1. HANDELINGEN – studie 40
14-4-2022
Petrus en de
proseliet Cornelius (3)
Handelingen 10,11
2. 10:1-8 Cornelius’ gezicht/gehoor
10:9-18 Petrus’ gezicht/God zegt
10:19-23 Petrus’ gehoorzaamheid
10:24-29 Petrus arriveert in Ceasarea
10:30-33 Cornelius vertelt
10:34-43 Petrus’ gehoorzaamheid
10:44-48 Petrus’ gezicht vervuld: ‘wat God reinigt’.
3. en wij zijn getuigen van alles wat Hij gedaan heeft, zowel in de landstreek
van de Joden als in Jeruzalem; Hem Die zij ook hebben omgebracht ,
hebben Hem gehangen aan het hout. Handelingen 10:39
4. Deze heeft God
opgewekt op de
derde dag en
gegeven dat Hij
vertoond wordt,
Handelingen 10:40
vertoond = verschijnen
Romeinen 10:20
5. niet aan heel het volk, maar aan getuigen die tevoren aangewezen waren
door God, aan ons, die met Hem gegeten en gedronken hebben na Zijn
opstaan uit de doden. Handelingen 10:41
criterium: 11 + Mattias
(niet Judas, niet S/Paulus)
6. En Hij heeft ons opgedragen
te verkondigen aan het volk
en te betuigen dat Deze het
is, Die bepaald is door God
om Richter te zijn van levenden
en doden. Handelingen 10:42
bepaald:
Hand.2:23
Rom.1:4
Richter =
kritès
7. van Deze getuigen alle profeten, dat allen die geloven
in Hem vergeving van zonden ontvangen door Zijn naam.
Handelingen 10:43
“wij hebben de vergeving
van de krenkingen” - Ef.1:7
8. 10:44 heilige geest valt op proselieten van de poort
10:45 verbazing bij besnijdenis als geest op natiën valt
10:46 bewijs dat geest op de natiën viel
10:47,48 proselieten van de poort gedoopt in de naam van Jezus Christus
Petrus’ gezicht
vervuld: ‘wat God
reinigt’
10:44-48
9. terwijl Petrus nog
deze uitspraken sprak,
viel de heilige geest op
allen die het woord
hoorden,
Handelingen 10:44
zo bewees God dat Hij
de natiën gereinigd had
10. en de gelovigen uit de besnijdenis waren buiten zichzelf, al wie samen
met Petrus gekomen waren, dat ook op de natiën het geschenk van
de heilige geest uitgegoten was Handelingen 10:45
11. want zij hoorden hen spreken in talen en God grootmaken
Handelingen 10:46
--> in het koninkrijk straks het bewijs – Hebreeën 6:4-6; Romeinen 15:9-10
is dat zo?
12. Toen antwoordde Petrus:
"Iemand kan toch niet het
water beletten zodat dezen
niet gedoopt worden, die de
heilige geest hebben
ontvangen, zoals ook wij?”
Handelingen 10:47 waterdoop:
reiniging
en eenheid
13. water
(Petrus)
water geest
(Paulus)
geest
geest water
ontwikkeling
dopen in
Handelingen
-->
Want Christus heeft mij niet
afgevaardigd om te dopen,
maar om het evangelie te
verkondigen, niet met wijsheid
van woorden, opdat het kruis
van Christus niet leeg gemaakt
wordt. 1 Corinthiërs 1:17
14. En hij gelastte hen gedoopt te
worden in de naam van
Jezus Christus. Toen vroegen
zij hem enige dagen te blijven.
Handelingen 10:48
deze proselieten werden verenigd
met de gelovigen uit de Besnijdenis
Handelingen 2:38,39
15. 11:1 apostelen en Judese broeders horen van Petrus’ dienst
11:2-3 Petrus’ dienst ter discussie
11:4-17 Petrus verdedigt zijn bediening
11:18 apostelen en broeders erkennen Gods zegen voor de natiën
Petrus verdedigt
zich in Jeruzalem
16. De afgezanten en de broeders nu, die in Judea zijn, hoorden dat ook de
natiën het woord van God ontvangen hadden. Handelingen 11:1
17. Toen Petrus dan omhoogging
naar Jeruzalem twijfelden zij
uit de besnijdenis aan hem,
zeggend:
"Jij bent binnengekomen bij
mannen die voorhuid
hebben en jij hebt gegeten
met hen!" Handelingen 11:2-3
18. Petrus nu begon en zette het achtereenvolgens voor hen uiteen, zeggend:
"Ík was in de stad Joppe, biddend, en ik nam in trance een gezicht waar,
een voorwerp afdalend, iets als een groot laken, aan vier hoekpunten
neergelaten uit de hemel; en het kwam tot mij. Handelingen 11:4-5
19. Waarin ik strak keek en het
overdacht, en ik nam de
viervoeters van de aarde en
de wilde beesten en de
reptielen en de vliegende
schepsels van de hemel waar.
Nu hoorde ik ook een stem,
zeggend tot mij: 'Opgestaan,
Petrus, offer en eet!’
Handelingen 11:6-7
20. Ik echter zei: 'Geenszins Heer, want iets ontwijds of onreins kwam
nooit binnen in mijn mond!' De stem echter antwoordde voor een
tweede keer uit de hemel: 'Wat God gereinigd heeft, beschouw jij
dat dan niet ontwijd!' Handelingen 11:8-9
21. Dit gebeurde nu driemaal,
en alles werd weer
opgetrokken de hemel in.
En zie, onmiddellijk stonden
drie mannen bij het woonhuis
waarin wij waren, die
afgevaardigd waren vanaf
Caesarea naar mij toe.
Handelingen 11:10-11
22. De geest nu zei tot mij: "Kom samen met hen, twijfel niet. Tezamen met
mij nu kwamen ook deze zes broeders, en wij kwamen binnen in het huis
van de man. Hij berichtte dan aan ons hoe hij de boodschapper
waargenomen had in zijn huis, die stond en zei: ‘Vaardig af naar Joppe en
zend om Simon, die als Petrus aangeroepen wordt Handelingen 11:12-13
23. die uitspraken tot jou zal spreken
waardoor jij en heel jouw huis
gered zullen worden.' Toen ik
dan begon te spreken viel de
heilige geest op hen, evenals
en op ons in het begin.
Handelingen 11:14-15
Editor's Notes
Hand 1:21,22
bepaald = horizo
Vergeving van krenkingen iom de rijkdom van Zijn genade. Vergeving was al bekend in Thora. En hoort bij ev van het koninkrijk.
geest op de koninkrijks gemeente – lichaam: heilige geest inwonend, verzegeld
Galaten 2:11-13
4 getal van de wereld 4 met Hem gekruisigd
Galaten 2:11-13
Niets in zichzelf ontwijd (koinon) = Rom.14:14 Twee keer je naam noemen: Abraham, Abraham, of Saul, Saul,