1. HANDELINGEN – studie 39
17-3-2022
Petrus en de
proseliet Cornelius (2)
Handelingen 10,11
2. 10:1-8 Cornelius’ gezicht/gehoor
10:9-18 Petrus’ gezicht/God zegt
10:19-23 Petrus’ gehoorzaamheid
10:24-29 Petrus arriveert in Ceasarea
10:30-33 Cornelius vertelt
10:34-43 Petrus’ gehoorzaamheid
10:44-48 Petrus’ gezicht vervuld: ‘wat God reinigt’.
3. 10:24- Petrus komt in Ceasarea
10:-24 Cornelius bereidt voor
10:25,26 Petrus wil niet aanbeden
10:27 Petrus treft velen aan
10:28-29- Petrus gaat op uitnodiging in
10:-29 Petrus’ reden komst
4. in de volgende morgen dan
kwam hij binnen nbin Ceasarea
Handelingen 10:24a
‘het uiterste/laatste
van het land’ : Joppe
(Petrus, Simon bar Jona)
‘proseliet van
de poort’ (Cornelius)
5. Cornelius nu, hoopte op hen, samengeroepen hebbend zijn verwanten en
goede vrienden. Handelingen 10:24b
onder leiding van
Cornelius: groep
proselieten van de poort*,
door God gereinigd
voordat Petrus kwam
6. proselieten van
de poort
houden 7 noachitische geboden:
1. verbod op afgodendienst
2. verbod op Godslastering
3. verbod op moord
4. verbod op bloedschande
5. verbod op diefstal
6. verbod lidmaat levend dier afsnijden
7. gebod van rechtsspraak
7. Toen het nu gebeurde
dat Petrus binnenkwam
om hem tegemoet te
komen, viel Cornelius
aan zijn voeten en
aanbad hem.
Handelingen 10:25
Openbaring 19:10; 22:9
dat doen zeer velen
wel voor de ‘opvolgers’
van Petrus...
8. Petrus echter richtte hem op, zeggend:
"Sta op, ook ík zelf ben een mens.".
Handelingen 10:26
Petrus was voornaamste
apostel van de Besnijdenis;
geen lid van het lichaam
van Christus; zit te Zijner
tijd op troon om Israël te
richten (Matt.19:28)
9. En met hem besprekend kwam hij
binnen en vond velen samengekomen.
Handelingen 10:27
de proselieten van de
poort wachtten op de
zegen via Israëls zegen.
Wij ontvangen zegen
dankzij Israëls struikelen/
tijdelijk zijspoor.
10. Petrus neiging tot afscheiding werd door een geweten bepaald, dat gevormd
is door Leviticus 20:24-26; en tradities binnen het Jodendom klinken zo:
‘hij die met een onbesneden persoon eet, die eet, als het ware, met een hond;
hij die hem aanraakt, raakt als het ware een dood lichaam aan; en hij die baadt
op dezelfde plaats met zo iemand, baadt als het ware met een melaatse’. rabbi
Eliëzer, Pirke
11. En hij verklaarde aan hen: "Jullie zijn ermee bekend dat het ongeoorloofd
is voor een Joodse man zich aan te sluiten bij of te komen naar een andere
stam. En God heeft aan mij getoond dat ik niemand een ontwijd of onrein
mens zou noemen. Hand.10:28
12. Daarom ben ik ook, nadat
iemand voor mij gezonden
is, zonder tegenspreken
gekomen. Ik vors dan na,
door welk woord iemand
voor mij gezonden werd.”
Handelingen 10:29
13. En Cornelius verklaarde: "Sinds vier dagen tot aan dit uur was ik aan
het vasten, en op het negende uur, biddend in mijn huis, en zie, een man
stond voor mijn aangezicht in een stralend kleed”. Handelingen 10:30
14. vier: redding van huis van
Cornelius verbonden
met Israëls aardse hoop
van het koninkrijk
negen: het beslissende gericht van God m.b.t.
hun aanvaarding van het aardse kkrijk en de
daarbij komende zegeningen
9 aspecten van
Gods gericht in Haggaï 1:11
----------------------------------------
van God - beslissend:
9 gaven vd geest, 1 Cor.12:8-10
9 vrucht van de geest, Gal.5:21,22
15. En hij verklaarde:
'Cornelius, jouw gebed
en is verhoord; jouw
aalmoezen zijn herinnerd
voor het aangezicht van God.
Handelingen 10:31
Cornelius én Petrus in gebed
waarop God werkt, God neemt
gebed op in Zijn plan
16. Zend dan naar Joppe en roep Simon erbij, die als Petrus aangeroepen
wordt. Deze wordt geherbergd in het woonhuis van Simon,
een looier, naast de zee.’’ Handelingen 10:32
Simon: de horende
Petrus: de rots
Cornelius: zonnestraal
de gehoornde
Israël: land; volken: zee
17. Onmiddellijk dan zond
ik naar jou. Bovendien heb
jíj uitstekend gedaan om te
arriveren. Nu zijn wíj dan
allen voor het aangezicht
van God aanwezig om alles
te horen wat jou gelast is
door de Heer."
Handelingen 10:33
Cornelius’ en Petrus’
gehoorzaamheid aan God;
geloofsgebed geeft
verwachting van God
18. 10:34,35 God onpartijdig bij aannnemen mensen - redenen
10:36-38 woord aan zonen Israël
10:39- getuigen aardse dienst van de Heer
10:-39-41 getuigen van Zijn dood en opstanding
10:42 woord aan zonen Israël
10:43 God onpartijdig in vergeving v zonden - reden
Petrus’
gehoorzaamheid
10:34-43
19. Petrus nu opende zijn mond en zei:
”opoNaar waarheid besef ik dat God
niet de persoon aanziet Handelingen 10:34
Deut.10:17; 2 Kron.19:7; Job.34:19; Rom.2:11; Gal.2:6; Ef.6:9; Kol.3:25; 1 Pe.1:17
20. maar dat in iedere natie
wie Hem vreest en
rechtvaardigheid werkt,
aangenaam voor Hem is.
Handelingen 10:35
voorwaarde voor natiën
om door God aanvaard te
worden; Cornelius moest
evangelie van kkrijk horen (11:14)
om gered te worden in kkrijk.
Geldt ook in Mt.25:34-40
redding C deels ogv goede werken
21. Het woord vaardigde Hij
af naar de zonen van Israël,
als evangelie vrede
verkondigend door
Jezus Christus
Deze is Heer van allen
Hand. 10:36
Want er is geen onderscheid tussen
Jood en Griek, want dezelfde is Heer
van allen, Die rijk is voor allen die Hem
aanroepen. - Romeinen 10:12
Heer van Israël en de natiën
22. en jullie kennen de uitspraak die gekomen is in heel Judea, begonnen
vanaf Galilea na de doop die Johannes verkondigde: Handelingen 10:37
23. Jezus van Nazareth,
toen God Hem met zalft
heilige geest en kracht,
Die doorkwam,
wel doend en allen helend
wie onderdrukt werden
door de Tegenwerker,
want God was met Hem.
Handelingen 10:38
Editor's Notes
Meer gebaseerd op Joodse tradities dan op de Schriften. In Torah geen beletsel om met anderen (vreemde) om te gaan. Let op Lev.20:24-26