3. • 80% door herseninfarcten
Definitie en epidemiologie
In Nederland 41.000 mensen per jaar getroffen door CVA.
In totaal zijn 100.000 mensen in Nederland met een CVA
CVA : is acute verstoring bloedcirculatie
in de hersenen met neurologische
uitvalsverschijnselen.
• 20% door hersenbloedingen
TIA : idem, neurologische verschijnselen
verdwenen binnen 24 uur
4. • 45 % ouder dan 75 jaar
• 78 % ouder dan 65 jaar
Definitie en epidemiologie (vervolg)
• 38% nagenoeg geen beperkingen
• 31% enige beperkingen
• 31% ernstige beperkingen
• na een half jaar: 34% overleden
5. CVA keten zorg
Voorheen Tegenwoordig
Lange wachttijd opname vph
Weinig continuïteit
Overdracht gebrekkig
Laat starten revalidatie
Versnippering deskundigheid
Lange wachttijd vzh en thuiszorg
Moeizaam realiseren aanpassingen
en hulpmiddelen
Snelle overplaatsing
Betere continuïteit
Complete overdracht
Sneller starten
(en optimaal herstel functies)
Bundelen deskundigheid
Verbetering wachttijden
Soepeler realiseren van ???
6. CVA keten zorg (vervolg)
Vanuit stroke unit MCL
• 61% naar huis met evt. Thuiszorg en/of behandeling
• 33,6% klinische Revalidatie, CVA-herstel of
revalidatie Friesland
• 5,4% overleden
8. CVA keten zorg (vervolg)
• Patiënt kan niet naar huis of revalidatiecentrum
• Functieverlies
• Herstelmogelijkheden
• Terminale patiënten, coma, te forse
psychogeriatrische problematiek, geen
herstelmogelijkheden zijn uitzonderingcriteria
Wanneer naar CVA-herstel ?
9. CVA keten zorg (vervolg)
• Voldoet patiënt aan criteria voor CVA herstel ?
• Hoe was functioneren voorheen ?
• Hoe is de thuissituatie ?
• Zijn er uitzonderingcriteria ?
Beoordeling in het ziekenhuis
10. CVA keten zorg (vervolg)
• Patiënt kan terug naar huis, voldoende mantelzorg
thuiszorg aanwezig
• Herstelmogelijkheden kunnen via dagbehandeling
gerealiseerd worden
• Veelal verlichting mantelzorg wenselijk
Wanneer dagbehandeling ?
11. CVA keten zorg (vervolg)
• Samenhang waarmee zorg wordt geboden
• Zo vroeg mogelijk starten
• Intensiteit
Succes van de revalidatie :
• Goede voorlichting aan patiënt en systeem
• Functionele therapie
• Doelgerichtheid
12. Beloop in fasen
Acute fase (globaal eerste twee weken)
• Begint bij het optreden van CVA tot wanneer pt stabiel
• Diagnostiek en indien mogelijk therapie
• Hoofddoel: voorkomen progressieve schade en voorkomen
complicaties
Revalidatie fase (globaal 3 – 6 maanden na CVA)
• Hoofddoel: voorkomen en verminderen van beperkingen en handicaps
Chronische fase (meestal na 6 maanden)
• Begint nadat duidelijk is met welke blijvende stoornissen, beperkingen
en handicaps de CVA-patiënt moet leren leven
• Acceptatie, verwerking en leren omgaan met
13. Risicofactoren
Hypertensie (80%) 1,5 tot 2 ×
Hartproblemen (50%) 2 tot 4 ×
Vergroot de kans op CVA
Roken 2,5 ×
Diabetes Mell (20%) 2 tot 4 ×
Eerder CVA (10%) 5 × in eerste jaar na CVA
14. Symptomen
Bij CVA in linker hersenhelft zou je kunnen zien:
• Hemiparese rechter lichaamshelft
• Afasie
• Hemianopsie rechts
• Valneiging naar rechts
Bij CVA in rechter hersenhelft zou je kunnen zien:
• Hemiparese linker lichaamshelft
• Valneiging naar links
• Hemianopsie links
• Ruimtelijke stoornissen
• Vaak cognitieve stoornissen, bijv. ziekteinzicht gestoord (=anosognosie)
Zijn afhankelijk van de getroffen plaats in de hersenen
15. Symptomen (vervolg)
• Apraxie (stoornis in handelen)
Andere symptomen:
• Vermoeidheid
• Agnosie (stoornis in waarnemen)
• Persoonlijkheidsveranderingen
• Dysartrie en slikstoornissen
• Emotie en gedragsverandering
• Neglect (stoornis in waarnemen van ruimte / lichaam)
16. Symptomen (vervolg)
Parese: in het begin van slap / hypotoon, later ontwikkeld
zich een hypertone / spastische parese
• Been: strekspasme, neiging tot spitsvoet
• Arm: buigspasme, neiging tot palmairflexie /
contractuurvorming in pols
21. Negatieve prognostische factoren
• Uitblijvend motorisch herstel armfunctie > 2 wk
• Uitblijvend herstel zitbalans > 2 wk
• Hypotone hemiparese > 4 wk
• Gestoorde propriocepsis, neglect
• Bewustzijnsstoornissen binnen 48 uur na CVA
• Incontinentie voor urine > 2 wk
• Desorientatie in tijd en plaats
• Comorbiditeit
• Beperkte motivatie
• Ernstige afasie / apraxie
• Eerder CVA
22. Ongunstig voor ontslag
• Probleemgedrag
• Incontinentie
• Neuropsychologische functiestoornissen
(afasie,apraxie)
• Instabiel functioneel niveau
• Verminderde draagkracht mantelzorg
23. Therapie
Trombolyse (< 3 uur) CI;
Secundair Acetylsalicyzuur en Dipyridamol
- > 3 uur
- gedaald bewustzijn
- recidief CVA / hersentrauma
- snelle spontane verbetering
- bloedingen (laatste 3 wkn)
- gebruik Sintrom
- epileptisch insult bij ontstaan
- recent grote operatie
Soms operatief bij intracerebraal hematoom
24. Therapie (vervolg)
Belangrijkste therapeutische maatregelen bij
CVA zijn echter gericht op:
- Voorkomen van complicaties
- Voorkomen van recidief CVA
- Stimuleren van herstel
- Begeleiden van familie
- Bij slechte prognose tav overleving goede
palliatieve en symptomatische zorg
27. Casus
Mevr. P, 81 jarige gehuwde vrouw,
voorheen volledig zelfredzaam en normale mobiliteit
Dysarthrie, lichte woordvindstoornis
Afhankelijk, rolstoelgebonden.
1 zelfst.wonend in niet aangepaste woning
2 echtgenoot verminderd belastbaar
3 lijkt cognitief adequaat
4 hemiparese re, arm, been spierkracht 1-2
28. Casus (vervolg)
Bij ontslag:
Woning aangepast
HDL diverse mogelijkheden, rijdt scootmobiel
Gaat zeer adequaat om met beperkingen
Zelfst.lopen met rollator, toiletgang zelfst.
ADL gedeeltelijk hulp
Spreekt goed verstaanbaar