Publicatie over intergemeentelijke samenwerking op het gebied van vastgoed. Onderzoek uitgevoerd door Bouwstenen voor Sociaal en Twynstra Gudde (W.F. Schönau en L. Schunck, 2013)
Opinie-artikel over vastgoedsamenwerking tussen gemeenten. Verschenen in Binnenlands Bestuur (februari 2014). Auteur: Wicher F. Schönau (Twynstra Gudde)
Congres Succesvol de gemeentelijke organisatie vernieuwen - De workshopsBerenschot
Op 25 mei organiseert Berenschot het congres 'Succesol de gemeentelijke organisatie vernieuwen'. In deze presentatie vindt u de workshops die gegeven zullen worden. Meer informatie en aanmelden kan via www.berenschot.nl/gemeentelijke-opgaven
De Nederlandse gemeenten ontkomen er de komende jaren niet aan om samen te werken.
Het kabinet zal gemeenten daartoe linksom of rechtsom dwingen
Het is daarom goed dat de gemeenten zelf het initiatief nemen
Een zorgvuldig proces is essentieel over (1) de wens om samen te werken, (2) het besluit om samen te gaan werken, (3) de uitwerking leidend tot de beslissing over de samenwerkings-vorm en de realisatie ervan.
Uit de praktijk blijkt dat een zorgvuldige voorbereiding zichzelf terugverdient in een snelle(re) realisatie
Real estate magazine 2010 - Maatschappelijk vastgoed luxe of noodzaakWicher F. Schönau
Het artikel 'Maatschappelijk Vastgoed: luxe of noodzaak?' verschenen in Real Estate Magazine (mei 2010) met het thema Maatschappelijk vastgoed en crisis.
De auteurs zijn Wicher F. Schönau en Sandy van Marrewijk, adviseur maatschappelijk vastgoed respectievelijk woningcorporaties bij Twynstra Gudde.
Opinie-artikel over vastgoedsamenwerking tussen gemeenten. Verschenen in Binnenlands Bestuur (februari 2014). Auteur: Wicher F. Schönau (Twynstra Gudde)
Congres Succesvol de gemeentelijke organisatie vernieuwen - De workshopsBerenschot
Op 25 mei organiseert Berenschot het congres 'Succesol de gemeentelijke organisatie vernieuwen'. In deze presentatie vindt u de workshops die gegeven zullen worden. Meer informatie en aanmelden kan via www.berenschot.nl/gemeentelijke-opgaven
De Nederlandse gemeenten ontkomen er de komende jaren niet aan om samen te werken.
Het kabinet zal gemeenten daartoe linksom of rechtsom dwingen
Het is daarom goed dat de gemeenten zelf het initiatief nemen
Een zorgvuldig proces is essentieel over (1) de wens om samen te werken, (2) het besluit om samen te gaan werken, (3) de uitwerking leidend tot de beslissing over de samenwerkings-vorm en de realisatie ervan.
Uit de praktijk blijkt dat een zorgvuldige voorbereiding zichzelf terugverdient in een snelle(re) realisatie
Real estate magazine 2010 - Maatschappelijk vastgoed luxe of noodzaakWicher F. Schönau
Het artikel 'Maatschappelijk Vastgoed: luxe of noodzaak?' verschenen in Real Estate Magazine (mei 2010) met het thema Maatschappelijk vastgoed en crisis.
De auteurs zijn Wicher F. Schönau en Sandy van Marrewijk, adviseur maatschappelijk vastgoed respectievelijk woningcorporaties bij Twynstra Gudde.
De uitdagingen van het lokaal cultuurbeleid in een veranderende samenlevingAvansa Kempen
Socius-medewerkers Gie van den Eeckhaut bracht zijn verhaal op de Kempense Cultuurwerkersdag over het hedendaagse lokaal cultuurbeleid. Hij schetste kort wat democratie inhoudt en vertelde over de verschillende bestuursmodellen doorheen de geschiedenis. Vervolgens ging hij in op de gevolgen daarvan op een lokaal bestuur en hoe je als ambtenaar kan inspelen op hedendaagse ontwikkelingen en veranderingen.
Omgevingswet ambitieraam - royal haskoning dhvBert Groffen
Inzicht in ambitie geeft richting aan de implementatie van de Omgevingswet. Dit ambitieraam helpt raadsleden om het gesprek over ambitie met elkaar aan te gaan. Vanuit dat gesprek kan richting bepaald worden. Daarbij gaat het niet om hoog of laag, goed of fout. Het gaat om het goede gesprek.
Meer Participatie - Mark Verhijde - SBO opleiding Wijk- en Gebiedsmanager jun...Mark Verhijde
Voor Studiecentrum Bedrijf en Overheid (SBO) heb ik als docent dag 3 van de opleiding Wijk- en Gebiedsmanager 2016 verzorgd. Onderwerpen zijn burgerparticipatie, maatschappelijke initiatieven, games en gamechangers, en strategieën van 'sterke trekkers'.
Folder meedoen met vervolgacties regel die burgerinitiatievenMark Verhijde
Deze folder bevat het overzicht aan vervolgacties uit het rapport Regel die Burgerinitiatieven, het BZK-onderzoek dat Maarten Bosman (M.Bosman BV) en ik gehouden hebben in 2013. De vervolgacties starten in 2014 en lopen door tot 2016.
Naar nieuw evenwicht burgers, ambtenaren, politiekHein Albeda
Over burgerinitiatieven en de succes- en faalfactoren. Mijn presentatie van 14 oktober 2015 (uitgebreide versie, op de avond zelf houd ik een verkort verhaal)
Presentatie Danny Jacobs (BBL) - Socius Trefdag 'Solidariteit?!' (20 november 2014)
KAURI is een netwerk van mensen en organisaties die innovatief willen samenwerken rond duurzaamheid in België. KAURI linkt profit en non-profit rond een brede waaier aan thema’s, zoals goed bestuur, maatschappelijke verantwoordelijkheid, eerlijke handel en leefmilieu.
Enerzijds daagt het netwerk haar leden uit om zowel winst- als waardegedreven te werken. Anderzijds stimuleren het hen om vooroordelen uit de weg te gaan en samen oplossingen te bedenken voor de grote maatschappelijke uitdagingen. Zo’n duurzame samenwerkingen slagen enkel als alle betrokken partijen zowel doelen, verantwoordelijkheden als resultaten delen.
Tijdens deze workshop verneem je hoe je hier aan begint en geeft Danny Jacobs, directeur van Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen, dit met enkele concrete voorbeelden uit zijn organisatie.
An Efficient Algorithm to Verify Generalized False PathsOlivier Coudert
Proving that a timing path is false is a difficult problem because of the inherent computational cost, and because in practice false paths are not specified one path at a time. We describe a method to prove and generate generalized false paths.
De uitdagingen van het lokaal cultuurbeleid in een veranderende samenlevingAvansa Kempen
Socius-medewerkers Gie van den Eeckhaut bracht zijn verhaal op de Kempense Cultuurwerkersdag over het hedendaagse lokaal cultuurbeleid. Hij schetste kort wat democratie inhoudt en vertelde over de verschillende bestuursmodellen doorheen de geschiedenis. Vervolgens ging hij in op de gevolgen daarvan op een lokaal bestuur en hoe je als ambtenaar kan inspelen op hedendaagse ontwikkelingen en veranderingen.
Omgevingswet ambitieraam - royal haskoning dhvBert Groffen
Inzicht in ambitie geeft richting aan de implementatie van de Omgevingswet. Dit ambitieraam helpt raadsleden om het gesprek over ambitie met elkaar aan te gaan. Vanuit dat gesprek kan richting bepaald worden. Daarbij gaat het niet om hoog of laag, goed of fout. Het gaat om het goede gesprek.
Meer Participatie - Mark Verhijde - SBO opleiding Wijk- en Gebiedsmanager jun...Mark Verhijde
Voor Studiecentrum Bedrijf en Overheid (SBO) heb ik als docent dag 3 van de opleiding Wijk- en Gebiedsmanager 2016 verzorgd. Onderwerpen zijn burgerparticipatie, maatschappelijke initiatieven, games en gamechangers, en strategieën van 'sterke trekkers'.
Folder meedoen met vervolgacties regel die burgerinitiatievenMark Verhijde
Deze folder bevat het overzicht aan vervolgacties uit het rapport Regel die Burgerinitiatieven, het BZK-onderzoek dat Maarten Bosman (M.Bosman BV) en ik gehouden hebben in 2013. De vervolgacties starten in 2014 en lopen door tot 2016.
Naar nieuw evenwicht burgers, ambtenaren, politiekHein Albeda
Over burgerinitiatieven en de succes- en faalfactoren. Mijn presentatie van 14 oktober 2015 (uitgebreide versie, op de avond zelf houd ik een verkort verhaal)
Presentatie Danny Jacobs (BBL) - Socius Trefdag 'Solidariteit?!' (20 november 2014)
KAURI is een netwerk van mensen en organisaties die innovatief willen samenwerken rond duurzaamheid in België. KAURI linkt profit en non-profit rond een brede waaier aan thema’s, zoals goed bestuur, maatschappelijke verantwoordelijkheid, eerlijke handel en leefmilieu.
Enerzijds daagt het netwerk haar leden uit om zowel winst- als waardegedreven te werken. Anderzijds stimuleren het hen om vooroordelen uit de weg te gaan en samen oplossingen te bedenken voor de grote maatschappelijke uitdagingen. Zo’n duurzame samenwerkingen slagen enkel als alle betrokken partijen zowel doelen, verantwoordelijkheden als resultaten delen.
Tijdens deze workshop verneem je hoe je hier aan begint en geeft Danny Jacobs, directeur van Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen, dit met enkele concrete voorbeelden uit zijn organisatie.
An Efficient Algorithm to Verify Generalized False PathsOlivier Coudert
Proving that a timing path is false is a difficult problem because of the inherent computational cost, and because in practice false paths are not specified one path at a time. We describe a method to prove and generate generalized false paths.
Timing and Design Closure in Physical Design Flows Olivier Coudert
A physical design flow consists of producing a production-worthy layout from a gate-level netlist subject to a set of constraints. We focus on the problems imposed by shrinking process technologies. It exposes the problems of timing closure, signal integrity, design variable dependencies, clock and power/ground routing, and design signoff. It also surveys some physical design flows, and outlines a refinement-based flow.
Model checking in the cloud --
Cloud computing where computing is provided as a utility is finally a reality. This new paradigm is shaping the way hardware and software is designed. One of the main attractions of the cloud is its elasticity. This empowers users with the ability to dynamically change their hardware requirements by paying for resource usage by the hour. Compute-intensive applications such as model checking can potentially benefit from such an infrastructure. In this panel, we will address the following questions:
- How can model checking leverage the advantages of distributed and multi-core systems in the cloud?
o Is this new paradigm suitable for model checking?
o What are possible solutions beyond an “embarrassingly parallel” approach of running a single property per core?
o Is there a specific subset of properties that might be more suitable to this form of analysis?
- What is needed from the research and engineering community to achieve adoption within the next 5 years?
- Would a drive to model checking in the cloud increase the industry’s adoption of formal technology?
- What issues need to be addressed for design houses to adopt this technology and will the current license model of EDA tools change to adapt to the new requirements?
201208 Waardesturing - het waardevolle hart van de corporatieWicher F. Schönau
Artikel van G.J. Wolleswinkel (adviseur Twynstra Gudde) over waardesturing bij corporaties. Verschenen in Tijdschrift voor de Volkshuisvesting (augustus 2012)
The set covering problem and the minimum cost assignment problem (respectively known as unate and binate covering problem) are well-known NP-complete problems.We investigate the complexity and approximation ratio of two lower bound computation algorithms from both a theoretical and practical point of view, and produce an algorithm that is 2-3 order of magnitude faster.
Graph coloring has many applications, including in VLSI CAD. Since graph coloring is NP-complete, heuristics are used to approximate the optimum solution. But heuristic solutions can be arbitrary larger than the minimum coloring. We demonstrate how a greedy coloring, together with a heuristics max-clique algorithm, can be combined to generate a new pruning technique, the q-color pruning algorithm. We show that since real-life graphs appear to be 1-perfect, one can solve graph coloring exactly for a small overhead.
Balans in doelmatig en doeltreffend vastgoedmanagementWicher F. Schönau
Artikel van Wicher F. Schönau en Guido Wierink, adviseurs bij Twynstra Gudde. Verschenen als bijdrage aan het Boek 'Barometer Maatschappelijk Vastgoed 2015' (Veuger et al, Van Gorkum)
Shared Services - Nieuwe Vormen Van Krachtenbundeling Bij GemeentenLéon Sonnenschein
De laatste jaren zien we bij gemeenten een toenemende aandacht voor nieuwe vormen van samenwerking. Zij gaan op zoek naar schaalvoordelen van grotere organisaties, met behoud van de voordelen van relatief kleine gemeenten: een herkenbaar bestuur dicht bij de burger. Gemeenschappelijk kenmerk is dat het gaat om ambtelijke krachtenbundeling, waarbij het primaat van de gemeentelijke besturen blijft gehandhaafd. In deze publicatie uit 2004, werd de trend voor het eerst in kaart gebracht onder de noemer shared services.
Wanneer werkt participatie? Een ontwikkelmodel voor inspraak en interactieBart Litjens
Interactie met de samenleving scoort hoog bij gemeenten. Het bestuur wil inspraak, interactieve
beleidsvorming, overleg, samenwerking en zelfs ‘de stad teruggeven aan de burger’. De burger moet
kunnen bijdragen aan beslissingen die hem direct of indirect aangaan, vinden gemeenten. Toch
blijft de praktijk van participatie weerbarstig.
Gemeenten worstelen met de vraag hoe je de inbreng van burgers mee laat tellen bij beleid. ‘Draagvlak voor beleid’ klinkt vaak goed als doelstelling. Maar het blijft nogal een eenzijdige wens; niet de
bijdrage van de burger staat voorop, maar het beleid van de gemeente. De overheid kijkt toch vaak
over de burgers heen in plaats van recht in hun ogen.
Gemeenten willen participatie van de burger. Ze weten wel dat zichtbaar en open lokaal bestuur niet
gemaakt wordt met af en toe een meedenkavond. Participatie werkt pas vanuit een duurzame relatie. Het gaat over wederzijds vertrouwen. Maar hoe creëer je dat? Hoe schep je ruimte voor initiatief
en verantwoordelijkheden van burgers? Hoe betrek je burgers, bedrijven en instellingen constructief
en steeds weer bij beleidskeuzes? En waarom geven inspraakprocedures zo weinig energie en leiden
ze maar zelden tot nieuwe inzichten?
Kortom, wanneer werkt participatie?
De Nederlandse overheid moet IMO veel positiever stimulerenFrank Buijs
Op 23 mei jl. werd het 9e convenant getekend tussen de Nederlandse overheid en diverse vertegenwoordigers vanuit het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties op het gebied van Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO). De IMVO convenanten aanpak is een lappendeken van ongelijksoortige initiatieven. Dit terwijl Nederlandse bedrijven in reactie op de mis standen in onder meer Bangladesh, Turkije en Qatar steeds meer verzoeken krijgen om ongewenste misstanden uit te sluiten en zelf ook meer duurzame toeleveringsketens willen. De rol van de Nederlandse overheid bij IMVO kan wat mij betreft veel krachtiger en positiever dan tot op heden het geval is.
Overheid en markt handelen nog te vaak op basis van veronderstellingen over elkaar in plaats van op werkelijke kennis. De wederzijdse belangen blijven niet zelden onuitgesproken. Dat is een bron voor misconcepties. De gemeenten Tilburg en Epe laten zien dat een open dialoog met de markt heilzaam kan werken.
Bestuurlijke vernieuwing in Nederland: relevantie en schaal heroverwogen’ Jo Horn
De eerste lunchbijeenkomst van de Expertgroep Publiek Domein Boer & Croon met als onderwerp ‘Bestuurlijke vernieuwing in Nederland: relevantie en schaal heroverwogen’ ’ vond op 9 september plaats in de IJ-lounge van het EYE-Filmtheater in Amsterdam.
Burgemeesters, gemeentesecretarissen, oud Kamerleden en andere deskundigen uit het publiek domein troffen elkaar daar.
Johan Remkes – Commissaris van de Koning van de provincie Noord-Holland en onder andere oud-minister van Binnenlandse Zaken – gaf vanuit zijn persoonlijke ervaring een terugblik op de trends van de afgelopen jaren. Vanuit die ervaring deelde hij zijn visie op hoe het openbaar bestuur de komende jaren mogelijkerwijs gaat veranderen.
De opgaven van de gemeenten zijn complexer en groter; meer en moeilijker taken komen er bij.
De taken moet met aanzienlijk minder middelen worden uitgevoerd. Het rijk bezuinigt via de gemeenten.
De wereld veranderd in een razend tempo. Economie, ruimte, arbeidsmarkt. Veel gemeentelijke organisaties zijn daar (nog) niet op toegerust.
Veel bezuinigingen zijn ingezet, de vraag is of altijd het beoogde resultaat wordt gerealiseerd.
Waar is de gemeente voor en waar zijn andere instanties primair voor verantwoordelijk?
Wat moet de gemeente en wat moeten burgers zelf regelen?
Wat kan er samen met het bedrijfsleven worden ontwikkeld?
Moeten gemeenten (van bepaalde omvang) nog wel alles zelf willen doen?
Welke visie en daarop aangepaste strategie heeft de gemeente voor de lange termijn?
Met welk soort ambtelijk apparaat kunnen de doelen en taken het beste uitgevoerd kunnen worden?
Wat kan er met behoud van kwaliteit efficiënter?
In deze presentatie wordt kort aangestipt welke weg de gemeenten zouden kunnen bewandelen.
Overheid en markt handelen nog te vaak op basis van
veronderstellingen over elkaar in plaats van op werkelijke
kennis. De wederzijdse belangen blijven niet zelden
onuitgesproken. Dat is een bron voor misconcepties. De
gemeenten Tilburg en Epe laten zien dat het ook anders kan.
De verduurzaming van de stad en de verbetering van de levenskwaliteit hangen voor een groot deel af van verbeteringen in de logistiek. Tweederde van het transport in steden is bouw- en horecagerelateerd. Met de groei die Amsterdam en andere steden doormaken zal dit alleen maar toenemen. Lector City Logistiek aan de Hogeschool van Amsterdam,
Hij doet onderzoek naar hoe slimmere oplossingen toegepast kunnen worden in de praktijk. Hieruit blijkt dat het vaak een governance- en coördinatievraagstuk is waarbij planologen een belangrijke rol kunnen spelen.
Artikel over de noodzaak tot betere regie op het vastgoedbeheer van gemeenten. Op basis van onderzoek van Twynstra Gudde (Schönau, Tazelaar & de Vos, 2012) in opdracht van Bouwstenen voor Sociaal.
10 acties die een gemeente kan ondernemen voor autodelen. Document gepubliceerd door het Nederlandse advier, in het kader van de Nederlandse Green Deal autodelen. #ShareNorth
Beheersing van vastgoedrisico’s vraagt een extra stap (Schönau & Tazelaar)Wicher F. Schönau
Het artikel 'Beheersing van vastgoedrisico’s vraagt een extra stap' bevat de resultaten van het onderzoek Risicomanagement Gemeentelijk Vastgoed dat in het voorjaar van 2016 door Twynstra Gudde is uitgevoerd onder Nederlandse gemeenten. Het artikel is gepubliceerd in de Barometer Maatschappelijk Vastgoed 2016.
Na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2014 zijn tal van nieuwe wethouders aangetreden die maatschappelijk
vastgoed in hun portefeuille krijgen. Waar liggen voor hen de kansen en risico’s?
De tijd van grote projecten is voorbij. Artikel van Wicher Schönau over de afnemende behoefte van (lokale) overheden om grootschalige bouwprojecten neer te zetten.
Maatschappelijk vastgoed blog geen quick fix voor inefficient beheer gvg - ...Wicher F. Schönau
In Nieuwsuur van 17 juni jl. wordt een onderzoek van de TU Delft aangehaald, waaruit zou blijken
dat gemeenten amateuristisch omgaan met het eigen vastgoed. In vergelijking met commerciële
vastgoedbeleggers of woningcorporaties zouden zij met hun vastgoed beperkt inkomsten weten
te genereren. Prof. Hans de Jonge spreekt daarnaast over een potentiële kostenbesparing van €
300 tot 400 mln per jaar.
Interview met Robin Bremekamp en Wicher F. Schönau over het thema samenwerken in de cultuursector. Beide zijn adviseur bij Twynstra Gudde manager en adviseurs.
Bron: MMNieuws (2011)
Ambitie als rode draad in complexe projecten - De Ontwerpmanager (april 2010)...Wicher F. Schönau
In De Ontwerpmanager van april 2010 staat een artikel van mijn hand. Daarin geef ik een terugblik op de vorige editie, die geheel gewijd was aan het thema ’Ambitie’.
Bron: De Ontwerpmanager
Ambitie als rode draad in complexe projecten - De Ontwerpmanager (april 2010)...
Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten (2013)
1. Een analyse van de eerste praktijkervaringen
Bouwstenen voor Sociaal
Twynstra Gudde
2. Inhoudsopgave
1. Professionalisering door samenwerking 04
2. Intergemeentelijke samenwerking 05
3. Professionalisering van gemeentelijk vastgoed 07
4. Waarom is vastgoedsamenwerking aantrekkelijk? 11
5. Kritieke succesfactoren voor vastgoedsamenwerking 13
6. Het perspectief voor vastgoedsamenwerking 19
7. De visie van kleine gemeenten 20
Colofon 21
3. Inleiding
Gemeenten beseffen dat zij de maatschappelijk opgaven van deze tijd niet meer alleen
kunnen aanpakken. Samenwerking met andere gemeenten is dan ook een populaire
strategie om vraagstukken die beleidsvelden of de gemeentegrenzen overstijgen, ter
hand te nemen. Terwijl de laatste twee decennia het aantal intergemeentelijke samenwerkingsverbanden een hoge vlucht heeft genomen, stellen gemeenten zich steeds
vaker de vraag of zij wel grip hebben op al deze samenwerkingsverbanden.
Tot voor kort was vastgoed één van de terreinen waarop gemeenten nauwelijks nog samen
werkten. Maar door de belangstelling waarin gemeentelijk vastgoed is komen te staan,
wordt de roep om professioneel handelen steeds sterker. Gemeenten weten daarentegen
dat de wettelijke taken met betrekking tot vastgoed minimaal zijn en vastgoedexpertise
binnen de eigen organisatie geen vanzelfsprekendheid is. Door het financiële beslag op
de gemeentebegroting - en de aanwezigheid van vermeende ‘stille reserves’ - is vastgoed
ook onderwerp geworden van bezuinigingen. Het effect is groeien e leegstand in de porte
d
feuille en zelfs sluiting van maatschappelijke voorzieningen zoals bibliotheken, buurt
huizen en zwembaden.
4. 1. Professionalisering door samenwerking
Nu een aantal gemeenten in Nederland samenwerking op het gebied van vastgoed verkent,
stellen wij de vraag wat vastgoed in dat kader bijzonder maakt, en of de motieven voor vastgoedsamenwerking verschillen van intergemeentelijke samenwerking op andere terreinen.
Daarbij wordt de aanname gedaan dat samenwerking een bijdrage kan leveren aan de actuele
wens en noodzaak om gemeentelijke vastgoedorganisaties te professionaliseren.
Bouwstenen voor Sociaal richt zich als netwerk op belangDeze publicatie is tot stand gekomen in het
kader van de Najaarsbijeenkomst 2013 van
Bouwstenen voor Sociaal. Onder redactie van
Twynstra Gudde hebben betrokkenen van de
rijke ontwikkelingen in maatschappelijk vastgoed. Binnen
gemeentelijke vastgoedorganisaties is samenwerking al
enige tijd een beleidsthema, maar sinds kort zijn de eerste
ervaringen opgedaan met vastgoedsamenwerking in de
praktijk.
gemeenten Alkmaar, Breda, Enschede, Gou
da, Houten, Molenwaard, Oss, Rotterdam en
Westervoort en de Vereniging Nederlandse
Gemeenten (VNG) en FAMO een bijdrage ge
leverd aan dit onderzoek.
‘ e laatste jaren is de
D
publieke aandacht voor
het vastgoedbezit van
gemeenten toegenomen’
In dit onderzoek wordt de kennis over samenwerkingsprocessen gecombineerd met de wereld
van het gemeentelijk vastgoed. Aan de hand van actuele ontwikkelingen wordt de vraag gesteld
waarom gemeenten samenwerking zoeken. Op basis van de ervaringen van direct betrokkenen
blijkt vastgoedsamenwerking geen eenvoudige opgave, gegeven de kritieke succesfactoren die
in hoofdstuk 5 aan de orde komen, maar het biedt wel degelijk perspectieven voor gemeenten.
4 | Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten
5. 2. Intergemeentelijke samenwerking
Voorbeelden van
Gemeentelijke organisaties bevinden zich in een turbulente
periode. Terwijl er continue financiële krapte is, komt een
toenemend aantal taken bij de gemeente te liggen. De
decentralisaties van de uitvoering van taken op het gebied
van jeugdzorg, werk en participatie (Wet werken naar vermogen) en Awbz-begeleiding zijn hier een actueel voorbeeld
samenwerkingsverbanden
Drechtsteden
De gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Hen
drik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht,
van. De burger zal enerzijds meer taken zelf ter hand moe-
Zwijndrecht werken samen binnen de Gemeen
ten nemen, anderzijds zijn er meer en complexere vragen
schappelijke Regeling Drechtsteden op de be
waarvoor hij zich tot de gemeente richt. Dit gaat gepaard
leidsvelden economie en ruimtelijke ordening.
met hoge verwachtingen van de dienstverlening: deze dient
Ook hebben ze gezamenlijke uitvoeringsorga
van goede kwaliteit te zijn en efficiënt te worden uitgevoerd.
nisaties, zoals een sociale dienst, ingenieurs
Het is gemeenten niet vreemd om complexe vraagstukken in regionaal verband op te pakken. Op beleidsterreinen
zoals verkeer en vervoer vraagt de bereikbaarheid van een
stad of gebied sinds jaar en dag een gemeentegrensoverstijgende aanpak. Het is echter pas sinds de eeuwwisseling
bureau en gemeentelijke belastingdienst.
www.drechtsteden.nl
Regio Twente
dat gemeenten op specifieke terreinen, zoals belastingen,
In de regio Twente werken veertien gemeenten
gestructureerd zijn gaan samenwerken. Ook de opkomst van
samen om gezamenlijke ambities rond econo
de gemeentelijke Shared Service Centers stamt uit deze tijd,
mie, bereikbaarheid en duurzaamheid te reali
waarbij vooral aspecten van bedrijfsvoering gebundeld zijn in
seren. Daarbinnen werken weer vijf stedelijke
een samenwerkingsverband. Van recenter datum zijn samen-
gemeenten samen in Netwerkstad Twente om
werkingsverbanden waar naast gemeenten ook waterschap-
toe te werken naar één arbeidsmarkt, woning
pen zitting hebben, zoals de regionale uitvoeringsorganisaties (RUD’s) op het gebied van vergunningverlening, toezicht
en handhaving. Door wetgeving is intussen ook iedere
gemeente in Nederland onderdeel van een veiligheidsregio,
markt en vervoerregio. Voor bedrijfsvoerings
taken is er het Shared service netwerk Twente,
waar ook waterschap en veiligheidsregio zijn
waarbij taken op het gebied van veiligheid georganiseerd zijn
aangehaakt.
in een gemeenschappelijke regeling.
www.regiotwente.nl
De VNG constateert dat door de toename van het aantal
Parkeerservice
samenwerkingsverbanden bij gemeenten het gevoel ont-
Parkeerservice is een samenwerkingsverband
staat grip te verliezen op samenwerking. De diversiteit
met een specifieke focus: parkeren. Door de
1
aan diensten die gemeenten afnemen en de verschillende samenwerkingsvormen versterkt de behoefte aan
structuur en grip op samenwerking. Ook het Kennisplatform Intergemeentelijke Samenwerking neemt de trend
waar om tot verzakelijking en professionalisering van
gemeentelijke
samenwerkingsverbanden
te
komen2.
Besturing en de invloed van gemeenteraad in dezen zijn
actuele thema’s, gegeven ook de diverse (rekenkamer)onderzoeken die gemeenten momenteel uitvoeren naar
externe relaties.
1)
Hilders et al. (2013)
2)
Eikenboom et al. (2011)
5 | Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten
vorm van coöperatieve vereniging kunnen ge
meenten gemakkelijk deelnemen en gebruik
maken van de diensten, zonder te moeten aan
besteden en zonder zeggenschap te verliezen.
www.parkeerservice.nl
6. Vormen van samenwerken
Voor de uitvoering van hun (wettelijke) taken kunnen gemeenten kiezen uit een aantal vormen,
waaronder samenwerking. Het oorspronkelijke vertrekpunt voor gemeenten was het zelf doen van
taken. Onderlinge afstemming tussen gemeenten heeft ervoor gezorgd dat ook het inbesteden van
taken plaatsvindt: hierbij voert de ene gemeente taken voor de andere gemeente uit. Als organisa
tievorm is dit ook wel bekend als het gastheermodel.
Met de komst van de regiegemeente heeft het uitbesteden van taken een vlucht genomen: de
gemeente ziet toe op de taak, terwijl de uitvoerende werkzaamheden door meestal private partijen
worden gedaan. Gebouwonderhoud is hier als specifieke vastgoedtaak een voorbeeld van. Verzelf
standiging is een manier om de taak onafhankelijk van de gemeente te laten uitvoeren. Verschillende
organisaties die gehuisvest zijn in gemeentelijk vastgoed zijn verzelfstandigd. Schouwburgen,
sportcomplexen of parkeergarages worden regelmatig geëxploiteerd door organisaties die als stich
ting, besloten vennootschap of coöperatieve vereniging op afstand staan van de gemeente.
Wanneer gemeenten samenwerken bij de uitvoering van taken dienen goede afspraken te worden
gemaakt over verantwoordelijkheden, financiering en sturing. Qua juridische vormgeving kan dit
door zowel door publiek- als privaatrechtelijke constructies. Publiekrechtelijke samenwerking
tussen gemeenten vindt plaats op basis van gemeenschappelijk regelingen (Wgr). Meestal wordt
hiervoor gekozen als de bestuurlijke verantwoordelijkheid en democratische legitimiteit geborgd
moet blijven. Privaatrechtelijke samenwerking kan bijvoorbeeld door een bv of vereniging op te rich
Naamloos Vennootschap (NV)
Besloten Vennootschap (BV)
wet Gemeenschappelijke regelingen
Stichting
Publiekrechtelijk
Coöperatieve vereniging
Burgelijk Wetboek
Privaatrechtelijk
ten, maar ook door middel van contracten en overeenkomsten.
Regeling zonder meer
Centrumgemeente
Gemeenschappelijk orgaan
Openbaar lichaam
Bron: Twynstra Gudde
6 | Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten
6 | Document titel
7. De positie van vastgoed
Op de terreinen waar gemeenten inmiddels samenwerkingsverbanden zijn aangegaan, is
vastgoed opvallend afwezig. Ook in onderzoek van het Kennisplatform Intergemeenelijke
t
Samenwerking wordt vastgoed niet apart onderscheiden, noch als primair taakveld noch als
bedrijfsvoeringstaak. Dit is verklaarbaar uit het feit dat bij de inrichting van de gemeentelijke
organisatie vastgoed jarenlang niet als aparte entiteit is gezien. Bovendien wordt vastgoed niet
als een eenduidig beleids- of bedrijfsmiddel ervaren. De opkomst van het New Public Management in de jaren tachtig heeft het bedrijfsmatige denken binnen de overheid aangewakkerd en
bij gemeentelijke vastgoedmedewerkers de interesse voor corporate real estate management
(CREM) gewekt. De laatste jaren is met name de publieke aandacht voor het vastgoedbezit van
gemeenten toegenomen, hetgeen consequenties heeft gehad voor de positionering van de
vastgoedafdeling binnen de gemeentelijke organisatie. Nu nagenoeg alle grote en middelgrote
gemeenten over een gecentraliseerde vastgoedafdeling beschikken, is vastgoed als apart taakveld benoemd.3 Dit heeft de geesten rijp gemaakt voor een volgende stap in professionalisering: externe samenwerking.
3. Professionalisering van gemeentelijk vastgoed
Sinds het begin van crisis en de bezuinigingen bij gemeenten als gevolg daarvan is het belang
van financieel management toegenomen. Meer dan ooit is het doelmatig inzetten van de middelen, waaronder vastgoed, een onderwerp. Voor een efficiënte besturing van het gemeentelijke vastgoed is allereerst inzicht nodig in de omvang van de portefeuille en de kosten en
opbrengsten ervan. In 2010 bleek dat circa 45% van de grote en middelgrote gemeenten geen
zicht had op de exacte omvang van haar portefeuille en slechts een derde beschikte over de
kosten en opbrengstgegevens per vierkante meter vastgoed.4
Scheiding subsidie huisvestingslasten-exploitatielasten
Het uitbesteden van taken
Integratie van taken binnen de gemeente
Handhaving voorzieningenniveau in kleine kernen
Verhoging van de tevredenheid van gebruikers
Samenwerking met andere gemeenten
Ontwikkeling integraal accomodatiebeleid
Opbrengstverhoging
MFA vorming
Kostenreductie
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Bron: Veuger et al. (2012)
Sinds dat moment is het inzicht van gemeenten in de eigen portefeuille aanzienlijk toegenomen. De belangrijkste beweging daarbij is het centraliseren van de vastgoedtaken in één organisatieonderdeel. Anno 2012 heeft het merendeel (83%) van de gemeenten de verantwoordelijkheid voor vastgoed gecentraliseerd, waarbij in 59% van de gevallen ook de uitvoering
van centraal plaatsvindt.5 Dit betekent echter niet dat er een eenduidig beeld bestaat van de
positionering van deze vastgoedafdeling: in de praktijk onderscheiden wij vastgoedafdelingen als aparte entiteit (bedrijf), als onderdeel van het grondbedrijf, als onderdeel van de afdeling middelen of binnen een beleidsdienst. Bij grote gemeenten is de oorspronkelijke positie
verlaten (waarbij de vastgoedtaken verdeeld waren over de verschillende beleidsafdelingen),
maar binnen kleine gemeenten blijft dit actueel. Met een kleine vastgoedportefeuille leidt de
bundeling van de vastgoedtaken immers tot een kwetsbare afdeling bestaande uit enkele vastgoedmedewerkers.
3)
Met middelgrote gemeenten wordt bedoeld een inwonersaantal tussen de 50.000 en 75.000.
Grote gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners.
4)
Tazelaar Schönau (2010)
5)
Veuger et al. (2012)
7 | Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten
8. Professionalisering van de vastgoedorganisatie
De gedachtevorming over professioneel gemeentelijk vastgoed heeft zijn achtergrond in het corpo
rate real estate management (CREM), waarbij vastgoed gezien wordt als een strategisch bedrijfsmid
del om de organisatiedoelen te bereiken. De ontwikkeling die een vastgoedorganisatie daarbij kan
doormaken, wordt doorgaans beschreven in vijf fasen, met sprekende termen als de beheerder (fase
1), controller (fase 2), handelaar (fase 3), ondernemer (fase 4) en strateeg (fase 5) .6
Onderneming
Vastgoed
gerelateerd
gerelateerd
Ondernemingsstrategie
Ondernemings
structuur
Operationeel
Technisch
Strategisch
Strateeg
Portefeuille
management
CREM
Asset
management
Vastgoedbeheer
Facilitair
beheer
Ondernemer
Handelaar
Controller
Beheerder
Bron: riel, 1998; Dewulf et al, 2000; Keeris, 2001; Keuning et al, 2004; ASRE 2010; bewerking Mattousch, 2010
D
Onder vastgoedprofessionals bestaat het beeld dat gemeentelijke vastgoedorganisaties nog aan
het begin staan van hun ontwikkeling, waarbij eerst het huis op de orde moet worden gebracht.
Technisch en financieel inzicht krijgen in de bestaande portefeuille behoort tot de eerste twee fa
sen. Pas in fase 3 worden vraag en aanbod zorgvuldig op elkaar afgestemd, met als doel om een
optimale huisvesting te bieden aan de gebruiker. Waardetoevoeging (organisatorisch, financieel en
functioneel) is daarbij de focus van de vastgoedorganisatie, die vraaggericht werkt en adviseert.
Door efficiënter te gaan werken, kunnen kosten verlaagd worden. Veel grote gemeenten bevinden
zich momenteel in deze fase.
De ontwikkeling naar fase 4 vraagt nieuwe competenties, omdat het functioneren van de vastgoed
portefeuille wordt gekoppeld aan de ondernemingsstrategie. Dit laatste toont de complexiteit van
een gemeentelijke organisatie: de doelen zijn divers, ambigu en vaak beperkt geldig (tot de vol
gende gemeenteraadsverkiezingen). De inrichting van gemeentelijke vastgoedorganisatie als profit
center met markconforme huur- en doorbelastingmethodiek is wel mogelijk; het is de richting van
de organisatie die de werkelijke uitdaging vormt.
6)
Naar: Joroff, M. et al. Strategic Management of the Fifth Resource. Corporate Real Estate, 1993, IDFR
8 | Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten
9. ‘ et financiële belang is toegenomen, 25% van de
H
totale gemeentelijke balans bestaat uit gebouwen’
Financieel belang
Met de centralisatie van vastgoedtaken hebben gemeenten het technisch en financieel inzicht
in de vastgoedportefeuille kunnen verbeteren. De bewustwording van de werkelijke prestaties
van de eigen portefeuille, heeft de politieke roep om te bezuinigen op vastgoed aangewakkerd:
in 2012 kent negen van de tien gemeenten kostenbesparing op vastgoed als actueel beleidsthema.7 De effecten hiervan zijn met het afstoten van accommodaties, het terugdringen van
exploitatielasten en het uitblijven van investeringen in projecten thans zichtbaar.
Opvallend is dat het financiële belang van vastgoed binnen de gemeente de laatste jaren is
toegenomen. Inmiddels bestaat 25% van de totale gemeentelijke balans uit gebouwen, terwijl
dit vijf jaar geleden nog 22% was.8 Ook de IPD-benchmark laat zien dat in 2012 de gemiddelde
kosten (kapitaallasten), inkomsten en boekwaarde van de gemeentelijke vastgoedobjecten zijn
gestegen ten opzichte van eerdere jaren. Gemeenten investeren dus nog in hun vastgoed,
waarschijnlijk grotendeels vanuit de noodzaak om de portefeuille in stand te houden.
Dit zware beslag op de gemeentelijke middelen versterkt de noodzaak voor efficiënte uitvoering van vastgoedmanagement en adequate verantwoording hierover. Binnen de gemeentelijke
organisatie is financiële flexibiliteit om die reden een dominant beleidsthema geworden, terwijl
in de gemeenteraad de discussie zich vooral toespitst op nut en noodzaak van eigendom.
In lijn met de wens om kosten te besparen en de portefeuille te flexibiliseren, staat samenwerking op het gebied van vastgoed in de belangstelling. Omdat de gebruikers van het gemeentelijke vastgoed in grote meerderheid andere partijen zijn dan de gemeente zelf, is samenwerking
een vanzelfsprekendheid.
7)
8)
Veuger et al. (2012)
Twynstra Gudde op basis van CBS (stand 2011 voor bedrijfsgebouwen waaronder ook gebouwen voor gemeentelijke
taken toebehoren). http://www.tgblog.nl/maatschappelijkvastgoed/financiele-spanning-neemt-toe-bij-gemeente
lijke-vastgoedvraagstukken/
9 | Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten
10. Komen tot een samenwerking
Dat samenwerking wenselijk en nodig is, betekent nog niet dat het gemakkelijk is. Het aangaan
van een duurzame samenwerkingsrelatie is complex, omdat onzekerheid optreedt bij de samenwer
kingspartners. In essentie komt deze onzekerheid voort uit het opgeven van (een deel van) de eigen
zelfstandigheid. Het perspectief van de samenwerking moet daarom voordelen laten zien, die de
partijen het vertrouwen geeft om een deel van de eigen autonomie te laten varen.
Kenmerkend voor samenwerking is dat de partijen onderling afhankelijk van elkaar worden. Op
bestuurlijk niveau kan dit een complex spel van belangen en strategisch gedrag uitlokken, ze
ker ook omdat er geen duidelijk machtscentrum is. Geen van de partijen kan op eigen kracht
een eindoplossing afdwingen. Hoewel gemeenten als organisaties dezelfde kenmerken ver
tonen, kunnen ook daar de verschillen in ambtelijke cultuur of politieke accenten groot zijn.
Samenwerken gaat ook over het vormgeven van een nieuwe werkelijkheid. In het bijeenbrengen van
motieven, belangen en ideeën tot één gezamenlijke ambitie ligt de uitdaging: dit vraagt een proces
waarbij partijen oprechte interesse moeten tonen in het belang van de ander. Het vertrouwen moet
worden gesteld in de onderlinge relaties, die stap voor stap worden verdiept. Onderstaand figuur
geeft dit proces in fasen weer.
Betekenisgeving
Verkennen
Delen
Overeenkomen
Vormgeven
Uitvoeren
Vernieuwen
Interactie
Bron: Het Kompas: de vijf fasen van het samenwerkingsproces, Bremekamp et al.
10 | Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten
11. 72% van de gemeenten werkt momenteel samen met partners, in de praktijk zijn dit verenigingen, stichtingen woningcorporaties.9 Slechts 10% van de gemeenten zegt momenteel met
andere gemeenten samen te werken op het gebied van vastgoed. In werkelijkheid gaat dit
niet veel verder gaat dan uitwisseling van kennis en expertise in netwerken. Toch beschouwt
de meerderheid van de gemeentlijke vastgoedverantwoordelijken samenwerking met andere
gemeenten als een actueel beleidsthema.
Echt concreet zijn gemeenten dus nog niet met hun plannen voor vastgoedsamenwerking. Een
steekproef bij 12 gemeenten laat zien dat het vastgoedbeleid nauwelijks expliciete strategieën
voor samenwerking met andere gemeenten bevat. Professionalisering is vooral gericht op de
eigen vastgoedorganisatie en in mindere mate op de relatie met beleidsafdelingen en maatschappelijke instellingen. Het zijn voornamelijk middelgrote en kleine gemeenten die samenwerking zien als een serieuze oplossing voor de toekomst om het gemeentelijk vastgoed op
een professioneel niveau te beheren en te exploiteren.
4. Waarom is vastgoedsamenwerking
aantrekkelijk?
Met de vele samenwerkingsverbanden waarin gemeenten
Vastgoedsamenwerking -
opereren, moeten de voordelen van samenwerking voor hen
regio Twente
duidelijk zijn. Maar wat zijn deze motieven, en in welke mate
gelden deze voor een samenwerkingsverband op het gebied
Met de ondertekening van een convenant
van vastgoed? Belangrijkste motivatie om samenwerking te
zijn de gemeenten Almelo, Borne, Enschede,
zoeken, is het verminderen van de eigen kwetsbaarheid door
schaalgrootte te realiseren.10 Voor intergemeentelijke samenwerking herkennen wij daarnaast andere motieven die als
volgt getypeerd kunnen worden. Het figuur op de volgende
pagina toont vier type motieven met betrekking tot interge-
Hengelo en Oldenzaal in oktober 2012 gestart
met onderzoek naar vastgoedsamenwerking.
Aanvankelijke motieven voor samenwerking
waren kwaliteitsverbetering (professionaliteit
verhogen), kostenbesparing en kwetsbaar
meentelijke samenwerking.
heid verminderen. Aan deze drie k’s is later
Wanneer het initiatief tot samenwerking op bestuurlijk niveau
‘kansen voor personeel’ toegevoegd.
wordt genomen, spreekt men vaak over het versterken van
Actuele stand: op basis van het haalbaar
bestuurskracht of het stimuleren van denken in regionale
heidsonderzoek is besloten dat Almelo, Bor
oplossingen. Een minder uitgesproken motief is samenwer-
ne en Enschede verder samengaan in één
ken om de eigen politieke zelfstandigheid te behouden. In
tijden van bezuinigingen zoeken gemeenten naar schaalvoordelen, onder andere door samenwerking, op bijvoorbeeld het
gebied van inkoop of ICT. Een financieel motief is ook de wens
vastgoedorganisatie. Hengelo wil hier later bij
aansluiten. De colleges van betreffende ge
meenten moeten eind 2013 het besluit nemen
om efficiënter te werken, door minimaal hetzelfde niveau van
tot samenvoeging en de opdracht verstrekken
dienstverlening te realiseren met minder middelen.
voor de vorming van een businessplan. Per 1
januari 2015 zou de regionale vastgoedorga
nisatie kunnen starten.
9)
Veuger (2012)
10)
Van Schie (2013)
11 | Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten
12. Financiële motieven
Efficiëntieverbetering
(herhalingsvoordelen)
Kwaliteitsmotieven
Terugdringen van
(uitvoerings)fouten
Beheersen complexe
processen
Schaalvoordelen
Verminderen kwetsbaarheid
Verzekeren
slagkracht
Versterken bestuurskracht
Stimuleren van
regionaal denken
Bestuurlijke motieven
Kennis delen
Ontwikkeling personeel
Deregulering
Behoud politieke
zelfstandigheid
Werkgeversmotieven
Bron: wynstra Gudde op basis van VNG (2013), Van der Laar (2010)
T
Kwalitatieve motieven hangen vooral samen met het dienstverleningsniveau aan de burger die steeds hogere eisen stelt.
Vastgoedsamenwerking –
Risicobeheersing vormt daarin een belangrijk aspect, zoals
regio Utrecht
bij het terugdringen van uitvoeringsfouten en het beheersen
van complexe werkprocessen. Ook hier helpt schaalgrootte:
Sinds 2012 voeren 10 gemeenten rondom
Utrecht overleg over vastgoedsamenwerking.
Het initiatief om een regionale vastgoed-
de organisatie is minder kwetsbaar wanneer sleutelfuncties
vervangen kunnen worden. Vanuit een werkgeverperspectief
is het van belang om personeel met de juiste competenties
aan te trekken en te binden. In een samenwerkingsverband
organisatie op te richten is voortgekomen uit
zijn de inhoudelijke ontwikkelingsmogelijkheden voor mede-
de ambtelijke wens voor een professioneel
werkers groter dan bij een individuele gemeente.
niveau van vastgoedmanagement.
Actuele stand: met de gezamenlijke ontwik
Accenten vastgoedsamenwerking
keling van een businesscase voor de toekom
Op het gebied van vastgoedsamenwerking zijn gemeen-
stige organisatie zijn de processen, de kosten
ten nog onervaren, daar waar het andere gemeenten als
en baten gedetailleerd in beeld gebracht.
In oktober 2013 hebben de portefeuillehou
ders van de gemeenten Houten, IJsselstein,
Montfoort, Lopik, Nieuwegein, Vianen en
Zeist besloten een volgende stap te zetten
partner betreft. Belangrijkste reden hiervoor is de ontwikkeling van gemeentelijke vastgoedorganisaties zoals
deze de laatste jaren heeft plaatsgevonden. Met het
inzichtelijk maken van de vastgoedportefeuille en het
centraliseren van de vastgoedtaken in één organisatieonderdeel is de aandacht sterk intern gericht geweest.
waarbij o.a. de businesscase vertaald wordt
naar de lokale situatie. De planning voorziet
De ervaringen die gemeentelijke vastgoedorganisaties met
erin dat eind 2014 gestart zou kunnen wor
samenwerking hebben, komen vooral voort uit de verhuur
den met de oprichting van een Regionale
van vastgoed aan maatschappelijk instellingen, verenigingen
Vastgoedorganisatie.
of woningcorporaties. Zij blijken hier echter in beperkte mate
de voordelen zoals kostenreductie, kennis- en risicodeling
van te ervaren. Sterker nog, bijna de helft van de gemeenten
ervaart tegenstrijdige belangen als knelpunt en in mindere
mate communicatie (27%).11
11)
Veuger et al. (2012)
12 | Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten
13. Toch zijn het de kwalitatieve motieven die de boventoon voeren bij de huidige initiatieven voor
vastgoedsamenwerking tussen gemeenten. Financiële motieven zijn ook aanwezig, maar
kunnen door beperkt inzicht in de kosten en baten van vastgoedsamenwerking niet scherp
gesteld worden. Samenwerking wordt dus vooral gezien als middel om de gemeentelijke vastgoedorganisatie te professionaliseren en de kwetsbaarheid te beperken. Juist kleine gemeenten onderkennen dat de uitvoering van de vastgoedtaken in de huidige vorm kwetsbaar is
en dat specifieke vastgoedkennis ontbreekt. Grote gemeenten geven aan dat zij al geruime
tijd door kleinere, omliggende gemeenten benaderd worden voor het delen van de vastgoedkennis. Door druk op de eigen vastgoedorganisatie bereiken zij niettemin de grenzen van
een vrijblijvende manier van samenwerken: intern wordt steeds scherper gevraagd wat deze
samenwerking een grote gemeente oplevert. Men beseft dat voor werkelijke samenwerking
ook formele stappen gezet moeten worden en daarmee een bestuurlijk traject benodigd is.
5. Kritieke succesfactoren voor vastgoedsamenwerking
Een samenwerkingsverband tussen gemeenten op het gebied vastgoed is in Nederland nog
niet in werking. De eerste ervaringen van gemeentelijke vastgoedmedewerkers die in een
proces zitten om tot samenwerking te komen zijn er echter wel, net zoals lessen uit intergemeentelijke samenwerking op andere terreinen. Een analyse van deze praktijkervaringen en
literatuuronderzoek toont dat een aantal kritieke succesfactoren bestaat voor het proces om tot
vastgoedsamenwerking te komen:
1. Een gezamenlijke visie op de vastgoedsamenwerking
2. Eenduidige sturingsinformatie
3. Omgaan met verschillen in professionaliteit
4. Besturing vanuit de keten
5. Tijd om de besparing te realiseren
6. Goede spelregels voor het proces.
5.1. Een gezamenlijke visie op de vastgoedsamenwerking
Door ervaringen van gemeenten met bestaande samenwerkingsverbanden zijn er nauwelijks bestuurlijke belemmeringen om te spreken over vastgoedsamenwerking. Sterker nog,
de meeste gemeenten beschikken over een beleidskader voor het aangaan van samenwerkingsverbanden. Hierin zijn algemene uitgangspunten opgenomen, zoals de betrokkenheid
van de gemeenteraad of preferentie van bepaalde partners. Omdat deze uitgangspunten een
toetsingskader zijn voor nieuwe samenwerkingsverbanden, kunnen ze ook een belemmering
vormen. Voorbeeld hiervan is een gemeente die op voorhand stelt dat elke samenwerking
een publiekrechtelijke vorm moet hebben, waardoor het aanbieden van vastgoeddiensten
aan woningcorporaties of scholen onmogelijk wordt.12 Ook kunnen lopende gesprekken over
gemeentelijke herindeling het aangaan van nieuwe samenwerkingsverbanden hinderen.
Naast een generieke visie op samenwerking beschikt iedere samenwerkingspartner idealiter
ook over een eigen vastgoedbeleid, waarin uitgangspunten over taakopvatting, eigendom en
de financiële besturing van de portefeuille zijn vastgesteld. In de praktijk is het niveau van het
gemeentelijk vastgoedbeleid zeer wisselend: onze analyse laat meer inhoudelijke verschillen
dan overeenkomsten zien.
12)
Veuger et al. (2012)
13 | Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten
14. Daarbij ontbreekt stelselmatig de eigen positiebepaling bij het laten uitvoeren van vastgoedtaken door derden. Dit vormt een cruciaal vertrekpunt voor het aangaan van een vastgoedsamenwerking met andere gemeenten.
De beleidskaders voor samenwerking en vastgoed vormen per gemeente de bouwstenen voor
een visie op samenwerking. Naast het vinden van voldoende inhoudelijke overeenkomsten,
is het proces van gezamenlijke visievorming elementair: de vrijblijvendheid verdwijnt als partijen hun belangen expliciet maken, zodat een gedeelde visie op samenwerking op schrift kan
worden gesteld. Alleen is het vermogen van gemeenten om gezamenlijk met een samenhangende strategische visie te komen, niet altijd even sterk.13 In dat licht worden de motieven
voor samenwerking pas geloofwaardig als bestuurders én ambtenaren bereid zijn de visie te
concretiseren in een businesscase voor vastgoedsamenwerking.
5.2. Eenduidige sturingsinformatie
Belangrijke stappen in een samenwerkingsproces zijn het delen en overeenkomen van informatie, als inhoudelijke basis voor de vastgoedsamenwerking. De benodigde informatie wordt
aangeleverd door de individuele gemeenten en bestaat uit kengetallen van bedrijfsvoering en
vastgoed. De kwaliteit van de informatie bepaalt de mate van zekerheid waarmee kosten en
baten van de vastgoedsamenwerking kunnen worden bepaald.
In de praktijk blijken kengetallen van bedrijfsvoering, zoals de personeelslasten en kosten van
ICT-systemen, niet eenduidig en niet per direct beschikbaar. In onderlinge vergelijking tussen gemeenten is de wijze van budgettering bovendien onduidelijk, doordat dubbeltellingen
bestaan, out of pocket kosten buiten beeld blijven of financiering uit andere bronnen plaatsvindt. Dit zet druk op het proces, omdat discussie over de kwaliteit van de aangeleverde informatie ontstaat en aannamen moeten worden gedaan.
Ook specifieke vastgoedinformatie is zelden aanwezig op het niveau van toepasbare managementinformatie. In 2010 had slechts een derde van de grote en middelgrote gemeenten inzicht
in de kosten en opbrengsten van het eigen vastgoed op het niveau van vierkante meters.14
Dit inzicht is de laatste jaren weliswaar verbeterd, maar beperkt zich in de regel tot objecten contractinformatie. Doordat begrippen zoals beheer vaak niet zuiver gedefinieerd zijn,
blijft onduidelijkheid in budgetten bestaan en ontbreekt het zicht op de werkelijke kosten.
Voor gebouwbeheer wordt bijvoorbeeld vaak het onderscheid gemaakt tussen eigenaar- en
gebruikersonderhoud, maar worden andere vormen van beheer zoals administratief en facilitair
beheer vaak niet integraal doorbelast.
Het op orde brengen van informatie vraagt tijd. Tijd, die ook tijdens een samenwerkingsproces kan bestaan. Wanneer gezamenlijk wordt gewerkt aan het bijeenbrengen van de juiste
informatie is het ook mogelijk van elkaar te leren. Een gezamenlijk (vastgoed)begrippenkader
helpt daarbij om te zorgen dat de deelnemers het werkelijk over hetzelfde hebben, maar ook
om bestuurders tijdig over de vastgoedsamenwerking te informeren. Tot slot is het essentieel
dat nieuwe informatie op het juiste moment en abstractieniveau wordt ingebracht. Dit betreft
onder andere de mogelijke organisatievormen, juridische vormen, fiscale aspecten, de governance, kwaliteit van dienstverlening en (onderlinge) verrekening.
13)
Prof. M. Boogers, hoogleraar Innovatie en Regionaal Bestuur in Binnenlands Bestuur (11 oktober 2013, p. 17)
14)
Tazelaar Schönau (2010)
14 | Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten
15. ‘De eigen positiebepaling ontbreekt stelselmatig bij
het laten uitvoeren van vastgoedtaken door derden’
Elk van deze aspecten kan weer een discussie op zich uitlokken, waarbij telkens het risico
bestaat dat het uiteindelijke doel - namelijk waarom de vastgoedsamenwerking gewenst is - uit
het oog wordt verloren.
5.3. Omgaan met verschillen in professionaliteit
Vastgoedsamenwerking gaat in eerste instantie om een betere uitvoering van vastgoedtaken.
Voordelen zijn zeker ook te realiseren door tactische en strategische vastgoedtaken onder te
brengen bij het samenwerkingsverband, maar dit veronderstelt een bepaald professionaliteitniveau van de bestaande vastgoedorganisaties. Kenners van gemeentelijk vastgoed achten ontwikkelingsfase 4 (de ondernemer) noodzakelijk voor externe samenwerking. In de praktijk zijn
gemeentelijke vastgoedorganisatie nauwelijks zo ver. Zelfs Enschede, door andere gemeenten
toch beschouwd als koploper op dit gebied, heeft pas de eerste kenmerken van de professionaliteit die bij deze fase hoort. Voor kleine gemeenten met een beperkte formatie voor vastgoedtaken is het überhaupt de vraag of deze fase van ontwikkeling ooit bereikt kan worden.
Een gelijk niveau van taakuitvoering voor vastgoedsamenwerking tussen gemeenten is dan ook
geen voorwaarde. Sterker nog, kleine gemeenten kunnen een samenwerkingsproces juist als
middel zien om te professionaliseren.
Toch heeft een verschil in professionaliteit van de deelnemers consequenties voor het proces
om tot vastgoedsamenwerking te komen. Ten eerste manifesteert dit zich in de motieven voor
samenwerking: het werkelijk herkennen en realiseren van de baten van vastgoedsamenwerking op financieel en kwalitatief vlak vraagt professioneel inzicht. Zo onderkennen gemeenten
nog maar zelden de werkelijke ‘kosten’ van verkeerde investeringsbeslissingen. Bijvoorbeeld
bij de nieuwbouw van een school, terwijl op basis van demografische ontwikkelingen bekend
had kunnen zijn dat er na een aantal jaren een overschot aan schoolgebouwen zou ontstaan.
15 | Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten
16. Daarbij is het niet zozeer het inzicht dat ontbreekt, maar de professionaliteit binnen de vastgoedorganisatie om op inhoudelijke gronden weerstand te bieden aan bestuurlijke ad hoc beslissingen. Dit geldt tevens voor het in positie zijn om een kostprijsdekkende huur werkelijk in te
voeren.
Cruciaal voor het welslagen van een vastgoedsamenwerking is de kwaliteit van het opdrachtgeverschap in de latende organisaties. Dit vraagt de competentie om zich als klant op te stellen en
alle vastgoedvragen binnen de gemeentelijke organisatie te bundelen en hier prestatieafspraken
over te maken. De persoon die deze opdrachtgeverrol invult (demand manager) moet bij de start
van de vastgoedsamenwerking meteen in positie zijn en kunnen acteren. De praktijk laat zien dat,
als deze opdrachtgever niet in staat is adequaat te handelen, er vanuit beleidsafdelingen directe
opdrachten verstrekt zullen worden aan het samenwerkingsverband. Bij kleine gemeenten is dit
gedrag zeker te verwachten, omdat in de huidige manier van werken korte lijnen tussen beleid
en uitvoering bestaan en overkoepelende afspraken vaak als belemmering worden ervaren.
Tot slot leert evaluatie van gemeentelijke samenwerkingsverbanden dat de bestuurlijke rolscheiding (de gemeente als aandeelhouder en de gemeente als klant) een risico is, zeker daar
waar vastgoed als een beleidsmiddel wordt gezien.
5.4. Besturing vanuit de keten
Het creëren van schaalvoordelen is een belangrijk motief om samen te werken. De gedachte is
dat door standaardisatie van diensten werkprocessen eenvoudiger en efficiënter worden ingericht. Echter, een zuiver bedrijfmatige benadering zal bij vastgoedsamenwerking tot problemen
leiden. Primair omdat de vastgoedtaken formeel wel in opdracht van de deelnemende gemeenten worden uitgevoerd, maar maatschappelijke instellingen en verenigingen als gebruikers van
maatschappelijk vastgoed de diensten ervaren. De grote uitdaging is de horizontale inrichting
van deze keten binnen de gemeentelijke organisatie, omdat de verwachtingen van deze ‘eindgebruikers’ divers en meervoudig zijn. En omdat afspraken met deze partijen in de regel via
beleidsafdelingen en het gemeentelijke subsidiebeleid verlopen.
Gemeente
Gebruikers
Beleid
Vastgoed
Vraag
Aanbieders
Aanbod
Gemeente
Samenwerking
Governance
Gebruikers
Beleid
Vastgoed
Aanbieders
Uitvoering
Vraag
Aanbod
Bron: Twynstra Gudde
16 | Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten
17. Van de ene kant komt vastgoedsamenwerking tegemoet aan de roep om efficiënte inzet van
vastgoed als bedrijfsmiddel, anderzijds vindt de besturing van vastgoed nog steeds plaats vanuit beleid (de vraagzijde). In de huidige praktijk is dit spanningsveld ook aanwezig binnen de
gemeentelijke organisatie, maar in het geval van een vastgoedsamenwerking komt dit expliciet tot uitdrukking in de opdrachtgever-opdrachtnemerrelatie. Dit onderstreept de noodzaak
van een competente demandmanager, die zowel de vastgoedtaal van de opdrachtnemer (het
samenwerkingsverband) als de taal van beleidsafdelingen spreekt, alsmede een eenduidig
kader voor besturing nodig heeft.
Het is daarbij een keuze in welke mate meer strategische taken door het samenwerkingsverband worden uitgevoerd. Een hogere ‘knip’ leidt in potentie tot grotere baten, omdat vastgoedtaken zoals portefeuillemanagement en bestuursadvisering geïntegreerd kunnen worden.
Gemeentelijke vastgoedmedewerkers onderkennen wel dat gemeenten niet geneigd zijn deze
meer beleidsrijke taken uit te besteden. Door slechts op de uitvoerende taken van vastgoedbeheer te focussen, kan de scope van de vastgoedsamenwerking beperkt worden gehouden
en kan iedere gemeente de spanning tussen vastgoed als bedrijfsmiddel en beleidsmiddel zelf
vormgegeven. In het laatste geval zullen de financiële voordelen van samenwerking echter
tegenvallen.
‘Een zuiver bedrijfmatige
benadering zal bij
vastgoedsamenwerking
tot problemen leiden’
Eigendom betekent grip
Zelfs zonder samenwerkingsvraagstuk is het
vastgoedbezit van gemeenten een actueel
thema. In de gemeenteraad vernauwt de dis
cussie zich vaak tot de verkoop van vastgoedobjecten, maar achterliggend is de behoefte
5.5. Tijd om de besparing te realiseren
Voor een positief bestuurlijk besluit over vastgoedsamenwerking zullen meerdere motieven gewogen worden, maar in de
huidige tijd zal aantoonbare kostenbesparing noodzakelijk zijn.
De besparing in absolute zin is uiteraard van belang, maar
aan grip ook hier aan de orde. Dit aspect van
eigendom maakt vastgoedsamenwerking wel
uniek in vergelijking met andere intergemeen
telijke samenwerkingsverbanden.
evenzo de termijn waarop de besparing wordt gerealiseerd.
De businesscase voor vastgoedsamenwerking toont dat de
Grofweg zijn er twee opties om uit te kiezen:
kosten voor de baat uitgaan: de eerste jaren vragen een inves-
vastgoed blijft eigendom van de deelnemende
tering in het samenwerkingsverband én de latende organisa-
gemeenten of het wordt ondergebracht in het
ties (desintegratielasten). Net zoals bij de professionalisering
samenwerkingsverband, waarbij wel beper
van de eigen vastgoedorganisatie zal de begroting eerst moe-
kingen gelden ten aanzien van de juridische
ten worden opgehoogd, omdat risico’s en structurele tekorten
vorm. Voor de uitvoering van operationele
inzichtelijk worden. De uiteindelijke besparing ligt niet zozeer
in het uitvoeren van vastgoedtaken met minder of goedkopere mensen - de personeelslasten zullen eerder stijgen door
een hoger competentieniveau - maar door verbeterde werkprocessen. Dit uit zich in reductie van faalkosten, professionele inkoop en betere vastgoedbeslissingen.
17 | Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten
vastgoedtaken is deze keuze niet onderschei
dend, maar bepaalt het wel het risicoprofiel,
bijvoorbeeld ten aanzien van leegstand.
18. Voor bestuurders met een politieke horizon van 4 jaar kost de beslissing voor vastgoedsamenwerking op korte termijn geld. In een tijd van bezuinigingen vormt dit een potentieel risico in
de besluitvorming. Te vroeg financieel resultaat willen zien van de vastgoedsamenwerking kent
bovendien een ander risico: de druk op het samenwerkingsverband om te presteren wordt
opgevoerd. Terwijl juist tijd nodig is om op een professioneler en minder operationeel niveau
te acteren, kan deze reflex het omgekeerde bereiken. Door bijvoorbeeld een taakstelling op te
leggen, is de kans dat de gevraagde efficiëntie wordt bereikt kleiner, met frustratie van beide
kanten tot gevolg.
Eén aspect van de besparing mag niet onvermeld blijven,
Onderwijsvastgoed
Vanaf 2015 wordt met de overheveling van
omdat dit aanzienlijke consequenties kan hebben op het
proces om tot samenwerking te komen. De vastgoedsamenwerking levert, mits goed uitgevoerd, een financieel voordeel
op voor de gemeenten gezamenlijk. In het proces moet tij-
de onderhoudsverantwoordelijkheid voor
dig en openlijk gesproken kunnen worden over de verdeling
de buitenkant van schoolgebouwen van ge
van de besparing over de deelnemers, aangezien deze niet
meenten naar de schoolbesturen een stap
gelijk zal zijn. De discussie over ‘compenserende maatrege-
gezet naar efficiëntere en betere huisvesting
len’ vraagt een zakelijke zuiverheid en geduld van de partijen.
van scholen. Volgens de PO-raad zijn met
Enerzijds om weeffouten in het samenwerkingsconstruct te
name grote schoolbesturen hier tevreden
mee, omdat de afstemming met individu
ele gemeenten op dit vlak verdwijnt. Door
schaalvergroting zullen ook inkoopvoorde
voorkomen, anderzijds om tegemoet te komen aan individuele belangen van gemeenten.
5.6. Goede spelregels voor het proces
Een vastgoedsamenwerking vormgeven vergt een grote
len te realiseren zijn. Een volgende stap is
investering in tijd en energie van de deelnemende gemeen-
een samenwerkingsverband tussen één of
ten. Om inhoudelijk tot overeenstemming te komen, is
meerder schoolbesturen en gemeenten om
ook een zorgvuldig proces nodig waarbij enkele spelregels
gehele vastgoedportefeuille doelmatiger te
relevant zijn. Zo kan een samenwerkingsproces niet zuiver
beheren, waarbij ook de ontwikkeling van
planmatig worden aangepakt. Sommige aspecten van het
(bestaande) scholen kan worden ingebracht.
Breda heeft in 2008 al een succesvolle stap
gezet met de doordecentralisatie van de on
derwijshuisvesting aan de schoolbesturen
proces zoals het toetreden en uittreden van partners verlopen eerder in ‘ronden van besluitvorming’. Om toch voortgang te behouden, is een fasegewijze aanpak desondanks
verstandig. Daarbij moet onderkend worden dat elke fase
zijn eigen dynamiek, inhoudelijke vraagstukken en zelfs eigen
spelregels heeft.
(VO). De coöperatieve vereniging Building
Breda is het samenwerkingsverband dat
De samenwerking wordt op twee niveaus vormgegeven: het
de zorg voor huisvesting van de scholen uit
bestuurlijk niveau van wethouders en het ambtelijke niveau
handen neemt. Uit een evaluatie van de ge
van vastgoedverantwoordelijken. De motieven voor samen-
meente Breda (mei 2013) blijkt dat de scho
werking kunnen op beide niveaus verschillend liggen en wor-
len zeer positief zijn over de samenwerking
en over de meerwaarde van investeringen in
de schoolgebouwen.
den uitgedragen. Vanwege de verantwoording naar de raad
zijn duidelijke procesafspraken nodig hoe de bestuurders
sturing geven aan het samenwerkingsproces. Daar waar het
onderwerpen als governance, risicomanagement en mogelijke herverdeeleffecten betreft, hebben portefeuillehouders
een duidelijke rol.
18 | Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten
19. ‘ amenwerking kan een middel zijn
S
om professioneler te gaan werken’
Als het over de inrichting van de werkprocessen en de inzet of overdracht van personeel gaat,
zijn de ambtelijke organisaties aan zet, waarbij de rol van de OR niet vergeten moet worden.
Het gevoel van betrokkenheid onder vastgoedmedewerkers is tevens te vergroten door deelname aan inhoudelijke werkgroepen. Zo wordt direct tegemoet gekomen aan de wens tot
professionalisering.
Bepalend voor het succes is de mate waarin de persoon die het toekomstige samenwerkingsverband gaat leiden, betrokken is in het proces. In de vroege fasen van een samenwerkingsproces is zelden duidelijk welke gemeenten daadwerkelijk zullen deelnemen, laat staan welke
persoon de leidinggevende functie op zich zal nemen. Dit vraagt op voorhand vastgestelde spelregels over de aanstelling, waarbij het gebruik van een kwartiermaker een veelvoorkomende
procesoplossing is. Als bij partijen bovendien de wens bestaat voor onafhankelijke procesbegeleiding, is het aan te bevelen dit expliciet te maken en tijdig te organiseren.
6. Het perspectief voor vastgoed amenwerking
s
Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten bevindt zich in een pril stadium. Daar waar initiatieven worden ontplooid zal de praktijk moeten uitwijzen wat de waarde van samenwerking
is. Toch lijkt onder vastgoedmedewerkers bij gemeenten het besef aanwezig dat samenwerking een middel kan zijn om professioneler te gaan werken. Opvallend daarbij is dat de grotere gemeenten beter in staat zijn de voordelen van samenwerking te benoemen, hoewel
zij onafhankelijk van kleinere gemeenten al een aanzienlijk niveau van professioneel handelen
(hebben) weten te bereiken. Voor middelgrote en kleine gemeenten is de wens om samen te
werken breder aanwezig, maar lijken de motieven zich sterk te beperken tot het verminderen
van kwetsbaarheid. De waarde van vastgoed als strategisch beleids- en bedrijfsmiddel wordt
onder deze groep gemeenten nog onderschat.
19 | Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten
20. Toch laat dit onderzoek perspectieven zien voor vastgoedsamenwerking. Vooralsnog lijkt vastgoed een nieuw terrein voor intergemeentelijke samenwerking, maar de betreffende werkprocessen zijn niet uniek en in meer of mindere mate reeds aanwezig in de gemeentelijke
vastgoedorganisaties. Teken daarbij aan dat gemeenten specialistische of operationele vastgoedtaken zoals gebouwonderhoud sinds jaar en dag uitbesteden aan marktpartijen. Ook kan
geleerd worden de talloze regionale samenwerkingsverbanden die gemeenten al hebben. De
kwesties van standaardisatie versus maatwerk, de rolverdeling tussen eigenaar, opdrachtgever
en opdrachtnemer en de onderlinge relatie tussen grote en kleine gemeenten daarin zijn inmiddels bekend.15
Op termijn biedt een samenwerkingverband kansen voor uitbreiding, met onder andere zorgen onderwijsinstellingen en woningcorporaties. Dit zijn partijen die maatschappelijk vastgoed
niet (meer) als kerntaak hebben en momenteel op zoek zijn naar manieren om vastgoedtaken
uit te besteden. Een samenwerkingsconstruct - weliswaar in publiekrechtelijke vorm - dat voor
gemeenten vastgoed beheert en regionaal opereert, kan in dat kader een aantrekkelijke partner
zijn. Daarbij helpt het zeker wanneer het samenwerkingsverband gewend is te werken voor
publieke opdrachtgevers.
Tot slot kan samenwerking een middel zijn om de bestaande vastgoedorganisaties bij gemeenten te professionaliseren. De eerste praktijkervaringen tonen dat alleen al het proces van
vastgoedsamenwerking leidt tot reflectie op het eigen handelen (door een beter zicht op het
handelen van andere gemeenten), het aanzet tot het daadwerkelijk op orde brengen van de
vastgoedinformatie en vervolgens rijkere data oplevert en het visievorming en de eigen keuzen daarin bespreekbaar maakt. Bereidwillige vastgoedmedewerkers voelen zich bovendien
gesteund in de veranderopgave binnen de eigen organisatie. In de wetenschap dat het vormgeven van een vastgoedsamenwerking een proces van enkele jaren is, hoeft dit gemeenten niet
te hinderen om te starten: de betrokken medewerkers zullen er direct baat bij hebben.
7. De visie van kleine gemeenten
Gemeente Molenwaard
De gemeente Molenwaard bestaat sinds 1 januari 2013, voortgekomen uit de voormalige gemeenten Graafstroom, Liesveld
en Nieuw-Lekkerland. Samenwerking in een groter verband, te
weten in Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, vindt inmiddels ook
al enkele jaren plaats op fysieke, sociale, economische terrein en
openbare orde veiligheid. Voor het thema vastgoed is volgens
wethouder Piet Vat nog geen samenwerking gezocht, hoewel hij dit wel als mogelijke stip
op de horizon ziet. De baten voor samenwerking zouden naar zijn idee vooral liggen in de
regionale afstemming van voorzieningen van maatschappelijk nut zoals sportaccommodaties. Om daarbij direct aan te tekenen dat het sluiten van voorzieningen gevoelig ligt en
hij binnen zijn eigen gemeenten manieren heeft gevonden om met burgers de bestaande
voorzieningen op peil te houden.
15)
Directeur H. van den Heuvel (platform Shared Service bij de Overheid) op gemeente.nu (oktober 2012): http://www.
gemeente.nu/Bestuurszaken/Nieuws/2012/10/Trend-Shared-service-centers-voor-bedrijfsvoering-GEM
NU056705W/
20 | Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten
21. Molenwaard heeft sinds de fusie duidelijk ingezet op de kracht van de burgers. De dienstverlening is grotendeels digitaal geworden, hetgeen ambtenaren ook weer de ruimte geeft
om fysiek in gesprek te gaan met burgers. Daarbij worden dorpsagenda’s gehanteerd, waarin de maatschappelijke vraag per kern wordt opgesteld. Voor een plattelandsgemeente als
Molenwaard vindt wethouder Vat dit contiue gesprek essentieel.
De vastgoedorganisatie van Molenwaard bestaat uit 3 personen, waarmee de gebruikers
van maatschappelijk vastgoed een herkenbaar aanspreekpunt hebben. Dit wordt - net zoals
de korte lijntjes binnen de eigen organisatie - gekoesterd. Maar wethouder Vat beseft wel
dat deze ‘nabijheid’ van zijn medewerkers kwetsbaar maakt: bij afwezigheid worden taken
wel overgenomen, maar er blijven vastgoedactiviteiten bestaan waarbij men erg afhankelijk is van één persoon.
Dhr. P Vat (SGP) is wethouder sociaal maatschappelijke ontwikkeling en voorzieningen.
.
Gemeente Westervoort
Voor een kleine gemeente zoals Westervoort (ruim 15.000 inwoners) is samenwerken met buurgemeenten een vanzelfsprekendheid. Wethouder Arthur Boone ziet de samenwerking die zijn
gemeente in De Liemers heeft gezocht op gebieden van werk
inkomen en inkoop hoofdzakelijk als middel om de kwetsbaarheid van de ambtelijke organisatie te verminderen. Deelname aan
de regionale uitvoeringsdienst Arnhem (MRA) komt grotendeels voort uit de hogere eisen
die burgers en hogere overheden op het gebied van kwaliteit aan gemeentelijke dienstverlening stellen. Schaalvergroting lijkt een logische stap, maar Boone waarschuwt ervoor dat
de regels van een grotere organisatie passende dienstverlening aan de burger ook kunnen
hinderen. Het verbaast hem dan ook niet dat gemeenteraden het gevoel hebben grip te verliezen op samenwerkingsverbanden. In een samenwerkingsproces is het als gemeente van
belang om vanaf de start deel te nemen, aldus Boone. Een samenwerking wordt gevormd
uit de eigen behoeften van gemeenten; later aanhaken zal dan een minder voldaan gevoel
geven. Naast een gezamenlijke visie op de samenwerking is het essentieel dat elke gemeente ook daadwerkelijk eventuele kosten van de samenwerking in zijn begroting opneemt.
Op het gebied van vastgoed ziet wethouder Boone voor zijn gemeente momenteel geen
noodzaak tot samenwerken. De vastgoedportefeuille van Westervoort is beperkt qua omvang en wordt redelijk efficiënt beheerd. Daarbij is de gemeente de laatste jaren zeer terughoudend geweest met aankoop van vastgoed. De acute aandacht van de wethouder wordt
bovendien gevraagd voor thema’s zoals stagnerende woningbouwplannen en krimp, dat
met name gevolgen heeft voor de schoolgebouwen in zijn gemeente. De afspraken met
scholen hierover beperken zich vooralsnog tot de gemeentegrenzen.
Dhr. A.M. Boone (VVD) is wethouder van onder andere Financiën, Ruimtelijke ordening, Volkshuisvesting en Grondzaken.
21 | Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten
22. Colofon
Deze publicatie is tot stand gekomen in opdracht van Bouwstenen voor Sociaal.
Auteurs:
-- ir. W.F Schönau MMC (Twynstra Gudde - wsn@tg.nl)
.
-- drs. L.H.W.P
.M. Schunck (Twynstra Gudde - lsu@tg.nl).
Met medewerking van dhr. G. Linders (Vereniging Nederlandse Gemeenten), mevr. I. de Moel
(Bouwstenen voor Sociaal), dhr. J. van der Kolk (Twynstra Gudde), dhr. F Galesloot (FAMO/
.
gemeente Deventer), dhr. D. van Noordennen (gemeente Rotterdam), dhr. J. Kappers (netwerkstad Twente), dhr. F Geraedts (gemeente Oss), dhr. Raaijmakers (gemeente Breda) en de
.
overige Chefs Vastgoed (Bouwstenen voor Sociaal).
Vormgeving en druk: Studio Twynstra Gudde, Drukkerij Klomp.
Gebruikte literatuur
-- Bremekamp, Kaats Opheij (2009). Een nieuw kijkglas voor een helder kijk of samenwerken. In: Holland Management Review (127)
-- Bremekamp et al. (2010). Succesvol samenwerken; een kompas en aanbevelingen voor
betekenisvolle interactie. In: Holland/Belgium Management Review (130)
-- Eikenboom, M. (red.) (2011). Samenwerken in beweging. De lappendeken voorbij. Den
Haag: Kennisplatform Intergemeentelijke samenwerking.
-- Greef, R.J.M.H. de, (2013). Intergemeentelijke samenwerking toegepast. Den Haag:
Vereniging Nederlandse Gemeenten.
-- Hilders, M. (red.) (2013). Grip op samenwerken. Den Haag: Vereniging Nederlandse Gemeenten.
-- IPD (2013). Marktpresentatie IPD Benchmark Gemeentelijk Vastgoed. Amsterdam, 27 juni
2013.
-- Mattousch, ir. R. P
.G.C. (2010). Transformatiemodel voor vastgoedorganisaties van care-instellingen. Amsterdam School of Real Estate: masterscriptie.
-- PO-raad. Overheveling buitenonderhoud schoolgebouwen (http://www.poraad.nl/sites/
www.poraad.nl/files/infofolder_overheveling_buitenonderhoud_1.pdf)
-- Tazelaar, J. en Schönau, W.F (2010). Onderzoek Professioneel Gemeentelijk Vastgoed.
.
Amersfoort: Twynstra Gudde
-- Van Schie, M.F . (2013). Intergemeentelijk vastgoedmanagement. Afstudeerrapport TU
.F
Delft.
-- Veuger, J. et al (2012). Barometer maatschappelijk vastgoed. Visie en onderzoeken. Kenniscentrum NoorderRuimte, Hanzehogeschool Groningen. Assen: Van Gorcum.
22 | Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten
23. Gesprekken
Gemeente Alkmaar
mevr. M. Thomas
Gemeente Gouda
dhr. R. Ihataren
Gemeente Houten
dhr. P de Bont
.
Gemeente Molenwaard
dhr. P Vat, dhr. R. Wolterink
.
Gemeente Rotterdam
dhr. D. van Noordennen
Netwerkstad Twente
dhr. J. Kappers
Gemeente Westervoort
dhr. A. Boone
VNG
dhr. J. van Gool, dhr. A. Kok
Tijdens de bijeenkomst van Chefs Vastgoed op 25 oktober 2013 is een tweetal initiatieven tot vastgoedsamenwerking
als casus behandeld. De resultaten van het groepsgesprek hebben gediend als aanvulling op de onderzoeksresultaten.
23 | Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten