9. 1
Zalig, die in Christus sterven,
de doden, die de hemel erven,
voor wie Hij woning heeft bereid.
Na de nacht van strijd en zorgen
aanschouwen zij de eeuwge morgen,
ontwakend tot onsterflijkheid.
10. Van moeiten rusten zij.
Hun lijden is voorbij.
Halleluja,
bij 's Vaders troon
wacht hen de Zoon
hun werken volgen hen als loon.
12. Votum en Groet
• Votum
Onze hulp en onze verwachting
is van God, onze Heer.
Hij die alles maakte,
laat niet los wat Hij begon.
•
Groet
Genade en vrede
van God, de Vader;
door Jezus, zijn Zoon, Immanuël.
Hij woont met zijn Geest in ons.
Hallelujah, hallelujah, amen! 2x
13. Opw 192
Ik kom in uw heiligdom binnen,
't voorhangsel ga ik voorbij.
'k Breng U mijn offer, een zoete geur,
vrucht van wat U deed in mij.
Mijn mond brengt
een offer van lof, Heer.
't Gaat nu alleen om uw eer.
't Reukwerk van mijn lofgezang
stijgt op in uw woning.
14. Ik kniel voor de troon van mijn Koning.
Samen met mijn stem hef ik
ook mijn handen op tot U,
't loflied komt diep uit mijn hart.
Lofprijs, aanbidding, glorie en kracht
komen U toe, God van 't heelal
voor eeuwig.
Lofprijs, aanbidding, glorie en kracht
komen U toe, God van 't heelal.
16. Kinderlied ELB 420
Refrein:
Als je bidt zal Hij je geven.
Als je klopt aan de deur
zal Hij open doen.
Als je zoekt dan zul je 't vinden,
halleluja.
Halleluja, halleluja, halleluja.
17. 1
Als je de Vader vraagt om 'n brood
geeft Hij je zeker nooit een steen.
Al je gebeden klein of groot,
heus Hij vergeet er niet een.
18. Refrein:
Als je bidt zal Hij je geven.
Als je klopt aan de deur
zal Hij open doen.
Als je zoekt dan zul je 't vinden,
halleluja.
Halleluja, halleluja, halleluja.
19. 2
Als je mijn Vader iets wil vragen,
vraag in mijn Naam,
Ik zal het doen.
Ik ben met je alle dagen.
Ik ben dezelfde als toen.
20. Refrein:
Als je bidt zal Hij je geven.
Als je klopt aan de deur
zal Hij open doen.
Als je zoekt dan zul je 't vinden,
halleluja.
Halleluja, halleluja, halleluja.
21. 2 Samuel 7 : 1 t/m 11 NBV
Toezeggingen over de voortzetting
van Davids koningshuis
71 Toen de koning zijn intrek had genomen in
het paleis en de HEER hem rust had gegeven
door hem van al zijn vijanden te
verlossen, 2 zei de koning tegen de
profeet Natan:
22. ‘Kijk nu toch! Ik woon in een paleis van
cederhout, terwijl de ark van God in
een tent staat.’ 3 ‘Doe wat uw hart u ingeeft,’
antwoordde Natan, ‘de HEER staat u immers
terzijde.’ 4 Maar diezelfde nacht richtte
de HEER zich tot Natan: 5 ‘Zeg tegen mijn
dienaar, tegen David: “Dit zegt de HEER: Wil
jij voor mij een huis bouwen om in te
wonen?
23. 6 Ik heb toch nooit in een huis gewoond,
vanaf de dag dat ik de Israëlieten uit Egypte
heb geleid tot nu toe! Al die tijd trok ik rond
in tent en tabernakel. 7 Overal heb ik met de
Israëlieten rondgetrokken, en heb ik ooit aan
een van de herders van Israël, die ik had
aangesteld om mijn volk te weiden,
gevraagd om voor mij een huis van
cederhout te bouwen?”
24. 8 Welnu, zeg tegen mijn dienaar,
tegen David: “Dit zegt de HEER van de
hemelse machten: Ik heb je achter de kudde
vandaan gehaald om mijn volk Israël te
leiden. 9 Ik heb je bijgestaan in alles wat je
ondernam, ik heb al je vijanden voor je
uitgeschakeld en ik heb je naam gevestigd
als een van de groten der aarde. 10 Ik heb
aan mijn volk Israël een gebied toegewezen.
25. Daar heb ik het geplant en daar kan het nu
onbevreesd wonen. Het wordt niet langer
door misdadige volken onderdrukt, zoals
toen het er pas woonde 11 en ik rechters
over mijn volk Israël had aangesteld. Jou heb
ik rust gegeven door je van je vijanden te
verlossen. De HEER zegt je dat hij voor jou
een huis zal bouwen
27. 1. David heeft een prachtig plan
Een Koninklijk plan met Profetische Instemming
Maar God zegt: NEE
28. Waarom mocht dit plan van David
niet doorgaan?
David heeft veel oorlogen moeten voeren
• 1 Kronieken 22: 8
• 1 Kronieken 28: 2,3
• 1 Koningen 5: 17
29. God streed zelf met hem mee
• Ik heb je achter de kudde vandaan gehaald om mijn
volk Israël te leiden.
• Ik heb je bijgestaan in alles wat je ondernam,
• Ik heb al je vijanden voor je uitgeschakeld en
• Ik heb je naam gevestigd als een van de groten der aarde.
• Ik heb aan mijn volk Israël een gebied toegewezen.
• Daar heb Ik het geplant en daar kan het nu onbevreesd
wonen. Het wordt niet langer door misdadige volken
onderdrukt, zoals toen het er pas woonde
• Ik heb rechters over mijn volk Israël aangesteld.
• En jou David heb Ik rust gegeven door je van je vijanden te
verlossen
30. 2. God bepaalt David er bij dat hij
mag ontvangen
David mag leren te ontvangen
rust en vrede
Psalm 23
31. Kernwoord van de Bijbel:
Ontvangen
Eerst leren aannemen wat God geeft
Liefde
Genade
Vergeving
Verzoening
Vernieuwing
Geloven is onze reactie op wat God geeft
Kunnen wij Jezus en de boodschap van
het Kruis ontvangen?
33. 1
Hoe zal ik U ontvangen,
hoe wilt Gij zijn ontmoet,
der wereld hoogst verlangen,
des harten heiligst goed?
Wil zelf uw fakkel dragen
in onze duisternis,
opdat wat U behage
ons klaar en zeker is.
34. Waarom verliet die Koning,
Zijn troon in heerlijkheid,
Koos hij bij ons zijn woning:
Een mens in dienstbaarheid?
De Vader zag bewogen
De wereld in haar nood:
Zijn Zoon kwam uit de hoge
Tot redding van de dood.
35. 7
Nog eens zal Hij verschijnen
als richter van 't heelal,
die 't hoofd van al de zijnen
voor eeuwig kronen zal.
Nog is die dag verborgen,
wacht hem gelovig af,
terwijl de grote morgen
reeds schemert boven 't graf.
38. Samenvatting
Vanuit Gods rust aan het werk
David treft voorbereidingen voor Salomo voor
de Tempelbouw
• Het stokje doorgeven
Dat vraagt om :
Overgave
Rust
Vrede
39. Lied EVL. 387: 1-3Laat mij zijn een
instrument Heer in uw hand
40. 1
Laat mij zijn een instrument
Heer, in uw hand,
en gebruik mij waar Gij wilt,
dat ik U dienen zal.
Geef mij een open hart,
dat 't stilste schreien hoort,
41. en laat mij helpen,
waar 't leven zo zwaar schijnt te zijn.
Laat mij steeds wijzen, Heer,
naar uw genadetroon.
Hulp, troost en plaats is daar,
bereid door uwe Zoon.
42. 2
Laat mij zijn een brandend licht,
stralend door U,
schijnend in de duisternis
waarin zovelen gaan;
dat 'k altijd spreken zal
over uw liefdedaad,
43. en uw vergeving die
zondaren op doet staan.
Geef dat ik anderen
brengen mag aan uw voet
en maak mij zelf bereid
mijn weg met U te gaan.
44. 3
Vader, 'k wil U danken
dat Gij gaaft uw Zoon.
Stervend voor verlorenen
droeg Hij mijn zondeloon,
daar Hij verlaten werd,
alleen en eenzaam was,
dat nimmer ik meer zo
45. door U verlaten zou zijn.
Laat mij dan leven, Heer, ge-
tuigend van uw genâ.
Gij zijt mijn Heer en God,
die leeft en leven geeft.
61. NLB 425
Vervuld met uw zegen
Vervuld van uwe zegen
Gaan wij onze wegen, van hier uit dit huis
waar uw stem wordt gehoord,
In Christus verbonden, tezamen gezonden
Op weg in een wereld die wacht op uw woord.
62. NLB 425
Vervuld met uw zegen
Om daar in genade, uw woorden als zaden
te zaaien tot diep in het donkerste dal.
Door liefde gedreven, om wie met ons leven
Uw zegen te brengen die vrucht dragen zal.