2. Denken over het zelf
Zelfkennis
Oordeel over deze kennis : zelfwaardering
Organisatie zelfbeeld: zelfschema-theorie
en zelfcategorisatie-theorie
3. Zelf-relevante informatie
4 motieven om naar zelf-relevante
informatie te zoeken:
-zelfverheffing: BTA-effect
-zelfverificatie
-zelfassessment
-zelfverbetering
moodcongruence
4. zelfwaardering
Variabel en stabiel
Zelfbeeld om te overleven: realistisch of
zelfverheffing?
Zelfbeeld als basis om wereld en anderen
te ontdekken
-narcisme :open en verborgen
5. Meerdere zelven
Werkelijke zelf
Ideale zelf
Moeten-zelf
Gevreesde zelf
Discrepantie tussen verschillende zelven
Motiverend? voorwaarde: zelfeffectiviteit
6. Denken over anderen
Denken over anderen is niet objectief :
-de eerste indruk en ingroup/outgroup
Stereotypen: voor-en nadelen
Onredelijke stereotypen en self-fulfilling
prophecy
Primacy-effect
7. Ingroup versus outgroup
Eigen groep is beter
Discriminatie en zwart schaap
Stereotype; vooroordeel ; discriminatie
Waarom stereotypen over outgroup niet
snel veranderen:
-Confirmatorische selectie
-subtyping
-stereotypedreiging
9. Oordelen en beslissen
Attributies of oorzaken van gedrag :
-Intern-extern
-stabiel of instabiel
-globaal of specifiek
Gevolgen van 8 verschillende attributies
op emoties en gedrag
10. Vertekeningen bij attributies
en gevolgen ervan
Zelfdienende attributies : succes en
mislukking
Fundamentele attributiefout is deel van
actor-observer effect
Misattributie van lichamelijke opwinding
Professionals en attributies