Het krediet voor de terugbetaling aan de OCMW’s van het Recht op Maatschappelijke Integratie (RMI) werd volgens het Rekenhof in de loop van 2017 verhoogd van 936,6 miljoen euro naar 1.041,9 miljoen euro. De oorzaken van de toename van het aantal begunstigden moeten onder meer worden gezocht in de asielcrisis en het wegvallen van de wachtuitkeringen voor jonge werklozen.
Asielcrisis duwt krediet voor OCMW's boven miljard euro
1. 66
Daarom rekende de Regie 5,2 miljoen euro aan vastleggingen aan op de gewone investe-
ringskredieten (uitgavenartikel 533.01) die de Regie financiert met de investeringsdotatie.
De investeringsdotatie werd dus aangewend voor uitgaven waarvoor ze niet bestemd was.
Sectie 24 – FOD Sociale Zekerheid
Project Handicare
Het project Handicare (programma 24.55.2), dat in 2014 werd gelanceerd, moest de direc-
tie-generaal Personen met een Handicap voorzien van een nieuw informaticasysteem voor
het dossierbeheer, ter vervanging van het systeem Tetra dat van 1984 dateerde.
Voor het nieuwe systeem Handicare was een uitgave van in totaal 8,4 miljoen euro gepland,
te betalen in de periode 2014-2017. Een deel daarvan moest echter pas worden vereffend na
de definitieve oplevering. Uiteindelijk betaalde de FOD 7.930.486,95 euro aan facturen aan
de firma. De laatste facturen werden niet meer uitbetaald omdat het systeem niet werkte.
Doordat het systeem niet werd opgeleverd (en de leverancier in gebreke werd gesteld) was
de FOD genoodzaakt de bestaande toepassing Tetra te verlengen om de werking van de
DG Personen met een Handicap te verzekeren. De kosten daarvoor waren 1,4 miljoen euro
hoger dan de geraamde kosten voor Handicare in 2017 (1 miljoen euro volgens de offerte van
de firma).
Het terugverdieneffect van Handicare (efficiëntiewinsten) zou in 2017 bij de begrotings-
controle worden geëvalueerd. Die evaluatie werd door de problemen met de opstart van
Handicare in 2016-2017 nooit uitgevoerd.
Sectie 44 – POD Maatschappelijke Integratie
Interdepartementale provisie voor asiel en migratie
Tijdens de begrotingscontrole 2017 besloot de regering de interdepartementale provisie
voor asiel en migratie te verhogen met 232 miljoen euro. 64 miljoen euro daarvan was be-
stemd voor de POD Maatschappelijke Integratie.
Vanuit deze interdepartementale provisie werd op het einde van het jaar evenwel maar
24,9 miljoen euro aan de POD toegekend voor niet-recurrente uitgaven voor asiel en mi-
gratie. Hiervan was 14,4 miljoen euro bestemd voor de terugbetaling aan de OCMW’s van
het Recht op Maatschappelijke Integratie (uitgekeerde leeflonen), 9,9 miljoen euro voor
de toelagen aan de OCMW’s krachtens de wet van 2 april 1965 en 0,5 miljoen euro voor de
terugbetaling van de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (HZIV).
Terugbetaling aan de OCMW’s van het Recht op Maatschappelijke Integratie (uitgekeerde leef-
lonen)
Het krediet voor de terugbetaling aan de OCMW’s van het Recht op Maatschappelijke In-
tegratie (RMI) werd in de loop van 2017 verhoogd van 936,6 miljoen euro naar 1.041,9 mil-
joen euro. Het werd ook bijna volledig benut (1.039,9 miljoen euro). De onderschatting
van het aantal begunstigden bij de opmaak van de begroting verklaart de sterke verho-
ging in de loop van het jaar. In zijn commentaren bij de initiële begroting 2017 had het
Rekenhof gewezen op een mogelijke onderraming van het krediet. De verhoging van de
2. Rekening van uitvoering van de begroting 2017 / 67
aangewende kredieten zette zich door bij de initiële begroting 2018 en de begrotingscon-
trole 2018 (1.085,1 miljoen euro135
). Ook in vergelijking met 2015 (743,8 miljoen euro) en
2016 (873,9 miljoen euro) is dit krediet sterk toegenomen.
De oorzaken van de toename van het aantal begunstigden moeten onder meer worden
gezocht in de asielcrisis en het wegvallen van de wachtuitkeringen voor jonge werklozen.
Ook de uitbreiding van het Geïndividualiseerd Project Maatschappelijke Integratie (GPMI)136
naar nieuwe categorieën van leefloners en de overheveling van de subsidiair beschermden137
naar de RMI-wet droegen bij tot de toename van het aantal begunstigden. Nochtans keurde
de minister van Begroting de herziening van de RMI-wet138
goed op voorwaarde dat de
meerkosten van het GPMI als gevolg van deze uitbreiding zouden worden gecompenseerd.
Tijdens het bilateraal overleg bij de aangepaste begroting 2017 drong de beleidscel van de
minister van Begroting opnieuw aan op die compensatie. Mee door de onduidelijkheid over
de omvang en de manier van compenseren (via de begroting van de POD Maatschappelijke
Integratie of via inkomsten of minderuitgaven van de Sociale Zekerheid) gebeurde de com-
pensatie niet.
6 Financiering van andere overheden en overheidsinstellingen
6.1 Inleiding
Op grond van verschillende wetten financiert de Staat andere overheden en overheidsin-
stellingen via de toewijzing van fiscale ontvangsten. De bedragen worden afgenomen van
de fiscale ontvangsten en gestort aan toewijzingsfondsen van waaruit stortingen worden
gedaan ten voordele van de begunstigden139
. Die ontvangsten zijn dus niet opgenomen in
de middelenbegroting.
De begunstigden zijn de deelstaten (gemeenschappen, gewesten en gemeenschapscom-
missies), de sociale zekerheid, de politiezones en een aantal andere entiteiten die hierna
gegroepeerd worden aangeduid als “diversen”, namelijk Apetra140
, de Nationale Kas voor
Rampenschade, het fonds voor Milieuvriendelijke Maatregelen voor autovoertuigen (MMA)
en de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (Creg).
135 Ook in zijn commentaren bij de initiële begroting 2018 en de begrotingscontrole 2018 heeft het Rekenhof op een
mogelijke onderraming van dit krediet gewezen.
136 Ministerraad van 25 maart 2016 (punt 29) en brief van de minister van Begroting van 24 maart 2016.
137 Deze subsidiair beschermden hadden voorheen, in tegenstelling tot erkende vluchtelingen, recht op een equiva-
lent van het leefloon in het kader van het recht op maatschappelijke hulp. Door de aanpassing van de RMI-wet
hebben zij voortaan net zoals erkende vluchtelingen recht op een gewoon leefloon in het kader van het recht op
maatschappelijke integratie.
138 Wet van 26 mei 2002, die werd aangepast met ingang van 1 december 2016.
139 Toewijzingsfondsen zijn fondsen die worden gecreëerd op grond van artikel 71 van de wet van 22 mei 2003. De
lijst van toewijzingsfondsen wordt bij de algemene uitgavenbegroting gevoegd. Zie de tabellen 3 van de wet van
25 december 2016 houdende de algemene uitgavenbegroting 2017.
140 Apetra is een naamloze vennootschap van publiek recht met sociaal oogmerk die de verplichte en strategische
voorraden aardolie en aardolieproducten aanhoudt en beheert die niet in handen zijn van de grote operatoren.