Op dinsdag 30 november 2011 vond de 4de Trefdag Dijkinspectie en –onderhoud Vlaanderen plaats te Kruibeke. De dag werd verzorgd door de Werkgroep Dijken, bestaande uit het Waterbouwkundig Laboratorium en afdeling Geotechniek, en is bedoeld voor dijkbeheerders, onderzoekers en andere betrokkenen binnen de Vlaamse overheid.
9. Doelstelling onderzoek
Vegetatie = resultante van (a)biotische
omgevingsfactoren en gevoerde beheer
1. Variatie in de dijkvegetatie
=>Welke abiotische omgevings-
factoren (+beheer) verklaren de
variatie in de vegetatie
2. Erosiebestendigheid
10. Methodiek
Onderzoeksopzet
1. Variatie in vegetatie bepalen
2. Verzamelen van abiotische data/beheer
3. Bepalen welke abiotische data/beheer
variatie verklaren (multivariate analyse)
4. Erosiebestendigheid
5. Implementeren in aanleg en beheer van
dijken
11. Variatie in vegetatie
• Vegetatieopnames op dijken langs
Zeeschelde en Durme
–Selectie proefvlak 2x2 m
(algemeenste vegetatietypes)
–Soortenlijst (hogere planten,
mossen)
–Inschatten procentuele bedekking
16. Variatie in vegetatie
• Soortenrijk glanshavergrasland
–Vrij hoge en vrij gesloten vegetatie
met veel gewone glanshaver maar
ook grassen als gestreepte witbol,
ruw beemdgras, rood zwenkgras en
met dicotylen (scherpe boterbloem,
veldzuring, fluitenkruid, veenwortel,
ringelwikke, …)
18. Variatie in vegetatie
• Soortenarm glanshavergrasland
–Hoge soortenarme vegetatie
gedomineerd door gewone
glanshaver met grassen als
gestreepte witbol, kropaar, ruw
beemdgras maar ook rood zwenkgras
en gevlekte rupsklaver
20. Variatie in vegetatie
• Verruigd glanshavergrasland
–Hoge soortenarme vegetatie
gedomineerd door gewone
glanshaver met grote brandnetel en
kropaar, …
22. Variatie in vegetatie
• Brandnetelruigte
–Hoge soortenarme vegetatie
gedomineerd door grote brandnetel
met kleefkruid, gewoon dikkopmos,
hondsdraf, …
37. Erosiebestendigheid
• 20 locaties per vegetatietype (5)
–Wortelstalen
0-10, 10-20, 20-30, 30-40 cm
–Holheid zode
•Vegetatie
•Strooisel
•Mos
•Kale bodem
0.5 m
0.5 m
0.5 m
0.5 m
39. Conclusies
• Variatie in vegetatie, gradiënt van
soortenrijk grasland over soortenarm
glanshavergrasland naar brandnetelruigte
• Bodem: variatie in percentage zand en
leem
• Gradiënt in totaal en mineraal stikstof en
fosfor
• Verklarende variabelen en
erosiebestendigheid (voorjaar 2012)