, gesticht op 29 september 1889, beweert alsdan het eerste
Vlaamse orgaan van vrijdenkers te zijn.6
Leden:
In 1907 is een zekere M(onsieur?) Houtmortels voorzitter en Jan Theodoor Eggers
(°Mechelen 7-2-1862) secretaris. Hun lokaal was alsdan Au Lion op de Grote Markt7
, tevens
de woonplaats van Eggers, die de herberg uitbaatte tot 27 december 1907, toen hij met zijn
gezin naar Schaarbeek verhuisde. Hij was voordien beenhouwer geweest in de
Augustijnenstraat 24. Hij verhuisde naar de herberg op de Grote Markt omstreeks 1895.8
In 1928 vinden we Augustin Van Haezendonck, schepen, wonende in de Korte
Heistraat 26, als voorzitter. Deze bouwkundig ingenieur was geboren te Mechelen op 21
september 1861 en overleed er op 20 februari 1935. Hij was gehuwd en had één dochter. Hij
was zeker schepen van na de verkiezingen van 10 oktober 1926. Dessain, een katholiek werd
toen als burgemeester verkozen, daar de katholieken de sterkste fractie waren. Er waren
eveneens 3 katholieken in het schepencollege. De liberalen verloren één van hun vijf zetels
maar kregen twee schepenen waarvan E. Coolen, die onderwijs onder zijn hoede kreeg en
August Van Haesendonck, die naar alle waarschijnlijkheid personeelszaken beheerde. Na
1932 was hij geen schepen meer.9
De zetel van de vereniging was alsdan in De Lelie aan de
Graanmarkt.10
Wat de sociale achtergrond van de leden betreft kunnen we enkele de
bevolkingsregisters met de doodsbrieven vergelijken.
Aertsens Jan Baptist, tabaksfabrikant, sigarenhandelaar en
herbergier, gehuwd met Maria Lowies De Smedt (°Brussel 7-11-
1841, †Mechelen 21-8-1916), kinderen
† te Mechelen 20-3-1913
Cauwenbergh Jan Lievin, Katelijnestraat 80, kolenhandelaar,
eerder schilder in de bouw, gehuwd, kinderen. Zijn vrouw was
herbergierster.
† te Mechelen 6-6-1913
De Chevil Hendrik Alfons, eerst beenhouwersgast, later geen
beroep, moeder was herbergierster aan de Statieplaats
† te Mechelen 26-4-1914
Deswert Pieter Jozef, staatsbeambte van de Spoorwegen,
Boulevard des Capucins 213, gehuwd
† te Mechelen 25-5-1912
Gilis Rombout, Augustijnenstraat 173, paswerker, woonde te
Leuven tot ongeveer 1880, gehuwd te Leuven. Hij had 5
kinderen en twee van zijn dchters hadden een natuurlijk kind
† te Mechelen 4-11-1911
Loockx Pieter Jan, Korte Heistraat 43, eerst meubelmaker dann
hoofddekselmaker, gehuwd met een herbergierster
† te Mechelen 13-9-1911
Neefs Pieter, schilder, Olivetenstraat 25, gehuwd en kinderen † te Mechelen 16-9-1913
Omers Michel, geboren te Antwerpen 31-10-1841 † te Mechelen 25-1-1913
Peeters Jan Antoon, Brusselpoortstraat 9, vormgieter in het
Arsenaal
† te Mechelen14-6-1914
5
G. DE BOCK & anderen. 200 jaar vrijzinnigheid in België 1789-1989. Charleroi, 1989.
6
P. RYCKMANS. Drukkers en pers te Mechelen (1773-1914). Repertorium. 1972, p. 168.
7
Annuaire Libéral publié par le Ligue de la Jeunesse d'Anvers sous les auspices de la Fédération Nationale des
Jenes Gardes Libérales. Antwerpen, 1907.
8
Mechelen, Stadsarchief, Bevolkingsregisters 1890-1910.
9
De Geschiedenis van Mechelen. Lannoo, 1991, p. 272.
10
Jaarboek van de Liberale Partij. Brussel, Landsraad der Liberale Partij, 1928.
3
4. Teugels Petrus, geboren te Sint Katelijne Waver, machinist,
Tenderstraat 80, gehuwd en kinderen
† te Mechelen 15-4-1913
Van de Cauter Leon, meubelmaker, Kazernestraat 104, gehuwd
en kinderen
† te Mechelen 25-5-1914
Van den Heuvel Pieter Jan, Ravenbergstraat 9, ijzerdraaier,
gehuwd en kinderen
† te Mechelen 23-6-1913
Van Humbeeck August, Lange Heistraat 52, schilder aan de
Wegen en Werken, gehuwd en kinderen. Zijn vrouw was
handelaarster in groenten en later gepensioneerde van de Ijzeren
Weg
† te Mechelen 16-4-1914
Van Roey Maria Rosalia. Haar man, Samuel Joachim Froment
(°Meerhout 8-6-1833, †Mechelen 7-3-1911) was een
staatsgepensioneerde. Zij woonden aan de Vaartdijk 12.
† te Mechelen 7-3-1911
Visscher Therese Rosalie, echtgenote van Frans Van Hoof,
schrijnwerker in het arsenaal. Zij was herbergierster. Zij hadden
vel kinderen en woonden aan de Nekkerspoel In de Pruimelaar
† te Mechelen 8-6-1912
Walschaerts Frans, Zoutwerf 12, meubelmaker, gehuwd en
kinderen
† te Mechelen 6-12-1911
Warans Philip, ondervoorzitter van De Rede, opzichter in de
zegelmakerij te Mechelen, geboren te Brussel op 25-5-1840,
woonde in de Korte Schipstraat 5 en was gehuwd, kinderen
† te Mechelen 22-2-1911
De Smedt Maria Lowies, weduwe van Jan Baptist Aertsens, zie
hoger
† te Mechelen 21-8-1916
4