1. Mijn eerste werkdag. De weg van Aldtsjerk naar Gytsjerk is opgebroken. Ik rij de andere kant op, via Wyns naar Leeuwarden om dan naar Sneek te rijden. Ik was hier nog nooit geweest. Wel fietsen we soms naar Bartlehiem, langs het water en dan steeds naar links en dan kom je weer in Aldtsjerk. Nu ga ik niet naar links maar rechtdoor, door Wyns. Wyns is een lief dorpje, met monumentale boerderijen, prachtige huizen en een eeuwenoud zadeldak-kerkje in het midden. Het ligt nog geen 8 km van Leeuwarden, dus dichtbij. Een ideale plek om te wonen, als je in Leeuwarden werkt of kinderen op de middelbare school hebt en je toch in een dorp wilt wonen. En zoals uit menig enquête blijkt, van bijvoorbeeld Vereniging Eigen Huis of de krant, wil een zeer groot deel van de Nederlanders dat. Toch is, in contrast met mijn gevoel en met de wensen van de meerderheid van de bevolking, de realiteit volkomen anders. Twee jaar geleden moest de lagere school in Wyns de deuren sluiten, wegens gebrek aan kinderen. En dat komt, omdat de overheid woningbouw in Wyns, in potentie een van de mooiste plekjes in Friesland, verbiedt. Met het sluiten van het schooltje is de eerste stap gezet naar een nu onafwendbare ondergang van het dorp. Tegelijkertijd zien we dat woonwijken, zoals bijvoorbeeld Blitsaerd, op een onnatuurlijke manier tegen Leeuwarden worden aangeplakt. Dat bevreemdt me, want juist mensen die kiezen voor dit soort villa-achtige wijken (hoewel de tuintjes bij deze huizen opvallend klein zijn), hebben, gezien hun keuze voor retro-architectuur, gevoel voor traditie en geschiedenis, en zouden waarschijnlijk graag willen wonen in een dorp met een écht verleden, wat nog zichtbaar is in de gebouwen en de vorm van het dorp. Hier komt mijn overtuiging om de hoek kijken: ik vind dat opgroeien in een dorp voor kinderen te verkiezen is boven het opgroeien in de stad. Het wezenlijke verschil tussen dorp en stad, is dat het in een dorp onmogelijk is om je te ontrekken aan de gemeenschap. De mensen hebben jou nodig en vice versa en dat is goed voor de mens. In Haarlem leefden we in een soort reservaat: iedereen in onze buurt had werk, was hoog opgeleid en consumeerde en de kinderen gingen naar één bepaalde school waar de kinderen van dezelfde mensen rondliepen. Hier is het anders: alle kinderen gaan naar dezelfde school (boeren, burgers en buitenlui). De levensles voor onze kinderen is: niet iedereen is hetzelfde maar wel gelijkwaardig en van groot belang voor het dorp. Slecht plan van de werkgroepen (die onderzoeken waar nog bezuinigd kan worden)die voorstellen om nog eens 1200 kleine dorpsscholen te sluiten. Voor 9 juni: ik ga op zoek naar een politieke partij die zich bezighoudt met het in stand houden van kleine scholen in dit soort dorpen ter behoud van deze dorpen.<br />