(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...
R2 w6 workshop storytelling1_s_ia-congres301116
1. Informatie effectief verweven in verhalen:
(Hoe) Werkt dat?
Reint Jan Renes
Lector Crossmediale Communicatie in het Publieke
Domein, Hogeschool Utrecht
ReintJan.Renes@hu.nl
@PubLab en @ReintJanRenes
4. ‘Te Dik’, ‘Roes’, Verhalen voor
onder je kussen.
‘Gezondheidsvoorlichting meer gebaat bij
communicatiestrategie die een beroep doet ‘op
de emoties en op de belangstelling voor dat
wat mensen wezenlijk raakt’
(Bouman, 2005 p.4)
5. Via narrative engagement kennis,
houding, gedrag beïnvloeden.
Om te voorkomen dat voorlichting saai, directief, en
belerend wordt (zie o.a. ‘reactance’ effect)
Gericht op bereiken van moeilijk bereikbare groepen
Populaire cultuur,
Human interest i.p.v. feiten en cijfers,
Directe sociale omgeving weerspiegelen als
belangrijkste bron van inspiratie en informatie
Impliciet leren staat centraal
6. ‘Dual process’ theorieën (o.a. ELM)
Bij het veranderen van gedrag is naast cognities
(wat mensen denken) ook affect (wat mensen
voelen) belangrijk
Primaire affectieve reactie ‘triggert’ cognitief
verwerken.
Centraal versus perifere informatieverwerking
afhankelijk van betrokkenheid.
Motivatie
Mogelijkheid: kennis, tijd, vaardigheden, etc…
7. Verhalen versus Cijfers
Statistieken en cijfers wekken systematische,
cognitieve informatieverwerkingsprocessen op,
terwijl verhalen affectieve responsen opwekken
die vaak als een heuristieke cue doorwerken
Wanneer je betrokken bent bij een verhaal (is niet
per se betrokkenheid bij het onderwerp!) sta je
open voor de inhoud en wordt ‘counterarguing’
onderdrukt.
Het idee van betrokkenheid bij het onderwerp
(ELM) is vervangen door ‘je verliezen in het
verhaal’.
8. Transportation-Imagery Model
(Green & Brock, 2000)
In effective storytelling an individual is ‘transported’
into narrative world.
This is persuasive because:
Absorption leads to less counterarguing and more
acceptance of story propositions
Makes story seems like actual experience, as such
facilitate observational learning
High identification with or strong emotions for
characters of the narrative, making their perspective
have greater influence on the beliefs of the
reader/listener/viewer as well as social norms
9. Belangrijke criteria
Populair en aansprekend televisiegenre
(‘entertaining’)
Herkenbare verhaallijnen
Identificeerbare hoofdpersonen.
Gedoseerde en geïntegreerde
(gezondheids)informatie (niet saai of belerend!)
Aanzetten tot meer willen weten en erover willen
praten (prikkelen en confronteren)