SlideShare a Scribd company logo
Bespreken: §6.1: 23, 29 en 51, lesuur 1, les 6
Welkom terug!!!
Bespreken huiswerkopgaven
§6.1: 23 (blz. 427)
Gegeven zijn de formules y = cos(x), y = sin (2x), x = 0 en x = .
Teken de formules in één figuur 

en bereken de ingesloten oppervlakte.
π
2
cos(x) = sin(2x)
y = cos(x) y = sin(2x)
x = π
2
x = 0
cos(x) = 2sin(x)cos(x)
cos(x)− 2sin(x)cos(x) = 0
cos(x)(1− 2sin(x)) = 0
cos(x) = 0 ∨ sin(x) = 1
2
x = 1
2 π + k ⋅π ∨ x = 1
6 π + k ⋅2π ∨ x = 5
6 π + k ⋅2π
cos(x)− (sin(2x))dx
0
1
6π
∫ + sin(2x)− (cos(x))dx =
1
6π
1
2π
∫
§6.1: 23 (blz. 427)
cos(x)− (sin(2x))dx
0
1
6π
∫ + sin(2x)− (cos(x))dx =
1
6π
1
2π
∫
sin(x)+ 1
2 cos(2x)[ ]0
1
6π
+ − 1
2 cos(2x)− sin(x)[ ]1
6π
1
2π
=
sin(1
6 π)+ 1
2 cos(1
3 π)− (sin(0)+ 1
2 cos(0))+ − 1
2 cos(π)− sin(1
2 π)− (− 1
2 cos(1
3 π)− sin(1
6 π)) =
1
2 + 1
4 − 0 − 1
2 + 1
2 −1+ 1
4 + 1
2 = 1
2
§6.1: 29 (blz. 414)
Bereken met behulp van integralen de oppervlakte van de
driehoek waarvan de hoekpunten de coördinaten (0,0), (3,1) en
(1,2) hebben.
Bepaal eerst de formules.
y = 2x
y = 1
3 x
y = 5
2 − 1
2 x
2x − (1
3 x)dx
0
1
∫ + 5
2 − 1
2 x − (1
3 x)dx
1
3
∫ =
5
3 xdx
0
1
∫ + 5
2 − 5
6 xdx
1
3
∫ =
5
6 x2
⎡⎣ ⎤⎦0
1
+ 5
2 x − 5
12 x2
⎡⎣ ⎤⎦1
3
= 5
6 − 0 + 15
2 − 45
12 − 5
2 + 5
12 = 5
2
§6.1: 51 (blz. 428)
Vind de waarde b, zodat y = b de oppervlakte tussen y = x2 en
y = 4 verdeeld wordt in twee gelijke delen.


Vanwege symmetrie:
x2
= 4
x = −2 ∨ x = 2
y = x2
y = 4
4 − x2
0
2
∫ dx =
2
3 x x⎡
⎣
⎤
⎦0
4
=x dx
0
4
∫ = 2
3 ⋅4 4 − 0 = 16
3
§6.1: 51 (blz. 428)
y = x2
y = 4
x dx
0
b
∫ = 1
2 ⋅ 16
3
2
3 b b = 8
3
b b = 4
b3
= 16
b = 163
lesuur 2, les 6
§6.1 met een 

(veel) moeilijkere 

functie…
Extra oefening
Voorbeeld 1
De functies , en
sluiten een oppervlakte A in.
Bereken de oppervlakte 

als je weet dat f en h 

elkaar snijden in x = 1 en 

f en g elkaar snijden 

in x ≈ 1,9.

Rond je eindantwoord 

af op één decimaal.
f (x) = x⋅22x2
− 2 g(x) = 2−2x+12
h(x) = 2
Voorbeeld 1














Dus:
2−2x+12
= 2
−2x +12 = 1
−2x = −11
x = 11
2
A ≈ x ⋅22x2
− 2 − 2dx
1
1,9
∫ + 2−2x+12
− 2dx
1,9
5,5
∫
Voorbeeld 1
stel: u = x2
, dan:
du
dx
= 2x, dus: dx =
du
2x
x⋅22x2
− 2 − 2dx
1
1,9
∫ + 2−2x+12
− 2dx
1,9
5,5
∫ =
x ⋅4x2
− 4dx
1
1,9
∫ + 4−x
⋅46
− 2dx
1,9
5,5
∫ =
x ⋅4x2
dx
1
1,9
∫ − 4dx
1
1,9
∫ + 4096 4−x
dx
1,9
5,5
∫ − 2dx
1,9
5,5
∫ =
1
2 4u
du
1
3,61
∫ − 4dx
1
1,9
∫ + 4096 4−x
dx
1,9
5,5
∫ − 2dx
1,9
5,5
∫ =
Voorbeeld 1
1
2 4u
du
1
3,61
∫ − 4dx
1
1,9
∫ + 4096 4−x
dx
1,9
5,5
∫ − 2dx
1,9
5,5
∫ =
1
2
4u
ln(4)
⎡
⎣
⎢
⎤
⎦
⎥
1
3,61
− 4x[ ]1
1,9
+ 4096
−4−x
ln(4)
⎡
⎣
⎢
⎤
⎦
⎥
1,9
5,5
− 2x[ ]1,9
5,5
=
1
2 107,54...− 2,88...( )− (7,6 − 4)+ 4096(−0,000352...− −10,047...)− (11− 3,8) =
52,32...− 3,6 + 210,68...− 7,2 ≈ 252,2
lesuur 2, 3, les 6
§6.2Volumes
Chapter 6 Applications of Integration
Als we een gedeelte van een grafiek om een as wentelen
krijgen we een drie dimensionaal figuur.
Hiernaast wentelde we een

sinusoïde om de y-as. Wij gaan nu

beginnen met een functie om de 

x-as te wentelen.
Volumes
Gegeven is de lijn y = 2 op het interval [1, 5].
Wanneer we deze lijn om de x-as gaan wentelen krijgen we
een cilinder.
De inhoud van de cilinder

is gelijk aan:

Waar zien we die y = 2 terug in de

formule?
Volumes
Icilinder = π ⋅r2
⋅h = π ⋅22
⋅4 = 16π
y = 2
y
x510
Als we van een omwentelingslichaam L de inhoud willen
berekenen, dan gaan we eerst de oppervlakte onder de functie
bepalen.
Jullie weten dat deze oppervlakte

eigenlijk uit oneindig veel

rechthoekjes bestaat.
Als we deze rechthoekjes nu om de

x-as wentelen krijgen we oneindig

veel kleine cilinders.
Volumes
Volumes
Deze cilinders hebben een straal van f(xa) en een hoogte van
Δx.
De formule van de inhoud van één

cilinder is: .
Ofwel nu:
De totale inhoud L van het

omwentelingslichaam is te

benaderen met een Riemannsom.
Icilinder = π ⋅r2
⋅h
Icilinder = π ⋅( f (xa ))2
⋅Δx
Volumes
Die Riemannsom is:

Echter willen we deze inhoud ook

exact kunnen berekenen en

daarvoor laten we Δx naar 0 gaan:



Maar dat is een integraal:
I(L) ≈ π ⋅( f (xk ))2
⋅Δx
k=1
n
∑
I(L) = lim
Δx→0
π ⋅( f (xk ))2
⋅Δx
k=1
n
∑
I(L) = π ⋅( f (x))2
a
b
∫ dx
Voorbeeld 2
Het vlakdeel V dat ingesloten wordt door de lijnen x = 1, x = 3,
de x-as en de functie , wordt om de x-as
gewenteld.
Bereken de inhoud van dit

omwentelingslichaam L.
f (x) = − 1
2 x2
+ 3x − 2
Voorbeeld 2
f (x) = − 1
2 x2
+ 3x − 2
π ⋅(− 1
2 x2
+ 3x − 2)2
dx =
1
3
∫
π 1
4 x4
− 3x3
+11x2
−12x + 4dx =
1
3
∫
π 1
20 x5
− 3
4 x4
+ 11
3 x3
− 6x2
+ 4x⎡⎣ ⎤⎦1
3
=
π 42
5 − 29
30( )= 223
30 π
Volumes
Op deze manier kunnen we ook de inhoudsfunctie van figuren
met een ’ronde’ vorm bewijzen.
Gegeven is de lijn y = ax op het 

interval [0, h].
Als we deze formule om de x-as gaan 

wentelen, dan krijgen we een kegel.
De inhoud hiervan berekenen we door 

de volgende integraal op te lossen:
y = ax
y
xh
Ikegel = π ⋅(y)2
0
h
∫ dx = π ⋅(ax)2
0
h
∫ dx
Volumes
y = ax
y
xh
Ikegel = π ⋅(y)2
0
h
∫ dx = π ⋅(ax)2
0
h
∫ dx
Ikegel = πa2
x2
0
h
∫ dx
Ikegel = 1
3 πa2
x3
⎡⎣ ⎤⎦0
h
Ikegel = 1
3 πa2
h3
− 1
3 πa2
03
= 1
3 πa2
h3
r = ah dus r2
= a2
h2
Ikegel = 1
3 πa2
h2
h = 1
3 πr2
h
Voorbeeld 3
Gegeven is een bol met straal 10. Bepaal met behulp van een
middensom en Δx = 4 de inhoud van de bol in één decimaal.
De formule van de cirkel is:

dus
Ibol ≈ π ⋅ f (−10 + 1
2 Δx + i⋅Δx)2
⋅Δx
i=0
4
∑
x2
+ y2
= 100
Ibol ≈ π ⋅ f (−10 + 2 + 4i)2
⋅4
i=0
4
∑
Ibol ≈ 4π ⋅( f (−8)2
+ f (−4)2
+ f (0)2
+ f (4)2
+ f (8)2
)
y = 100 − x2
Ibol ≈ 4π ⋅(36 + 84 +100 + 84 + 36) = 1360π ≈ 4272,6
Voorbeeld 4
Een groot cognacglas heeft bij benadering de vorm van een bol
met een diameter van 10 cm. Een goed gevuld cognacglas dient
zo gevuld te worden dat wanneer je het op zijn kant legt de
cognac er net niet uit mag stromen.
Hoeveel cognac zit er exact in het glas?
Voorbeeld 4
De cognac staat 2 cm

hoog.
We kunnen dus voor ons gemak

de bol draaien en het stuk van 

x = 3 tot x = 5 wentelen om 

de x-as.
x2
+ y2
= 25
y = 25 − x2
5-5
3
10 − 6
2
=
π(25 − x2
)dx
3
5
∫ = π 25x − 1
3 x3
⎡⎣ ⎤⎦3
5
= π 125 − 125
3 − (75 − 9)( )= 52
3 π
Even herhalen
Als je de oppervlakte S tussen twee functies f en g moet 

berekenen op een interval [a, b], waarbij f en g continu zijn en

f(x) ≧ g(x) op het hele interval, dan geldt:






(Het is dus altijd de ’bovenste’functie minus de ’onderste’
functie.)
(Tip: maak altijd een schets voor jezelf!)
S = f (x)− g(x)dx
a
b
∫ = f (x)dx
a
b
∫ − g(x)dx
a
b
∫
Volumes
Ook voor ruimtefiguren geldt dit zo. Bij wentelen om de x-as zul
je altijd de inhoud van de grootste figuur (de bovenste / de
buitenste) de inhoud van de kleinste figuur (de onderste / de
binnenste) afhalen.





I = π(( f (x))2
− (g(x))2
)dx
a
b
∫ = π( f (x))2
dx
a
b
∫ − π(g(x))2
dx
a
b
∫
Voorbeeld 5
Gegeven is de cirkel en de lijn y = 2.
Bereken exact de inhoud van het lichaam dat ontstaat wanneer
we het deel van de cirkel dat boven de lijn y = 2 ligt
omwentelen om de x-as.

Dus de grenzen van de integraal zijn

-2 en 2.
x2
+ 22
= 8 dus x2
= 4 dus x = −2 ∨ x = 2
x2
+ y2
= 8
4
3
y
x0
y = 2
x2
+ y2
= 8
π 8 − x2
− (22
)( )dx =
−2
2
∫ π 4 − x2
dx =
−2
2
∫
π 4x − 1
3 x3
⎡⎣ ⎤⎦−2
2
= π(8 − 8
3 − (−8 − − 8
3 )) = 32
3 π
Wentelen om de y-as kan door in plaats van naar x te integreren
naar y te integreren:



Of je spiegelt de functie eerst in de lijn y = x en integreert dan
gewoon naar x.
Wentelen om de y-as
I(L) = π x2
dy∫
Wanneer een parabool om de y-as wordt gewenteld ontstaat
een paraboloïde.
Gegeven is op het interval [0, 2]. Wentel dit deel
van de grafiek van f om de y-as en bepaal de inhoud van dit
deel van de paraboloïde.
Wentelen om de y-as
f (x) = 12x2
f (2) = 12⋅22
= 48
y = 12x2
f (0) = 12⋅02
= 0
x2
=
y
12 0
x
2
y
48
Wentelen om de y-as
0
x
2
y
48
x2
=
y
12
I(paraboloïde) = π x2
dy
a
b
∫ = π
y
12
dy
0
48
∫ =
π y2
24
⎡
⎣
⎢
⎤
⎦
⎥
0
48
=
π ⋅482
24
−
π ⋅02
24
= 96π
Wentelen om de y-as
0
x
2
y48
0
x
2
y
48
0
y
2
x48
Gegeven is op het interval [0, 2]. Wentel dit deel van de
grafiek van f om de y-as en bepaal de inhoud van dit deel van de
paraboloïde.
f (x) = 12x2
y = 12x2
x = 12y2
y2
=
x
12
y =
x
12
= f *
(x)
I(paraboloïde) = π( f *
(x))2
dx
a
b
∫
= π
x
12
dx
0
48
∫ =
π x2
24
⎡
⎣
⎢
⎤
⎦
⎥
0
48
=
π ⋅482
24
−
π ⋅02
24
= 96π
f *
(48) =
48
12
= 2f *
(0) =
0
12
= 0
Voorbeeld 6
Gegeven zijn de functies en 

Wentel de oppervlakte die de functies insluiten om de y-as.
f (x) = x4
g(x) = x
sin(x) = cos(x)+1
2
f (x) =
g(x) = x
y = x4
x = y4
y = x4
π(x2
− x8
)dx =
0
1
∫ π 1
3 x3
− 1
9 x9
⎡⎣ ⎤⎦0
1
=
π 1
3 − 1
9( )= 2
9 π
sin(x)=cos(x)+1
2
y = x4
y = x
Wanneer de figuur geen ronde vormen heeft, dan kunnen we
niet meer wentelen met de eerder genoemde integraal. Het
opdelen in oneindig veel cilinders heeft dan geen zin.
Maar hoe berekenen we dan met behulp van een integraal de
inhoud van deze piramide?
Volumes
We gaan nu de formule nog algemener maken.
We hadden:




Waarin de formule van een cirkel te zien is. 

Laten we deze oppervlakte eens A(x) noemen, 

dan krijgen we:
Volumes
I(L) = π ⋅( f (x))2
a
b
∫ dx
I(L) = A(x)dx
a
b
∫
Wat betekent dat voor onze piramide als we het assenstelsel zo
centreren dat de top in de oorsprong ligt en de ’hoogte’ van de
piramide h is.
Nu moeten we de oppervlakte van A(x) gaan

berekenen.
En dat is heel lastig…
Volumes
x
A(x) is de oppervlakte op een bepaald punt x.
Laten we eens een dwarsdoorsnede maken.
Vanwege gelijkvormigheid geldt:
dus
De oppervlakte op punt x is:

Volumes
x-as
y-as
s
h
0
x
1
2 a 3s
1
2 a 3
=
x
h
A(x) = 1
2 ⋅ 2s
3
⋅s =
s2
3
s =
x⋅ 1
2 a 3
h
=
x⋅ 1
2 a 3
h
⎛
⎝⎜
⎞
⎠⎟
2
3
=
x2
⋅a2
⋅3
h2
⋅4 3
=
a2
3x2
4h2
Volumes
A(x) =
a2
3x2
4h2
Ipiramide = A(x)dx
a
b
∫
Ipiramide =
a2
3x2
4h2
dx
0
h
∫ =
a2
3
4h2
x2
dx
0
h
∫ =
a2
3
4h2
1
3 x3
⎡⎣ ⎤⎦0
h
=
a2
3
4h2
⋅ 1
3 h3
=
1
3 h3
a2
3
4h2
= 1
12 a2
3h
Gegeven is een ruimtefiguur waarvan het grondvlak een cirkel
is met straal 4. De hoogte op een bepaald punt x is gelijk aan de
lengte van de doorsnede van de cirkel op dat punt. Dat bekent
dat loodrecht op het grondvlak allemaal vierkanten ’staan’.
Bereken met behulp van integreren 

de inhoud van het ruimtefiguur.
Tip 1: plaatje!
Tip 2: hoe breed is die doorsnede s?
Voorbeeld 7
Vanuit het bovenaanzicht zien we:
De basis van ieder vierkant is gelijk aan

de doorsnede van de cirkel, dus:
Voorbeeld 7
s = 16 − x2
− − 16 − x2
= 2 16 − x2
y = 16 − x2
y = − 16 − x2
s
A(x) = s2
= 2 16 − x2
( )
2
= 4 16 − x2
( )= 64 − 4x2
Ilichaam = A(x)dx
a
b
∫ = 64 − 4x2
dx
−4
4
∫
= 64x − 4
3 x3
⎡⎣ ⎤⎦−4
4
= 512
3 − − 512
3 = 1024
3
Einde les 6
Huiswerk: §6.2
§6.2: 1, 3, 5, 9, 11, 15, 21, 47, 49 en 51

More Related Content

What's hot

VWO wiskunde B 2012
VWO wiskunde B 2012VWO wiskunde B 2012
VWO wiskunde B 2012IvET
 
3vparameter1.1
3vparameter1.13vparameter1.1
3vparameter1.1
Muhtadi Al-Awwadi
 
Inleiding calculus 1415 les 7 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 7 gv alstInleiding calculus 1415 les 7 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 7 gv alst
Gerard van Alst
 
Havo wiskunde B 2012
Havo wiskunde B 2012Havo wiskunde B 2012
Havo wiskunde B 2012
IvET
 
Integraalrekening 1 les 1
Integraalrekening 1 les 1Integraalrekening 1 les 1
Integraalrekening 1 les 1
Bart Habraken
 
Les 1 inleiding, betekenis afgeleide en rekenregels
Les 1 inleiding, betekenis afgeleide en rekenregelsLes 1 inleiding, betekenis afgeleide en rekenregels
Les 1 inleiding, betekenis afgeleide en rekenregels
Karel de Grote Hogeschool
 
Inleiding calculus 1415 les 8 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 8 gv alstInleiding calculus 1415 les 8 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 8 gv alst
Gerard van Alst
 
3vsnijpuntenkwadratischformules1.1
3vsnijpuntenkwadratischformules1.13vsnijpuntenkwadratischformules1.1
3vsnijpuntenkwadratischformules1.1
Muhtadi Al-Awwadi
 
Fis 04recursion
Fis 04recursionFis 04recursion
Fis 04recursion
roy-de-zomer
 
Fis 03functions
Fis 03functionsFis 03functions
Fis 03functions
roy-de-zomer
 
Inleiding calculus 1415 les 3 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 3 gv alstInleiding calculus 1415 les 3 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 3 gv alst
Gerard van Alst
 
A buitwerkingen nieuwe reader h1 5
A buitwerkingen nieuwe reader h1 5A buitwerkingen nieuwe reader h1 5
A buitwerkingen nieuwe reader h1 5
Gerard van Alst
 
Analitiese meetkunde
Analitiese meetkundeAnalitiese meetkunde
Analitiese meetkunde
Suzaan van Heerden
 
gebruik van quantoren in relationele calculus
gebruik van quantoren in relationele calculusgebruik van quantoren in relationele calculus
gebruik van quantoren in relationele calculusKatrien Verbert
 
Functionele afhankelijkheden en normalisatie
Functionele afhankelijkheden en normalisatieFunctionele afhankelijkheden en normalisatie
Functionele afhankelijkheden en normalisatieKatrien Verbert
 
1vsamenvattingkwadratischeformules
1vsamenvattingkwadratischeformules1vsamenvattingkwadratischeformules
1vsamenvattingkwadratischeformulesMuhtadi Al-Awwadi
 
Integraalrekening 2 les 2 dt gv alst
Integraalrekening 2 les 2 dt gv alstIntegraalrekening 2 les 2 dt gv alst
Integraalrekening 2 les 2 dt gv alst
Gerard van Alst
 

What's hot (18)

VWO wiskunde B 2012
VWO wiskunde B 2012VWO wiskunde B 2012
VWO wiskunde B 2012
 
3vparameter1.1
3vparameter1.13vparameter1.1
3vparameter1.1
 
Inleiding calculus 1415 les 7 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 7 gv alstInleiding calculus 1415 les 7 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 7 gv alst
 
Havo wiskunde B 2012
Havo wiskunde B 2012Havo wiskunde B 2012
Havo wiskunde B 2012
 
Integraalrekening 1 les 1
Integraalrekening 1 les 1Integraalrekening 1 les 1
Integraalrekening 1 les 1
 
Les 1 inleiding, betekenis afgeleide en rekenregels
Les 1 inleiding, betekenis afgeleide en rekenregelsLes 1 inleiding, betekenis afgeleide en rekenregels
Les 1 inleiding, betekenis afgeleide en rekenregels
 
Inleiding calculus 1415 les 8 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 8 gv alstInleiding calculus 1415 les 8 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 8 gv alst
 
3vsnijpuntenkwadratischformules1.1
3vsnijpuntenkwadratischformules1.13vsnijpuntenkwadratischformules1.1
3vsnijpuntenkwadratischformules1.1
 
Fis 04recursion
Fis 04recursionFis 04recursion
Fis 04recursion
 
Fis 03functions
Fis 03functionsFis 03functions
Fis 03functions
 
Inleiding calculus 1415 les 3 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 3 gv alstInleiding calculus 1415 les 3 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 3 gv alst
 
A buitwerkingen nieuwe reader h1 5
A buitwerkingen nieuwe reader h1 5A buitwerkingen nieuwe reader h1 5
A buitwerkingen nieuwe reader h1 5
 
Analitiese meetkunde
Analitiese meetkundeAnalitiese meetkunde
Analitiese meetkunde
 
gebruik van quantoren in relationele calculus
gebruik van quantoren in relationele calculusgebruik van quantoren in relationele calculus
gebruik van quantoren in relationele calculus
 
Functionele afhankelijkheden en normalisatie
Functionele afhankelijkheden en normalisatieFunctionele afhankelijkheden en normalisatie
Functionele afhankelijkheden en normalisatie
 
3vhaakjeswegwerken
3vhaakjeswegwerken3vhaakjeswegwerken
3vhaakjeswegwerken
 
1vsamenvattingkwadratischeformules
1vsamenvattingkwadratischeformules1vsamenvattingkwadratischeformules
1vsamenvattingkwadratischeformules
 
Integraalrekening 2 les 2 dt gv alst
Integraalrekening 2 les 2 dt gv alstIntegraalrekening 2 les 2 dt gv alst
Integraalrekening 2 les 2 dt gv alst
 

Similar to Integraalrekening 1 les 6

6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1].pdf
6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1].pdf6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1].pdf
6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1].pdf
BertdeRat
 
Inleiding calculus 1415 les 5 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 5 gv alstInleiding calculus 1415 les 5 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 5 gv alst
Gerard van Alst
 
Inleiding calculus 1415 les 6 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 6 gv alstInleiding calculus 1415 les 6 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 6 gv alst
Gerard van Alst
 
Ov 4.1 verbanden deel 1
Ov 4.1 verbanden deel 1Ov 4.1 verbanden deel 1
Ov 4.1 verbanden deel 1
SectienatuurkundePCC
 
Cs calculus dt 1415 les 2 gv alst
Cs calculus dt 1415 les 2 gv alstCs calculus dt 1415 les 2 gv alst
Cs calculus dt 1415 les 2 gv alst
Gerard van Alst
 
3vh7kwadratische ongelijkheden
3vh7kwadratische ongelijkheden3vh7kwadratische ongelijkheden
3vh7kwadratische ongelijkhedenMuhtadi Al-Awwadi
 
Integraalrekening 2 les 3 dt gv alst
Integraalrekening 2 les 3 dt gv alstIntegraalrekening 2 les 3 dt gv alst
Integraalrekening 2 les 3 dt gv alst
Gerard van Alst
 
Fis 02relations
Fis 02relationsFis 02relations
Fis 02relations
roy-de-zomer
 
3v lineaire formules opstellen
3v lineaire formules opstellen3v lineaire formules opstellen
3v lineaire formules opstellenMuhtadi Al-Awwadi
 
2hvlineaire tekenen en opstellen
2hvlineaire tekenen en opstellen2hvlineaire tekenen en opstellen
2hvlineaire tekenen en opstellenMuhtadi Al-Awwadi
 
2vsnijpunten kwadratische formules
2vsnijpunten kwadratische formules2vsnijpunten kwadratische formules
2vsnijpunten kwadratische formulesMuhtadi Al-Awwadi
 
Cs calculus dt 1415 les 3 gv alst
Cs calculus dt 1415 les 3 gv alstCs calculus dt 1415 les 3 gv alst
Cs calculus dt 1415 les 3 gv alst
Gerard van Alst
 
Inleiding matlab
Inleiding matlabInleiding matlab
Inleiding matlabtechna05
 
Cs calculus dt 1415 les 4 gv alst
Cs calculus dt 1415 les 4 gv alstCs calculus dt 1415 les 4 gv alst
Cs calculus dt 1415 les 4 gv alst
Gerard van Alst
 

Similar to Integraalrekening 1 les 6 (17)

6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1].pdf
6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1].pdf6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1].pdf
6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1].pdf
 
Inleiding calculus 1415 les 5 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 5 gv alstInleiding calculus 1415 les 5 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 5 gv alst
 
Inleiding calculus 1415 les 6 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 6 gv alstInleiding calculus 1415 les 6 gv alst
Inleiding calculus 1415 les 6 gv alst
 
Calculus
CalculusCalculus
Calculus
 
V4ax^n
V4ax^nV4ax^n
V4ax^n
 
Ov 4.1 verbanden deel 1
Ov 4.1 verbanden deel 1Ov 4.1 verbanden deel 1
Ov 4.1 verbanden deel 1
 
Cs calculus dt 1415 les 2 gv alst
Cs calculus dt 1415 les 2 gv alstCs calculus dt 1415 les 2 gv alst
Cs calculus dt 1415 les 2 gv alst
 
3vh7kwadratische ongelijkheden
3vh7kwadratische ongelijkheden3vh7kwadratische ongelijkheden
3vh7kwadratische ongelijkheden
 
Integraalrekening 2 les 3 dt gv alst
Integraalrekening 2 les 3 dt gv alstIntegraalrekening 2 les 3 dt gv alst
Integraalrekening 2 les 3 dt gv alst
 
Fis 02relations
Fis 02relationsFis 02relations
Fis 02relations
 
3v lineaire formules opstellen
3v lineaire formules opstellen3v lineaire formules opstellen
3v lineaire formules opstellen
 
2hvlineaire tekenen en opstellen
2hvlineaire tekenen en opstellen2hvlineaire tekenen en opstellen
2hvlineaire tekenen en opstellen
 
2vsnijpunten kwadratische formules
2vsnijpunten kwadratische formules2vsnijpunten kwadratische formules
2vsnijpunten kwadratische formules
 
Cs calculus dt 1415 les 3 gv alst
Cs calculus dt 1415 les 3 gv alstCs calculus dt 1415 les 3 gv alst
Cs calculus dt 1415 les 3 gv alst
 
Wiskunde 1
Wiskunde 1Wiskunde 1
Wiskunde 1
 
Inleiding matlab
Inleiding matlabInleiding matlab
Inleiding matlab
 
Cs calculus dt 1415 les 4 gv alst
Cs calculus dt 1415 les 4 gv alstCs calculus dt 1415 les 4 gv alst
Cs calculus dt 1415 les 4 gv alst
 

More from Bart Habraken

Integraalrekening 1 Stencil 2 sigma
Integraalrekening 1 Stencil 2 sigmaIntegraalrekening 1 Stencil 2 sigma
Integraalrekening 1 Stencil 2 sigma
Bart Habraken
 
Integraalrekening 1 Stencil 1 differentiëren
Integraalrekening 1 Stencil 1 differentiërenIntegraalrekening 1 Stencil 1 differentiëren
Integraalrekening 1 Stencil 1 differentiëren
Bart Habraken
 
Vlakke meetkunde 2 les 8
Vlakke meetkunde 2 les 8Vlakke meetkunde 2 les 8
Vlakke meetkunde 2 les 8
Bart Habraken
 
Vlakke meetkunde 2 les 7
Vlakke meetkunde 2 les 7Vlakke meetkunde 2 les 7
Vlakke meetkunde 2 les 7
Bart Habraken
 
Vlakke meetkunde 2 les 6
Vlakke meetkunde 2 les 6Vlakke meetkunde 2 les 6
Vlakke meetkunde 2 les 6
Bart Habraken
 
Vlakke meetkunde 2 les 5
Vlakke meetkunde 2 les 5Vlakke meetkunde 2 les 5
Vlakke meetkunde 2 les 5
Bart Habraken
 
Vlakke meetkunde 2 les 3 (en 4)
Vlakke meetkunde 2 les 3 (en 4)Vlakke meetkunde 2 les 3 (en 4)
Vlakke meetkunde 2 les 3 (en 4)
Bart Habraken
 
Vlakke meetkunde 2 les 2
Vlakke meetkunde 2 les 2Vlakke meetkunde 2 les 2
Vlakke meetkunde 2 les 2
Bart Habraken
 
Vlakke meetkunde 2 les 1
 Vlakke meetkunde 2 les 1 Vlakke meetkunde 2 les 1
Vlakke meetkunde 2 les 1
Bart Habraken
 

More from Bart Habraken (9)

Integraalrekening 1 Stencil 2 sigma
Integraalrekening 1 Stencil 2 sigmaIntegraalrekening 1 Stencil 2 sigma
Integraalrekening 1 Stencil 2 sigma
 
Integraalrekening 1 Stencil 1 differentiëren
Integraalrekening 1 Stencil 1 differentiërenIntegraalrekening 1 Stencil 1 differentiëren
Integraalrekening 1 Stencil 1 differentiëren
 
Vlakke meetkunde 2 les 8
Vlakke meetkunde 2 les 8Vlakke meetkunde 2 les 8
Vlakke meetkunde 2 les 8
 
Vlakke meetkunde 2 les 7
Vlakke meetkunde 2 les 7Vlakke meetkunde 2 les 7
Vlakke meetkunde 2 les 7
 
Vlakke meetkunde 2 les 6
Vlakke meetkunde 2 les 6Vlakke meetkunde 2 les 6
Vlakke meetkunde 2 les 6
 
Vlakke meetkunde 2 les 5
Vlakke meetkunde 2 les 5Vlakke meetkunde 2 les 5
Vlakke meetkunde 2 les 5
 
Vlakke meetkunde 2 les 3 (en 4)
Vlakke meetkunde 2 les 3 (en 4)Vlakke meetkunde 2 les 3 (en 4)
Vlakke meetkunde 2 les 3 (en 4)
 
Vlakke meetkunde 2 les 2
Vlakke meetkunde 2 les 2Vlakke meetkunde 2 les 2
Vlakke meetkunde 2 les 2
 
Vlakke meetkunde 2 les 1
 Vlakke meetkunde 2 les 1 Vlakke meetkunde 2 les 1
Vlakke meetkunde 2 les 1
 

Integraalrekening 1 les 6

  • 1. Bespreken: §6.1: 23, 29 en 51, lesuur 1, les 6 Welkom terug!!! Bespreken huiswerkopgaven
  • 2. §6.1: 23 (blz. 427) Gegeven zijn de formules y = cos(x), y = sin (2x), x = 0 en x = . Teken de formules in één figuur 
 en bereken de ingesloten oppervlakte. π 2 cos(x) = sin(2x) y = cos(x) y = sin(2x) x = π 2 x = 0 cos(x) = 2sin(x)cos(x) cos(x)− 2sin(x)cos(x) = 0 cos(x)(1− 2sin(x)) = 0 cos(x) = 0 ∨ sin(x) = 1 2 x = 1 2 π + k ⋅π ∨ x = 1 6 π + k ⋅2π ∨ x = 5 6 π + k ⋅2π cos(x)− (sin(2x))dx 0 1 6π ∫ + sin(2x)− (cos(x))dx = 1 6π 1 2π ∫
  • 3. §6.1: 23 (blz. 427) cos(x)− (sin(2x))dx 0 1 6π ∫ + sin(2x)− (cos(x))dx = 1 6π 1 2π ∫ sin(x)+ 1 2 cos(2x)[ ]0 1 6π + − 1 2 cos(2x)− sin(x)[ ]1 6π 1 2π = sin(1 6 π)+ 1 2 cos(1 3 π)− (sin(0)+ 1 2 cos(0))+ − 1 2 cos(π)− sin(1 2 π)− (− 1 2 cos(1 3 π)− sin(1 6 π)) = 1 2 + 1 4 − 0 − 1 2 + 1 2 −1+ 1 4 + 1 2 = 1 2
  • 4. §6.1: 29 (blz. 414) Bereken met behulp van integralen de oppervlakte van de driehoek waarvan de hoekpunten de coördinaten (0,0), (3,1) en (1,2) hebben. Bepaal eerst de formules. y = 2x y = 1 3 x y = 5 2 − 1 2 x 2x − (1 3 x)dx 0 1 ∫ + 5 2 − 1 2 x − (1 3 x)dx 1 3 ∫ = 5 3 xdx 0 1 ∫ + 5 2 − 5 6 xdx 1 3 ∫ = 5 6 x2 ⎡⎣ ⎤⎦0 1 + 5 2 x − 5 12 x2 ⎡⎣ ⎤⎦1 3 = 5 6 − 0 + 15 2 − 45 12 − 5 2 + 5 12 = 5 2
  • 5. §6.1: 51 (blz. 428) Vind de waarde b, zodat y = b de oppervlakte tussen y = x2 en y = 4 verdeeld wordt in twee gelijke delen. 
 Vanwege symmetrie: x2 = 4 x = −2 ∨ x = 2 y = x2 y = 4 4 − x2 0 2 ∫ dx = 2 3 x x⎡ ⎣ ⎤ ⎦0 4 =x dx 0 4 ∫ = 2 3 ⋅4 4 − 0 = 16 3
  • 6. §6.1: 51 (blz. 428) y = x2 y = 4 x dx 0 b ∫ = 1 2 ⋅ 16 3 2 3 b b = 8 3 b b = 4 b3 = 16 b = 163
  • 7. lesuur 2, les 6 §6.1 met een 
 (veel) moeilijkere 
 functie… Extra oefening
  • 8. Voorbeeld 1 De functies , en sluiten een oppervlakte A in. Bereken de oppervlakte 
 als je weet dat f en h 
 elkaar snijden in x = 1 en 
 f en g elkaar snijden 
 in x ≈ 1,9.
 Rond je eindantwoord 
 af op één decimaal. f (x) = x⋅22x2 − 2 g(x) = 2−2x+12 h(x) = 2
  • 9. Voorbeeld 1 
 
 
 
 
 
 
 Dus: 2−2x+12 = 2 −2x +12 = 1 −2x = −11 x = 11 2 A ≈ x ⋅22x2 − 2 − 2dx 1 1,9 ∫ + 2−2x+12 − 2dx 1,9 5,5 ∫
  • 10. Voorbeeld 1 stel: u = x2 , dan: du dx = 2x, dus: dx = du 2x x⋅22x2 − 2 − 2dx 1 1,9 ∫ + 2−2x+12 − 2dx 1,9 5,5 ∫ = x ⋅4x2 − 4dx 1 1,9 ∫ + 4−x ⋅46 − 2dx 1,9 5,5 ∫ = x ⋅4x2 dx 1 1,9 ∫ − 4dx 1 1,9 ∫ + 4096 4−x dx 1,9 5,5 ∫ − 2dx 1,9 5,5 ∫ = 1 2 4u du 1 3,61 ∫ − 4dx 1 1,9 ∫ + 4096 4−x dx 1,9 5,5 ∫ − 2dx 1,9 5,5 ∫ =
  • 11. Voorbeeld 1 1 2 4u du 1 3,61 ∫ − 4dx 1 1,9 ∫ + 4096 4−x dx 1,9 5,5 ∫ − 2dx 1,9 5,5 ∫ = 1 2 4u ln(4) ⎡ ⎣ ⎢ ⎤ ⎦ ⎥ 1 3,61 − 4x[ ]1 1,9 + 4096 −4−x ln(4) ⎡ ⎣ ⎢ ⎤ ⎦ ⎥ 1,9 5,5 − 2x[ ]1,9 5,5 = 1 2 107,54...− 2,88...( )− (7,6 − 4)+ 4096(−0,000352...− −10,047...)− (11− 3,8) = 52,32...− 3,6 + 210,68...− 7,2 ≈ 252,2
  • 12. lesuur 2, 3, les 6 §6.2Volumes Chapter 6 Applications of Integration
  • 13. Als we een gedeelte van een grafiek om een as wentelen krijgen we een drie dimensionaal figuur. Hiernaast wentelde we een
 sinusoïde om de y-as. Wij gaan nu
 beginnen met een functie om de 
 x-as te wentelen. Volumes
  • 14. Gegeven is de lijn y = 2 op het interval [1, 5]. Wanneer we deze lijn om de x-as gaan wentelen krijgen we een cilinder. De inhoud van de cilinder
 is gelijk aan:
 Waar zien we die y = 2 terug in de
 formule? Volumes Icilinder = π ⋅r2 ⋅h = π ⋅22 ⋅4 = 16π y = 2 y x510
  • 15. Als we van een omwentelingslichaam L de inhoud willen berekenen, dan gaan we eerst de oppervlakte onder de functie bepalen. Jullie weten dat deze oppervlakte
 eigenlijk uit oneindig veel
 rechthoekjes bestaat. Als we deze rechthoekjes nu om de
 x-as wentelen krijgen we oneindig
 veel kleine cilinders. Volumes
  • 16. Volumes Deze cilinders hebben een straal van f(xa) en een hoogte van Δx. De formule van de inhoud van één
 cilinder is: . Ofwel nu: De totale inhoud L van het
 omwentelingslichaam is te
 benaderen met een Riemannsom. Icilinder = π ⋅r2 ⋅h Icilinder = π ⋅( f (xa ))2 ⋅Δx
  • 17. Volumes Die Riemannsom is:
 Echter willen we deze inhoud ook
 exact kunnen berekenen en
 daarvoor laten we Δx naar 0 gaan:
 
 Maar dat is een integraal: I(L) ≈ π ⋅( f (xk ))2 ⋅Δx k=1 n ∑ I(L) = lim Δx→0 π ⋅( f (xk ))2 ⋅Δx k=1 n ∑ I(L) = π ⋅( f (x))2 a b ∫ dx
  • 18. Voorbeeld 2 Het vlakdeel V dat ingesloten wordt door de lijnen x = 1, x = 3, de x-as en de functie , wordt om de x-as gewenteld. Bereken de inhoud van dit
 omwentelingslichaam L. f (x) = − 1 2 x2 + 3x − 2
  • 19. Voorbeeld 2 f (x) = − 1 2 x2 + 3x − 2 π ⋅(− 1 2 x2 + 3x − 2)2 dx = 1 3 ∫ π 1 4 x4 − 3x3 +11x2 −12x + 4dx = 1 3 ∫ π 1 20 x5 − 3 4 x4 + 11 3 x3 − 6x2 + 4x⎡⎣ ⎤⎦1 3 = π 42 5 − 29 30( )= 223 30 π
  • 20. Volumes Op deze manier kunnen we ook de inhoudsfunctie van figuren met een ’ronde’ vorm bewijzen. Gegeven is de lijn y = ax op het 
 interval [0, h]. Als we deze formule om de x-as gaan 
 wentelen, dan krijgen we een kegel. De inhoud hiervan berekenen we door 
 de volgende integraal op te lossen: y = ax y xh Ikegel = π ⋅(y)2 0 h ∫ dx = π ⋅(ax)2 0 h ∫ dx
  • 21. Volumes y = ax y xh Ikegel = π ⋅(y)2 0 h ∫ dx = π ⋅(ax)2 0 h ∫ dx Ikegel = πa2 x2 0 h ∫ dx Ikegel = 1 3 πa2 x3 ⎡⎣ ⎤⎦0 h Ikegel = 1 3 πa2 h3 − 1 3 πa2 03 = 1 3 πa2 h3 r = ah dus r2 = a2 h2 Ikegel = 1 3 πa2 h2 h = 1 3 πr2 h
  • 22. Voorbeeld 3 Gegeven is een bol met straal 10. Bepaal met behulp van een middensom en Δx = 4 de inhoud van de bol in één decimaal. De formule van de cirkel is:
 dus Ibol ≈ π ⋅ f (−10 + 1 2 Δx + i⋅Δx)2 ⋅Δx i=0 4 ∑ x2 + y2 = 100 Ibol ≈ π ⋅ f (−10 + 2 + 4i)2 ⋅4 i=0 4 ∑ Ibol ≈ 4π ⋅( f (−8)2 + f (−4)2 + f (0)2 + f (4)2 + f (8)2 ) y = 100 − x2 Ibol ≈ 4π ⋅(36 + 84 +100 + 84 + 36) = 1360π ≈ 4272,6
  • 23. Voorbeeld 4 Een groot cognacglas heeft bij benadering de vorm van een bol met een diameter van 10 cm. Een goed gevuld cognacglas dient zo gevuld te worden dat wanneer je het op zijn kant legt de cognac er net niet uit mag stromen. Hoeveel cognac zit er exact in het glas?
  • 24. Voorbeeld 4 De cognac staat 2 cm
 hoog. We kunnen dus voor ons gemak
 de bol draaien en het stuk van 
 x = 3 tot x = 5 wentelen om 
 de x-as. x2 + y2 = 25 y = 25 − x2 5-5 3 10 − 6 2 = π(25 − x2 )dx 3 5 ∫ = π 25x − 1 3 x3 ⎡⎣ ⎤⎦3 5 = π 125 − 125 3 − (75 − 9)( )= 52 3 π
  • 25. Even herhalen Als je de oppervlakte S tussen twee functies f en g moet 
 berekenen op een interval [a, b], waarbij f en g continu zijn en
 f(x) ≧ g(x) op het hele interval, dan geldt: 
 
 
 (Het is dus altijd de ’bovenste’functie minus de ’onderste’ functie.) (Tip: maak altijd een schets voor jezelf!) S = f (x)− g(x)dx a b ∫ = f (x)dx a b ∫ − g(x)dx a b ∫
  • 26. Volumes Ook voor ruimtefiguren geldt dit zo. Bij wentelen om de x-as zul je altijd de inhoud van de grootste figuur (de bovenste / de buitenste) de inhoud van de kleinste figuur (de onderste / de binnenste) afhalen.
 
 
 I = π(( f (x))2 − (g(x))2 )dx a b ∫ = π( f (x))2 dx a b ∫ − π(g(x))2 dx a b ∫
  • 27. Voorbeeld 5 Gegeven is de cirkel en de lijn y = 2. Bereken exact de inhoud van het lichaam dat ontstaat wanneer we het deel van de cirkel dat boven de lijn y = 2 ligt omwentelen om de x-as.
 Dus de grenzen van de integraal zijn
 -2 en 2. x2 + 22 = 8 dus x2 = 4 dus x = −2 ∨ x = 2 x2 + y2 = 8 4 3 y x0 y = 2 x2 + y2 = 8 π 8 − x2 − (22 )( )dx = −2 2 ∫ π 4 − x2 dx = −2 2 ∫ π 4x − 1 3 x3 ⎡⎣ ⎤⎦−2 2 = π(8 − 8 3 − (−8 − − 8 3 )) = 32 3 π
  • 28. Wentelen om de y-as kan door in plaats van naar x te integreren naar y te integreren:
 
 Of je spiegelt de functie eerst in de lijn y = x en integreert dan gewoon naar x. Wentelen om de y-as I(L) = π x2 dy∫
  • 29. Wanneer een parabool om de y-as wordt gewenteld ontstaat een paraboloïde. Gegeven is op het interval [0, 2]. Wentel dit deel van de grafiek van f om de y-as en bepaal de inhoud van dit deel van de paraboloïde. Wentelen om de y-as f (x) = 12x2 f (2) = 12⋅22 = 48 y = 12x2 f (0) = 12⋅02 = 0 x2 = y 12 0 x 2 y 48
  • 30. Wentelen om de y-as 0 x 2 y 48 x2 = y 12 I(paraboloïde) = π x2 dy a b ∫ = π y 12 dy 0 48 ∫ = π y2 24 ⎡ ⎣ ⎢ ⎤ ⎦ ⎥ 0 48 = π ⋅482 24 − π ⋅02 24 = 96π
  • 31. Wentelen om de y-as 0 x 2 y48 0 x 2 y 48 0 y 2 x48 Gegeven is op het interval [0, 2]. Wentel dit deel van de grafiek van f om de y-as en bepaal de inhoud van dit deel van de paraboloïde. f (x) = 12x2 y = 12x2 x = 12y2 y2 = x 12 y = x 12 = f * (x) I(paraboloïde) = π( f * (x))2 dx a b ∫ = π x 12 dx 0 48 ∫ = π x2 24 ⎡ ⎣ ⎢ ⎤ ⎦ ⎥ 0 48 = π ⋅482 24 − π ⋅02 24 = 96π f * (48) = 48 12 = 2f * (0) = 0 12 = 0
  • 32. Voorbeeld 6 Gegeven zijn de functies en 
 Wentel de oppervlakte die de functies insluiten om de y-as. f (x) = x4 g(x) = x sin(x) = cos(x)+1 2 f (x) = g(x) = x y = x4 x = y4 y = x4 π(x2 − x8 )dx = 0 1 ∫ π 1 3 x3 − 1 9 x9 ⎡⎣ ⎤⎦0 1 = π 1 3 − 1 9( )= 2 9 π sin(x)=cos(x)+1 2 y = x4 y = x
  • 33. Wanneer de figuur geen ronde vormen heeft, dan kunnen we niet meer wentelen met de eerder genoemde integraal. Het opdelen in oneindig veel cilinders heeft dan geen zin. Maar hoe berekenen we dan met behulp van een integraal de inhoud van deze piramide? Volumes
  • 34. We gaan nu de formule nog algemener maken. We hadden: 
 
 Waarin de formule van een cirkel te zien is. 
 Laten we deze oppervlakte eens A(x) noemen, 
 dan krijgen we: Volumes I(L) = π ⋅( f (x))2 a b ∫ dx I(L) = A(x)dx a b ∫
  • 35. Wat betekent dat voor onze piramide als we het assenstelsel zo centreren dat de top in de oorsprong ligt en de ’hoogte’ van de piramide h is. Nu moeten we de oppervlakte van A(x) gaan
 berekenen. En dat is heel lastig… Volumes x
  • 36. A(x) is de oppervlakte op een bepaald punt x. Laten we eens een dwarsdoorsnede maken. Vanwege gelijkvormigheid geldt: dus De oppervlakte op punt x is:
 Volumes x-as y-as s h 0 x 1 2 a 3s 1 2 a 3 = x h A(x) = 1 2 ⋅ 2s 3 ⋅s = s2 3 s = x⋅ 1 2 a 3 h = x⋅ 1 2 a 3 h ⎛ ⎝⎜ ⎞ ⎠⎟ 2 3 = x2 ⋅a2 ⋅3 h2 ⋅4 3 = a2 3x2 4h2
  • 37. Volumes A(x) = a2 3x2 4h2 Ipiramide = A(x)dx a b ∫ Ipiramide = a2 3x2 4h2 dx 0 h ∫ = a2 3 4h2 x2 dx 0 h ∫ = a2 3 4h2 1 3 x3 ⎡⎣ ⎤⎦0 h = a2 3 4h2 ⋅ 1 3 h3 = 1 3 h3 a2 3 4h2 = 1 12 a2 3h
  • 38. Gegeven is een ruimtefiguur waarvan het grondvlak een cirkel is met straal 4. De hoogte op een bepaald punt x is gelijk aan de lengte van de doorsnede van de cirkel op dat punt. Dat bekent dat loodrecht op het grondvlak allemaal vierkanten ’staan’. Bereken met behulp van integreren 
 de inhoud van het ruimtefiguur. Tip 1: plaatje! Tip 2: hoe breed is die doorsnede s? Voorbeeld 7
  • 39. Vanuit het bovenaanzicht zien we: De basis van ieder vierkant is gelijk aan
 de doorsnede van de cirkel, dus: Voorbeeld 7 s = 16 − x2 − − 16 − x2 = 2 16 − x2 y = 16 − x2 y = − 16 − x2 s A(x) = s2 = 2 16 − x2 ( ) 2 = 4 16 − x2 ( )= 64 − 4x2 Ilichaam = A(x)dx a b ∫ = 64 − 4x2 dx −4 4 ∫ = 64x − 4 3 x3 ⎡⎣ ⎤⎦−4 4 = 512 3 − − 512 3 = 1024 3
  • 40. Einde les 6 Huiswerk: §6.2 §6.2: 1, 3, 5, 9, 11, 15, 21, 47, 49 en 51