3. 1
1. Door de wereld gaat een woord
en het drijft de mensen voort:
"Breek uw tent op, ga op reis
naar het land, dat Ik u wijs."
4. refrein
Here God, wij zijn vervreemden
door te luist' ren naar uw stem.
Breng ons saam met uw ontheemden
naar het nieuw Jeruzalem.
5. 2.
Door de wereld gaat een stoet
die de ban brak van het bloed.
Die bij wat op aarde leeft
nu geen burgerrecht meer heeft.
6. refrein
Here God, wij zijn vervreemden
door te luist' ren naar uw stem.
Breng ons saam met uw ontheemden
naar het nieuw Jeruzalem.
7. 3.
Menigeen ging zelf op pad
daar hij thuis geen vrede had.
Eeuwig heimwee spoort hem aan
laat ook hem het woord verstaan
8. refrein
Here God, wij zijn vervreemden
door te luist' ren naar uw stem.
Breng ons saam met uw ontheemden
naar het nieuw Jeruzalem.
9. 4.
Door de wereld klinkt een lied
tegen angsten en verdriet,
tegen onrecht, tegen dwang
richten pelgrims hun gezang.
10. refrein
Here God, wij zijn vervreemden
door te luist' ren naar uw stem.
Breng ons saam met uw ontheemden
naar het nieuw Jeruzalem.
11. 5.
Velen, die de moed begaf,
blijven staan, of dwalen af.
Hunk'rend naar hun oude land.
Reisgenoten, grijp hun hand.
12. refrein
Here God, wij zijn vervreemden
door te luist' ren naar uw stem.
Breng ons saam met uw ontheemden
naar het nieuw Jeruzalem.
13. 6.
Door de wereld gaat een woord
en het drijft de mensen voort:
"Breek uw tent op, ga op reis
naar het land, dat Ik u wijs."
14. refrein
Here God, wij zijn vervreemden
door te luist' ren naar uw stem.
Breng ons saam met uw ontheemden
naar het nieuw Jeruzalem.
15. Welkom
voorganger dhr de Lange
organist Johannes de Vries
Thema: “Over bidden en
een centrifuge”
16. P 103 – 3, 7
Hij is een God van liefde
en genade
17. 3
Hij is een God van liefde en genade,
barmhartigheid en goedheid zijn de daden
van Hem die niet voor altijd met ons twist,
die ons niet doet naar alles wat wij deden,
ons niet naar onze ongerechtigheden
vergeldt, maar onze schuld heeft uitgewist.
18. 7
Maar 's HEREN gunst zal over die Hem
vrezen
in eeuwigheid altoos dezelfde wezen,
en zijn gerechtigheid de eeuwen door.
Zijn heil omsluit de komende geslachten;
zo volgen zij die zijn verbond betrachten,
van zijn barmhartigheid het lichtend spoor.
19. Stil gebed
Votum en groet
Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
27. 1
Wil je wel geloven
dat het groeien gaat,
klein en ongeloof'1ijk
als een mosterdzaad,
dat je had verborgen
in de zwarte grond,
en waaruit een grote
boom ontstond.
28. 2
Wil je wel geloven
het begin is klein,
maar het zal een wonder
boven wonder zijn
als je het gaat wagen
met Gods woord alleen;
dan gebeuren wonderen
om je heen.
29. 3
Wil je wel geloven
dat je vrede wint,
als je vol vertrouwen
leeft, zoals een kind.
Als je een geloof hebt
als een mosterdzaad,
groeit de liefde uit
boven de haat.
32. Samuel geroepen
31 De jonge Samuel diende dus
de HEER, onder de hoede van Eli. Er
klonken in die tijd zelden woorden van
de HEER en er braken geen visioenen
door. 2 Op zekere nacht lag Eli op zijn
slaapplaats. Zijn ogen waren dof
geworden, hij kon bijna niet meer zien.
33. 3 Samuel lag te slapen in
het heiligdom van de HEER, bij de ark
van God. De godslamp was bijna
uitgedoofd. 4 Toen riep
de HEER Samuel. ‘Ja,’
antwoordde Samuel. 5 Hij liep snel
naar Eli toe en zei: ‘Hier ben ik. U hebt
me toch geroepen?’ Maar Eli
antwoordde: ‘Ik heb je niet geroepen.
Ga maar slapen.’
34. Toen Samuel weer lag te slapen, 6 riep
de HEER hem opnieuw. Samuel stond
op, ging naar Eli en zei: ‘Hier ben ik. U
hebt me toch geroepen?’ Maar Eli
antwoordde: ‘Ik heb je niet geroepen,
mijn jongen. Ga maar weer
slapen.’7 Samuel had de HEER nog niet
leren kennen,
35. want de HEER had zich niet eerder aan
hem bekendgemaakt door het woord
tot hem te richten. 8 Opnieuw riep de
HEER Samuel, voor de derde
keer. Samuel stond op, ging naar Eli en
zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch
geroepen?’ Toen begreep Eli dat het
de HEER was die de jongen riep.
36. 9 Hij zei tegen Samuel: ‘Ga maar weer
slapen. Wanneer je wordt geroepen,
moet je antwoorden: “Spreek, HEER,
uw dienaar luistert.” Samuel legde zich
weer te slapen, 10 en de HEER kwam bij
hem staan en riep net als de
voorgaande keren: ‘Samuel! Samuel!’
En Samuel antwoordde: ‘Spreek, uw
dienaar luistert.’
37. Mattheus 14 : 22 – 24
22 Meteen daarna gelastte hij
de leerlingen in de boot te stappen en
alvast vooruit te gaan naar de overkant,
hij zou ook komen nadat hij de mensen
had weggestuurd. 23 Toen hij hen
weggestuurd had, ging hij de berg op
om er in afzondering te bidden.
38. De nacht viel, en hij was daar helemaal
alleen. 24 De boot was intussen al vele
stadiën van de vaste wal verwijderd en
werd, als gevolg van de tegenwind,
door de golven geteisterd.
39. Lucas 6 vers 12;
Op één van die dagen trok Jezus zich
terug op de berg om te bidden. De hele
nacht bleef Hij tot God bidden.
40. Marcus 1 vers 35;
Vroeg in de ochtend, toen het nog
helemaal donker
was, stond Jezus op, ging naar
buiten en liep naar eenzame plek om
daar te bidden.
42. 1
Een rijke schat van wijsheid
schonk God ons in zijn woord.
Hebt moed, gij die op reis zijt,
want daarmee kunt gij voort.
Gods woord is ons een licht,
en elk die in vertrouwen
daarnaar zijn leven richt,
die zal er in aanschouwen
des Heren aangezicht.
45. 1
Een weet alles van ons leven:
God onze Heer.
Een slechts kan u vrede geven:
God onze Heer.
Een kent zelfs uw kleinste zorgen,
houdt u in Zijn Hand geborgen
leidt u naar een eeuw'ge morgen:
God onze Heer.
46. 2
Een kan niemand ooit begrijpen:
God onze Heer!
Daarom moet vertrouwen rijpen
in God de Heer.
Een kunnen wij biddend vragen
pijn en zorgen helpen dragen,
sterkt ons als wij zijn verslagen:
God onze Heer.
60. 1
Vrede zij u, vrede zij u.
Gelijk Mij de Vader zond,
zend Ik ook u.
Vrede zij u, vrede zij u.
Gelijk Mij de Vader zond,
zend Ik ook u.
61. 2
Blijft in mijn vrede, blijft in Mij.
Mijn woord moet in u zijn,
dat maakt u vrij.
Blijft in mijn vrede, blijft in Mij.
Mijn woord moet in u zijn,
dat maakt u vrij.
62. 3
Ontvangt mijn Geest, heilige Geest
Hij zal u leiden,
weest niet bevreesd.
Ontvangt mijn Geest, heilige Geest
Hij zal u leiden,
weest niet bevreesd.
63. 4
Vrede zij u, vrede zij u.
Gelijk Mij de Vader zond,
zend Ik ook u.
Vrede zij u, vrede zij u.
Gelijk Mij de Vader zond,
zend Ik ook u.