2. INLEIDING
LOB, PvdA en D66 vormen de bestuursperiode 2010-2014 samen de coalitie van Bernisse.
De gemeente Bernisse staat de komende jaren voor bestuurlijke en financiële opgaven van grote
omvang. Deze opgaven zullen waarschijnlijk omvangrijke gevolgen hebben. Dat vraagt om een solide
en moedige aanpak en een realistische benadering.
Een nieuw Kabinet neemt na juni 2010 besluiten over de noodzakelijke bezuinigingen die iedereen
zullen raken. De volledige impact van die bezuinigingen is op dit moment nog niet te overzien, maar
zeker is dat de bezuinigingen een grote invloed zullen hebben op de financiële toekomst van
Bernisse.
Dit maakt het nodig om dingen anders aan te pakken en zuiniger aan te doen. Dat biedt voor
Bernisse ook de nodige kansen. Kansen om patronen te doorbreken, kritisch naar onszelf te kijken en
bezuinigingen hand in hand te laten gaan met verbeteringen. Zo kan Bernisse sterk voor de dag
blijven komen.
Dit akkoord is een akkoord op hoofdlijnen, dat het nieuwe college de ruimte biedt voor noodzakelijke
aanpassingen. Een akkoord dat voor de komende vier jaar agendastellend is voor het Bernisser
gemeentebestuur. Het is een levend document, dat ruimte biedt voor het maken van verdere
afspraken, mocht daartoe aanleiding zijn. Het akkoord kijkt ook over de grenzen van deze
bestuursperiode heen omdat de gevolgen van de bezuinigingen en de effecten van de oplossingen
ook na 2014 voelbaar zijn.
Het college gaat dit akkoord de komende tijd uitwerken tot een meerjarenprogramma met een
perspectief tot 2018.
De komende vier jaren zullen niet gemakkelijk worden. LOB en D66/PvdA nemen de
verantwoordelijkheid voor de komende raadsperiode vanuit een gezamenlijk coalitieprogramma en
met respect voor en vertrouwen in elkaar.
Rode draad in het beleid voor de komende vier jaren is de investering in mensen. De huidige
ontwikkelingen binnen Bernisse hebben zich de laatste jaren vooral geconcentreerd rond de bouw
van woningen, het onderhoud van wegen, en de ontwikkeling van de interne organisatie. En hoewel
de laatste jaren ook veel is bereikt op het gebied van jeugd en welzijn, legt de coalitie voor de
komende periode extra en zwaardere accenten op investeren in mensen. De coalitie wil mensen
stimuleren om verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf, voor de woonomgeving, voor mensen
om hen heen. De gemeente moet daarbij faciliteren en stimuleren. Vanuit de gedachte dat de
gemeente ondernemend, creatief en voorwaardenscheppend is, vraagt zij hetzelfde van de
inwoners. Dit vertaalt zich in een aantal accenten in het beleid voor de komende vier jaren.
2
3. UITGANGSPUNTEN
De coalitie wordt gevormd door drie partijen: LOB, PvdA en D66. D66 en PvdA zijn voor de
verkiezingen al een verbinding aangegaan en hebben zich als één lijst gepresenteerd. Er is sprake van
één achterban voor de combinatie D66/PvdA. Daar zijn door de beide partijen afspraken over
gemaakt. Er is geen sprake van een fusiepartij maar twee partijen die in Bernisse vergaand met
elkaar samenwerken.
De coalitiepartners leggen in dit akkoord hun ambities vast voor de komende vier jaar. De ambities in
dit coalitieakkoord zijn niet vrijblijvend, maar vormen de kaders voor het nieuwe college van
Burgemeester en Wethouders. Vorm van de voorstellen van het College moeten zodanig zijn, dat de
raad zoveel mogelijk eigen keuzes kan maken.
De opdrachten worden vertaald in het collegeprogramma en de Kadernota 2011 en krijgen
uiteindelijk hun plaats in de begroting en de meerjarenbegroting. Het collegeprogramma wordt in
het najaar van 2010 door de raad vastgesteld.
Het is voor de coalitie vanzelfsprekend om bij de ontwikkelingen het milieu en de duurzaamheid te
betrekken.
De ondernemende gemeente
De rol van de overheid is aan herziening toe. De gemeente moet samen met inwoners, ondernemers
en maatschappelijke organisaties vorm geven aan de toekomst en ontwikkeling van Bernisse. Dat
vraag om een actieve opstelling van inwoners. In onze optiek is het vanzelfsprekend dat inwoners
zelf hun verantwoordelijkheid nemen, net zoals het vanzelfsprekend is dat de overheid de kunst van
het loslaten beheerst. De gemeente heeft een dubbele verantwoordelijkheid: zelf veranderen en de
inwoners van Bernisse de ruimte bieden hun rol op te pakken. Deze houding vereist ook dat de
gemeente vroegtijdig en actief haar inwoners bij de vorming van het beleid betrekt. Samen zetten we
de schouders onder de toekomst van Bernisse.
De coalitiepartners vragen aan de inwoners van Bernisse om zo veel mogelijk zelfstandig te zijn en
hun eigen sociaal netwerk te gebruiken. De coalitiepartners vraagt inwoners voor elkaar te zorgen,
mantelzorg te verlenen en het verenigingsleven te benutten. Collectieve voorzieningen worden
slechts gebruikt waar noodzakelijk. De professionele inzet van de gemeente is achtervang en
sluitstuk voor mensen die het echt nodig hebben.
De nieuwe coalitie wil dat de gemeente uitstraalt dat we er voor willen gaan met een ondernemende
aanpak waarbij ruimte is voor vernieuwende initiatieven van inwoners, buurten, verenigingen,
ondernemers en maatschappelijke organisaties. Dat vertaalt zich in een aantal veranderingen in
houding en gedrag. Zo moeten initiatieven van inwoners op beleidsterreinen die het terrein van de
gemeente raken ondersteund worden. Bouw van woningen gaat voort, maar moet passen bij de
ontwikkeling van Bernisse. Initiatieven van inwoners tot het opknappen van de eigen woonomgeving
moet gestimuleerd en gehonoreerd worden.
Dit vraagt een actieve en een ondernemende houding van de gemeente en van de inwoners.
3
4. Van uitvoeren naar regisseurschap met een versterkte regionale samenwerking
Een groot aantal thema’s leent zich goed om op regionale schaal uit te voeren. Alles zelf uitvoeren is
voor een gemeente met de omvang van Bernisse niet meer realistisch. Zoeken we geen
samenwerking, dan komt herindeling als onvermijdelijk op ons af.
Bij samenwerken kunnen wij bijvoorbeeld denken aan de verdere digitalisering van de
dienstverlening, de toekomst van de Intergemeentelijke Sociale Dienst (na het opgaan van
Rozenburg in de gemeente Rotterdam), de controle op de uitvoering van bouw- en
woningvoorschriften en het Centrum voor Jeugd en Gezin. De gemeente blijft wel regisseur van die
taken, maar zal verder terugtreden als het gaat om de uitvoering.
Onze inwoners mogen van ons wel verwachten dat er lokale loketten zijn die makkelijk en direct
toegankelijk zijn. De toegang moet goed geregeld zijn. Wat achter het loket plaats vindt dat moet
sterk en effectief georganiseerd worden en dat is in samenwerkingsverbanden met omliggende
gemeenten kansrijker.
De regierol van de gemeentelijke overheid past ook goed bij een grotere verantwoordelijkheid van
de inwoners van de gemeente bij de uitvoering van beleid.
Samenwerking zoeken met omliggende gemeenten voor regionale onderwerpen zoals bijvoorbeeld
het verbeteren van de bereikbaarheid van de gemeenten op Voorne-Putten is in een steeds drukker
wordende randstad onvermijdelijk om de leefbaarheid ook in Bernisse op peil te houden. We leven,
wonen en werken hier niet op een eiland.
Communicatie
Coalitiepartners hechten belang aan relaties met hun omgeving en wensen intensief te investeren in
contacten met anderen. Doel van de contacten is om feedback te krijgen over komende
ontwikkelingen vanuit verschillende invalshoeken en verantwoordelijkheden. Zonder uitputtend te
zijn, wordt daarbij aan de volgende gesprekspartners gedacht:
Inwoners: de coalitie wenst de inwoners en belanghebbenden de komende vier jaar actief bij de
gemeenteraad te betrekken door hen in een vroeg stadium bij de beleidsvorming te betrekken. De
(leden van de) gemeenteraad moeten zichtbaar worden voor de bewoners. LOB en D66/PvdA willen
dat de raad regelmatig in Bernisse in gesprek gaat met inwoners over onderwerpen die op dat
moment van groot belang zijn. Het houden van een informerende bijeenkomst op locatie kan
daarvoor een mogelijkheid bieden om te onderzoeken wat de inwoners beweegt. De raad gaat naar
de bewuste kern om inwoners de gelegenheid te bieden hun visie te geven op het onderwerp. Je
kunt dit zien als een vorm van een technisch beraad, resp. een invulling geven aan het spreekrecht
van inwoners.
Ondernemers: de coalitie bevordert een goed ondernemersklimaat door de bestaande
contactmomenten voort te zetten en waar nodig te intensiveren.
Adviesraden: bij het betrekken van de inwoners ligt een belangrijke rol bij bestaande en toekomstige
adviesraden. Coalitiepartners hechten belang aan de mening van de WMO adviesraad. Er moet
ruimte komen voor andere adviesraden, zoals een jeugdraad en een sportraad.
Oppositie: hoewel straks een minderheid in de gemeenteraad, vertegenwoordigt de oppositie een
groot aantal kiezers. De coalitie wenst met inachtneming van de eigen verantwoordelijkheid te
luisteren naar de argumenten van de oppositie en valide argumenten in haar meningsvorming mee
te nemen.
4
5. Wethouders: in een duaal stelsel maken wethouders geen deel uit van een vertegenwoordigend
orgaan, maar zijn wel via de partijen in de coalitie voorgedragen en door de raad benoemd. Vanuit
een verschillende verantwoordelijkheid (kaderstellend en controlerend versus uitvoerend) werken zij
echter aan het besturen van Bernisse. Een goede relatie tussen gemeenteraad en wethouders is
belangrijk en de coalitie ziet graag regelmatig overleg tussen college, collegeleden, raad en
raadsleden.
Burgemeester: de burgemeester is verantwoordelijk voor de bestuurlijke coördinatie. Zij kan een
bindende rol spelen in het afstemmen van de verschillende processen. Vanuit die rol is het wenselijk
om regelmatig de afstemming tussen de verschillende actoren te evalueren en waar nodig
voorstellen te doen voor afstemming en verbetering.
Gemeentesecretaris: de coalitie acht het van belang om de gemeentesecretaris, als
vertegenwoordiger van de organisatie, te betrekken bij ontwikkelingen om daarmee het draagvlak
binnen de organisatie te vergroten
Griffier: de griffier dient actief bij te dragen aan de effectiviteit van de gemeenteraad. Deze rol moet
faciliterend zijn aan de raad c.q. aan groepen uit de raad.
Andere gemeenten: regionale samenwerking is voorwaarde om ontwikkelingen waarbij de gemeente
betrokken is te volgen. Raadsleden zullen contacten onderhouden met raadsleden uit omliggende
gemeenten.
5
6. PROGRAMMATISCHE UITGANGSPUNTEN
Woningbouw / Volkshuisvesting
De economische crisis veroorzaakt stagnatie in de woningmarkt. Een heroverweging van projecten is
noodzakelijk. Er dient een nieuwe balans te worden gevonden tussen de woningbouwprojecten ,
waarbij de stand van zaken en de risico’s afgewogen moeten worden is het licht van de huidige
financiële en economische omstandigheden. De vraag of een project kan dienen als incidentele
kostendrager voor voorgenomen ontwikkelingen dient positief beantwoord te worden.
Voor Bernisse Noord wenst de coalitie met spoed inzicht te krijgen in de huidige stand van zaken met
de daarbij behorende risico’s. Uitgangspunt voor verdere ontwikkeling is een budgettair neutrale
exploitatie en het voorkomen van risico’s bij toekomstige exploitatie. De gemeente zal hierbij niet
optreden als exploitant.
Bernisse Zuid bevindt zich in een verkennend stadium. Hoewel minder urgent dan Bernisse Noord is
een gedetailleerd inzicht in de stand van zaken van dit plan gewenst. De coalitie wil zsm nagaan of
de huidige structuurvisie past bij de intenties van de coalitie mbt dit gebied. De coalitie wil daarmee
voorkomen dat er ontwikkelingen plaatsvinden die zij voor dit gebied minder gewenst achten.
Toekomstige ontwikkelingen vinden niet plaats zonder dat daarin de ijsbaan, zwembad, sporthal,
ondernemers en tennisbanen betrokken worden
De twee locaties Landelijk Wonen kunnen worden gehandhaafd, evenals de lopende
woningbouwprojecten in Geervliet, Heenvliet, Abbenbroek en Oudenhoorn. Dit geldt ook voor de
nieuwe woningbouwontwikkeling in Abbenbroek achter het gemeentehuis.
Brede School wordt benut om meerdere functies onder te brengen. Daarin moet ruimte zijn voor
bijzondere initiatieven, zoals bijvoorbeeld een zorgservicepunt. Dit biedt de mogelijkheid om door
actieve samenwerking van de verschillende participerende organisaties een meerwaarde te creëren.
Aangesloten moet worden bij de schaal van Bernisse. De coalitie wenst voorgang is de ontwikkeling.
Het realiseren van een zorgzone rond Bernissesteijn is wenselijk.
De Zes kernen is partij bij de ontwikkeling rond woningbouw en maatschappelijke investeringen,
gericht op behoud van leefbaarheid van de kernen.
WMO
In Bernisse heeft de invoering van de WMO (net zoals in andere gemeenten) geconcentreerd op de
overheveling van de huishoudelijke zorg en het inrichten van een WMO-loket. De WMO is een brede
participatiewet voor alle burgers. Coalitiepartijen willen aandacht voor de menselijke maat bij de
uitvoering van de WMO. Er is nu weliswaar sprake van een technisch goed uitvoergevoerde
huishoudelijke hulp, die ook binnen het budget blijft, maar er is nog geen zicht op de
maatschappelijke effecten van deze manier van werken. Slagen we er in om de doelstelling van de
WMO: het zorgen dat mensen zo lang mogelijk kunnen meedoen, op deze manier te realiseren?
Technische ontwikkelingen moeten gestimuleerd blijven worden, maar mensen die daar moeite mee
hebben moeten op maat geholpen kunnen blijven worden.
6
7. Nieuwe visies over de combinatie tussen internetzorg en thuiszorg zijn interessant. Deze
vernieuwingen zijn weliswaar niet het werkterrein van de gemeente, maar worden met interesse
gevolgd.
De wet maatschappelijke ondersteuning draagt ertoe bij dat alle burgers kunnen participeren in de
samenleving. Het huidige beleid van de gemeente legt de nadruk op de technisch goed uitgevoerde
huishoudelijke hulp die binnen het vastgestelde budget blijft. De WMO biedt meer kansen en
mogelijkheden. De coalitie benadrukt dat het zoeken naar de samenhang tussen beleidsterreinen
steeds leidend moet zijn. De koppeling van de WMO met het Jeugdbeleid en de AWBZ is daarbij een
voorbeeld.
Een onderzoek naar de andere prestatievelden van de WMO is gewenst om te inzicht te krijgen in
hoeverre de huidige dienstverlening bijdraagt aan de doelen en mogelijkheden van de WMO.
Afgewogen dient te worden of de huidige wijze van aanbesteden bijdraagt aan de toekomstige
doelen. Onderzocht moet worden of er andere mogelijkheden van aanbesteding zijn.
Eigen initiatieven vanuit de bevolking zoals Thomashuizen, zorgboerderijen, mantelzorgwoningen en
andere maatschappelijke dienstverlening worden bemoedigd en waar mogelijk gefaciliteerd. De
huidige ondersteuning voor mantelzorgers en vrijwilligers blijft gehandhaafd.
De coalitie verzoekt het College om het huidige beleid met inachtneming van bovengenoemde
aandachtspunten samen met de raad en relevante in- en externe partners komend najaar te
evalueren en een visie te ontwikkelen op een integraal beleid op alle in de WMO genoemde
prestatievelden. Het instellen van een eigen zorgloket zal in de evaluatie en visie overwogen worden.
Bij de evaluatie en visieontwikkeling wordt de WMO adviesraad betrokken.
Financiële positie /situatie
De financiële vooruitzichten van de gemeente zijn niet rooskleurig en het is onontkoombaar dat er
gezocht moet worden naar mogelijkheden om te bezuinigen. Naast bezuinigen kan gezocht worden
naar structurele kostendragers. Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in wegen; dat is zichtbaar
in alle kernen. Verder onderhoud kan worden getemporiseerd, maar de veiligheid moet daarbij niet
in het geding komen. Het subsidiebeleid zal worden herzien.
Andere mogelijkheden van bezuinigen kunnen liggen in het uitbesteden van (delen) van
gemeentelijke taken in het kader van gemeentelijke samenwerking, het heroverwegen van het niet
invoeren van toeristenbelasting en het gerichter zoeken naar de mogelijkheden van het europese
subsidies.
Uitgangspunt bij bezuinigen is dat structurele uitgaven niet gedekt kunnen worden door incidentele
inkomsten.
Lastenverzwaring is het sluitstuk van de begroting. Dit is alleen een optie als er geen andere
mogelijkheden zijn om een sluitende begroting te presenteren.
Subsidie beleid
In de loop van het najaar van 2010 komt een evaluatie beschikbaar van de effecten van het subsidie
beleid. De evaluatie heeft tot doel vast te stellen in hoeverre het gemeentelijk subsidiebeleid
bijdraagt aan een efficiënte uitvoering van de (politieke) beleidsdoelstelling, waarbij het voor de
coalitie belangrijk is dat deze zich concentreren rond kwetsbare groepen. Subsidie kan dan alleen
worden toegekend als dit noodzakelijk is voor mensen en organisaties die de subsidie echt nodig
7
8. hebben om voorzieningen in stand te houden en/of te kunnen participeren in de lokale
gemeenschap. De mogelijkheid van het toekennen van subsidies aan activiteiten met meetbare
doelstellingen dient onderzocht te worden.
Buitengebied
Bernisse is een groene oase tussen de groeikernen van Hellevoetsluis en Spijkenisse. Het open
landschap vormt een gebied van stilte en rust tussen de hectiek van de grote(re) steden. De coalitie
wenst het open en stille karakter van het gebied te behouden voor inwoners en bezoekers van
Bernisse.
Motorvaart op de Bernisse wordt door coalitiepartners nadrukkelijk afgewezen. Het stille en rustige
karakter van het Bernissegebied, alsmede voor de Randstad spaarzame natuur, zou verloren gaan.
Ontwikkelingen die passen in het open en landschappelijke karakter worden gestimuleerd.
Voorwaarde is dat deze ontwikkelingen het karakter versterken en niet leiden tot aantasting. Bij
voorkeur wordt daarom gedacht aan kleinschalige ontwikkelingen binnen de agrarische en
recreatieve sectoren. Ontwikkelingen op andere gebieden worden echter niet uitgesloten en kunnen
onder voorwaarden ontplooid worden. Te denken valt aan het vestigen van een kantoor of bedrijf in
een vrijkomende boerderij, waarbij de economische activiteit geen inbreuk op het landschap vormt
en geen substantiële toename van het verkeer zal genereren.
Bij het uitvoeren van de ruimte voor ruimte regeling moet de ontwikkeling van huizen bij voorkeur
zoveel mogelijk aangesloten worden bij bestaande woonkernen. Het vrijkomende gebied wordt
weer open ruimte en hierdoor wordt het landelijke gebied versterkt.
Verkeer en vervoer
Wegverkeer
Door de kernen van Bernisse rijdt zowel bestemmingsverkeer als doorgaand verkeer.
Verkeersknelpunten zijn onder meer Simonshaven en Oudenhoorn. Onderzocht zal worden wat de
gemeente kan doen om de veiligheid te bevorderen. De mogelijkheid van verkeersbelemmerende
maatregelen kunnen, waar dit nog niet is gebeurd, onderzocht worden. Uitgangspunten hierbij:
belemmert de ontsluiting van de kernen niet, verhoogt de veiligheid in de kernen en ontmoedigt het
regionale verkeer.
Overlast door verbreding van de A15 binnen de kernen van Bernisse dient geminimaliseerd te
worden. Een goede afstemming met gemeenten in de regio, Rijkswaterstaat, waterschap
(wegbeheerder) en provincie over alternatieve routes in de voorfase van de werkzaamheden aan de
A15 is gewenst. Aangestuurd dient te worden op een minimale toename van het verkeer in, rond en
naar kernen.
Openbaar vervoer
De coalitie streeft naar handhaving van het huidige openbaar vervoer naar Spijkenisse en
Hellevoetsluis. Het huidige niveau van het openbaar vervoer tussen kernen wordt als minimaal in
stand gehouden. De wens voor een tweede bushalte in Oudenhoorn wordt onderzocht.
8
9. Economie
Leefbare dorpen zijn gebaat bij economische activiteiten. Behoud en vestiging van detailhandel,
dienstverlening en industrie creëert werkgelegenheid en levendigheid voor de inwoners. Uitbreiding
van economische activiteiten past binnen het karakter van het dorp. Grootschalige economische
activiteiten in het open buitengebied tasten het open karakter van het landschap aan en zijn daarom
niet gewenst.
Het huidige open gebied tussen Spijkenisse en Geervliet-Oost staat al jaren onder druk. De coalitie
steunt ontwikkelingen in dat gebied onder de volgende voorwaarden: de coalitie stelt de kaders
voor dat gebied vast, waarbij uitgegaan wordt van kleinschalige dienstverlenende bedrijven
gesitueerd in een parkachtige omgeving, die een natuurlijke overgang vormt tussen het landelijke
gebied van Bernisse en de grote bedrijfsgebouwen in Spijkenisse. De coalitie zoekt hierin de
samenwerking met de Stadsregio.
Het ondernemersloket is een succes en dient behouden te worden.
Ambtelijke organisatie
Voor veel inwoners is de ambtelijke organisatie het visitekaartje van de gemeente. Ambtenaren van
de gemeente moeten inwoners dienstverlenend en servicegericht tegemoet treden. De
administratieve afhandeling van brieven, vergunningsaanvragen en telefoon dient effectief en
efficiënt te zijn. Correspondentie en vragen van inwoners vragen om een dienstverlenende
afhandeling.
Op verschillende terreinen wordt samenwerking gezocht met andere gemeenten. Die
schaalvergroting maakt mogelijk dat de dienstverlening op lokaal niveau gehandhaafd kan blijven.
Voor de inwoners van Bernisse moet voor vragen en verzoeken één loket zijn. Afhandeling elders
door clustering van taken mag niet leiden tot dienstverlening op afstand.
Vermindering van uitgaven voor de ambtelijke organisatie is geen doel op zich, maar kan het gevolg
zijn van ontwikkelingen als schaalvergroting en samenwerking met andere gemeenten.
Wethouder van buiten de gemeente
De kandidaat wethouder van D66/PvdA woont niet in de gemeente Bernisse, maar in de gemeente
Brielle. In beginsel moet betrokkene binnen 1 jaar zijn verhuisd naar Bernisse. Maar de gemeentewet
laat toe dat er na een jaar een afweging door de gemeenteraad plaats vindt om de wethouder nog
een jaar toe te staan buiten de gemeente te blijven wonen. Dat kan per jaar worden overwogen.
Basis hiervoor is artikel 36a lid 2 van de Gemeentewet.
LOB en D66/PvdA spreken af dat zij voor de komende coalitie periode in de gemeenteraad jaarlijks
zullen toestemmen in de verlenging van de termijn met een jaar. De woonplaats van de wethouder
en de verlenging van de termijn wordt door de coalitie buiten elke politieke discussie over het
functioneren van de wethouder of het College van B&W gehouden.
9
10. SAMENVATTING
De ambities in dit coalitieakkoord zijn niet vrijblijvend. Het doet richtinggevende uitspraken en geeft
opdrachten aan het nieuwe college. Het college werkt het akkoord uit in een collegeprogramma dat
vervolgens door de raad moeten worden goedgekeurd. De coalitie verzoekt het college specifiek de
volgende zaken op te pakken:
1. Structuurvisie:
zo spoedig mogelijk en in ieder geval voor definitieve besluitvorming de Structuurvisie voor
wat betreft de mogelijkheden van woningbouw (Waterfront Zuidland) te wijzigen.
2. Bernisse Noord:
de Raad zo spoedig mogelijk uitgebreid en volledig te informeren over de stand van zaken
rond Bernisse Noord, voordat er onomkeerbare besluiten worden genomen.
3. Bernisse Zuid:
de Raad uitgebreid en volledig te informeren over de stand van zaken rond Bernisse Zuid.
4. Brede School:
Het concept Brede School wordt verder ontwikkeld in samenwerking met partners uit de
gemeente.
5. WMO:
De coalitie verzoekt het College om het huidige beleid met inachtneming van de ontwikkeling
van de resterende prestatievelden te evalueren en een overall beleid aan de raad voor te
leggen.
6. Subsidiebeleid:
het subsidiebeleid te evalueren en – mede in het kader van de financiële heroverwegingen te
herijken, waarbij het uitgangspunt moet zijn dat alleen subsidies worden toegekend aan
mensen en organisaties die de subsidie echt nodig hebben om voorzieningen in stand te
houden en/of te kunnen participeren in de lokale gemeenschap.
7. Meerjarenprogramma;
een meerjarenprogramma 2010-2014 ontwikkelen met meetbare doelstellingen en een
perspectief tot 2018, gebaseerd op de in dit akkoord beschreven hoofdlijnen, kaders en
voorstellen.
8. Adviesraden:
De mogelijkheid om adviesraden te betrekken bij het vormgeven van beleid uitwerken.
Gedacht wordt aan zowel bestaande adviesraden zoals de WMO adviesraad, als nieuw op te
richten raden als een jeugdraad en een sportraad.
9. OZB:
Het huidige OZB tarief in deze bestuursperiode bij voorkeur met niet meer dan de jaarlijkse
inflatiecorrectie te verhogen.
10. Collegeprogramma:
De in dit akkoord genoemde verzoeken voor het einde van 2010 uit te werken en om te
zetten in een collegeprogramma.
10