Los alumnos desarrollan proyectos con autonomía utilizando las distintas herramientas de la información y comunicación, tanto para la búsqueda de datos como para la divulgación y difusión de los resultados. Los trabajos van destinados tanto al conocimiento del pasado (Campos de concentración en la II Guerra Mundial) como al conocimiento de las posibilidades actuales de viajar para conocer a los demás aumentando la comprensión y tolerancia hacia los demás. • Desarrollo de las competencias básicas correspondientes a un alumno de bachillerato. • Utilización de herramientas, contenidos y destrezas de distintas materias para dar solución a los proyectos planteados. • Realización de proyectos desde su inicio: idea, diseño del proyecto, búsqueda de datos, concreción y presentación del mismo. • Trabajo en equipo. • Utilización de las distintas herramientas de las tecnologías de la información y la comunicación al alcance del alumno. • Expresión de las ideas utilizando los códigos y lenguajes adecuados. • Realización de proyectos o actividades con aplicación en la vida real del alumno.
Ya viene la Semana Santa ó Semana Mayor que es la celebracion de los acontecimientos que sucedieron para que se produjera la muerte de Jesucristo. Algunas Reflexiones para suscitar el perdón y su misericordia
Estratégias de Agregação de Valor na Cadeia de Produção de AvesFabio Nunes
Visuliaze the recent socioeconomical changes that took place in Brazil, how they contributed to the affluence of a strong, large middle class, what their purchasing power and consumption preferences are and what are the opportinities that show up for the chicken meta industry in terms of innovation in chicken products
Els objectius es basen en: • Utilitzar noves metodologies educatives per valorar el seu funcionament i els resultats obtinguts, tant des del punt de vista de l’ambient de treball a classe, el treball autònom de l’alumnat, tractament de la diversitat, el treball col•laboratiu,.... • El meu objectiu és aconseguir que els meus alumnes s’adaptin a noves metodologies afavorint les igualtats d’aprenentatge entre ells, és adir, aprofitar la diversitat que tenen, per aconseguir millors resultats (que la majoria siguin més “competents”). • Per a mi és molt important que sàpiguen treballar de forma col•laborativa, que reflexionin sobre el seu treball, que siguin capaços de generar continguts propis de la seva edat i que davant dels dubtes busquin respostes abans de demanar-me-les a mi. • A més el projecte consisteix en fer que les eines informàtiques siguin habituals en l’aula i que no quedin com una matèria més apart sinó que arribin a ser com el bolígraf i la llibreta. • La nova metodologia empleada ha estat EL TREBALL PER PROJECTES, plantejant un OBJECTIU inicial, descobrint què sabien sobre aquell objectiu, com podien cercar més informació, elaboració de la recerca i exposició i valoració de resultats, és a dir què sabíem abans de començar el projecte i què sabem una vegada hem finalitzat. A 2n d’ESO l’objectiu era treballar de forma col•laborativa utilitzant Google docs per fer la presentació del projecte de construcció d’una maqueta i Google Sites per crear un lloc web en equip per simular una empresa productora d’energia elèctrica. A 4t d’ESO l’objectiu era crear un lloc web que fos la seva llibreta digital de forma que a mida que anés avançant el curs poguessin anar incorporant tots els nous coneixements. A Batxillerat he fomentat l’ús del correu electrònic com a eina de comunicació i la major novetat ha estat utilitzar un bloc en el Treball de Recerca com a eina de seguiment del desenvolupament del treball.
1. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
2. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
Wat ga je leren:
• Vergelijkingen van de vorm xn = getal oplossen
3. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
Wat ga je leren:
• Vergelijkingen van de vorm xn = getal oplossen
• toepassingen van formules van de form y=xn
4. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
op 2. Los op
b) x2 =0
c)x2 =−4
a) x3 =8
b) x3 =0
c)x3 =−1
5. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
y
0
b) x2 =0
y= x2
x
c)x2 =−4
op 2. Los op
a) x3 =8
b) x3 =0
c)x3 =−1
6. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
y
9
0
b) x2 =0
y= x2
y=9
x
c)x2 =−4
op 2. Los op
a) x3 =8
b) x3 =0
c)x3 =−1
7. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
y
9
0
y= x2
y=9
x
c)x2 =−4
op 2. Los op
a) x3 =8
b) x3 =0
c)x3 =−1
8. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x = 3 of x= −3
y
y= x2
y=9
9
−3
0
3
x
c)x2 =−4
op 2. Los op
a) x3 =8
b) x3 =0
c)x3 =−1
9. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x = 3 of x= −3
y
y= x2
y=9
9
−3
0
3
x
c)x2 =−4
op 2. Los op
a) x3 =8
b) x3 =0
c)x3 =−1
10. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x =√9
x = 3 of x= −3
x =0
y
y= x2
y=9
9
−3
0
3
x
c)x2 =−4
op 2. Los op
a) x3 =8
b) x3 =0
c)x3 =−1
11. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x =√9
x = 3 of x= −3
x =0
y
y= x2
y=9
9
−3
0
−4
3
x
c)x2 =−4
op 2. Los op
a) x3 =8
b) x3 =0
c)x3 =−1
12. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x =√9
x = 3 of x= −3
x =0
y
y= x2
y=9
9
−3
0
−4
3
x
c)x2 =−4
geen
snijpunten,
dus geen
oplossing
op 2. Los op
a) x3 =8
b) x3 =0
c)x3 =−1
13. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x =√9
x = 3 of x= −3
x =0
y
y= x2
y=9
9
−3
0
−4
3
x
c)x2 =−4
geen
snijpunten,
dus geen
oplossing
op 2. Los op
a) x3 =8
y
0
b) x3 =0
y= x3
x
c)x3 =−1
14. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x =√9
x = 3 of x= −3
x =0
y
y= x2
y=9
9
−3
0
−4
3
x
c)x2 =−4
geen
snijpunten,
dus geen
oplossing
op 2. Los op
a) x3 =8
y
8
0
b) x3 =0
y= x3
y=8
x
c)x3 =−1
15. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x =√9
x = 3 of x= −3
x =0
y
y= x2
y=9
9
−3
0
−4
3
x
c)x2 =−4
geen
snijpunten,
dus geen
oplossing
op 2. Los op
a) x3 =8
b) x3 =0
x= 38 =2
y
8
0
y= x3
y=8
x
c)x3 =−1
16. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x =√9
x = 3 of x= −3
x =0
y
y= x2
y=9
9
−3
0
−4
3
x
c)x2 =−4
geen
snijpunten,
dus geen
oplossing
op 2. Los op
a) x3 =8
b) x3 =0
x= 38 =2
y
8
0
y= x3
y=8
x
c)x3 =−1
17. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x =√9
x = 3 of x= −3
x =0
y
y= x2
y=9
9
−3
0
−4
3
x
c)x2 =−4
geen
snijpunten,
dus geen
oplossing
op 2. Los op
a) x3 =8
b) x3 =0
x= 38 =2
y
8
0
y= x3
y=8
x
c)x3 =−1
18. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x =√9
x = 3 of x= −3
x =0
y
y= x2
y=9
9
−3
0
−4
3
x
c)x2 =−4
geen
snijpunten,
dus geen
oplossing
op 2. Los op
a) x3 =8
b) x3 =0
3
x= 3 8 =2 x= 0 =0
y
8
0
y= x3
y=8
x
c)x3 =−1
19. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x =√9
x = 3 of x= −3
x =0
y
y= x2
y=9
9
−3
0
−4
3
x
c)x2 =−4
geen
snijpunten,
dus geen
oplossing
op 2. Los op
a) x3 =8
b) x3 =0
3
x= 3 8 =2 x= 0 =0
y
8
0
−1
y= x3
y=8
x
c)x3 =−1
20. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x =√9
x = 3 of x= −3
x =0
y
y= x2
y=9
9
−3
0
3
c)x2 =−4
geen
snijpunten,
dus geen
oplossing
b) x3 =0
c)x3 =−1
3
3
x = 3 8 = 2 x = 0 = 0 x = -1 = -1
y
8
0
x
y= x3
y=8
x
−1
−4
op 3. Los op
a) x4 =16
op 2. Los op
a) x3 =8
op 4. Los op
b)x4 =−1
a) x5 =243
c)x5 =−1024
21. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x =√9
x = 3 of x= −3
x =0
y
y= x2
y=9
9
−3
0
3
c)x2 =−4
geen
snijpunten,
dus geen
oplossing
c)x3 =−1
y
8
y= x3
y=8
x
−1
op 4. Los op
a) x4 =16
0
b) x3 =0
3
3
x = 3 8 = 2 x = 0 = 0 x = -1 = -1
0
x
−4
op 3. Los op
y
op 2. Los op
a) x3 =8
b)x4=−1
y= x4
x
a) x5 =243
c)x5 =−1024
22. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x =√9
x = 3 of x= −3
x =0
y
y= x2
y=9
9
−3
0
3
c)x2 =−4
geen
snijpunten,
dus geen
oplossing
c)x3 =−1
y
8
y= x3
y=8
x
−1
op 4. Los op
a) x4 =16
0
b) x3 =0
3
3
x = 3 8 = 2 x = 0 = 0 x = -1 = -1
0
x
−4
op 3. Los op
y
op 2. Los op
a) x3 =8
b)x4=−1
y= x4
x
y
0
a) x5 =243
y= xeven
x
c)x5 =−1024
23. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x =√9
x = 3 of x= −3
x =0
y
y= x2
y=9
9
−3
0
3
c)x2 =−4
geen
snijpunten,
dus geen
oplossing
0
c)x3 =−1
y
8
y= x3
y=8
x
−1
op 4. Los op
a) x4 =16
16
b) x3 =0
3
3
x = 3 8 = 2 x = 0 = 0 x = -1 = -1
0
x
−4
op 3. Los op
y
op 2. Los op
a) x3 =8
b)x4 =−1
y= x4
y=16
x
y
0
a) x5 =243
y= xeven
x
c)x5 =−1024
24. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x =√9
x = 3 of x= −3
x =0
y
y= x2
y=9
9
−3
0
3
c)x2 =−4
geen
snijpunten,
dus geen
oplossing
0
c)x3 =−1
y
8
y= x3
y=8
x
−1
op 4. Los op
a) x4 =16
b)x4 =−1
x = 4 16 v x = - 4 16
16
b) x3 =0
3
3
x = 3 8 = 2 x = 0 = 0 x = -1 = -1
0
x
−4
op 3. Los op
y
op 2. Los op
a) x3 =8
y= x4
y=16
x
y
0
a) x5 =243
y= xeven
x
c)x5 =−1024
25. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x =√9
x = 3 of x= −3
x =0
y
y= x2
y=9
9
−3
0
3
c)x2 =−4
geen
snijpunten,
dus geen
oplossing
0
c)x3 =−1
y
8
y= x3
y=8
x
−1
op 4. Los op
a) x4 =16
b)x4 =−1
x = 4 16 v x = - 4 16
x=2 v x=−2
16
b) x3 =0
3
3
x = 3 8 = 2 x = 0 = 0 x = -1 = -1
0
x
−4
op 3. Los op
y
op 2. Los op
a) x3 =8
y= x4
y=16
x
y
0
a) x5 =243
y= xeven
x
c)x5 =−1024
26. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x =√9
x = 3 of x= −3
x =0
y
y= x2
y=9
9
−3
0
3
c)x2 =−4
geen
snijpunten,
dus geen
oplossing
0
−1
c)x3 =−1
y
8
y= x3
y=8
x
−1
op 4. Los op
a) x4 =16
b)x4 =−1
x = 4 16 v x = - 4 16
x=2 v x=−2
16
b) x3 =0
3
3
x = 3 8 = 2 x = 0 = 0 x = -1 = -1
0
x
−4
op 3. Los op
y
op 2. Los op
a) x3 =8
y= x4
y=16
x
y
0
a) x5 =243
y= xeven
x
c)x5 =−1024
27. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x =√9
x = 3 of x= −3
x =0
y
y= x2
y=9
9
−3
0
3
c)x2 =−4
geen
snijpunten,
dus geen
oplossing
c)x3 =−1
y
8
y= x3
y=8
x
−1
op 4. Los op
a) x4 =16
b)x4 =−1
geen
4
v x = - 4 16
x = 16
snijpunten,
x=2 v x=−2
dus geen
oplossing
y
y
y= x4
y= xeven
y=16
16
−1
b) x3 =0
3
3
x = 3 8 = 2 x = 0 = 0 x = -1 = -1
0
x
−4
op 3. Los op
0
op 2. Los op
a) x3 =8
x
0
x
a) x5 =243
c)x5 =−1024
28. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x =√9
x = 3 of x= −3
x =0
y
y= x2
y=9
9
−3
0
3
c)x2 =−4
geen
snijpunten,
dus geen
oplossing
op 2. Los op
a) x3 =8
y
y= x3
y=8
8
x
−1
−4
op 3. Los op
op 4. Los op
a) x4 =16
b)x4 =−1
geen
4
v x = - 4 16
x = 16
snijpunten,
x=2 v x=−2
dus geen
oplossing
y
y
y= x4
y= xeven
y=16
16
a) x5 =243
y
0
0
−1
c)x3 =−1
3
3
x = 3 8 = 2 x = 0 = 0 x = -1 = -1
0
x
b) x3 =0
x
0
x
c)x5 =−1024
y= x5
x
29. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x =√9
x = 3 of x= −3
x =0
y
y= x2
y=9
9
−3
0
3
c)x2 =−4
geen
snijpunten,
dus geen
oplossing
op 2. Los op
a) x3 =8
y
8
x
op 4. Los op
a) x4 =16
b)x4 =−1
geen
4
v x = - 4 16
x = 16
snijpunten,
x=2 v x=−2
dus geen
oplossing
y
y
y= x4
y= xeven
y=16
16
a) x5 =243
y
0
−1
y= x3
y=8
−1
−4
op 3. Los op
0
c)x3 =−1
3
3
x = 3 8 = 2 x = 0 = 0 x = -1 = -1
0
x
b) x3 =0
x
0
x
c)x5 =−1024
y= x5
y
x
0
y= xoneven
x
30. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x =√9
x = 3 of x= −3
x =0
y
y= x2
y=9
9
−3
0
3
c)x2 =−4
geen
snijpunten,
dus geen
oplossing
op 2. Los op
a) x3 =8
y
8
x
op 4. Los op
a) x4 =16
b)x4 =−1
geen
4
v x = - 4 16
x = 16
snijpunten,
x=2 v x=−2
dus geen
oplossing
y
y
y= x4
y= xeven
y=16
16
a) x5 =243
y
243
0
−1
y= x3
y=8
−1
−4
op 3. Los op
0
c)x3 =−1
3
3
x = 3 8 = 2 x = 0 = 0 x = -1 = -1
0
x
b) x3 =0
x
0
x
c)x5 =−1024
y= x5
y=243
y
x
0
y= xoneven
x
31. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x =√9
x = 3 of x= −3
x =0
y
y= x2
y=9
9
−3
0
3
c)x2 =−4
geen
snijpunten,
dus geen
oplossing
op 2. Los op
a) x3 =8
y
8
x
op 4. Los op
a) x4 =16
b)x4 =−1
geen
4
v x = - 4 16
x = 16
snijpunten,
x=2 v x=−2
dus geen
oplossing
y
y
y= x4
y= xeven
y=16
16
a) x5 =243
x
0
x
c)x5 =−1024
x = 5 243 = 3
y
243
0
−1
y= x3
y=8
−1
−4
op 3. Los op
0
c)x3 =−1
3
3
x = 3 8 = 2 x = 0 = 0 x = -1 = -1
0
x
b) x3 =0
y= x5
y=243
y
x
0
y= xoneven
x
32. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x =√9
x = 3 of x= −3
x =0
y
y= x2
y=9
9
−3
0
3
c)x2 =−4
geen
snijpunten,
dus geen
oplossing
op 2. Los op
a) x3 =8
y
8
x
op 4. Los op
a) x4 =16
b)x4 =−1
geen
4
v x = - 4 16
x = 16
snijpunten,
x=2 v x=−2
dus geen
oplossing
y
y
y= x4
y= xeven
y=16
16
a) x5 =243
x
0
c)x5 =−1024
x = 5 243 = 3
y
243
0
−1
y= x3
y=8
−1
−4
op 3. Los op
0
c)x3 =−1
3
3
x = 3 8 = 2 x = 0 = 0 x = -1 = -1
0
x
b) x3 =0
y= x5
y=243
x
0
x
−1024
y
y=−1024
y= xoneven
x
33. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Los op
a) x2 =9
b) x2 =0
x =√9 of x =−√9
x =√9
x = 3 of x= −3
x =0
y
y= x2
y=9
9
−3
0
3
c)x2 =−4
geen
snijpunten,
dus geen
oplossing
op 2. Los op
a) x3 =8
y
8
x
op 4. Los op
a) x4 =16
b)x4 =−1
geen
4
v x = - 4 16
x = 16
snijpunten,
x=2 v x=−2
dus geen
oplossing
y
y
y= x4
y= xeven
y=16
16
a) x5 =243
x
0
c)x5 =−1024
x = 5 243 = 3
y
243
0
−1
y= x3
y=8
−1
−4
op 3. Los op
0
c)x3 =−1
3
3
x = 3 8 = 2 x = 0 = 0 x = -1 = -1
0
x
b) x3 =0
y= x5
y=243
y
x
0
x
−1024
x = 5 -1024 = -4
y=−1024
y= xoneven
x
34. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a) 2x4 +1=163
b) 0,5x7 −1=5
c) −x6 +6=9
35. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a) 2x4 +1=163
2x4 =162
b) 0,5x7 −1=5
c) −x6 +6=9
36. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a) 2x4 +1=163
2x4 =162
x4=81
b) 0,5x7 −1=5
c) −x6 +6=9
37. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a) 2x4 +1=163
2x4 =162
x4=81
x = 4 81
v
x = - 4 81
b) 0,5x7 −1=5
c) −x6 +6=9
38. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a) 2x4 +1=163
2x4 =162
x4=81
x = 4 81
x=3
v
v
x = - 4 81
x= −3
b) 0,5x7 −1=5
c) −x6 +6=9
39. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a) 2x4 +1=163
2x4 =162
x4=81
x = 4 81
x=3
v
v
x = - 4 81
x= −3
b) 0,5x7 −1=5
0,5x7 =6
c) −x6 +6=9
40. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a) 2x4 +1=163
2x4 =162
x4=81
x = 4 81
x=3
v
v
x = - 4 81
x= −3
b) 0,5x7 −1=5
0,5x7 =6
x7 =12
c) −x6 +6=9
41. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a) 2x4 +1=163
2x4 =162
x4=81
x = 81
4
x=3
v
v
x = - 81
4
x= −3
b) 0,5x7 −1=5
0,5x7 =6
x7 =12
x = 7 12
c) −x6 +6=9
42. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a) 2x4 +1=163
2x4 =162
x4=81
x = 81
4
x=3
v
v
x = - 81
4
x= −3
b) 0,5x7 −1=5
0,5x7 =6
x7 =12
x = 7 12
c) −x6 +6=9
−x6 = 3
43. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a) 2x4 +1=163
2x4 =162
x4=81
x = 81
4
x=3
v
v
x = - 81
4
x= −3
b) 0,5x7 −1=5
0,5x7 =6
x7 =12
x = 7 12
c) −x6 +6=9
−x6 = 3
x6 = −3
44. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a) 2x4 +1=163
2x4 =162
x4=81
b)
0,5x7
−1=5
0,5x7 =6
x7 =12
x = 7 12
c) −x6 +6=9
−x6 = 3
x6 = −3
geen snijpunten dus
geen oplossing
v x = - 81
x=3
v x= −3
op 2. De formule G =0,3d3 geeft het verband weer tussen de diameter van een peer in
cm en het gewicht G in grammen.
a) Bereken in grammen nauwkeurig het gewicht van een peer met een diameter van 5 cm.
x = 81
4
4
b) Van een peer is het gewicht 0,07kg, . Bereken de diameter in cm, rond af op 2 decimale
c) Joost en Tobias hebben allebei een peer. De diameter van de peer van Tobias is 2 keer
zo breed als die van Joost. Hoeveel keer is het gewicht zwaarder?
d) Rutger en Jasper hebben ook allebei een peer. het gewicht van de peer van Tobias is 2
keer zwaarder dan die van Joost. Hoeveel keer is de diameter breder? Rond af op 2
decimalen
45. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a) 2x4 +1=163
2x4 =162
x4=81
b)
0,5x7
−1=5
0,5x7 =6
x7 =12
x = 7 12
c) −x6 +6=9
−x6 = 3
x6 = −3
geen snijpunten dus
geen oplossing
v x = - 81
x=3
v x= −3
op 2. De formule G =0,3d3 geeft het verband weer tussen de diameter van een peer in
cm en het gewicht G in grammen.
a) Bereken in grammen nauwkeurig het gewicht van een peer met een diameter van 5 cm.
G =0,353 =
b) Van een peer is het gewicht 0,07kg, . Bereken de diameter in cm, rond af op 2 decimale
x = 81
4
4
c) Joost en Tobias hebben allebei een peer. De diameter van de peer van Tobias is 2 keer
zo breed als die van Joost. Hoeveel keer is het gewicht zwaarder?
d) Rutger en Jasper hebben ook allebei een peer. het gewicht van de peer van Tobias is 2
keer zwaarder dan die van Joost. Hoeveel keer is de diameter breder? Rond af op 2
decimalen
46. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a) 2x4 +1=163
2x4 =162
x4=81
b)
0,5x7
−1=5
0,5x7 =6
x7 =12
x = 7 12
c) −x6 +6=9
−x6 = 3
x6 = −3
geen snijpunten dus
geen oplossing
v x = - 81
x=3
v x= −3
op 2. De formule G =0,3d3 geeft het verband weer tussen de diameter van een peer in
cm en het gewicht G in grammen.
a) Bereken in grammen nauwkeurig het gewicht van een peer met een diameter van 5 cm.
G =0,353 =37,5 dus afgerond 38 gram.
b) Van een peer is het gewicht 0,07kg, . Bereken de diameter in cm, rond af op 2 decimale
x = 81
4
4
c) Joost en Tobias hebben allebei een peer. De diameter van de peer van Tobias is 2 keer
zo breed als die van Joost. Hoeveel keer is het gewicht zwaarder?
d) Rutger en Jasper hebben ook allebei een peer. het gewicht van de peer van Tobias is 2
keer zwaarder dan die van Joost. Hoeveel keer is de diameter breder? Rond af op 2
decimalen
47. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a) 2x4 +1=163
2x4 =162
x4=81
b)
0,5x7
−1=5
0,5x7 =6
x7 =12
x = 7 12
c) −x6 +6=9
−x6 = 3
x6 = −3
geen snijpunten dus
geen oplossing
v x = - 81
x=3
v x= −3
op 2. De formule G =0,3d3 geeft het verband weer tussen de diameter van een peer in
cm en het gewicht G in grammen.
a) Bereken in grammen nauwkeurig het gewicht van een peer met een diameter van 5 cm.
G =0,353 =37,5 dus afgerond 38 gram.
b) Van een peer is het gewicht 0,07kg, . Bereken de diameter in cm, rond af op 2 decimale
0,07kg =70 gram
x = 81
4
4
c) Joost en Tobias hebben allebei een peer. De diameter van de peer van Tobias is 2 keer
zo breed als die van Joost. Hoeveel keer is het gewicht zwaarder?
d) Rutger en Jasper hebben ook allebei een peer. het gewicht van de peer van Tobias is 2
keer zwaarder dan die van Joost. Hoeveel keer is de diameter breder? Rond af op 2
decimalen
48. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a) 2x4 +1=163
2x4 =162
x4=81
b)
0,5x7
−1=5
0,5x7 =6
x7 =12
x = 7 12
c) −x6 +6=9
−x6 = 3
x6 = −3
geen snijpunten dus
geen oplossing
v x = - 81
x=3
v x= −3
op 2. De formule G =0,3d3 geeft het verband weer tussen de diameter van een peer in
cm en het gewicht G in grammen.
a) Bereken in grammen nauwkeurig het gewicht van een peer met een diameter van 5 cm.
G =0,353 =37,5 dus afgerond 38 gram.
b) Van een peer is het gewicht 0,07kg. Bereken de diameter in cm, rond af op 2 decimale
0,07kg =70 gram
0,3d3 = 70
x = 81
4
4
c) Joost en Tobias hebben allebei een peer. De diameter van de peer van Tobias is 2 keer
zo breed als die van Joost. Hoeveel keer is het gewicht zwaarder?
d) Rutger en Jasper hebben ook allebei een peer. het gewicht van de peer van Tobias is 2
keer zwaarder dan die van Joost. Hoeveel keer is de diameter breder? Rond af op 2
decimalen
49. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a) 2x4 +1=163
2x4 =162
x4=81
b)
0,5x7
−1=5
0,5x7 =6
x7 =12
x = 7 12
c) −x6 +6=9
−x6 = 3
x6 = −3
geen snijpunten dus
geen oplossing
v x = - 81
x=3
v x= −3
op 2. De formule G =0,3d3 geeft het verband weer tussen de diameter van een peer in
cm en het gewicht G in grammen.
a) Bereken in grammen nauwkeurig het gewicht van een peer met een diameter van 5 cm.
G =0,353 =37,5 dus afgerond 38 gram.
b) Van een peer is het gewicht 0,07kg.Bereken de diameter in cm, rond af op 2 decimale
0,07kg =70 gram
0,3d3 = 70
70
d3 =
0, 3
c) Joost en Tobias hebben allebei een peer. De diameter van de peer van Tobias is 2 keer
zo breed als die van Joost. Hoeveel keer is het gewicht zwaarder?
x = 81
4
4
d) Rutger en Jasper hebben ook allebei een peer. het gewicht van de peer van Tobias is 2
keer zwaarder dan die van Joost. Hoeveel keer is de diameter breder? Rond af op 2
decimalen
50. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a) 2x4 +1=163
2x4 =162
x4=81
b)
0,5x7
−1=5
0,5x7 =6
x7 =12
x = 7 12
c) −x6 +6=9
−x6 = 3
x6 = −3
geen snijpunten dus
geen oplossing
v x = - 81
x=3
v x= −3
op 2. De formule G =0,3d3 geeft het verband weer tussen de diameter van een peer in
cm en het gewicht G in grammen.
a) Bereken in grammen nauwkeurig het gewicht van een peer met een diameter van 5 cm.
G =0,353 =37,5 dus afgerond 38 gram.
b) Van een peer is het gewicht 0,07kg.Bereken de diameter in cm, rond af op 2 decimale
0,07kg =70 gram
0,3d3 = 70 geeft
70
d= 3
» 6,16 cm
70
0, 3
d3 =
0, 3
c) Joost en Tobias hebben allebei een peer. De diameter van de peer van Tobias is 2 keer
zo breed als die van Joost. Hoeveel keer is het gewicht zwaarder?
x = 81
4
4
d) Rutger en Jasper hebben ook allebei een peer. het gewicht van de peer van Tobias is 2
keer zwaarder dan die van Joost. Hoeveel keer is de diameter breder? Rond af op 2
decimalen
51. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a) 2x4 +1=163
2x4 =162
x4=81
b)
0,5x7
−1=5
0,5x7 =6
x7 =12
x = 7 12
c) −x6 +6=9
−x6 = 3
x6 = −3
geen snijpunten dus
geen oplossing
v x = - 81
x=3
v x= −3
op 2. De formule G =0,3d3 geeft het verband weer tussen de diameter van een peer in
cm en het gewicht G in grammen.
a) Bereken in grammen nauwkeurig het gewicht van een peer met een diameter van 5 cm.
G =0,353 =37,5 dus afgerond 38 gram.
b) Van een peer is het gewicht 0,07kg.Bereken de diameter in cm, rond af op 2 decimale
0,07kg =70 gram
0,3d3 = 70 geeft
70
d= 3
» 6,16 cm
70
0, 3
d3 =
0, 3
c) Joost en Tobias hebben allebei een peer. De diameter van de peer van Tobias is 2 keer
zo breed als die van Joost. Hoeveel keer is het gewicht zwaarder?
stel Joost heeft d=3 , dan heeft Tobias d = 6
x = 81
4
4
d) Rutger en Jasper hebben ook allebei een peer. het gewicht van de peer van Tobias is 2
keer zwaarder dan die van Joost. Hoeveel keer is de diameter breder? Rond af op 2
decimalen
52. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a) 2x4 +1=163
2x4 =162
x4=81
b)
0,5x7
−1=5
0,5x7 =6
x7 =12
x = 7 12
c) −x6 +6=9
−x6 = 3
x6 = −3
geen snijpunten dus
geen oplossing
v x = - 81
x=3
v x= −3
op 2. De formule G =0,3d3 geeft het verband weer tussen de diameter van een peer in
cm en het gewicht G in grammen.
a) Bereken in grammen nauwkeurig het gewicht van een peer met een diameter van 5 cm.
G =0,353 =37,5 dus afgerond 38 gram.
b) Van een peer is het gewicht 0,07kg.Bereken de diameter in cm, rond af op 2 decimale
0,07kg =70 gram
0,3d3 = 70 geeft
70
d= 3
» 6,16 cm
70
0, 3
d3 =
0, 3
c) Joost en Tobias hebben allebei een peer. De diameter van de peer van Tobias is 2 keer
zo breed als die van Joost. Hoeveel keer is het gewicht zwaarder?
stel Joost heeft d=3 , dan heeft Tobias d = 6
G = 0,333 =8,1
0,363 =64,8
d) Rutger en Jasper hebben ook allebei een peer. het gewicht van de peer van Tobias is 2
keer zwaarder dan die van Joost. Hoeveel keer is de diameter breder? Rond af op 2
decimalen
x = 81
4
4
53. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a) 2x4 +1=163
2x4 =162
x4=81
b)
0,5x7
−1=5
0,5x7 =6
x7 =12
x = 7 12
c) −x6 +6=9
−x6 = 3
x6 = −3
geen snijpunten dus
geen oplossing
v x = - 81
x=3
v x= −3
op 2. De formule G =0,3d3 geeft het verband weer tussen de diameter van een peer in
cm en het gewicht G in grammen.
a) Bereken in grammen nauwkeurig het gewicht van een peer met een diameter van 5 cm.
G =0,353 =37,5 dus afgerond 38 gram.
b) Van een peer is het gewicht 0,07kg.Bereken de diameter in cm, rond af op 2 decimale
0,07kg =70 gram
0,3d3 = 70 geeft
70
d= 3
» 6,16 cm
70
0, 3
d3 =
0, 3
c) Joost en Tobias hebben allebei een peer. De diameter van de peer van Tobias is 2 keer
zo breed als die van Joost. Hoeveel keer is het gewicht zwaarder?
Gewicht = 64,8:8,1 =8 keer zo zwaar
stel Joost heeft d=3 , dan heeft Tobias d = 6
G = 0,333 =8,1
0,363 =64,8
d) Rutger en Jasper hebben ook allebei een peer. het gewicht van de peer van Tobias is 2
keer zwaarder dan die van Joost. Hoeveel keer is de diameter breder? Rond af op 2
decimalen
x = 81
4
4
54. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a) 2x4 +1=163
2x4 =162
x4=81
b)
0,5x7
−1=5
0,5x7 =6
x7 =12
x = 7 12
c) −x6 +6=9
−x6 = 3
x6 = −3
geen snijpunten dus
geen oplossing
v x = - 81
x=3
v x= −3
op 2. De formule G =0,3d3 geeft het verband weer tussen de diameter van een peer in
cm en het gewicht G in grammen.
a) Bereken in grammen nauwkeurig het gewicht van een peer met een diameter van 5 cm.
G =0,353 =37,5 dus afgerond 38 gram.
b) Van een peer is het gewicht 0,07kg.Bereken de diameter in cm, rond af op 2 decimale
0,07kg =70 gram
0,3d3 = 70 geeft
70
d= 3
» 6,16 cm
70
0, 3
d3 =
0, 3
c) Joost en Tobias hebben allebei een peer. De diameter van de peer van Tobias is 2 keer
zo breed als die van Joost. Hoeveel keer is het gewicht zwaarder?
Gewicht = 64,8:8,1 =8 keer zo zwaar
stel Joost heeft d=3 , dan heeft Tobias d = 6
G = 0,333 =8,1
0,363 =64,8
of 23 = 8 (tot macht 3 omdat d3 staat)
d) Rutger en Jasper hebben ook allebei een peer. het gewicht van de peer van Tobias is 2
keer zwaarder dan die van Joost. Hoeveel keer is de diameter breder? Rond af op 2
decimalen
x = 81
4
4
55. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a) 2x4 +1=163
2x4 =162
x4=81
b)
0,5x7
−1=5
0,5x7 =6
x7 =12
x = 7 12
c) −x6 +6=9
−x6 = 3
x6 = −3
geen snijpunten dus
geen oplossing
v x = - 81
x=3
v x= −3
op 2. De formule G =0,3d3 geeft het verband weer tussen de diameter van een peer in
cm en het gewicht G in grammen.
a) Bereken in grammen nauwkeurig het gewicht van een peer met een diameter van 5 cm.
G =0,353 =37,5 dus afgerond 38 gram.
b) Van een peer is het gewicht 0,07kg.Bereken de diameter in cm, rond af op 2 decimale
0,07kg =70 gram
0,3d3 = 70 geeft
70
d= 3
» 6,16 cm
70
0, 3
d3 =
0, 3
c) Joost en Tobias hebben allebei een peer. De diameter van de peer van Tobias is 2 keer
zo breed als die van Joost. Hoeveel keer is het gewicht zwaarder?
Gewicht = 64,8:8,1 =8 keer zo zwaar
stel Joost heeft d=3 , dan heeft Tobias d = 6
G = 0,333 =8,1
0,363 =64,8
of 23 = 8 (tot macht 3 omdat d3 staat)
d) Rutger en Jasper hebben ook allebei een peer. het gewicht van de peer van Tobias is 2
keer zwaarder dan die van Joost. Hoeveel keer is de diameter breder? Rond af op 2
decimalen
diameter = 3 2 » 1,26 keer breder
x = 81
4
4
56. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a)
3
x =5
b)
4
x +2=5
c)
3i 7 x - 2 = -8
57. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a)
3
x =5
x=(5)3 =125
b)
4
x +2=5
c)
3i 7 x - 2 = -8
58. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a)
3
x =5
x=(5)3 =125
b)
x +2=5
4
x=3
4
c)
3i 7 x - 2 = -8
59. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a)
3
x =5
x=(5)3 =125
b)
x +2=5
4
x=3
4
x=(3)4
=81
c)
3i 7 x - 2 = -8
60. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a)
3
x =5
x=(5)3 =125
b)
x +2=5
4
x=3
4
x=(3)4
=81
c)
3i 7 x - 2 = -8
3i 7 x = -6
61. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a)
3
x =5
x=(5)3 =125
b)
x +2=5
4
x=3
4
x=(3)4
=81
c)
3i 7 x - 2 = -8
3i 7 x = -6
7
x = -2
62. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op1. Los exact op.
a)
3
x =5
x=53 =125
b)
x +2=5
4
x=3
4
x=(3)4
=81
c)
3i 7 x - 2 = -8
3i 7 x = -6
7
x = -2
x=(−2)7 =−128
63. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Bereken algebraïsch de oplossing, rond zo nodig af op 2 decimalen
a) 5x3 +1 =41
b) 3x1,4 +1 = 19
c) 0,5x−2,1 −2 = 11
d) 2 i 5
x 3 +1 = 21
64. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Bereken algebraïsch de oplossing, rond zo nodig af op 2 decimalen
a) 5x3 +1 =41
5x3 =40
b) 3x1,4 +1 = 19
c) 0,5x−2,1 −2 = 11
d) 2 i 5
x 3 +1 = 21
65. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Bereken algebraïsch de oplossing, rond zo nodig af op 2 decimalen
a) 5x3 +1 =41
5x3 =40
x3 =8
b) 3x1,4 +1 = 19
c) 0,5x−2,1 −2 = 11
d) 2 i 5
x 3 +1 = 21
66. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Bereken algebraïsch de oplossing, rond zo nodig af op 2 decimalen
a) 5x3 +1 =41
5x3 =40
x3 =8
x= 38
x=2
b) 3x1,4 +1 = 19
c) 0,5x−2,1 −2 = 11
d) 2 i 5
x 3 +1 = 21
67. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Bereken algebraïsch de oplossing, rond zo nodig af op 2 decimalen
a) 5x3 +1 =41
5x3 =40
x3 =8
x= 38
x=2
b) 3x1,4 +1 = 19
3x1,4 = 18
c) 0,5x−2,1 −2 = 11
d) 2 i 5
x 3 +1 = 21
68. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Bereken algebraïsch de oplossing, rond zo nodig af op 2 decimalen
a) 5x3 +1 =41
5x3 =40
x3 =8
x= 38
x=2
b) 3x1,4 +1 = 19
3x1,4 = 18
x1,4 = 6
c) 0,5x−2,1 −2 = 11
d) 2 i 5
x 3 +1 = 21
69. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Bereken algebraïsch de oplossing, rond zo nodig af op 2 decimalen
a) 5x3 +1 =41
5x3 =40
x3 =8
x= 38
x=2
b) 3x1,4 +1 = 19
3x1,4 = 18
x1,4 = 6
x = 1,4 6
x ≈ 3,60
c) 0,5x−2,1 −2 = 11
d) 2 i 5
x 3 +1 = 21
70. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Bereken algebraïsch de oplossing, rond zo nodig af op 2 decimalen
a) 5x3 +1 =41
5x3 =40
x3 =8
x= 38
x=2
b) 3x1,4 +1 = 19
3x1,4 = 18
x1,4 = 6
x = 1,4 6
x ≈ 3,60
c) 0,5x−2,1 −2 = 11
0,5x−2,1 = 13
d) 2 i 5
x 3 +1 = 21
71. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Bereken algebraïsch de oplossing, rond zo nodig af op 2 decimalen
a) 5x3 +1 =41
5x3 =40
x3 =8
x= 38
x=2
b) 3x1,4 +1 = 19
3x1,4 = 18
x1,4 = 6
x = 1,4 6
x ≈ 3,60
c) 0,5x−2,1 −2 = 11
0,5x−2,1 = 13
x−2,1 = 26
d) 2 i 5
x 3 +1 = 21
72. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Bereken algebraïsch de oplossing, rond zo nodig af op 2 decimalen
a) 5x3 +1 =41
5x3 =40
x3 =8
x= 38
x=2
b) 3x1,4 +1 = 19
3x1,4 = 18
x1,4 = 6
x=
1,4
x ≈ 3,60
6
c) 0,5x−2,1 −2 = 11
0,5x−2,1 = 13
x−2,1 = 26
x = -2,1 26
x ≈ −4,72
d) 2 i 5
x 3 +1 = 21
73. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Bereken algebraïsch de oplossing, rond zo nodig af op 2 decimalen
a) 5x3 +1 =41
5x3 =40
x3 =8
x= 38
x=2
b) 3x1,4 +1 = 19
3x1,4 = 18
x1,4 = 6
x=
1,4
x ≈ 3,60
6
c) 0,5x−2,1 −2 = 11
0,5x−2,1 = 13
x−2,1 = 26
x = -2,1 26
x ≈ −4,72
d) 2 i
5
x 3 +1 = 21
3
5
2 ix +1 = 21
74. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Bereken algebraïsch de oplossing, rond zo nodig af op 2 decimalen
a) 5x3 +1 =41
5x3 =40
x3 =8
x= 38
x=2
b) 3x1,4 +1 = 19
3x1,4 = 18
x1,4 = 6
x=
1,4
x ≈ 3,60
6
c) 0,5x−2,1 −2 = 11
0,5x−2,1 = 13
x−2,1 = 26
x=
-2,1
26
x ≈ −4,72
d) 2 i
5
x 3 +1 = 21
3
5
2 ix +1 = 21
3
5
x = 10
75. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Bereken algebraïsch de oplossing, rond zo nodig af op 2 decimalen
a) 5x3 +1 =41
5x3 =40
x3 =8
x= 38
x=2
b) 3x1,4 +1 = 19
3x1,4 = 18
x1,4 = 6
x=
1,4
x ≈ 3,60
6
c) 0,5x−2,1 −2 = 11
0,5x−2,1 = 13
x−2,1 = 26
x = -2,1 26
x ≈ −4,72
2 i 5 x 3 +1 = 21
d)
3
5
2 ix +1 = 21
3
5
x = 10
3
5
x = 10 »
76. Klas 4 vwo a h5: vergelijkingen met machten en wortels
op 1. Bereken algebraïsch de oplossing, rond zo nodig af op 2 decimalen
a) 5x3 +1 =41
5x3 =40
x3 =8
x= 38
x=2
b) 3x1,4 +1 = 19
3x1,4 = 18
x1,4 = 6
x=
1,4
x ≈ 3,60
6
c) 0,5x−2,1 −2 = 11
0,5x−2,1 = 13
x−2,1 = 26
x = -2,1 26
x ≈ −4,72
2 i 5 x 3 +1 = 21
d)
3
5
2 ix +1 = 21
3
5
x = 10
3
5
x = 10 » 46, 42