The 8-year Monitoring Urban Species (MUS) project in the Netherlands found that the House Sparrow population, after decades of decline, has now stabilized at a low level. Highest House Sparrow numbers were found in newer residential areas built after World War 2, offering hope that the species may recover if suitable habitat is provided. However, populations still vary between cities and regions, with higher numbers in the sandy soils of the southern Netherlands. The MUS survey engaged over 750 volunteers to monitor bird populations in urban areas and will continue to assess population trends and habitat preferences.
The 8-year Monitoring Urban Species (MUS) project in the Netherlands found that the House Sparrow population, after decades of decline, has now stabilized at a low level. Highest House Sparrow numbers were found in newer residential areas built after World War 2, offering hope that the species may recover if suitable habitat is provided. However, populations still vary between cities and regions, with higher numbers in the sandy soils of the southern Netherlands. The MUS survey engaged over 750 volunteers to monitor bird populations in urban areas and will continue to assess population trends and habitat preferences.
Met alleen inzet akkerrandenbeheer komen Veldleeuweriken niet verder | Henk-J...Sovon Vogelonderzoek
Presentatie op de Landelijke Dag 2012 door Henk-Jan Ottens. Samenvatting: De afname van de Veldleeuwerik in Nederland is duizelingwekkend. Sedert de eerste
aantalsschattingen midden jaren zeventig is de populatie met honderdduizenden broedparen
afgenomen. En de afname gaat onverdroten door. Nog altijd neemt de populatie jaarlijks met ca. 5% af
waardoor huidige schattingen voor ons land uitkomen op nog slechts 30.000 broedparen.
In Oost Groningen wordt sinds 2007 onderzoek gedaan naar broedende Veldleeuweriken in
akkergebieden. Belangrijk doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de effecten van agrarisch
natuurbeheer voor Veldleeuweriken. In de afgelopen jaren zijn zo’n 250 nesten opgezocht, zijn ouders
gevolgd, is onderzoek gedaan naar het voedsel en zijn 40 vogels met radio-zenders uitgerust om ze te
kunnen volgen.
Na al die jaren is een stevig beeld ontstaan van de betekenis van agrarisch natuurbeheer voor
broedende Veldleeuweriken. Op de landelijke dag ga ik hier nader op in en laat ik zien waar de schoen
wringt voor Veldleeuweriken in agrarische gebieden.
1. This document discusses research into how starling flocks form complex flocking behaviors through self-organization and local interactions between individuals.
2. A computer model called StarDisplay was able to replicate the shapes, internal structures, and variations in shape of empirical starling flocks by including behaviors like banking while turning and differences in speed.
3. The model also showed that asynchronous behaviors during turning, large flock sizes, and fewer interaction partners between individuals could lead to more complex and variable flock shapes, matching observations of birds.
Is er nog hoop voor de scholekster - Bruno Ens - Landelijke Dag SOVON 2011Sovon Vogelonderzoek
Het gaat al jaren slecht met de Scholeksters in Nederland. Het jaar 2008 werd daarom door SOVON en Vogelbescherming uitgeroepen tot "Jaar van de Scholekster". Ook in 2009 werden er nog overal in Nederland Scholeksters geteld door enthousiaste vrijwilligers. En in het voorjaar van 2011 kwam dan eindelijk het rapport over alle bevindingen. Die stemmen niet vrolijk. Alleen de stadse Scholeksters lijken het goed te doen, maar slechts een klein deel van de Scholeksters broedt in de stad. De grote meerderheid van de Scholeksters die in de weilanden en op de kwelders broedt heeft het daar moeilijk. Al jaren worden er veel te weinig jongen grootgebracht. En buiten de broedtijd, als de dieren in de Waddenzee en Delta overwinteren, is schraalhans keukenmeester. Kan het tij nog gekeerd worden? Zo ja, hoe?
Broedvogel Monitoring Project: al 29 jaar bij de tijd | Jan-Willem Verheer & ...Sovon Vogelonderzoek
De jaarlijkse monitoring van broedvogels in Nederland startte in 1984 met de komst van het BMP. In
de erop volgende jaren groeide het Broedvogel Monitoring Project uit tot een begrip. Arend van Dijk
heeft het BMP vanaf de start tot en met 2012 op bezielende wijze gecoördineerd. Alle reden dus om
naar aanleiding van zijn aanstaande pensionering stil te staan bij 29 jaar BMP: de ontwikkeling en
groei van het project en die berg spannende resultaten. De opkomst en neergang van Nederlandse
broedvogels, zoals gedocumenteerd door dat leger aan BMP-tellers, zal dus centraal staan.
Presentatie op de Landelijke Dag 2012 door Martin Poot.De Voordelta strekt zich uit van Zeeland tot aan de zuidpunt van Zuid-Holland. In dit Natura 2000-gebied is recent de Tweede Maasvlakte aangelegd. Om deze aanleg te compenseren, zijn er compenserende maatregelen genomen. Wat het effect daarvan is op de Grote sternkolonies, onderzoekt Martin Poot. Niet alleen vanuit het vliegtuig, maar ook met behulp van kleine GPS-loggers op de sterns zelf. Hoewel het onderzoek nog niet helemaal afgerond is, zal hij al wat conclusies laten doorschemeren
Met alleen inzet akkerrandenbeheer komen Veldleeuweriken niet verder | Henk-J...Sovon Vogelonderzoek
Presentatie op de Landelijke Dag 2012 door Henk-Jan Ottens. Samenvatting: De afname van de Veldleeuwerik in Nederland is duizelingwekkend. Sedert de eerste
aantalsschattingen midden jaren zeventig is de populatie met honderdduizenden broedparen
afgenomen. En de afname gaat onverdroten door. Nog altijd neemt de populatie jaarlijks met ca. 5% af
waardoor huidige schattingen voor ons land uitkomen op nog slechts 30.000 broedparen.
In Oost Groningen wordt sinds 2007 onderzoek gedaan naar broedende Veldleeuweriken in
akkergebieden. Belangrijk doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de effecten van agrarisch
natuurbeheer voor Veldleeuweriken. In de afgelopen jaren zijn zo’n 250 nesten opgezocht, zijn ouders
gevolgd, is onderzoek gedaan naar het voedsel en zijn 40 vogels met radio-zenders uitgerust om ze te
kunnen volgen.
Na al die jaren is een stevig beeld ontstaan van de betekenis van agrarisch natuurbeheer voor
broedende Veldleeuweriken. Op de landelijke dag ga ik hier nader op in en laat ik zien waar de schoen
wringt voor Veldleeuweriken in agrarische gebieden.
1. This document discusses research into how starling flocks form complex flocking behaviors through self-organization and local interactions between individuals.
2. A computer model called StarDisplay was able to replicate the shapes, internal structures, and variations in shape of empirical starling flocks by including behaviors like banking while turning and differences in speed.
3. The model also showed that asynchronous behaviors during turning, large flock sizes, and fewer interaction partners between individuals could lead to more complex and variable flock shapes, matching observations of birds.
Is er nog hoop voor de scholekster - Bruno Ens - Landelijke Dag SOVON 2011Sovon Vogelonderzoek
Het gaat al jaren slecht met de Scholeksters in Nederland. Het jaar 2008 werd daarom door SOVON en Vogelbescherming uitgeroepen tot "Jaar van de Scholekster". Ook in 2009 werden er nog overal in Nederland Scholeksters geteld door enthousiaste vrijwilligers. En in het voorjaar van 2011 kwam dan eindelijk het rapport over alle bevindingen. Die stemmen niet vrolijk. Alleen de stadse Scholeksters lijken het goed te doen, maar slechts een klein deel van de Scholeksters broedt in de stad. De grote meerderheid van de Scholeksters die in de weilanden en op de kwelders broedt heeft het daar moeilijk. Al jaren worden er veel te weinig jongen grootgebracht. En buiten de broedtijd, als de dieren in de Waddenzee en Delta overwinteren, is schraalhans keukenmeester. Kan het tij nog gekeerd worden? Zo ja, hoe?
Broedvogel Monitoring Project: al 29 jaar bij de tijd | Jan-Willem Verheer & ...Sovon Vogelonderzoek
De jaarlijkse monitoring van broedvogels in Nederland startte in 1984 met de komst van het BMP. In
de erop volgende jaren groeide het Broedvogel Monitoring Project uit tot een begrip. Arend van Dijk
heeft het BMP vanaf de start tot en met 2012 op bezielende wijze gecoördineerd. Alle reden dus om
naar aanleiding van zijn aanstaande pensionering stil te staan bij 29 jaar BMP: de ontwikkeling en
groei van het project en die berg spannende resultaten. De opkomst en neergang van Nederlandse
broedvogels, zoals gedocumenteerd door dat leger aan BMP-tellers, zal dus centraal staan.
Presentatie op de Landelijke Dag 2012 door Martin Poot.De Voordelta strekt zich uit van Zeeland tot aan de zuidpunt van Zuid-Holland. In dit Natura 2000-gebied is recent de Tweede Maasvlakte aangelegd. Om deze aanleg te compenseren, zijn er compenserende maatregelen genomen. Wat het effect daarvan is op de Grote sternkolonies, onderzoekt Martin Poot. Niet alleen vanuit het vliegtuig, maar ook met behulp van kleine GPS-loggers op de sterns zelf. Hoewel het onderzoek nog niet helemaal afgerond is, zal hij al wat conclusies laten doorschemeren
Alleen als je vogelpopulaties begrijpt kun je ze goed beschermenNatuurplaza
Natuurplazasymposium februari 2012. Lezing Ruud Foppen: Alleen als je vogelpopulaties begrijpt kun je ze goed beschermen. Over early warning system en science based beschermen.
Het broedseizoen is voorbij en vele vogels zijn alweer op trek, maar een aantal blijft in Nederland overwinteren. Gedurende deze workshop voor beginnende vogelkijkers gaan we aan de slag met het herkennen van de Friese overwinterende watervogels. Hierbij leer je ook meer over de ecologie van deze vogels; waar komen ze voor, hoe overwinteren ze, welke gaan eventueel nog op trek of zijn juist naar Nederland getrokken? We sluiten de workshop af met leuke watervogelquiz!
Met het najaar in het vooruitzicht zullen de ganzen langzamerhand Fryslân weer bezoeken vanuit hun broedgebied. Maar welke soorten ganzen zijn er waar in Fryslân te verwachten en in welke hoeveelheid?
In deze workshop worden diverse soorten ganzen uitgelicht en gaan we oefenen met de herkenning en het tellen van (grote) groepen ganzen. Leuk om te doen!
Vogels hebben net als mensen slaap nodig om te functioneren. Dit wordt buiten het broedseizoen door veel vogelsoorten in groepen gedaan op zogenaamde slaapplaatsen. Voor slaapplaatstellers is dit een uitgelezen mogelijkheid om onder andere de aantallen in kaart te brengen. Waarom vogels samen slapen op een slaapplaats, wat het tellen van slaapplaatsen aan informatie oplevert en hoe u zelf mee kunt doen zal in deze lezing ten gehore worden gebracht.
Voor stichting Anemoon hebben we dit jaar weer de Zeggenkorfslak en de Platte schijfhoren in Friesland in kaart gebracht. Voor de wetenschap en eigen studie hebben we de andere soorten korfslak ook geïnventariseerd.
Dit jaar is gewerkt aan een nieuwe lijst met soorten van Fries belang. Ook de vlinders zijn daarin meegenomen en voor het eerst ook de nachtvlinders. De lijsten zijn nog niet definitief, maar toch zullen we er al een presentatie over geven. Behalve de lijsten zelf zal er uitgebreider worden ingegaan op een paar ‘Friese’ vlinders. Hoe gaat het daarmee, en wat kunnen we doen om ze te helpen? Uiteraard wordt de presentatie verluchtigd met schitterende foto’s.
Broedvogels singels en wallen_Friese vrijwilligersdag-3 sept 2022.pptxSovon Vogelonderzoek
Het coulisselandschap van de Noardlike Fryske Wâlden (NFW) is een landelijk bolwerk voor een aantal houtwalspecialisten onder de broedvogels. Maar de samenstelling en dichtheid van de broedvogelgemeenschap van singels en wallen is in de NFW wel anders dan in Zuidoost-Fryslân. Dat heeft te maken met de samenstelling van de singels en wallen en met het landschap. Waar het verschil in zit, ga ik vertellen in de presentatie. Uit de habitatanalyse leid ik ook beheeraanbevelingen af voor de agrarische collectieven.
Insecten komen bij de provincie Fryslân steeds hoger op de agenda en de argusvlinder is zelfs uitgeroepen tot provinciale doelsoort. In de Argustelling worden de argusvlinder en de groene glazenmaker door vrijwilligers in beeld gebracht. Hoe dat werkt en wat de resultaten zijn, komt in deze lezing aan de orde. Ook hoe we de komende jaren gaan inzetten op bredere insectenmonitoring en hoe u daarbij kunt helpen.
Sinds 2017 monitoren Altenburg & Wymenga en de Zoogdiervereniging samen de Noordse woelmuis in Fryslân. De monitoring vindt plaats door op vaste locaties keutels te zoeken en te verzamelen. Middels DNA-analyse kan vastgesteld worden van welke soorten de keutels afkomstig zijn. Op deze manier kan de verspreiding van de Noordse woelmuis en die van concurrerende soorten woelmuizen in beeld gebracht worden. Sinds 2017 is de toch al beperkte verspreiding van de Noordse woelmuis in Fryslân verder afgenomen en is de soort waarschijnlijk uit een aantal leefgebieden verdwenen. In de presentatie wordt ingegaan op de factoren die hiervoor verantwoordelijk zijn. Op 2 september vindt een excursie plaats naar de Grutte en Lytse Griene in het Sneekermeergebied, waarbij we laten zien hoe die keutels gevonden kunnen worden. Tevens wordt dan ingegaan op verbetermaatregelen die in het gebied worden getroffen voor de Noordse woelmuis.
Vogels en neonicotinoïden - CAPS symposium - Ruud Foppen
1. Effecten van neo-nicotinoïden (pesticiden) op vogelpopulaties
Ruud Foppen
i.s.m.
Caspar Hallmann, Eelke Jongejans, Hans de Kroon (Radboud Univ)
Chris van Turnhout (Sovon Vogelonderzoek Nederland)
Foto: Jouke Altenburg (SOVON)
2.
3. Dataverzameling voorkomen, demografie en trends van soorten
Verspreidings-en trendonderzoek
Correlatieve verbanden met milieu- omstandigheden/drukfactoren
Correlatief hypothese-genererend onderzoek
Zoeken naar causale processen
Hypothese-toetsend en verklarend onderzoek
Voorspelling toekomst
Populatiemodel scenariostudies
validatie
Deel van de ‘CAPS-aanpak’!!!!
4. Trends zijn niet overal hetzelfde: regionale en lokale verschillen
5. Hoe kunnen we deze verschillen verklaren?
Meestal concentreren op de ‘usual suspects’
•Verdwijnen van het leefgebied, bijv. door verstedelijking
•Landgebruiksveranderingen
•Klimaatshift
•……….. AIO Project Caspar Hallmann NWO programma Biodiversiteit werkt: The resilience of plant and bird communities under climate change scenarios in the Dutch landscape
8. Wat is imidacloprid?
-Meest gebruikte insecticide in landbouw, uit de groep van de neonicotinoïden
-Op de markt sinds 1994
-Werkt systemisch, beschermd gehele plant, behoorlijk specifiek tegen insecten (zenuwstelsel)
-Gebruikt als coating bij zaden (suikerbiet, maïs) en spuiten van boomgaarden en in kassen
-Blijkt in bodem en water een lange halfwaarde tijd te hebben (>1 jaar)
13. Populaties van 15 vogelsoorten van het boerenland
Boerenzwaluw
Bosrietzanger
Fitis
Gele kwikstaart
Geelgors
Grasmus
Graspieper
Grote lijster
Kleine karekiet
Rietzanger
Ringmus
Roodborsttapuit
Spotvogel
Spreeuw
Veldleeuwerik
14. Waar komen de vogelgegevens vandaan? komen uit jaarlijkse vogeltellingen in kader van het meetnet broedvogels: het BroedvogelMonitoringProject (BMP) van Sovon
15. Data-bewerking
-Voor ieder plot hebben we als basisgegevens van de aantallen territoria per jaar
-We berekenen de lambda (groei) van de populatie-aantallen in een bepaald plot met voldoende data (x jaar nodig)= jaarlijkse groeisnelheid (periode 2003-2010)
-Dan ruimtelijke relatie leggen tussen de plots en de watermeetpunten
19. Daarna veel werk gestopt in robuustheidstesten
-Maakt het uit tot op welke afstand je de meetpunten correleert met de broedvogelplots?
-Hoe was de situatie vóór de introductie van imidacloprid?
-Hoe verhoudt zich de invloed van gehaltes aan imidacloprid tot andere veranderde omstandigheden in de plots (landgebruik etc.) ?
-Gelden de gevonden verbanden voor alle onderzochte soorten of is er veel variatie?
23. Als deze correlatie duidt op en oorzakelijk verband, waar zou dat dan door kunnen komen?
-Vogels hebben hogere sterfte door eten van behandelde zaden
-Vogels hebben hogere sterfte door eten van insecten die met stof in aanraking zijn gekomen (doorvergiftiging)
-Vogels hebben verminderde reproductie doordat de voedselomstandigheden ongunstiger zijn geworden: insectenpopulatie ingeklapt (trophic cascading effects)
24. Hoe nu verder? BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 27 oktober 2014
“Om daadwerkelijk in te kunnen grijpen is het noodzakelijk dat niet alleen een correlatie maar ook een causaal verband vastgesteld is. Uit het voorgaande volgt dat er op dit moment nog geen wetenschappelijke basis en rechtsgrond is om een verbod van middelen op basis van imidacloprid in te stellen.”
25. Dataverzameling voorkomen, demografie en trends van soorten
Verspreidings-en trendonderzoek
Correlatieve verbanden met milieu- omstandigheden/drukfactoren
Correlatief hypothese-genererend onderzoek
Zoeken naar causale processen
Hypothese-toetsend en verklarend onderzoek
Voorspelling toekomst
Populatiemodel scenariostudies
validatie
Deel van de ‘CAPS-aanpak’!!!!
26. Hoe verder?
-Uitvoeren veldstudies, demografische gegevens verzamelen
-In combinatie met doorrekenen populatie-dynamische consequenties via modellering - Niet alleen beperken tot vogels (!?)