1. STICHTING
VAN DE ARBEID
Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
t.a.v. mevrouw drs. J. Klijnsma
Postbus 90801
2509 LV DEN HAAG
Den Haag : 21 september 2015
Ons kenmerk : S.A.15.02211 JM/EH
Uw kenmerk : 2013-0000071668
Betreft : pensioenopbouw bij loondispensatie
Geachte mevrouw Klijnsma,
Bezuidenhoutseweg 60
Postbus 90405
2509 LK DEN HAAG
T 070 -3 499 577
E info@stvda.ni
www.stvda.nl
Graag vraagt de Stichting van de Arbeid opnieuw aandacht voor de pensioenopbouw
voor mensen met een Wajong- ofWSW-indicatie die loonsuppletie ontvangen.
Zij verzoekt u te bevorderen dat de Belastingdienst ten spoedigste medewerking verleent
aan de door de Stichting van de Arbeid in 2010 aangedragen oplossing. Aanvankelijk
zag het ernaar uit dat het probleem dat deze mensen geen aanvullend pensioen kunnen
opbouwen met ingang van 2015 definitief opgelost zou worden in verband met de in
werkingtreding van de Participatiewet en de introductie van de loonkostensubsidie. Door
het besluit om de loonsuppletie voor Wajongers en WSW'ers die al voor 1 januari 2015
waren geïndiceerd te continueren, kunnen zij echter nog steeds geen pensioen opbouwen
zolang de Belastingdienst geen medewerking verleent aan de aangereikte oplossing.
Ter informatie treft u in de bijlagen de eerder gevoerde correspondentie hierover aan.
• Op 8 juli 2010 heeft de Stichting van de Arbeid een aanbeveling uitgebracht aan
cao-partijen om te stimuleren dat werknemers met een Wajong- of WSW-indicatie
pensioen kunnen opbouwen door een fictieve deeltijdfactor voor de loonwaarde te
hanteren.
• In een brief aan de Tweede Kamer d.d. 14 september 2010 heeft uw ambtsvoorgan
ger minister Donner van SZW deze aanbeveling van harte ondersteund.
• Aangezien de Belastingdienst geen medewerking bleek te verlenen aan de oplossing
om met een fictieve deeltijdfactor te werken, heeft de Stichting zich bij brief van 5
juli 2012 tot uw ministerie gericht.
• In uw reactie van 8 juli 2013 heeft u vervolgens aangegeven dat een oplossing nabij
was omdat met de introductie van de Participatiewet de loonkostensubsidie de loon
suppletie zou vervangen.
De Stichting van de Arbeid is het overlegorgaan van de centrale organisaties van werkgevers en werknemers:
VerenigingVNO-NCW, MKB-Nederland, LTO-Nederland, FNV, CNV en VCP
2. STICHT!NG 2
VAN DE ARBEID
De Stichting van de Arbeid verzoekt u dringend om te bevorderen dat op korte termijn
de door de Stichting van de Arbeid aangedragen oplossing voor deze doelgroep, die al
langere tijd geen pensioen kan opbouwen, kan worden geïmplementeerd. Daarbij reali
seert de Stichting van de Arbeid zich dat werknemers voor wie de werkgever een loon
kostensubsidie ontvangt, meer mogelijkheden hebben om pensioen op te bouwen dan
degenen die voor loonsuppletie in aanmerking komen. Desalniettemin is de Stichting
van de Arbeid van mening dat met de introductie van een fictieve deeltijdfactor een snel
le oplossing voorhanden is waarmee betrokkenen op korte termijn in ieder geval een
zekere mate van pensioenopbouw kunnen realiseren.
Desgewenst zijn sociale partners altijd bereid tot een mondelinge toelichting.
Hoogachtend,
STICHTING VAN DE ARBEID
Bijlagen.
Een afschrift van de brief is gestuurd naar staatssecretaris Wiebes van Financiën en de
Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer.
3. STICHTING
VAN DE ARBEID
Aan:
- de centrale organisaties van werknemers en
Werkgevers aangesloten bij de Stichting van de Arbeid
- de pensioenkoepels VB en OPF
- het Verbond van Verzekeraars
Den Haag
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Betreft:
: 8 juli 2010
: S.A.10.044.52 JM/JS
: Pensioenopbouw voor Wajongers en werknemers met WSW-indicatie
werkzaam met loondispensatie bij reguliere werkgevers
Geachte dames en heren,
BIJLAGE 1
Bezuidenhoutseweg 60
Postbus 90405
2509 LK DEN HAAG
T 070- 3 499 577
F 070- 3 499 796
Einfo@stvda.nl
www.stvda.nl
De Stichting van de Arbeid vraagt uw aandacht voor het volgende. De minister van So
ciale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 29 december 2009 de Stichting van de Arbeid
om advies gevraagd over de mogelijkheden tot pensioenopbouw voor werknemers met
een Wajong-indicatie ofWSW-indicatie die met gebruik van loondispensatie bij regulie
re werkgevers een baan vinden. (Zie bijlage 1.)
In zijn brief vraagt de minister de Stichting om na te gaan in hoeverre sprake is van ge
miste pensioenopbouw; dit gelet op de veràntwoordelijkheid van de sociale partners voor
het maken van afspraken over de pensioenopbouw. De minister wijst erop dat het advies
van de Stichting een bijdrage kan leveren aan het streven om de arbeidsparticipatie van
mensen met een arbeidsbeperking te verhogen.
Dit advies is voorbereid in een werkgroep van de Stichting van de Arbeid waarin ook
vertegenwoordigers van het ministerie van SZW hebben geparticipeerd. De besprekin
gen in deze werkgroep hebben ertoe geleid dat vanuit het ministerie van SZW een notitie
met achtergrondinformatie is opgesteld. (Zie bijlage 2.)
De Stichting van de Arbeid stelt vast dat de kern van dit probleem gelegen is in de inzet
van het instrument loondispensatie. Dit leidt in veel gevallen ertoe dat het loon van
werknemers uit de twee doelgroepen onder de franchise van de pensioenregeling blijft
die van toepassing is.
Pensioenopbouw over het uitkeringsdeel - door toevoeging van dit deel van het loon aan
het pensioengevend loon - lijkt geen begaanbare weg. Dat zou immers betekenen dat
De Stichting van de Arbeid is het overlegorgaan van de centrale organisaties van werkgevers en werknemers:
Vereniging VNO-NCW, MKB-Nederland, LTO-Nederland, FNV, CNV en Vakcentrale MHP
4. 2
over een sociale uitkering pensioen wordt opgebouwd. Een dergelijke aanpak stuit op
bezwaren van principiële aard.
Sociale partners hechten echter eraan om een oplossing te vinden voor deze problema
tiek. Het is immers voor betrokken werknemers van grote betekenis dat ook zij door het
verrichten van arbeid een bijdrage leveren aan onze economie. Deel kunnen nemen aan
een pensioenregeling en kunnen investeren in de eigen pensioenopbouw is voor de des
betreffende werknemers van groot belang. Dat geeft zelfvertrouwen in eigen kunnen en
in resultaat van eigen arbeid.
Vanuit die insteek is in het overleg in de Stichting van de Arbeid als oplossing naar vo
ren gekomen om de vastgestelde verdiencapaciteit bij de groep Wajongers en de vastge
stelde loonwaarde bij werknemers met WSW-indicatie te beschouwen als een deeltijd
factor. Deze kan naar analogie van de wijze waarop met een deeltijdfactor wordt omge
gaan op de pensioenfranchise worden toegepast. Dit leidt ertoe dat voor velen van de
betrokkenen een zekere mate van pensioenopbouw in de aanvullende pensioenregeling
kan worden gerealiseerd.
De Stichting van de Arbeid geeft u nadrukkelijk in overweging om partijen betrokken bij
aanvullende pensioenregelingen en pensioenuitvoerders te verzoeken in voorkomende
gevallen - na melding van de werkgever (dan wel de werknemers die het betreft dan wel
hun vertegenwoordigers) - het volgende te bewerkstelligen: ingeval van een toegekende
loondispensatie de vastgestelde verdiencapaciteit of loonwaarde, zijnde een percentage
van het wettelijke minimumloon, te beschouwen als een deeltijdpercentage en de van
toepassing zijnde pensioenfranchise overeenkomstig te verlagen.
Hoogachtend,
STIC G VAN DE ARBEID
Een afschrift van deze brief is gestuurd aan de minister van Sociale Zaken en Werkgele
genheid.
5. BIJLAGE 2 Pens./2569
Ministerievan SocialeZakenen
Werkgelegenheid
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 1 A
2513 AA S GRAVENHAGE
•111
11
11
•111r1h111
1
1
1
1
•111
•11111•11
1
1
1
Datum 14 september 2010
Betreft Advies Stichting van de Arbeid over pensioenopbouw ingeval van
loondispensatie
Tijdens de behandeling op 7 april 2009 van het wetsvoorstel tot wijziging van de
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten in verband met het
bevorderen van de participatie van jonggehandicapten door werk en
arbeidsondersteuning (Wet Wajong), heb ik uw Kamer toegezegd om de Stichting
van de Arbeid (STAR) om advies te vragen over de mogelijkheden voor
pensioenopbouw bij inzet van het instrument loondispensatie (Handelingen der
Kamer II, vergaderjaar 2008-2009, nr. 73, blz. 5769-5813). Dezelfde toezegging
heeft toenmalig staatssecretaris Klijnsma gedaan in haar brief van 2 juli 2009
over de pilots "Werken naar vermogen", met betrekking tot de Tijdelijke wet pilot
loondispensatie (Kamerstukken II, vergaderjaar 2008-2009, 29817, nr. 50).
Gelet op de verantwoordelijkheid van sociale partners voor het maken van
afspraken over pensioenopbouw heb ik naar aanleiding van bovenstaande
toezeggingen met mijn brief van 29 december 2009 de STAR gevraagd mij te
adviseren over de mogelijkheden hiervoor bij inzet van het instrument
loondispensatie.
Bij loondispensatie bestaat voor zowel een deelnemer in het kader van de
(n)Wajong als voor een deelnemer in het kader van de Tijdelijke wet pilot
loondispensatie, het totale inkomen van de deelnemer uit een gedeelte loon en
een gedeelte inkomensondersteuning respectievelijk aanvullende uitkering. De
grondslag voor pensioenopbouw wordt gevormd door het loon dat de deelnemer
ontvangt. Pensioenopbouw over loon vindt plaats indien (en voorzover) het loon
hoger ligt dan de franchise van de desbetreffende pensioenregeling.
Met haar brief van 8 juli 2010 heeft de STAR mij van haar advies in kennis
gesteld.
De STAR heeft sociale partners, de pensioenkoepels VB en OPF en het Verbond
van Verzekeraars nadrukkelijk in overweging gegeven om partijen betrokken bij
aanvullende pensioenregelingen en pensioenuitvoerders te verzoeken om te
bewerkstelligen dat ingeval van loondispensatie pro-rata pensioenopbouw
mogelijk wordt. Een afschrift van de brief van de STAR aan deze partijen is bij
deze brief gevoegd.
Het verheugt mij dat de STAR van oordeel is, dat het kunnen deelnemen aan een
pensioenregeling en het kunnen investeren in de eigen pensioenopbouw voor
werknemers als hier bedoeld van groot belang is.
Postbus 90801
2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
T 070 333 44 44
F 070 333 40 33
www.szw.nl
Contactpersoon
Onze referentie
Bijlagen
Brief Stichting van de Arbeid
d.d. 8 juli 2010
Pagina 1 van 2
6. Het is nu aan bij aanvullende pensioenregelingen betrokken partijen en
pensioenuitvoerders om aan dit verzoek gehoor te geven. Ik spreek de hoop uit,
dat de partijen hun verantwoordelijkheid zullen nemen.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
J.P.H. Donner
Datum
Onze referentie
IVV/LZVll/2010/17146
Pagina 2 van 2
7. STICHTING
VAN DE ARBEID
Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
T.a.v. de heer H.G.J. Kamp
Postbus 90801
2509 LV DEN HAAG
Den Haag : 5 juli 2012
Ons kenmerk : S.A.12.049.21 K/JS
Uw kenmerk
Betreft : Probleem bij pro-rata pensioenopbouw met loondispensatie
Geachte heer Kamp,
BIJLAGE 3
Bezuidenhoutseweg 60
Postbus 90405
2509 LK DEN HAAG
070 - 3 499 577
070 - 3 499 796
· info@stvda.nl
www.stvda.nl
AC/4178A
Pens./2841B
De Stichting van de Arbeid vraagt dringend uw aandacht voor het volgende.
Op verzoek van uw ambtsvoorganger, de heer mr. J.P.H. Donner, d.d. 29 december 2009
heeft de Stichting van de Arbeid zich in 2010 gebogen over het probleem van onvol
doende pensioenopbouw van werknemers die met toepassing van het instrument van
loondispensatie we-rkzaam zijn bij reguliere werkgevers. Dit naar aanleiding van de be
handeling op 7 april 2009 in de Tweede Kamer van het wetsvoorstel tot wijziging van de
Wet Wajong.
Het probleem was dat de vastgestelde verdiencapaciteit van Wajongers die met loondis
pensatie werken en de vastgestelde loonwaarde van de met loondispensatie werkende
werknemers in het kader van de Tijdelijke wet pilot loondispensatie in veel gevallen
uitkomen onder het niveau van de franchise van pensioenregelingen waardoor er in die
gevallen geen pensioen wordt opgebouwd.
De Stichting van de Arbeid heeft hier als volgt op gereageerd. Vanuit de overweging dat
het voor de betrokken werknemers van groot belang is dat zij door het verrichten van
betaalde arbeid ook kunnen deelnemen aan een pensioenregeling en kunnen investeren
in de eigen pensioenopbouw, heeft de Stichting getracht tot een oplossing te komen
waardoor een pro-rata pensioenopbouw toch mogelijk wordt. Voorgesteld is om in voor
komende gevallen de vastgestelde verdiencapaciteit en loonwaarde te beschouwen als
een deeltijdfactor die ook op de franchise wordt toegepast. Hierdoor zullen naar ver
wachting veel betrokkenen een zekere mate van pensioenopbouw kunnen realiseren. De
Stichting van de Arbeid heeft door middel van een briefvan 8 juli 20101
aan de centrale
organisaties van werkgevers en van werknemers aandacht voor deze problematiek ge
vraagd. Sociale partners op decentraal niveau, de pensioenkoepels en het Verbond van
1 BriefStichting van de Arbeid aan centrale organisaties van werkgevers en werknemers, pensioenkoepels VB en OPF
en Verbond van Verzekeraars, 8 juli 2010, kenmerk S.A. I0.044.52 JM/JS.
De Stichting van de Arbeid is het overlegorgaan van de centrale organisaties van werkgevers en werknemers:
Vereniging VNO-NCW, MKB-Nederland, LTO-Nederland, FNV, CNVen Vakcentrale MHP
8. STICHTING
2
,
· VAN DE ARBEID
vuVerzekeraars is nadrukkelijk in overweging gegeven om partijen betrokken bij aanvul
lende pensioenregelingen en pensioenuitvoerders te verzoeken deze oplossing in voor
komende gevallen toe te passen.
Uw ambtsvoorganger heeft de Tweede Kamer bij brief van 14 september 2010 hierover
geïnformeerd. De minister was positief over de inzet van de Stichting en besloot zijn
brief met het uitspreken van de hoop dat partijen hun verantwoordelijkheid zullen ne
men. Met een passage in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel tot invoering
van de Wet Werken naar vermogen2
, waarin een structurele regeling voor werken met
loondispensatie wordt voorgesteld, heeft de regering deze inzet nog eens onderschreven.
Recent bereikte de Stichting van de Arbeid informatie vanuit de Pensioenfederatie dat de
Belastingdienst niet akkoord gaat met de door de Stichting aangedragen oplossing. De
Belastingdienst verlangt dat bij loondispensatie de franchise volledig op het salarisdeel
wordt toegepast. Het toepassen van een deeltijdfactor op basis van de vastgestelde ver
diencapaciteit c.q. de vastgestelde loonwaarde is volgens de Belastingdienst dan ook niet
mogelijk op basis van de fiscale regelgeving.
Dit bericht bevreemdt de Stichting in hoge mate, juist gelet op de positieve ontvangst
van de gevonden oplossing in 2010 en gezien de passage in de memorie van toelichting
bij genoemd wetsvoorstel. Als er sprake blijkt van een coördinatieprobleern met de fisca
le regelgeving dient dit probleem te worden opgelost, zo nodig door aanpassing van deze
regelgeving. Daarbij is het ook van belang om zich te realiseren dat bij werken met
loondispensatie over het deel sociale uitkering geen pensioenopbouw plaatsvindt.
Gelet op het voorgaande verzoekt de Stichting u dan ook dringend om op korte termijn
in overleg met de staatssecretaris van Financiën te treden met het doel om deze blokkade
van de Belastingdienst, van een pro-rata pensioenopbouw voor werknemers die met
loondispensatie werkzaam zijn, op te heffen.
Hoogachtend,
STICHTING VAN DE ARBEID
Een afschrift van deze brief wordt gezonden aan de Vaste Commissies voor Sociale Za
ken en Werkgelegenheid en Financiën uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
2 Kamerstukken 11, 33161, nr. 3.
9. BIJLAGE 4
AC/4375
Pens./3052
Ministerievan SociaIe Zaken en
Werkgelegenheid
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag
Stichting van de Arbeid
t.a.v. mevrouw J.M.A. Moeren
Postbus 90405
2509 LK S GRAVENHAGE
Datum O 8 JUL 2013
Betreft Pensioenopbouw bij loondispensatie
Geachte mevrouw Moeren,
STICHTING VAN DE ARBEID
INGEKOMEN
- 9 JUL 2013
No.:i3 o312cP
Behllldltd ctoor: S&udA
Hierbij reageer ik op uw brief van 5 juli 2012 aangaande fiscale blokkades voor
pro-rata pensioenopbouw in relatie tot het instrument loondispensatie, zoals dat
al jaren door het UWV wordt toegepast in het kader van de Wajong en zoals dat
met de Participatiewet beschikbaar zou komen voor gemeenten.
Kort na ontvangst van uw brief heeft mijn ministerie op ambtelijk niveau overleg
opgestart met het ministerie van Financiën. Naar u bekend, is de aanleiding voor
het overleg echter recentelijk komen te vervallen.
In het Sociaal Akkoord van 11 april 2013 is namelijk de afspraak opgenomen om
het instrument loondispensatie niet in te voeren voor gemeenten en in plaats
daarvan een specifieke vorm van loonkostensubsidie te introduceren ten behoeve
van de arbeidsparticipatie van mensen met een beperkt arbeidsvermogen. De
subsidie wordt aan de werkgever beschikbaar gesteld ter compensatie van de
lagere productiviteit van deze werknemers. De werknemers ontvangen een loon
conform de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) waarbij de werkgever is
aangesloten, dan wel ten minste het wettelijk minimumloon (WML).
Verder is in het Sociaal Akkoord afgesproken, dat het zittend bestand van de
Wajong door het UWV wordt herbeoordeeld op de vraag of er sprake is van
arbeidsvermogen. De Wajong blijft alleen van toepassing op diegene die geen
arbeidsvermogen heeft. Indien iemand wel arbeidsvermogen heeft, wordt in de
plaats van de Wajong de Participatiewet op hem van toepassing. Voor alle mensen
met een beperking die wel arbeidsvermogen hebben, kan hierdoor een eenduidig
instrumentarium worden ingezet, waarvan eerdergenoemde loonkostensubsidie
deel uitmaakt. Doordat betrokkenen bij loonkostensubsidie het cao- loon of ten
minste het wettelijk minimumloon ontvangen, bouwen zij -indien pensioen is
toegezegd- pensioen over hun loon op overeenkomstig de bestaande
pensioenregeling van hun werkgever.
De door uw Stichting gedane oproep aan sociale partners, pensioenkoepels en
pensioenuitvoerders om pro-rata pensioenopbouw voor mensen met
loondispensatie mogelijk te maken is niet langer opportuun.
Postbus 90801
2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
T 070 333 44 44
F 070 333 40 33
www.rijksoverheid.nl
Contactpersoon
mw. H.M. van den Tempel
T 070 333 45 42
HvdTempel@minszw.nf
Onze referentie
2013-0000071668
Uw referentie
S.A.12.049.21 K/JS
Pagina 1 van 2
10. Er is daardoor ook geen aanleiding meer om met het ministerie van Financiën te
overleggen over mogelijkheden voor het oplossen van fiscale blokkades hierbij.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
de Staatssecr taris van Sociale Zaken
Datum
0 8 JUL 2013
Onze referentie
2013·0000071668
Pagina 2 van 2