2. Op de volgende dag ging het plannetje van Jason en Jessie – oké, het idee kwam natuurlijk van Jessie – van kracht. Allebei slenterden door de straten heen. Jessie leek er zelfzeker uit, Jason daarentegen wist niet zeker of dit goed was. “Weet je het zeker? Ik bedoel, Aimée ga je snel afmaken.” stotterde hij angstig. Jessie lachte spottend. “Ach, daar weet ik zeker van. Aimée zegt veel maar doet niets.”
3. Jason twijfelde wel of het waar was, wat Jessie zei. Ze hoefden niet aan te bellen want Aimée zag al meteen dat er twee mensen aan de deur stonden, en opende de deur. Kwam Jason hier om haar aanbod aan te nemen? Waarom was zijn vriendin dan meegekomen? Alle vragen spookten in Aimée haar hoofd en zouden snel mogelijk beantwoord worden. “Waarom heb je die teef meegenomen?” schreeuwde ze verontwaardigd en wees met haar wijsvinger naar Jessie toe, “of gaan we misschien een trio doen?”
4. “Ik zou toch wel zwijgen als ik jou was, hoor.” kwam Jessie tussenbeide en porde Aimée, “voor wat denk je dat ik hier ben?” Aimée was best wel geschrokken: had Jason alles aan zijn vriendin verteld? Och, die klikspaan…
5. “Oh, hoe romantisch.” spotte Aimée maar keek nog altijd even vies naar Jessie, “hoe je jouw vriendje verdedigt. Maar ik wil nu duidelijkheid: laat je toe dat Jason met mij naar bed gaat of…”
6. Jason wist echt niet hoe hij moest reageren. Hij stond tussen twee vuren: seks met Aimée wou hij niet en Jessie verliezen door een ‘gruwelijke’ moord wou hij ook niet meemaken. “Nou, Aimée, het is te zeggen…” stotterde Jason en zijn stem klonk vol met angst.
7. “Te laat!” schreeuwde Aimée woedend – zodat de hele buurt haar kon horen en hield een geweer tevoorschijn, “jullie weten de gevolgen. Jason, zeg maar eens dag tegen je vriendin. Jessie, zeg maar dag tegen je vriendje.” Op het einde keek Aimée nog altijd even boos maar lachte heel gemeen.
8. “Je denkt echt veel.” mompelde Jessie. Alsof ze geen schrik had voor Aimée, toch voelde ze haar hart kloppen in haar keel en moest ze trillen van angst. “Oh ja?” Aimée kwam steeds dichterbij, klaar om het geweer te trekken, “vaarwel JessieVreven!” Maar de kans had Aimée niet om te schieten, Jessie schopte haar omver.
9. En dat was blijkbaar gelukt. Het geweer glipte uit haar hand en knalde tegen de deur. “Wie mij dood wil hebben, moet vroeger opstaan.” dacht Jessie bij zichzelf. Natuurlijk deed het haar geen goed om Aimée zo te zien liggen maar dat had ze in ieder geval verdiend…
10. “Dat was niet volgens plan.” schudde Jessie haar hoofd. Jason hield zijn schouders op en hield zijn mobieltje tevoorschijn. “Ach, niet dat we verwacht hebben…” meende Jason en toetste pijlsnel over de nummers op zijn iPhone, “ik bel de politie.”
11. Net voor Jason de politie had gewaarschuwd en de politie beloofde om snel mogelijk te komen, kwam Aimée weer bij bewust zijn. Alhoewel… ze zag niet alles scherp, alleen zag ze dat Jessie haar de rug omkeerde. Snel mogelijk stond ze weer op haar voeten en gaf Jessie ervan langs, wanneer Jessie naar Jason toe wilde gaan…
12. En dat liep heel dramatisch af: Jessie knalde tegen het keiharde hekje en verloor haar bewustzijn. “Zo kan dat ook.” grijnsde Aimée wanneer ze Jessie aan het hekje zag liggen, “opdracht volbracht!”
13. Dat dacht Aimée althans. Net wanneer ze de benen wou nemen, bereikte de politie net de bestemming. Gelukkig hield de politiewagen het vluchtende meisje tegen; diegene die vluchtte, was meestal de dader…
14. En dat was allemaal gebeurd, terwijl de zusjes Jade en Jessica voor de zoveelste keer op de koffie zaten. Het was dat of Jade was weer in haar eentje thuis. Het was Jessie weer die altijd uit de deur was: ofwel bij één van haar vriendinnen of bij Jason. “Tja, ik heb geen zin om alleen thuis te blijven.” meende Jade. “Ach, wil je weten wie onlangs voor de deur heeft gestaan?” zei Jessica.
15. Dat was heel typisch voor Jade: na geen seconde werd ze al meteen nieuwsgierig. “Oh ja? Vertel me!” Jessica slikte in haar keel. Was dat een goed idee om dat te vertellen? Aangezien Jade en Nathan al uit elkaar geweest waren. “Nathan Loix.” viel deze naam ineens in stilte.
16. “Wat?” bracht Jade heel luid uit, “laat je die bedrieger binnen?” Jessica rolde met haar ogen. Wat bazelde haar zus nou? “Bedrieger? Als ik me goed herinner, ben jij diegene die hem bedrogen heeft. Maar maak je geen zorgen, hij zal je hart toch niet meer veroveren, hij is al getrouwd en heeft een kind.” Jade stond er bij stil; dat had ze niet verwacht van haar ex. “Oh ja? Fijn voor hem dan.” mopperde ze.
17. Meer woorden wisselden de zusjes niet meer uit, tot de telefoon ineens ging. “Is dat niet eigenaardig dat ze nu op dit uur bellen?” vond Jade. Jessica kon niets anders dan haar zus gelijk geven. “Dat is waar. Ik wil weten wat er is.” Jessica stond en liep richting naar de plek waar de telefoon rinkelde…