4. Inhoud
De positie en bijhorende aandachtspunten van internet
(incl. sociale media) in je mediamix
Potentiële functies van sociale media in je communicatie
Realiteit & mythe van de digitale kloof
5. 5
De positie en bijhorende aandachtspunten
van internet & sociale media
in de mediamix
6. 6
1° In de belangstelling brengen / aandacht trekken
2° Informeren
3° Overtuigen
4° Ondersteunen: geheugensteun, meer diepgaande info,
inschrijvingsmodaliteiten
5° Publiek behouden/onderhouden…
6° => ergens verspreid tussen 1° tot 5°: het publiek betrekken
Al te vaak zijn communicatieacties vooral georiënteerd op “in de
aandacht komen” of op “informeren”
“Fasen” zijn niet altijd zo lineair als het lijkt
Vijf niveaus in communicatie
7. 7
Elk communicatiemedium heeft een specifiek
“communicatievermogen”: vermogen om in de
belangstelling te brengen, te informeren (kwantiteit &
kwaliteit), te overtuigen, te ondersteunen.
Voor elke fase zijn verschillende communicatiekanalen
meer/minder geschikt:
8. 8
Fase 1: iets in de belangstelling brengen,
vooral via:
(afhankelijk van zender & publiek: landelijke, regionale
en/of lokale) pers (incl. gemeentelijk infoblad)
regionale/lokale radio en televisie
affiches op geschikte locaties
folder of pamflet (= flyer)
persoonlijke brief / direct mail
mondelinge media (aanspreken, telefoneren, …)
stand op een beurs, evenement, …
sms-bericht
e-mail en e-zine
sociale media
9. 9
Hoeveel % van de bevolking leest regelmatig tot vaak het infoblad?
Peer 2007 91,4%
Edegem 2007 85%
Bornem 2006 80 à 90%
Zemst 2005 83%
Ieper 2005 69%
Welke tevredenheidsscore geven de bewoners aan het infoblad?
Peer 2007 8/10
Edegem 2007 8/10
Bornem 2006 8,3/10
Zemst 2005 7,9/10
Ieper 2005 geen tevredenheidsscore beschikbaar
Bronnen: onderzoek KHM-Memori (Bornem, Edegem, Peer, Zemst) & Cibe-CVO (Ieper)
10. 10
Fase 2: informeren, vooral via:
folder
brochure
direct mail
mondelinge media (aanspreken, telefoneren, infolijn,
vergadering, stand…)
website
e-zine
11. 11
Fase 3: overtuigen, vooral via:
Mondelinge communicatie (incl. via intermediairs)
TV-redactioneel
12. 12
Fase 4: ondersteunen, vooral via:
website
brochure
folder
website
sociale media
mondelinge communicatie
13. 13
Fase 5: je publiek behouden/
onderhouden, vooral via:
mondelinge communicatie
tijdschrift
(nieuws)brief
e-zine
sociale media
14. 14
6 => ergens tussen 1 en 5: het publiek
betrekken, vooral via:
mondelinge communicatie
sociale media
gevorderde interactieve website (web 2.0)
schriftelijke bevragingen
(smartphone / gsm)
16. 16
Aandachtspunten bij de mediamix
Communicatie over de communicatie(kanalen)
=> verwijs in eigen & in externe communicatiemedia naar je
(andere) eigen communicatiekanalen
“surf naar…”
“word Facebookvriend…”
“vraag onze brochure aan…”
“bel ons infonummer…”
“maak een afspraak met…”
...
Blijvend belang van networking en mondelinge
communicatievormen (incl. aanspreken van “intermediairen”)
18. 18
• In augustus 2008 hadden 800.000 Belgen een Facebook profiel, vandaag
zijn dat er 3,6 miljoen.
• Twitter.com telde in Januari 2009 wereldwijd 20 miljoen gebruikers, vandaag
zijn dat er meer dan +105 miljoen met 55 miljoen ‘tweets’ per dag
• Linkedin biedt momenteel plaats aan bijna 690.000 Belgische profielen, goed
voor 6,5% van onze bevolking
19. Potentiële functies van sociale netwerk software
Zicht krijgen op (deel van) je netwerk
Interactief contact krijgen / onderhouden met doelgroepen
Sociaal contact onderhouden
Community-ontwikkeling
Sociale Actie
Bijblijven
Extra bij interne communicatie: kennis- en expertisedeling
Aandacht trekken
Uitnodigen
Herhaling / reminder
Rapporteren / verslaggeving
Tonen (ook visueel / audiovisueel)
Feedback laten geven
Adverteren
…
19
32. 32
Basisstatistieken internetgebruik 16-74-jarigen
(Bron: FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie: ICT-enquête 2009)
Aanwezigheid computer(s) in Belgische huishoudens:
72% van de Belgen heeft thuis minstens één PC (29% heeft meer
dan één PC)
28% van de Belgen heeft géén PC:
29% in Brussel
24% in Vlaanderen
34% in Wallonië
Internetgebruik:
75% van de Belgen gebruikt dagelijks internet
67% van de Belgen heeft thuis internet:
61% in Brussel
73% in Vlaanderen
61% in Wallonië
33. 33(Bron: FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie: ICT-enquête 2009)
75%
95%
90%
85%
76%
57%
28%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Belgische
bevolking
16-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65-74 jaar
internetgebruik naar leeftijd
35. 35
Andere markante getallen
Mannen maken iets meer gebruik van het internet (78%) dan vrouwen
(71%)
91% van de Belgen heeft mobiele telefoon
26% van de Belgen maakt (al eens) gebruik van mobiel internet
Penetratie digitale televisie: in 27% van de Belgische gezinnen
Ivm vrijetijd is het internet de belangrijkste info-zoekbron voor 58%
van de bevolking (STER-KUL & Lessius-Memori, 2008)
36. 36
De digitale kloof is reëel…
+/- 30% van de gezinnen heeft (nog) geen internettoegang thuis
Velen hebben internet, maar vinden er hun weg niet in
=> van “hebben of niet hebben” naar “hebben en wat doe ik ermee?”
37. 37
…maar de digitale kloof is ook een mythe
Een reële minderheid heeft zelf geen internet, maar kan wel beroep doen op
anderen die dit wel hebben (en/of ermee overweg kunnen)
Een kleine groep (+/- 4%) heeft thuis geen internet, maar gebruikt het elders
Een reële minderheid (vnl. grote groep hoogbejaarden) is helaas een “verloren”
groep ivm ICT
Deze laatste groep wordt geleidelijk vervangen door een groeiend seniorenpubliek
dat wel overweg kan met internet
Het uitsluitend aanbieden van infovoorzieningen via nieuwe media is
discriminerend (waar wie doet dat alsnog?)
Het weinig of niet aanbieden van info via nieuwe media is discriminerend voor een
groot deel van de bevolking.
Een groter wordende doelgroep ervaart intellectuele, mentale of financiële
drempels met (bepaalde) oude media: bvb. telefoon, telefoonboek, tekstbeladen
drukwerken, het rechtstreeks in contact komen met (bepaalde) personen…
=> Nieuwe media zijn meer en meer “gewone” media geworden tussen de niet-
digitale kanalen
38. 3 digitale kloven
1e graad : Toegang tot ICT
2e graad : Technische kennis nodig om ICT te kunnen
gebruiken
3e graad : Wàt we juist doen met die techniek =>
informatievaardigheden:
Recent onderzoek (2009-2010) van:
FTU (Namur), in opdracht van POD – Maatschappelijke Integratie
SMIT-VUB(Brussel), in opdracht van Instituut voor Samenleving en
Technologie (Vlaams Parlement)
Ruimer dan de klassieke kansarme groepen
Ook bij jongeren => vaak verkeerde verwachtingen over het
online informeringspotentieel van jongeren
38
39. 39
Bedankt voor uw aandacht!
Volg ons op:
www.memori.be
www.lessius.eu
Eric.Goubin@Mechelen.Lessius.eu
Alsook op LinkedIn, Twitter, Facebook, Netlog…
Editor's Notes
Figuur is uit een studie van Oxford Uni die de derde graad beschrijft….naarmate socio-economische achtergrond verschilt participatie op deze drie niveaus erg sterk.