Dit boek van Joan Tollifson gaat over spirituele bevrijding en de vrijheid vinden in beperking en volmaaktheid en in onvolmaaktheid. Het is de vrijheid om precies te zijn zoals we zijn.
5. Inhoud
VoonNoord 9
Het leven 11
Dit is het! 21
Het denkbeeldige probleem 31
Het oorspronkelijke gezicht 41
Is dat alles? 45
Wat kijkt er uit mijn ogen? 49
Geen zelf 57
Is het lichaam werkelijk? Ben ik het lichaam? 67
Je leven niet persoonlijk opvatten: wat wil dat
zeggen? 73
Wat is dit? 75
Niet iets maken uit niets & niet van niets iets
maken 87
Niet een, niet twee 93
Wat moet ik doen? 99
6. 8
Keuze en keuzeloosheid
Gewaarzijn
Valt er iets te doen?
Beheersing en overgave
De stroom: inademen en uitademen
Als we nu eens echt volmaakt zijn, precies
zoals we zijn?
Het pad-zonder-pad naar Hier/Nu
De kunst van nergens naar toe gaan
Onderzoek: wat is het?
Je omdraaien om de denkbeeldige tijger aan
te kijken
Ben ik al verlicht?
Vele wegen naar huis
De eenvoud van wat is
Net wanneer je het snapt, is het voorbij!
Dankbetuigingen
107
123
135
161
169
175
181
191
207
213
217
225
231
237
241
Voorwoord
D
it boek gaat over bevrijding. Dat betekent niet:
het einde van alle aardbevingen, oorlogen, fail
lissementen, werkloosheid en kanker, en het betekent
niet een leven zonder verdriet, depressie, bezorgdheid
ofverslaving. Het gaat over herkennen dat dit de heili
ge werkelijkheid is, en dat de heilige werkelijkheid niet
ergens anders is. Het is het besef dat het fundamen
tele probleem nu opgelost kan worden, en dat er in
feite niets op te lossen is. Bevrijding is het vinden van
vrijheid in beperking en volmaaktheid in onvolmaakt
heid. Het is de vrijheid om precies te zijn zoals we zijn.
Maar wat zijn we? Wat is, Hier/Nu, echt? Waar gaat
het leven over? Wie leest deze woorden? Is het lezen
van deze woorden een individuele keuze, of is het de
enige mogelijke bezigheid in het hele universum op dit
moment, en is daar verschil tussen? Is er een methode
9
7. die leidt tot bevrijding of versterkt dat idee juist de
illusie dat er iemand is die gebonden is en dat bevrij
ding zich ergens in de toekomst bevindt? In dit boek
worden deze vragen verkend.
Het is niet het streven er antwoord op te geven,
maar eerder om de aannames achter de vragen te on
dergraven, om het denkbeeldige karakter van onze zo
genaamde problemen en dilemma's bloot te leggen. Er
is een uitnodiging om met open geest te luisteren en te
kijken. Het gaat niet om het aannemen van een nieuw
geloof. In tegendeel, je wordt uitgenodigd om datgene
te ontdekken wat geen geloof nodig heeft om te zijn.
10
Joan Tollifson
Zuid-Oregon
Voorjaar 2012
Het leven
Het leven leeft voortdurend van leven.
Het leven verschijnt in allerlei vormen en
gedaanten. Maar het is nog steeds hetzelfde
leven, dezelfde intelligentie-energie.
Enjij bent dat leven.
- Sailor Bob Adamson
H
et tere zonlicht in de namiddag op een enkel tril
lend blad, witte wolken die door de blauwe lucht
drijven, kinderen die verkocht worden voor prostitu
tie, uitgehongerde vluchtelingen die vluchten voor een
hongersnood, ongelooflijke daden van edelmoedig
heid en goedheid, de weeë pijn van depressie, olie die
in de zee loopt. Het leven heeft wveel gezichten -het
ene moment mooi, het andere moment ondraaglijk, te
11
8. afschuwelijk om te bevatten, zo prachtig dat er geen
woorden voor zijn.
Wanneer het mooi is, ligt onze enige pijn in de we
tenschap dat het niet zal duren. Wanneer het lelijk is,
kan het overstelpend en beangstigend zijn. Zelfs als we
de meest afschuwelijke dingen die gebeuren nier zelf
hoeven re ervaren of te zien, zelfs als we volledig on
wetend zijn van dergelijke dingen, worden we feitelijk
door alles geraakt, want we zijn niet echt afgeschei
den van mensen in verre landen of van de oceanen en
van de lucht die we inademen. Ieder van ons kent zijn
eigen persoonlijke worsteling met teleurstelling, een
zaamheid, financiële onzekerheid, chronische pijn,
invaliditeit, verslaving- met welke mix daarvan ieder
van ons ook behept is.
Hoe geven we betekenis aan dit alles? Waar gaat het
allemaal om? Is er een uitweg uit ons lijden of het lij
den van de wereld, of een manier om het te doorstaan
zonder te vervallen in een destructieve geestesgesteld
heid als wanhoop, boosheid, haar en zelfmedelijden?
Zoals vele anderen heb ik in alle richtingen gezocht
naar antwoorden op deze vragen. Ik heb het gepro
beerd met alcohol en drugs, psychotherapie, politiek
activisme, meditatie, satsang en fundamentele non
dualiteit. Uiteindelijk belandde ik daar waar ik nooit
weg was geweest: in de eenvoud en onmiddellijkheid
van Hier/Nu- dit wat immer aanwezig en helemaal
compleet is ondanks wat er in de film van het waakbe
staan gebeurt en nooit door wat er plaatsvindt.
12
Ik ervaar nog altijd momenten van verdriet en ont
moediging, uitbarstingen van kwaadheid, golven van
depressie of angstige bezorgdheid, en periodieke op
rispingen van verslavingsgedrag en dwangmatigheid.
Misschien komt dit alles minder frequent, minder hef
tig voor en is het van kortere duur, maar het komt nog
steeds voor. En de wereld als geheel is nog altijd vol
lijden en onrecht.
Wat wel veranderd lijkt is dat de gedachte, het ge
voel, dat ik een op zich zelf staand persoon ben, de
baas over 'mijn leven' die zichzelf of de wereld uitein
delijk zal vervolmaken, is verdwenen. Er is de realisatie
dat het leven het hele plaatje omvat, het licht en het
donker, dat er niets persoonlijks bij is, dat alles moeite
loos vanzelf, op de enig mogelijke manier plaatsvindt,
en dat niets enige vastheid of bestendigheid heeft. Er
is ook helderheid over wat de onnodige inspanning is
die zo'n groot aandeel heeft in het laten ontstaan van
ons menselijk lijden en verwarring, hoe we onszelf on
gelukkig maken. Naarmate dit opgehelderd werd, is
er een afname gekomen van goedgelovigheid wanneer
het verleidelijke lied van begoocheling klinkt. Wan
neer ik merk dat ik denk dat er iets ontbreekt of dat
de oplossing ergens buiten mezelfligt, kan ik �e beter
ontspannen in Hier/Nu, de plek die ik nooit echt ver
laten heb.
In plaats van welbewust te proberen 'mezelf ' of 'de
wereld' te helpen of te verbeteren, sta ik er meer open
voor alles zichzelf op zijn eigen manier te laten helen,
op zijn eigen tijd, zoals het toch wel doet. Er is toe-
13
9. wijding aan de onmiddellijkheid van het leven precies
zoals het nu is, zonder er een positieve draai aan te
willen geven. Deze pure intimireit is geen moeitevolle,
doelgerichte, naar verbetering strevende krachtsinspan
ning noch een soort passieve of fatalistische berusting.
Het is een dynamische vitaliteit, een beschikbaarheid
die alles insluie en aan niets blijft kleven. Het is niet
iets dat 'jij' bereikt of krijgt, maar eenvoudig de onbe
grensdheid, het naakte zijn dat altijd al totaal hier en
nu aanwezig is.
Het is een grote opluchting te beseffen dat er in
deze totale, spontane manifestatie geen volmaaktheid
is zonder onvolmaaktheid, dat het licht en het donker
samen ontstaan zoals de top en het dal van de golf, dat
je ze niet uit elkaar kunt halen, en de heiligheid van
alles te waarderen, precies zoals het is, met alle gebre
ken. De sterke overtuiging dat ik weet wat het beste is
voor her universum lijkt gelukkig te verdampen. EJ).
als die toch opduikt, heeft ze meer van een dierbare
eigenschap- o, kijk, Joan draait weer haar nummertje
bezorgdheid.
Ik heb ontdekt dat er aan problemen geen einde
komt. Wanneer we het ene probleem verhelpen, duikt
er een ander probleem op. Maar het wordt slechts een
bron van leed als we ons verbeelden dat iets anders
zou moeten of kunnen zijn. Het stormachtige, don
kere weer hoort juist net zo goed bij het geheel als het
heldere, zonnige weer. En het is allemaal een kwestie
van perspectief en gezichtspunt, wat we zonnig vin
den. Telkens wanneer we een stap doen of onze neus
14
krabben, doden en verminken we miljoenen micro-or
ganismen, maar daar denken we geen seconde bij na.
We beschouwen de vernietiging van een virus of van
kankercellen als iets positiefs, en we tonen geen morele
verontwaardiging als de ene mierenkolonie een andere
overmeestert en onderwerpt. Maar ons menselijk dra
ma lijkt daarentegen serieus en vol van betekenis, en
onze particuliere standpunten lijken ons heel reëel en
'juist' toe.
In de fllm van het waakbestaan die elke ochtend
begint te draaien, lijk ik een speler in een zich ont
vouwend toneelspel, en telkens wanneer ik het nieuws
aanzet, lijkt de wereld wel het heroïsche strijdtoneel
russen goed en kwaad. Het verhaal is fascinerend en
lijkt heel echt. Maar dan verdwijnt de hele film op ma
gische wijze elke nacht in de diepe slaap, en verdwijn
ik daarmee ook. Wat er in de diepe slaap blijft bestaan
kan nooit waargenomen of begrepen worden. Het is
de grond-zonder-grond, dat wat aan het bewustzijn
voorafgaat, dat wat bewustzijn is. In nachtelijke dro
men en in de droomgelijke film van het waakbestaan
verschijnt deze grondloosheid in oneindig veel vor
men. Wanneer we goed kijken, zien we dat deze vor
men niets dan voortdurende verandering zijn, en dat
zich in feite nooit iets vormt dat vast, onafhankelijk en
blijvend is, behalve in conceptuele zin, als een idee.
De hele opvoering is één naadloze, steeds verande
rende, ongrijpbare manifestatie: subatomaire deeltjes
die verschijnen en verdwijnen, planeten die om de zon
cirkelen, orkanen die over de oceaan razen, vogels die
15
10. trekken, mieren die tunnels en heuvels bouwen, witte
bloedplaatjes die een ontsteking bestrijden, mensen
die een bos kaalslaan, een meditatiecentrum bouwen,
boeken schrijven, boodschappen doen, naar hun
werk rijden, verliefd worden, boos worden, wakker
zijn, dromen, dagdromen, uit hun dagdroom ontwa
ken, denken, zich herinneren, fantaseren, het verkeer
horen, deze woorden lezen. Alleen wanneer we den
ken over deze naadloze stroom en die onder woor
den brengen, wordt hij ogenschijnlijk opgebroken in
onderwerpen en lijdende voorwerpen, zelfstandige
naamwoorden en werkwoorden, oorzaken en gevol
gen, voor en na, goed en slecht. Alleen wanneer we
denken bestaat er ogenschijnlijk een zich ontvou
wend verhaal dat zich afspeelt in de rijd, met 'mij' als
middelpunt, een schijnbaar op zich staande eenheid
van bewustzijn (een geest) gevat in een schijnbaar op
zichzelf staand lichaam, iemand die iets van mezelf
moet maken, mijn gaven moet gebruiken om de we
reld te helpen, een succes moet zijn, het juiste moet
doen, en misschien verlicht wordt.
Maar als we, bewust terugkijkend, zoeken naar de
bron van elke impuls, gedachte, verlangen, intentie,
actie of reactie die plaatsvindt, is er geen beginpunt
aan te wijzen of te vinden. We hebben geen idee wat
onze volgende gedachte zal zijn. Recent hersenonder
wek wijst erop dat tegen de tijd dat er een gedachte
als 'ik moet de kat eten geven' in het bewustzijn ver
schijnt, de handeling die deze gedachte lijkt voort te
brengen in feite al gaande is in her lichaam. In een
16
oogwenk gaan de vormen van dit moment in rook op,
onmiddellijk vervangen door een volslagen nieuw uni
versum. Wanneer we goed kijken naar een ogenschijn
lijke vorm (een stoel, een persoon, een gedachte, een
gevoel, een gewaarwording), is het evident dat niets
wat er verschijnt enige substantiële, blijvende realiteit
heeft. Alles verandert, gaat over in iets anders. Het is
allemaal een flakkerend, droomgelijk verschijnsel, dat
verdwijnt zodra het verschijnt.
Alles verandert, en toch is, paradoxaal genoeg,
Hier/Nu altijd aanwezig.
Welk moment van de dag of nacht het schijnbaar
ook is, welk jaar ook, hoe oud ik ook ben, welke loca
tie er ook verschijnt, het gebeurt altijd Hier/Nu- er is
slechts deze eeuwigheid zonder tijd, plaats en eigenaar,
die nooit komt, nooit gaat en nooit hetzelfde blijft.
Deze bewuste aanwezigheid, deze onmiddellijkheid,
deze naadloosheid die ik Hier/Nu noem is het water
in elke golf. Dit moment, zoals het is, is onvermijdelijk
en onontkoombaar.
We denken altijd dat we een blijvende, onafhanke
lijke entiteit zijn met een vrije wil, een afgescheiden
fragment dat losstaat van het geheel, worstelend om
ons leven te beheersen en te overleven als de bedachte
vorm die 'ik' heet en die wij werkelijk vinden. We vre
zen de dood en hopen dat 'mijn' bewustzijn en mijn
verhaal door zullen gaan in een soort van hopelijk
prettig hiernamaals. Maar dit beeld van onze situatie is
net zo slecht bedacht als die onze voorouders niet eens
zo lang geleden hadden, toen zij vreesden dat ze van de
17
11. rand van de aarde konden vallen als ze de oceaan op
voeren. Wanneer we echt zien dat er geen enkele soort
van afgescheiden, onafhankelijke, blijvende vorm is
-dat er geen feitelijke grenzen of naden bestaan tussen
subject en object, zelf en niet-zelf, geboorte en dood
-dat er slechts deze immer veranderende, altijd aan
wezige onbegrensdheid is-dan is er geen lichaam en
geen geest buiten het geheel. Evenals er geen rand aan
de aarde zit, is er geen onafhankelijk of blijvend ie
mand geboren die uiteindelijk sterft. Er is alleen de
onverklaarbare, totale stroom of grenzeloze aanwezig
heid, precies zoals zij is, waarbuiten zich niets bevindt
-uitgestrekte leegte die de voortdurend veranderende
verschijning voortbrengt.
leder van ons is veel meer (en veel minder) dan wat
we ons voorstelden te zijn. leder van ons is her on
noembare aanwezig-bewuste dat geen centrum heeft,
geen eigenaar, geen locatie, geen grens, geen vorm,
geen begin en geen einde. Ieder van ons is het hele
universum en wat er blijft wanneer het universum ein
digt. En tegelijkertijd lijkt het ontegenzeggelijk alsof
ieder van ons de rol van een bepaald personage speelt,
en ieder van ons kijkt blijkbaar naar en speelt mee in
een volslagen unieke film van het waakbestaan. Net als
sneeuwvlokken zijn geen twee films precies hetzelfde.
Maar het valt ons misschien op dat dit personage een af
en toe optredende, voortdurend veranderende, illusoire
verschijning is die komt en gaat, samen met alle andere
personages en de zich steeds wijzigende omgeving van
deze onwezenlijke film van het waakbestaan, en dat we
18
blijkbaar alleen in de film afZonderlijke mensen zijn,
ieder met zijn eigen lichaam, geest en films.
We zouden kunnen zeggen dat alles het spel van
bewustzijn is, wat 'bewustzijn' dan ook is. De waar
heid is dat het leven een mysterieuze gebeurtenis is die
nooit echt in enige wetenschappelijke of metafysische
formulering te vatten is. En toch is jouw hier en nu
zijn-wat nu aan de hand is- onbetwistbaar, evident
en onontkoombaar. Het is alleen maar mysterieus
wanneer we het proberen te verklaren of in beelden te
vangen.
Het is mij opgevallen dat telkens wanneer er sprake
is van leed of verwarring, dit betekent dat bewustzijn
zich verliest in denken en overspoeld wordt door een
soort hypnotiserende droomwereld. Het is vergeten
dat het de hele oceaan is, en her ziet zichzelf als een
afzonderlijke golf en probeert dan wanhopig als die
golf re overleven, probeert een succesvolle golf te zijn.
Het zoekt zelfs de oceaan! Wanneer onderkend wordt
dat geen enkele golf bestaat buiten de oceaan, wanneer
er geen denkbeeldige scheiding is tussen 'mij' en de
huidige gebeurtenis, eindigt lijden. Het probleem ver
dwijnt en ik verdwijn als die denkbeeldige persoon die
zogenaamd iets van zichzelf moet maken, de wereld
moet redden, alles moet begrijpen en naar een hogere
staat van bewustzijn moet evolueren. Er is slechts het
moment van nu, precies zoals het is.
Dit ontwaken uit de droom afgescheiden te zijn kan
alleen nu plaatsvinden, niet later of in de toekomst, en
het is niet zozeer iets dat er gebeurt als wel de opperste
19
12. eenvoud van hier en nu, zoals het is. Dit eenvoudige,
naakte zijn is ongelooflijk evident en feitelijk onont
koombaar. Het lijkt alleen maar ongrijpbaar omdat
het zo dichtbij is, zo alomvattend.
Het is geen kwestie van intellectueel begrijpen,
maar van datgene herkennen waar geen begrip voor
nodig is, wat waarlijk onvoorstelbaar is, maar tegelij
kertijd volkomen evident en volstrekt onontkoom
baar. Het gaat erom de onmiddellijkheid die geen
ideeën oproept en die hier nu is, te herkennen. En ei
genlijk is deze herkenning nooit niet hier, want niets
is ooit niet hier. Zelfs de gedachten en verhalen die
ons lijken mee te nemen zijn niets anders dan deze
naadloze gebeurtenis - het zijn kortstondige verschij
ningen in de voortdurend veranderende caleidoscoop
van Hier/Nu - uitbarstingen van energie zonder eigen
vorm of duurzaam bestaan. De heilige werkelijkheid
is echt onvermijdelijk, ook al kan die ogenschijnlijk
verduisterd of over het hoofd gezien zijn. Bevrijding
is niet het bereiken of verwerven van iets nieuws en
het is niet het gevolg van enige oorzaak, maar de altijd
aanwezige, ongedeelde onmiddellijkheid waarbuiten
niets is. Bevrijding is werkelijk een non-gebeurtenis,
een verschuiving zonder verschuiving, of zoals men
in zen zegt, een poort-zonder-poort. Het is Hier/Nu.
20
Dit is het!
W
e denken gewoonlijk: 'Dit is het niet.' Omdat
we onszelf zien als een op zich staand deel, is
het onvermijdelijk dat we ons incompleet en kwets
baar voelen. We zijn er totaal van overtuigd dat er iets
ontbreekt, dat het niet helemaal goed is. Bovenal zijn
we ervan overtuigd dat 'ik' niet helemaal oké ben. We
horen: 'Dit is het' of: 'Alles is volmaakt zoals het is',
en we kunnen niet geloven dat het waar zou kunnen
Zljll.
Wij mensen lijken een intens verlangen te hebben
dat de dingen anders zijn dan ze zijn. Misschien zijn we
op die manier geëvolueerd door de drang om te onder
zoeken en de nieuwsgierigheid naar wat er voorbij de
bocht ligt. Verlangen en angst zijn deel van ons overle
vingssysteem; biologisch gezien komen ze ons goed van
pas. Ons vermogen om fouten vast te stellen en nieuwe
21
13. mogelijkheden te zien heeft ons in staat gesteld te over
leven en te gedijen. Maar diezelfde vermogens brengen
ons blijkbaar ook in zulke onmogelijke situaties als waar
geen enkel ander dier voor komt te staan.
We verlangen niet alleen een voedzaam maal en een
warme plek om te slapen, zoals elk ander dier, maar
we verlangen soms ook dingen waar we aan doodgaan,
zoals sigaretten en crack cocaïne. Gevoed door een
mengsel van normale verlangens en fatale bekoringen,
zijn mensen op de proppen gekomen met een com
plete industrie gewijd aan het opwekken van onnodig
verlangen en het aanwakkeren van een vals gevoel van
gemis. De wereld wordt nu in hoge mate gedomineerd
door een economisch en politiek systeem dat overleeft
door suïcidale consumptieartikelen aan te prijzen,
een verslavende kringloop die de aarde zelf, waarvan
we afhankelijk zijn voor onze overleving, lijkt te ver
nietigen. Crack cocaïne en sigaretten zijn slechts het
topje van de ijsberg, als het gaat om het oproepen van
zodanig zelfdestructieve knoeiboel als waarvoor geen
enkel ander dier genoeg hersens heeft om te verzin
nen. Vanzelfsprekend is dit alles niet minder natuurlijk
dan de destructieve daden van sprinkhanen, virussen,
kankercellen, parasieten, bosbranden, orkanen, explo
derende zonnen, ijstijden of verdwaalde meteorieten
die kapotslaan op planeten.
Hoewel we onszelf vaak zien als iets dat buiten of
boven de natuur staat, of misschien als een soort on
natuurlijke afwijking, zijn ons ingewikkelde brein en
onze menselijke activiteit evenzeer een uiting van de
22
natuur als iets anders. Onze wolkenkrabbers, snelwe
gen en vernietigingswapens zijn net zo natuurlijk als
beverdammen, mierenhopen en bijensteken. En net zo
zijn moderne geneeskunde, politieke bewegingen die
strijden voor sociale gerechtigheid, spirituele praktij
ken als meditatie en boeken als deze ook een uiting
van de natuur, evenals witte bloedplaatjes die een ont
steking in het lichaam bestrijden een uiting van de na
tuur zijn. Alles is inbegrepen in wat is.
Maar door ons vermogen tot abstraheren en ons ver
mogen ons het verleden te herinneren en de toekomst
voor te stellen, krijgen wij mensen altijd het idee dat er
iets ontbreekt. We denken dat dit knagende gevoel van
gemis opgeheven kan worden als we maar een nieuwe
auto, een betere baan, een groter huis, een andere part
ner, een eind aan de artritis, nog een café latte, een
rechtvaardiger sociaal-economisch stelsel of een schit
terende verlichtingservaring hadden. Er is niets mis
mee als je een van deze zaken wilt of hebt, maar we
lijden wanneer we ons inbeelden dat dergelijke din
gen ons fundamentele ongemak echt zullen wegnemen
of ons het ware geluk en gemoedsrust zullen brengen.
Onvermijdelijk worden we teleurgesteld. Wat we ten
diepste verlangen is eigenlijk heel dichtbij, hier en nu.
Het is wat wij zijn, wat we niet niet kunnen zijn: de es
sentie, de vitaliteit, de aanwezigheid, de leegte die niet
afhankelijk is van welke vorm dit moment aanneemt,
of het nu een nieuwe auto of een lekke band is, want
de echte bron van waar geluk, echte vrede en vrijheid
is evenveel aanwezig in elke vorm.
23
14. Waar ik het over heb?
Over dit! Hier. Nu. De vitaliteit en onmiddellijk
heid van deze ervaring nu, her weren dat je aanwezig
en gewaar bent, dit onontkoombare hier en nu- dit
wat je altijd al bent en niet nîet kunt zijn- de naakte
werkelijkheid van alleen dit, precies zoals het is.
Nog steeds niet zeker van wat ik bedoel?
Leg een paar minuten, nadat je deze paragraaf hebt
gelezen, het boek neer en wees eenvoudig aanwezig zon
der iets speciaals te doen. Voel de ademhaling. Merk de
geluiden op van het verkeer, de wind, vogels die zingen,
spelende kinderen, vliegtuigen die overvliegen, wat je
maar hoort. Voel de gewaarwordingen in het lichaam.
Geniet van de vormen, kleuren en bewegingen die als
zuivere visuele gewaarwordingen verschijnen, zonder
te proberen ze te benoemen of te plaatsen. Wanneer je
maar merkt dat je denkt, laat dan als je kunt de gedach
ten varen en keer terug naar het simpel en puur ervaren
van het huidige moment. Laat je ervaring precies zo zijn
als zij is, hoe ze ook is. Je probeert niet om je van iets te
ontdoen, iets tot stand te brengen ofiets te begrijpen. Je
bent eenvoudig hier, en dat gaat moeiteloos. Je kunt niet
niet hier zijn, precies zoals je bent, daarom hoefje niets
te doen of iets niet te doen. Laat jezelfgewoon zijn. Blijf
enkele minuten bij dit pure zijn - ademend, horend,
ziend, voelend, gewaar zijnd- eenvoudig levend. Kun
je het verschil voelen tussen de naakte werkelijkheid van
het nu ademen-horen-zien-voelen-gewaar zijn-zijn en
elke poging deze ervaring in woorden, ideeën of me
tafYsische formuleringen te vatten? Kun je zien dar de
24
werkelijkheid zelf (het zuivere ervaren) tegelijk onvoor
stelbaar én volkomen evident is?
Zeker, denken en je voorstellingen maken zijn ook
onderdeel van dit naadloze gebeuren, maar juist bij het
denken en ons ideeën vormen raken we verstrikt in
denkbeeldige problemen en dilemma's. Alleen in ons
idee, in verhalen die in het denken ontstaan, zijn we
blijkbaar 'iemand' die anders moet zijn dan we zijn.
Daarom kan het zo bevrijdend zijn wanneer de aan
dacht verschuift van gedachten naar de pure eenvoud
van horen, zien, voelen en gewaar zijn.
Naruurlijk zal vaak, wanneer die verschuiving
plaatsvindt, wanneer we de opluchting voelen eenvou
dig hier te zijn als helemaal niets, het denken opkomen
en proberen zich dit roe te eigenen als een persoonlijke
prestatie: 'Ik heb het! Dit is het! Ik ben verlicht!' En
juist die gedachte creëert onmiddellijk opnieuw de il
lusie 'ik' en 'het', de illusie van afgescheidenbeid en
dualiteit. Voor we her weren is de volgende gedachte:
'0 nee! Ik ben het kwijt! Hoe kan ik het terugkrijgen?'
En het grote geheim is dat alles- de gedachten, de il
lusie 'ik', de zuivere gewaarwordingen, het gewaarzijn
dat dit alles ziet, de hele show- zonder zelf is, zonder
scheiding, zonder kern. Het is één onvermijdelijke en
dus onbereikbare zodanigheid.
Woorden als 'Hier/Nu', of uitspraken als ' Dit is
Het', verwijzen naar dit eeuwig huidige moment dat
geen plaats, geen grens, geen naden heeft. Hier en nu is
altijd aanwezig en eeuwig veranderlijk. Het verschijnt
als verkeersgeluid, de smaak van een appel, het blauwe
25
15. van de lucht, de gewaarwordingen van hoofdpijn, de
verhalen en mentale films die het denken en de ver
beelding creëren, en de non-ervaring van diepe slaap.
Ik wijs op wat zeer evident, zeer onmiddellijk, zeer on
miskenbaar is� de pure werkelijkheid van wat is-het
pure zijn waarvoor geen geloof nodig is en waaraan je
niet kunt twijfelen.
Elke interpretatie van de ervaring van dit moment
(wat ze is, of waarom ze er is) kan men in twijfel trek
ken, maar dat ze er is, is boven twijfel verheven. Je
kunt twijfelen aan conclusies die je trekt uit wat je
nu ervaart (bijvoorbeeld dat het een mentale creatie
is, gebaseerd op wat vla de zintuigen binnenkomt uit
de buitenwereld, die bestaat uit scheikundige elemen
ten, atomen, moleculen, subatomaire deeltjes, quarks
of snaren, of dat het allemaal bewustzijn is, of dat het
een droom of een illusie is) -deze conclusies kunnen
allemaal betwijfeld worden, maar het pure ervaren wat
er nu gebeurt, het hier-zijn of nu-zijn of zo-zijn er
van, dat vereist geen geloof en valt onmogelijk te ont
kennen. Zelfs als we geloven dat het een illusie of een
droom is, het is er niettemin onmiskenbaar.
Als je je bewust bent van deze aanwezige vitaliteit,
dan is er ontvankelijkheid en een gevoel van verwon
dering. We zien schoonheid in de meest gewone din
gen. We voelen dat alles eigenlijk oké is, ook als het dat
ogenschijnlijk niet is. We hebben gemoedsrust. Zelfs
als we verdriet hebben of lichamelijke pijn, gaat die
vergezeld van een zekere vitaliteit, een gevoel van vloei
baarheid en onvastheid.
26
Als je je niet bewust bent van die aanwezige vitaliteit is
er sprake van lijden. Ik maak hier onderscheid tussen
pijn (wat zuiver een gevoel is) of pijnlijke omstandig
heden (zoals oorlog, faillissement, een natuurramp) en
de gedachten, verhalen en overtuigingen over de pijn
of de pijnlijke omstandigheden. Lijden, zoals ik het
woord hier gebruik, is eigenlijk het gedachte-verhaal
geloof-idee dat dit-hier-nu niet genoeg is, dat het le
ven niet zo hoort te zijn zoals het is, dat 'ik' niet oké
ben of 'het' niet oké is -dat waar we naar verlangen
zich ergens 'buiten' ons bevindt, in het verleden of in
de toekomst, ergens anders of op een ander moment
dan Hier/Nu. Dit idee van gemis komt altijd voort
uit de gedachte-verhaal-geloof-idee dat 'ik' een afzon
derlijk deeltje ben, ingekapseld in een vergankelijk en
kwetsbaar lichaam-geestorganisme, van waaruit het
naar een wezensvreemde en bedreigende wereld kijkt,
probeert te overleven, te slagen, ergens te komen en
een bijzonder iemand te zijn. Vanuit dit gezichtspunt
van afgescheiden en ingekapseld zijn lijkt er altijd iets
te ontbreken.
We verbeelden ons dat we ooit voluit kunnen leven
-nadat we onze schulden hebben afbetaald, nadat we
de garage hebben opgeruimd, nadat we voorgoed zijn
gestopt met roken, nadat we Spaans hebben geleerd,
nadat we ons als vrijwilliger hebben aangemeld om de
thuislozen eten te geven, nadat we een baan hebben
gekregen, nadat we genoeg hebben gespaard voor ons
pensioen, nadat we met pensioen zijn gegaan, nadat we
zijn afgevallen, nadat we weer naar de sportschool zijn
27
16. gegaan en in conditie zijn, nadat we het goed hebben
gemaakt met onze ouders, nadat we onze tweelingziel
hebben gevonden en getrouwd zijn, nadat de kinderen
op hun bestemming zijn gebracht, nadat we weer op
retraite zijn geweest, nadat we verlicht zijn geworden
- dan, ooit, in de toekomst, kunnen we totaal leven
en helemaal oké zijn. Ons echte leven kan eindelijk
beginnen. Ofmisschien denken we dat ons echte leven
in het verleden plaatsvond, voor de scheiding, voordat
we onze baan kwijtraakten, voordat de kinderen het
huis uitgingen, voordat we kanker kregen en in een
rolstoel terecht kwamen. Maar in beide gevallen, ofwe
nu geobsedeerd zijn door het verleden of door de toe
komst, dit, nu op dit moment, kan het niet zijn. Dit
lijkt nergens op. Dat denken wij.
Bewust worden is het doorzien van dergelijke ge
dachten, wakker worden uit het verhaal van je leven
en van alles wat je denkt en gelooft, je bewust worden
van de eenvoud van wat is. Dit kan alleen Hier/Nu ge
beuren, niet in het verleden of in de toekomst. Bewust
zijn is het herkennen van het oneindige in het eindige,
de leegte in iedere vorm, het volmaakte in het ogen
schijnlijk onvolmaakte, totaliteit in de veelvuldigheid.
Er bestaat niets buiten Hier/Nu en daarom is niemand
ooit echt verloren en is er niets te vinden dat niet al
helemaal aanwezig is.
Ns je probeert te begrijpen wat Hier/Nu betekent,
wat gewaarzijn is, wat aanwezigheid is, dan glipt het je
door de vingers als water of lucht. En toch, wat hier nu
is, deze bewuste aanwezigheid, is heel evident en vol-
28
strekt onloochenbaar. Het is het enige 'ding' waar niet
aan getwijfeld kan worden (en het is helemaal geen
ding, want het is niets in het bijzonder en het is alles).
Streven naar deze bewuste aanwezigheid is absurd,
omdat er geen plek en niets is buiten Hier/Nu. Zelfs
lijden en het verhaal van scheiding en gemis is niets
anders dan Hier/Nu dat zich laat zien als dat verhaal,
zich laat zien als lijden. Zonder bewustzijn zou het niet
eens kunnen verschijnen. Samsara (de film van het
waakbestaan) is nirvana (de heilige werkelijkheid) in
doorzichtige vermomming.
Lijden is als een onweersbui of een sombere dag.
Niemand kan die opeisen. Het betekent niets. Hoewel
lijden persoonlijk lijkt, is het niet meer eigen of door
jezelfveroorzaakt dan het weer.
Wat hier nu gebeurt is niet iets 'buiten jou' of los
van jou, ner zo min als deze bewuste aanwezigheid iets
'in jou' is, wam er is nooit een echte grens russen bin
nen en buiten te vinden. Er is misschien een verbeelde
afscheiding waarvan we denken dat die er is, maar
evenmin als een lijn tussen twee landen op een kaart is
deze grens er in werkelijkheid. Kijk goed (met gewaar
zijn, niet met analytisch denken), om de afwezigheid
van een grens rechtstreeks te ontdekken, naar de plaats
waar 'in jou' overgaat in 'buiten jou'.
Misschien ontdek je dat er alleen maar deze totale
gebeurtenis is, voortdurend veranderend en met on
eindige variaties, maar altijd Hier/Nu aan de hand, als
één consistent beeld, één complete film, waarin los van
het zien er geen 'ziener' en geen 'geziene' bestaan.
29
17. Het denkbeeldige probleem
Ik heb verschrikkelijke dingen meegemaakt
in mijn Leven, waarvan sommige echt
gebeurd zijn.
- MarkTwain
Steljezelfeerst de vraag: 'Wie is het die be
vrijding zoekt, wie bevindt zich in gevan
genschap?'In die vraag zulje het antwoord
vinden. je zult zien dat er niets is.
Er is niemand
-Jean Klein
31
18. We kunnen het grootsteprobleem hebben,
en ik bedoel de grootst mogelijke neurotische
obsessie, en toch is het allemaal niets dan
watje nu ervaart.
Dit inzicht is totaal bevrijdend, als we er
eenmaal aan gewend zijn.
- J. Matthews
M
ensen hebben lang gezocht naar de basis van
zijn, de bron en het wezen van het leven zelf.
Atomen, subatomaire deeltjes, snaren, bewustzijn, ge
waarzijn, God, oerenergie- wetenschap, metafYsica en
religie hebben vele mogelijkheden verkondigd door de
eeuwen heen. Of wetenschap nu astronomisch 'naar
buiten' kijkt of subatomair 'naar binnen', zij probeert
altijd haar eerdere grenzen te verleggen. Ze heeft zelfs
gevonden dat observeren verandering aanbrengt in het
geobserveerde, dat objectiviteit niet bestaat.
We vragen ons af of de wereld 'echt bestaat' zoals we
hem waarnemen, en op talloze manieren ontdekken we
dat waarneming onbetrouwbaar is, dan ze misleid kan
worden. En toch zien we vaak het duidelijke feit over
het hoofd dat de zodanigheid van de waarneming van
nu volstrekt buiten kijf staat. We kunnen betwijfelen
of het geweer dat we in de hand van de man meenden
te zien werkelijk een geweer was of dat het een mo
bieltje, optisch bedrog of een hallucinatie was, maar
we kunnen niet twijfelen aan de naakte zodanigheid
van die geweervorm, het zuivere waarnemen zelf. Zelfs
32
iedere conclusie over wat dat voorwerp 'echt' was (of
is), is altijd aan twijfel onderhevig, misschien omdat
'daar buiten' geen afzonderlijke en blijvende werkelijk
heid bestaat behalve de naadloosheid van aanwezig-be
wuste ervaring. Bovendien is er ook geen afZonderlijk
en blijvend onderwerp 'hier binnen' dat voor de gek
gehouden kan worden.
Omdat we vaak meer aandacht schenken aan onze
bedachte interpretaties dan aan de naakte waarheid van
zijn, raken we gemakkelijk in de war en verontrust.
We kunnen niet begrijpen hoe mensen aan de andere
kant van het politieke spectrum in hemelsnaam zo vol
komen en gekmakend blind kunnen zijn voor hoe de
wereld 'werkelijk' is. Of we maken ons zorgen dat de
wereld die we waarnemen misschien een gesimuleerde
werkelijkheid is, geschapen door vijandelijke machi
nes om ons te bedriegen en te knechten, dat we maar
hersens in een vat blijken te zijn. Of we horen dat er
een minieme vertraging in de waarneming is, zodat we
altijd alleen het verleden waarnemen, alsof we door het
achterraam van een auto het landschap achter ons zien
verdwijnen, en dit vinden we verschrikkelijk veront
rustend, want hoe kunnen we de auto besturen als we
niet kunnen zien waar we eigenlijk zijn, laat staan waar
we heen gaan? Of we zijn het er mee eens dat alles één
ongedeelde gebeurtenis is, maar maken we ons zorgen
dat 'ik' het zo misschien niet ervaar. Of we knikken
instemmend bij de bewering dat alles slechts als in een
droom verschijnt en dat het zelf maar een illusie is,
en vragen dan: 'Wat moet ik dan nu doen?' Dit lijken
33
19. allemaal redelijke zorgen als we geloof hechten aan de
dualistische veronderstellingen en misvattingen die
aan deze ogenschijnlijke raadsels ten grondslag liggen.
Maar wie is precies degene die deze zorgen heeft,
degene die het mikpunt lijkt te zijn van deze beangsti
gende scenario's, degene die denkt dat hij iets anders is
dan de ervaring die er nu is, degene die denkt dat hij
de auto moet besturen, degene die bezorgd is dat hij
beetgenomen wordt. En waar vinden welke dan ook
van deze scenario's, 'echt' of 'ingebeeld', plaats? We
kunnen denken of ons verbeelden dat er een wereld is
buiten het bewustzijn, onafhankelijk van bewustzijn,
maar die gedachte ofverbeelding komt alleen op in het
bewustzijn. We ervaren zelfs nooit iets buiten het be
wustzijn, maar toch, waar is het bewustzijn? Als we het
brein opensnijden, zullen we de kamer waarin we nu
zitten niet vinden, of deze wereld, of de landschappen
van onze dromen en fantasieën. Waar precies gebeurt
dit alles dan wel? Als je naar het antwoord zoekt, val
je al voor het imaginaire probleem en zal alles wat je
vindt ook weer een object zijn dat in het bewustzijn
verschijnt. Hierbij zij opgemerkt dat al deze proble
men elke nacht in de diepe slaap verdwijnen, tegelijk
met degene die ze lijkt te hebben.
Eeuwenlang dachten we dat onze planeet, die ver
ondersteld werd een plat vlak te zijn, het centrum van
het universum was. Daarna ontdekten we dat de aarde
om de zon draaide en slechts een van de vele plane
ten in een van de vele zonnestelsels en een van de vele
melkwegen was in wat plotseling een universum zon-
34
der god bleek te zijn, zonder goedertieren wezen dat
alles beheerste en voor ons zorgde. We namen ook eeu
wenlang aan dat we ieder iemand waren, een uitvoe
rend zelfmet een vrije wil die onze gedachten creëerde
en besliste wat we deden. Recent hersenonderzoek laat
steeds meer zien dat dit beeld net zo absurd fout is
als de voorstelling dat een platte aarde het middelpunt
van het universum is. Opnieuw zijn we in metafysi
sche onzekerheid en wanhoop gebracht. Niet alleen is
er geen god die de show runt, nu is er blijkbaar ook
geen 'ik' dat de show runt! Hellup!
Maar wat is er eigenlijk veranderd door deze we
tenschappelijke ontdekkingen? Alleen het plaatje dat
we ervan hebben, ons mentale beeld ervan, ons verhaal
over onze situatie, onze kaart van de werkelijkheid.
De nieuwe kaart is aanleiding voor nieuwe verhalen,
nieuwe fantasieën en nieuwe angsten, en die lijken al
lemaal heel echt.
Doodsbang niets meer te zijn dan een hulpeloze ro
bot, gestraft met zelfbewustzijn op drift in een koud,
zinloos, nihilistisch universum vol enge zwarte gaten,
proberen we wanhopig onze pijn te verzachten. We ve
gen over onze iPads, gaan aan meditatie doen, doen
yoga, rennen van de ene naar de andere satsang en
lezen eindeloos veel boeken over non-dualiteit, wan
hopig op zoek naar een oplossing voor het imaginaire
probleem. En hoewel er momenten van geluk en tevre
denheid voorkomen, momenten waarop we het imagi
naire probleem vergeten, merken we dat alle oplossin
gen uiteindelijk teleurstellend blijken. Voor velen van
35
20. ons is er altijd die knagende twijfel, die blijvende on
zekerheid, dat fundamentele onbehagen, hoe vurig we
ook proberen te geloven in onze nieuwste religie, onze
nieuwste goeroe, of onze nieuwste antwoorden. En we
willen beslist niet bedrogen, beetgenomen, gesust of
voor de gek gehouden worden met valse conclusies,
zoals onze voorouders. Wij zijn voortdurend op onze
hoede. Scepsis wordt onze instelling, vaak afgewisseld
met lichtgelovigheid en korte uitstapjes naar hoopvolle
nieuwe oplossingen.
Als we geluk hebben merken we misschien uitein
delijk dat dit onbehagen op elk moment dat we er niet
meer voor weglopen, als sneeuw voor de zon verdwijnt.
Wanneer we al onze overtuigingen en ideeën laten val
len en ophouden met het zoeken naar antwoorden en
oplossingen, verdwijnt het probleem.
Het ogenschijnlijke probleem bestaat alleen, of lijkt
te bestaan, wanneer er sprake is van de misvatting dat
we buiten onze ervaring staan. Al onze twijfel en pijn
verwijst naar het illusoire gevoel van een afzonderlijk
zelf en heeft daar mee te maken.
Het afzonderlijke zelf zoekt naar zin en probeert
achter de waarheid over het universum te komen, alsof
waarheid iets buiten de ervaring van nu is waar men
achter kan komen, alsof zin iets is dat te vinden zou
zijn.
Maar wanneer we ons overgeven aan wat moeite
loos, Hier/Nu, helemaal vanzelf gebeurt, ontdekken
we vrede, vrijheid, liefde, vreugde- alles waar we bui
ten onszelf naar zochten.
36
Dit zeggen is natuurlijk gevaarlijk, omdat de lezer ver
leid zou kunnen worden wat hij nu ervaart te onder
zoeken en 'uit te zien naar' vrede, vrijheid, liefde en
vreugde- en dan vaststellen of deze kwaliteiten aanwe
zig zijn of niet. Juist dit afstand nemen en ervaringen
onderzoeken schept onmiddellijk een gevoel van afge
scheiden zijn, van onbehagen en gemis, en dan komt
de gedachte op om de werkelijkheid van dit gemis te
bevestigen en persoonlijk op te vatten door vast te stel
len dat je niet de kwaliteiten hebt die ze beschreef en
dat je het niet begrijpt, dat je een mislukkeling bent en
het waarschijnlijk nooit zult snappen.
Maar de 'ik' die zogenaamd een mislukkeling is, is
maar een illusoir mentaal beeld, dat het denken net uit
de lucht heeft geplukt, net als het schijnbare gemis. Het
probleem is denkbeeldig, net alsdegene die het probleem
zogenaamd heeft. Het heeft geen zin dit te geloven- dan
hebben we alleen maar een nieuw geloof dat spoedig
betwijfelbaar zal worden. Het denkbeeldige probleem
wordt opgelost door zowel dit als degene die er last van
heeft, telkens wanneer ze verschijnen, te doorzien.
En kijk hoe snel de geest zelfs dat omzet in een
nieuwe opdracht tot zelfverbetering om 'mij' te red
den. Mijn nieuwe opdracht wordt het doorzien van
het denkbeeldige probleem, zodat 'ik' in een betere
staat kan komen en een verlichtere 'ik' kan worden;
mijn nieuwe verhaal is hoe goed of hoe slecht ik hierin
ben. Dit is weer hetzelfde oude liedje.
Er is een natuurlijk verlangen om wakker te worden,
niet alleen omwille van ons zelfbeeld; zo functioneert
37
21. het leven uit zichzelf: het heelt wonden, vindt oplos
singen, verheldert wat duister was. Het is liefde in actie.
Maar die natuurlijke toewijding verschilt hogelijk van
de obsessie met zelfverbetering die nu juist voortkomt
uit de misvattingen die ze probeert recht te zetten. We
kunnen het verschil voelen tussen de openheid van lief
de en de beklemming van willen vastpakken.
Maar bedenk dat de beklemming, de misvattingen
en de wonden ook bij het leven horen. Niets valt er
buiten. Eenheid omvat alles. Alleen het illusoire, af
gescheiden deeltje, het personage in de film, houdt
zich bezig met volmaakt zijn en zich niet weer laten
beetnemen. De heelheid van zijn vindt het niet erg
om beetgenomen te worden. Gewaarzijn heeft geen
zelfbeeld om te beschermen, geen zelf om tegen de
dood te verdedigen. Voor het leven zelf komt er geen
eind aan het beetgenomen worden en geen eind aan
bewustwording. Het overkomt niemand. Het is niet
persoonlijk.
Als je dus merkt dat je geobsedeerd aan bedachte
problemen zit te denken, kun je er misschien mee
beginnen op te merken hoe onbevredigend dit malen
is, hoe je er eigenlijk nooit iets aan hebt. Het heeft
iets verleidelijks- het is vertrouwd, het belooft mooie
resultaten, het lijkt veiliger dan je ontspannen in het
grenzeloze - maar zoals zoveel andere verleidelijke
bezigheden levert het niets op. Je raakt alleen maar
steeds verwarder en wanhopiger. De tredmolen gaat
sneller en sneller, maar de worcel komt niet dichter
bij. Je gewaar zijn van dit hele mechanisme, telkens
38
wanneer het verschijnt, zal de geloofwaardigheid en
aantrekkingskracht ervan doen verdwijnen. Gewaar
zijn betekent niet: erover nadenken. Het wil zeggen
dat je het ziet terwijl het gebeurt. Misschien merk je
dat je het vermogen hebt je gedachten te laten varen,
terug te keren naar de eenvoud van dit moment, je te
ontspannen in de open sfeer van gewaar zijn. En in
deze open sfeer ontdek je misschien dat geen enkel
probleem beklijft.
39
22. Het oorspronkelijk gezicht
Liefde is het vermogen elke omstandigheid
en elk levend wezen te zien als volmaakt,
precies zoals ze zijn.
- Anam Thubten
Vun je de vitaliteit en weidsheid aanvoelen van de
�uidige manifestatie die jij bent, de onbegrensd
heid die het hele universum omvat?
Een lorrie die voorbij raast, zonlicht dat de huid ver
warmt, de bewegingen van tenen en vingers, een bos
brand die over een droog landschap raast, een moeder
in Afrika die haar uitgehongerde kind wiegt, een rijke
investeringsbankiet in New York die aan een Martini
nipt, een seriemoordenaar die zijn slachtoffer martelt,
een arts die een patiënt redt, soldaten in oorlog die op
41
23. elkaar schieten, micro-organismen die het in de bloed
baan met elkaar uitvechten, een mier die over het trot
toir loopt, een reusachtige voet die de mier vertrapt,
explosies in een verre melkweg - kun je aanvoelen dat
alles één naadloze beweging is die zich in volmaakte
synchroniciteit en harmonie afspeelt, zelfs wanneer er
schijnbaar disharmonie en dissonantie is? Zie je dat er
geen grens is tussen jou (deze bewuste aanwezigheid)
en alles wat er verschijnt?
De kinderverkrachter, de seriemoordenaar, de
dronkelap die in een plas van urine en kots sterft op
de stoep zijn niet minder de heilige werkelijkheid dan
de moeder die liefdevol voor haar kinderen zorgt, de
hulpverlener die de uitgehongerden gaat helpen of de
monnik die een leven van authentieke sereniteit en hel
derheid leidt. En in de kern van alles (elke vorm, elke
gewaarwording, elke waarneming, elk idee) vinden we,
als we goed kijken, helemaal niets, alleen dat wat niet
te vinden is omdat het te dichtbij is, te vertrouwd om
te kunnen zien.
Het wonder van het leven is innig verbonden met
de vergankelijkheid en onwerkelijkbeid ervan. Alles
verandert en geen enkele vorm die voorbijkomt heeft
een blijvend bestaan. Onze jeugd, onze belangrijkste
relatie, ons meest beschamende ogenblik, de maanlan
ding, de holocaust, de gebeurtenissen van 11 septem
ber, de verhalen op het dagelijkse nieuws, de gehele
wereldgeschiedenis, ons hele leven op het moment van
sterven- al deze dingen komen aan ons voorbij en los
sen op als dromen (of nachtmerries). Wat onmisken-
42
baar is in elke voorbijgaande vorm, wat niet betwijfeld
kan worden, is de zodanigbeid ervan, het aanwezig
zijn.
Aanwezigheid (of leegte) is geen 'ding' dat aangevat
kan worden. Gewaarzijn is niet iets dat losstaat van
alles wat het onthult. Gewaarzijn is een ander woord
voor het onbegrensde, voor het unieke, voor het naad
loze, voor de onvoorwaardelijke liefde waarin geen
scheiding bestaat tussen minnaar en beminde. In het
licht van gewaarzijn is alles wat verschijnt de heilige
werkelijkheid, want ware liefde ziet de volmaaktheid
in alles zoals het is.
Hoe slecht onze ervaring schijnbaar ook wordt,
zelfs als het hele universum ontploft, we weten in ons
binnenste dat er niets wezenlijks beschadigd is. Wat
blijft is ongeboren en onverwoestbaar. Het is onbe
noembaar, maar we zouden het intelligentie, energie,
het Zelf, of gewoon dat kunnen noemen wat geen
tegenpool en geen tweede kent. Deze grenzeloze een
heid of leegte is niet veroorzaakt. Niets brengt het tot
stand. Het is altijd totaal aanwezig. Het is de hele dans
van het bestaan en het is wat overblijft wanneer al het
waarneembare en voorstelbare er niet meer is.
Wanneer je oplost in die grond-zonder-grond, is er
slechts liefde -liefde voor jezelf, liefde voor de wereld,
liefde voor alle levende wezens.
Alles wat er is, ontstaat tegelijk, Hier/Nu, in vol
maakte stilte. De sterren die lichtjaren ver zijn, het
verleden, de toekomst, alle verschillende standpunten,
alle verschillende films die zich afspelen - alles is Hier/
43
24. Nu. Dit is de tijdloze eeuwigheid, de nier re lokalise
ren aanwezigheid, de alomvattende eenheid waarvan
her centrum overal is en de omtrek nergens. Hier/Nu
is de grond-zonder-grond, het Opperste Subject, het
Oorspronkelijk Gezicht, dat wat in diepe slaap blijft
wanneer elke ervaring verdwijnt samen met de her
senschimmige ondervinder. Geen enkel subject of
object, geen enkele aanwezigheid of afwezigheid blijft
bestaan.
En dit Oorspronkelijk Gezicht is niet iets anders
dan een kom soep of een peuk in de goot.
44
Is dat allese
Iemand vroeg een zen-meester eens: '�t is
Boeddha?' De leraar antwoordde: ' �t is
niet Boeddha?'
- oorsprong onbekend
De werkelijkheid is niet zoals ze lijkt.
Evenmin is ze anders.
- Lankavarara Soetra
W
anneer ik naar de heilige werkelijkheid wijs door
aandacht te vragen voor het verkeersgeluid, de
�ang van een vogel, de geur van koffie, een peuk in
de goot of het gezoem van een stofzuiger, vraagt men
soms: 'Is dat het? Is dat alles? Verkeersgeluid, vogels,
45
25. koffie, sigarettenpeuken? Worden we niet geacht dar
alles te overstijgen? Is dat niet allemaal een illusie of
alleen maar 'de materiële wereld'? En de 'uiteindelij
ke werkelijkheid' en de 'hoogste verlichtingservaring'
dan? Gaat de hoogste waarheid niet 'vooraf aan be
wustzijn'? En hoe zit het met 'de noumenon', 'de ziel',
'God', 'leegte' of 'zuiver gewaarzijn'?
Uiteindelijke werkelijkheid is niet ergens anders.
De hoogste verlichtingservaring is niet ergens anders.
Het absolute is niet ergens anders. De heilige werke
lijkheid is het nabije, het subtiele, het vitale van Hier/
Nu. Dit is God, dit is leegte- deze blauwe lucht, deze
witte wolk, deze viezigheid in de goot, deze stoel, dit
tv-programma, dit blad dat dwarrelt in de wind, deze
opwelling van woede, deze gele schoolbus, deze golf
van eenzaamheid, deze lachsalvo, deze gedachtegang,
dit ziende-horende-voelende-bewuste wezen. Dit is de
Geliefde.
Een blaffende hond. Groene bladeren die dansen in
het zonlicht. De luisterende stilte. Open. Weids. Gren
zeloos. Gewoon dit!
Dit is niet zoals al het andere. Het is zoals het is.
Hoe is het? Het is niet zus of zo, want het verandert
voortdurend.
Over de uiteindelijke werkelijkheid schrijven is als
een boek schrijven met verdwijnende inkt.
Als de woorden echt gehoord worden, kunnen ze
een deur openen naar het hart. Ze kunnen onze aan
dacht vestigen op het levende hier en nu. Ze kunnen al
onze voorstellingen en ideeën uitwissen en ons ontvan-
46
keiijk en vol verwondering maken. Maar als de den
kende geest alleen maar probeert dit alles intellectueel
te verklaren of conceptueel te begrijpen, dan brengen
de woorden ons slechts verder van het vitale en opene
van aanwezigheid.
De echte boodschap is wat blijft nadat de inkt is
verdwenen. Maar als je probeert te zien wat dat is,
zul je het nooit vinden, want je zoekt naar een object.
Aanwezigheid is geen object. Het is de openheid die
het allemaal waarneemt.
47
26. Watkijkt er uit mijn ogen?
De spiegel weerkaatst het beeld, maar het
beeld verbetert de spiegelniet. je bent noch
de spiegel noch het beeld in de spiegel.
Alsje de spiegel perfect gemaakt hebt zodat
hijjuist en waarheidsgetrouw weerspiegelt>
kunje de spiegel omdraaien en er een ware
weerspiegeling in zien vanjezelf- zo waar
als de spiegel die kan geven. Maar de reflec
tie benjij niet zelf-jij bent wie de reflectie
ziet. Begrijp het goed- watje ook ziet, je
bent niet watje ziet.
- Nisargadatta Maharaj
49
27. �t we zien, wanneer we kijken naar el
kaar en naar alles wat we kunnen zien, ook
onze voeten, is slechts ons object.
En ons object is deel van onszelfals subject.
Niemand anders kan ons zien, omdat we
geen enkel objectiefbestaan hebben, en we
kunnen iemand anders niet zien, omdat hij
dat ook niet heeft.
-WeiWuWei
J
e weet �
.
at je hier bent.Je weet het zonder een zweem
van tw1)fel. Je hebt geen autoriteit nodig om je dit
te vertellen. Je hoeft niet eerst in de spiegel te kijken.
Je hoeft niet naar school om dit te leren. Je weet dat je
hier bent. Je kunt niet twijfelen aan je eigen bestaan.
Met'jij' bedoel ik niet het personage in het verhaal van
je leven of wat je hebt geleerd te beschouwen als 'jij'
of' je lichaam' of 'je geest', want dat kan allemaal be
twijfeld worden. Ik bedoel gewoon deze onmiskenbare
bewuste aanwezigheid, de wetenschap dat je aanwezig
bent, dit ervaren dat nu plaatsvindt. Horend, ziend,
voelend - nu hier aanwezig. Hieraan kun je niet twij
felen. Het staat boven twijfel dat jij (als deze bewuste
aanwezigheid) hier bent en dat zich hier iets toont.We
kunnen van mening verschillen over wat dit is 'of het
een droom of stoffelijke werkelijkheid is, geest of ma
terie, waarheid of illusie, dit of dat), maar dat het is, is
onbetwistbaar. Je kunt het feit (of de zodanigheid) van
deze huidige gebeurtenis niet betwijfelen.
50
Gewaarzijn is de gemeenschappelijke factor in elke er
varing. Het is het ervaren in elke ervaring, het zien dat
evenveel aanwezig is in (en als) alles wat gezien wordt,
het horen dat in (en als) elk geluid evenveel aanwezig
is. Het hier-zijn van hier, het nu-zijn van nu, de on
miskenbare zodanigheid of het zijn van dit moment.
We zien het klaarblijkelijk over het hoofd door ernaar
te zoeken, maar in feite kunnen we het niet over het
hoofd zien of erbuiten stappen. Dit zijn is alles wat
er is, en waar je ook kijkt, je ziet altijd jezelf, de enige
werkelijkheid, altijd aanwezig en voortdurend veran
derend.
Dit zeer onmiddellijke zijn is evenveel aanwezig in
(en als) elke ervaring: ervaringen van verkramptheid,
ervaringen van verruiming, prettige ervaringen, nare
ervaringen, zonnige dagen, onweersbuien, wanneer
het denken bezig is en wanneer er niet gedacht wordt.
Deze aanwezigheid is het water in elke golf, de spiegel
in elke reflectie, het zien dat nooit gezien kan worden,
het gewaarzijn dat zichzelf overal waarneemt.
Bij de zogenaamde reis naar spirituele verlichting
gaat het niet om ergens aankomen of iets nieuws ver
werven. Het gaan om het herkennen van wat heel evi
dent is en het doorzien van de valse ideeën en echt
lijkende fantasieën (of eruit ontwaken), die schijnbaar
versluieren wat zich pal voor onze neus bevindt, dich
terbij dan onze adem, onmogelijk echt te vermijden of
over het hoofd te zien,.
Wanneer we woorden horen als bewustwording of
verlichting, stellen we ons vaak voor dat 'ik' op een
51
28. dag misschien over een of andere magische streep in
het zand stap en een 'verlicht mens' wordt, voor eeu
wig afgesteld op de een of andere volmaakte (en ho
pelijk permanent aangename) staat. Dit is fantasie en
illusie. Deze denkwijze is precies waaruit verlichting
ontwaakt.
Ontwaken of verlichting gaat juist altijd alleen over
hier en nu. Dat is het onschatbare juweel. Dit juweel is
onvoorstelbaar en niet te bevatten, niet omdat het iets
geheimzinnigs, esoterisch en ver weg is, maar omdat het
zo dichtbij, zo alomvattend en zo schijnbaar gewoon is.
Hoewel deze bewuste aanwezigheid onzichtbaar is, is ze
overal zichtbaar! Het is het hele universum en het is wat
blijft wanneer het hele universum verdwijnt.
Probeert de geest te begrijpen wat dat is? Is er de
gedachte: 'Ik kan het niet bevatten?'
Ontwaken is door deze beweging van de denkende
geest heen zien en eenvoudig hier en nu wakker zijn,
de verkeersgeluiden en de vogelzang horen, ademha
len, de kleuren en vormen van dit moment zien. Dit
gaat moeiteloos omdat we niet niet hier kunnen zijn,
aanwezig en gewaar, bezig met wat we ook maar doen.
Maar het denken heeft het vermogen ons ervan te over
tuigen dat we losstaan van wat we ervaren, dat we een
deeltje zijn dat verdwaald is in een vreemde wereld,
een schip op de oceaan dat gevaar loopt te zinken. Een
zeer algemene manier om het juweel ogenschijnlijk te
missen is door het ergens te zoeken.
Daarom zegt het boeddhisme dat je de Boeddha
moet doden als je hem onderweg ziet. Met andere
52
woorden, als je je verbeeldt dat de uiteindelijke wer
kelijkheid iets buiten jou is, iets dat je tot object kunt
maken, iets dat je kunt vinden of verliezen - iemand,
een gebeurtenis, een ervaring, een staat, een herinne
ring, een idee, een inzicht, een geloof- dan moet je het
doden. Je moet wakker worden. Wanneer je ontwaakt,
is er niets buiten jou. Jij bent niet-iets en alles.
Als je probeert aandacht te geven aan gewaarzijn
of aan het ene onveranderlijke zelf, dan objectiveer je
het- je maakt er iets van buiten jezelf. War je je ook
inbeeldt te zien, te vinden of te ervaren is een subtiel,
bedacht object. Ditzelfde gebeurt als je probeert met
behulp van gewaarzijn vast te stellen wie je zelf bent.
Je objectiveert dan zowel 'jezelf' als 'gewaarzijn', deelt
ze (mentaal) in tweeën, en probeert dan deze twee
(imaginaire) objecten te laten versmelten en identiek
te maken. Hier is veel mentale inspanning en verbeel
ding voor nodig. En welke ervaring van eenheid en
verruiming je ook vermag te hebben, die verdwijnt on
vermijdelijk, en jij blijft zitten met de overtuiging dat
je het kwijt bent en met de frustrerende taak het dan
weer te heroveren.
Als je aan de andere kant al dergelijke ingewik-
kelde inspanningen stopt en je eenvoudig overgeeft
aan wat er moeiteloos plaatsvindt- horen, zien, voe
len, ademen, bewust zijn, zijn - dan besef je dat je
reeds aanwezig bent als dit Hier/Nu plaatsgrijpende
ongedeelde geheel. Dus in plaats van te proberen dit
te bevatten, of dit te doen, of vast te stellen dat je dit
bent, wees gewoon dit, wat je feitelijk niet niet kunt
53
29. zijn. Zelfs als een gedachtestroom je aandacht pakt en
een mentale film zich in de verbeelding omrolt, is dit
gewoon ook een beweging van dit ongedeelde gebeu
ren. Zonder gewaarzijn zou het helemaal niet kunnen
verschijnen. Maar telkens wanneer de aandacht he
lemaal opgaat in, in trance is en gefascineerd is door
de plot en de inhoud van het memale filmscript, dan
lijkt het alsof er één subject kijkt naar een objectieve
wereld buiten zichzelf- een schip op zee dat dreigt
te zinken. Telkens wanneer de aandacht daarentegen
gaat naar het louter waarnemen van nu aanwezige
geluiden, uitzichten, smaken, geuren en lichamelijke
gewaarwordingen, dan is er eenvoudig één ongedeel
de gebeurtenis. Het is niet dat een dergelijke zuivere
waarneming 'beter' is dan het in gedachten verdiept
zijn, maar misschien ontdek je dat 'jij' (als afzonder
lijk mens) slechts bestaat in het mentale filmverhaal,
niet in de zuivere waarneming. In zuivere waarneming
is er één naadloze gebeurtenis zonder middelpunt. Er
is diversiteit en variatie in zuivere waarneming, maar
geen scheiding.
Hoe intenser je waarneming of gewaarwording is,
hoe helderder en vitaler je het vloeiende, het verganke
lijke, de ruimte en de leegte ervan ervaart. Deze directe
ervaring laat zien dat alles zonder substantie en vast
heid is. Deze steeds veranderende, altijd tegenwoor
dige ervaring is niet niets in nihilistische zin. Het is
het objectloze karakter van deze schitterend diverse,
voortdurend veranderende naadloosheid, die begrepen
noch vermeden kan worden.
54
Wanneer er dus sprake is van verwarring en streving,
wanneer de geest op zijn denkbeeldige tredmolen rent,
wanhopig op zoek naar de juiste antwoorden, en wor
stelt om 'het te snappen', kun je misschien ontwaken
uit die gewoontetrance en teruggaan naar de opperste
eenvoud van verkeersgeluiden, de geur van regen, het
roemen van de ijskast, de koele bries op je huid, de
blauwe lucht weerspiegeld in een plas op het trottoir.
Ik wijs niet op iets geheimzinnigs ofonbegrijpelijks.
Ik wijs op wat volmaakt eenvoudig en evident en on
ontkoombaar is - de ervaring van dit moment. Alleen
als je hierover denkt, ontstaan er schijnbaar scheiding
en problemen.
55
30. Geen zelf
Gebeurtenissen vinden plaats, dingen wor
den gedaan, maar er is geen dader.
-Boeddha
Wát is werkelijkheid? Een ijspegel die zich
vormt in het vuur.
-Dogen
Wé zijn als draaikolken en muziek, orka
nen en ijspegels. Eenmaal gevormd- dat
wil zeggen, geconcipieerd- zijn we ogen
schijnlijk bepaalde dingen; toch is op elk
moment allesfris en nieuw.
- Steve Hagen
57
31. '
G
een zelf ' is geen wonderlijke, mystieke ervaring
die 'jij' nooit hebt gehad.
Als we opgroeien wordt het onmiskenbare gevoel
aanwezig en gewaar te zijn vermengd met het idee dat
je een afzonderlijk, individueel iemand in een bepaald
lichaam-geestorganisme bent. Wat we in feite elke mo
ment ervaren - grenzeloze essentie- wordt in de geest
opgedeeld in subject en object, ik en de ander of het
andere. Het illusoire, afzonderlijke 'ik', een imaginair
object, wordt ten onrechte aangezien voor het opperste
subject (de niet te lokaliseren bewuste aanwezigheid
die alles is en ziet). Omdat ieder van ons zijn eigen
unieke fllm over het waakbestaan heeft, concluderen
we dat ieder van ons een eigen, onafhankelijke een
heid van bewustzijn (een geest) is, ingekapseld in een
afzonderlijk lichaam en uitkijkend op een objectieve,
stoffelijke wereld buiten zich, een wereld die ieder van
ons anders zier.
Maar is er een wereld buiten ons? En is er een af
zonderlijke eenheid van bewustzijn (geest) in ons? Als
jij in mijn fllm verschijnt en ik verschijn in de jouwe,
zouden deze ogenschijnlijk verschillende films net zo
kunnen zijn als de juwelen in Indra's web, waarin elk
een reflectie is van alle andere of als een hologram
waarvan elk deel het geheel bevat?
Er is een gedachte- een idee- dat 'ik' die figuur
ben die ik in de spiegel zie, deze persoon met een naam
en geboortedatum. Er zijn foto's van 'mij' als baby en
een verhaal dat 'ik' geboren ben en opgegroeid. Maar
al deze beelden en verhalen over 'mij' verschijnen in
58
het gewaarzijn, samen met alles wat schijnbaar 'niet ik'
is - het meubilair, het kleed, de computer, de andere
mensen, de wolken in de lucht. Het is allemaal tege
lijk te zien als één heel, naadloos beeld, een bewegend
beeld dat niets dan voortdurende verandering is.
Als we beter kijken, ontdekken we dat denken van
zelf plaatsvindt. Ontwaken uit gedachten en fanta
sieën gebeurt vanzelf Aandachtig zijn gebeurt vanzelf.
Beslissingen nemen gebeurt vanzelf. Zelfs wat wel
overwogen, van te voren bedachte, opzettelijke actie
lijkt, gebeurt vanzelf. Gedachten ontstaan, impulsen
ontstaan, belangstelling ontstaat, actie ontstaat. Alles
is één totale beweging- de wolken, het straatverkeer,
de gedachten, de bloedstroom, de melkwegstelsels ver
weg in de ruimte, de ontelbare subatomaire universa
op een speldenkop - het is allemaal één ongedeelde,
ongedifferentieerde gebeurtenis.
Er is geen handelend persoon die losstaat van de
handeling, geen doener los van de daad, geen denker
los van de gedachte, geen gewaar iemand anders dan
gewaarziJn.
Er is een functionele identificatie met een bepaalde
vorm, een gedachte-gevoel van identiteit en lokatie
dat samenvalt en met tussenpozen verschijnt naarge
lang nodig (en soms disfunctioneel, wanneer niet echt
nodig). In de film van het waakbestaan weet je dat je
Trijntje Jansen speelt en niet Tom de Bruin. AlsTrijntje
Jansen ben je blijkbaar hier op de bank gelokaliseerd
en niet daarginds aan de andere kant van de kamer,
waar Tom de Bruin zit. Als Trijntje Jansen overdenk je
59
32. schijnbaar dingen, maak je keuzes en voer je handelin
gen uit. Die schijn is onderdeel van hoe het leven func
tioneert. Je weet op welke naam je moet reageren, in
welke mond je het eten moet stoppen, hoe je de wortel
en niet je vinger moet kleinsnijden. Als je geen func
tioneel gevoel van je identiteit als Trijntje Jansen had,
zou dit alles niet mogelijk zijn. Maar dit functionele
gevoel van identiteit, dat intermitterend verschijnt als
het nodig is, is niet het probleem.
Het probleem-de bron van ons lijden als mens
-is dat het grotere geheel niet gezien wordt, de con
text waarin deze functionele identificatie optreedt.
We lijden omdat we ons verbeelden dat we Trijntje
Jansen werkelijk zijn en niets dan Trijntje Jansen, dat
'ik' echt een onderscheiden eenheid van bewustzijn
ben die zich in een aan bederf onderhevig en kwets
baar lichaam bevindt, aan de ene kant van de kamer
zit en niet aan de andere, die moeite doet als dit af
gescheiden deeltje te overleven. We zien onze ware
identiteit als de bewuste ruimte die zowel Trijntje
Jansen als Tom de Bruin als het hele universum ziet
en is, de naadloosheid waarbuiten niets is, de onster
felijke en onverwoestbare onbegrensdheid die onze
ware aard is, over het hoofd. In plaats daarvan den
ken we dat we een eindig 'iemand' zijn, ingekapseld
en afgescheiden. Het geloof dat we een ingekapseld
deeltje zijn en de verbeelding dat we ons leven in
de hand hebben, leiden tot schuldgevoel en verwij
ten, zorgen over wat 'ik' zou moeten doen, gevoelens
van mislukking en waardeloosheid en de psychische
60
angst voor de dood (die verschilt van de instinctieve
angst als overlevingsmechanisme in een moment van
gevaar).
Maar als je beter kijkt, ontdek je misschien dat wat
hier nu gebeurt niet echt ingekapseld of ergens gelo
kaliseerd is. Je merkt misschien dat iedere schijnbare
grens tussen de ene vorm en de andere of tussen de
ene lokatie en de andere poreus, veranderlijk en uitein
delijk gewoon niet aanwezig blijkt te zijn. Misschien
merk je dat alles al het andere bevat, zoals een holo
gram, of zoals de juwelen in lndra's web.
Ons gebruikelijke begrip van vergankelijkheid is
dat de wereld vol is van dingen, zoals tafels en stoelen
en jij en ik, en dat deze dingen allemaal vergankelijk
zijn. Maar het boeddhisme zegt dat het ware begrip
van vergankelijkheid laat zien dat er eigenlijk geen
vergankelijkheid is, omdat zich al nooit iets vormt als
een blijvend, gescheiden, onafhankelijk 'ding' dat dan
vergankelijk kan zijn. Er is alleen maar doorgaande
stroom, naadloze eenheid-dit altijd aanwezige, voort
durend veranderende Hier/Nu. Dat is wat boeddhis
ten bedoelen met leegte en wat advaita het ene, on
veranderlijke zelf noemt. Wanneer dit duidelijk wordt
gezien, is er geen angst voor de dood, want er is geen
afzonderlijk iemand die kan sterven. En er is geen 'ik'
die waardeloos kan zijn of kan mislukken.
Maar dat betekent niet dat ieder gevoel een bepaald
persoon te zijn volledig en voor altijd zal verdwijnen.
Als een luchtspiegeling zal dit imaginaire zelf onder de
juiste condities nog verschijnen, maar als je eenmaal
61
33. weet dat het maar een luchtspiegeling is, hoef je het
niet zo erg serieus te nemen wanneer het zich toont.
Deze illusie een afwnderlijke persoon te zijn is in
feite meestal afwezig in het gewone dagelijkse leven.
Bijvoorbeeld, als je helemaal opgaat in een goede ro
man, of over de snelweg rijdt, of de afwas doet, is er
telkens wanneer er geen verhaal in je hoofd speelt over
'mij' alleen wat er op dat moment gebeurt: het om
slaan van bladzijden en het plot van de roman die zich
in je verbeelding ontvouwt, of auto's en landschappen
die langs schieten op de snelweg, of zeepwater dar over
de borden loopt - geluiden, gewaarwordingen, bewe
gingen van her lichaam-geestorganisme die allemaal
moeiteloos plaatsvinden. De 'ik' komt alleen tevoor
schijn als er een gedachte opkomt die een onderwerp
suggereert, bijvoorbeeld: 'Ik moet die borden sneller
afwassen' of: 'Ik denk niet dat ik echt begrijp waar deze
roman over gaat.'
Vóór die gedachten was er geen 'ik' in beeld, maar
deze ik-loze ervaring tussen gedachten is zo gewoon
dat je er gemakkelijk overheen kunt kijken. Het den
ken komt er heel vlug bij en dring erop aan: 'Ik' lees
het boek' en dit idee wordt ondersteund door een vi
sueel beeld dat het brein heeft geleerd te beschrijven
als 'mijn handen houden het boek vast', en er is een
mentaal beeld: 'Ik zit in mijn stoel en lees een boek'
dat in de geest verschijnt; er is een heel bedacht en
aangeleerd verhaal: 'Ik, mijn ogen en mijn brein lezen
het boek.' Dit alles bij elkaar voegt zich onmiddellijk
samen tot het idee: 'Ik lees een boek.' Dit illusoire be-
62
denksdiijkt de werkelijkheid zelf Zelfs om hierover
te schrijven ben 'ik' gedwongen zelfstandige naam
woorden en voornaamwoorden te gebruiken en zo de
illusie van compactheid en afgescheidenheld die deze
woorden pogen bloot te leggen juist te versterken. Er is
zorgvuldig observeren voor nodig om te zien hoe deze
luchtspiegeling van een afzonderlijk zelf door taal en
denken wordt gecreëerd en gereproduceerd.
Hoe afwezig of transparant het ik-verhaal ook
wordt, er zal indien nodig voor het spel van leven
een zekere mate van functionele identificatie met een
omlijnd lichaam-geestorganisme optreden. Wat vol
ledig en voorgoed kan verdwijnen is dat valse gevoel
'iemand' te zijn die ingekapseld en afgescheiden is,
het schip op zee dat dreigt re zinken, de 'ik' die er zo
genaamd achter moet komen 'wat ik eigenlijk moet
doen.' Of dit illusoire gevoel een afzonderlijk zelf te
zijn met tussenpozen of permanent verdwijnt doet er
eigenlijk niet toe, behalve vanuit het perspectief van de
denkbeeldige 'ik' die een volmaakt verlicht 'ik' wil zijn,
volkomen 'vrij van mij.' Wat een grap! Vanuit het per
spectief van het geheel maakt het niets uit. Het geheel
omvat alles. Het is allemaal één, ongedeelde gebeurte
nis die van niemand is.
Zelfs wanneer een bedacht verhaal over 'mij' afge
scheidenheid, inkapseling en eigendom lijkt te schep
pen, heeft dit illusoire verschijnsel eigenlijk geen en
kele soliditeit of substantie. En alles wat er verschijnt is
in een ogenblik weg. Onze ogenschijnlijke problemen
kunnen alleen conceptueel blijven bestaan, als ideeën
63
34. of verhalen. In werkelijkheid zijn ze zo kortstondig als
sneeuwvlokken. Hoe serieus kan het allemaal zijn?
Maar toch lijken we afgescheiden, onafhankelijke
entiteiten te zijn. Tenslotte, zo denkt de geest, kan ik
jouw hand niet openen of jouw hoofdpijn voelen, dus
bewijst dat niet dat we gescheiden zijn? Nou ja, niet
echt. Ik ben me niet bewuster van wat 'mijn' bloed
cellen doen dan van 'jouw' hoofdpijn, en ik heb niet
meer te zeggen over 'mijn' milt dan over het openen en
sluiten van 'jouw' hand. De grenzen en het gevoel van
eigendom zijn conceptuele abstracties die we geleerd
hebben.
Hoewel er geen afzonderlijk, onafhankelijk zelf is
dat 'mijn leven' beheerst, betekent dat nier dat er geen
enkel waarneembaar verschil is tussen een handeling
die volkomen 'buiten mijn macht' is (zoals het weer)
en een die ogenschijnlijk 'in mijn macht' is (zoals het
openen en sluiten van mijn hand), of tussen een han
deling die vrijwillig en bewust is (zoals zwaaien met
mijn arm) en een die onvrijwillig en onbewust is (zoals
het functioneren van mijn lever), of tussen een han
deling die reflexmatig en automatisch is (zoals mijn
hand terugtrekken van een hete kachel) en een die het
gevolg is van langdurige overweging en analyse (zoals
een zorgvuldig overwogen besluit over het accepteren
van een baanaanbod). De verschillen daartussen kan
iedereen zien.
Wat wegvalt zijn de verkeerde conclusies die we
trekken uit deze verschillen. Zelfs de de meest schijn
baar bewuste, vrijwillige, opzettelijke, goed berede-
64
neerde, ogenschijnlijk zelf gekozen en zelf geïnitieerde
handeling blijkt, wanneer we goed kijken naar alles
wat er bij betrokken was om het te laten gebeuren, het
gevolg van oneindig veel oorzaken en omstandigheden
te zijn die alles omvatten, van een blad dat dertig jaar
geleden in New Jersey viel tot de Big Bang. Wanneer
we elke handeling de juiste aandacht geven terwijl die
plaatsvindt, kunnen we tijdens de hele duur van de
handeling geen waarneembare 'ik' vinden die haar be
gon of uitvoerde. Niemand 'kiest ervoor' seriemoorde
naar te zijn of een narcistische persoonlijkheidsstoor
nis te hebben. Boeddha had niet de keus Boeddha te
zijn, evenmin als Hitier de keus had Hitier te zijn. De
drugsverslaafde die afgekickt is heeft niet de keus af te
kicken, evenmin als de verslaafde die niet afkickt de
keus heeft niet af te kicken. Niets zou anders kunnen
zijn dan het op dit moment is. Het is een ongedeelde
gebeurtenis die zowel Boeddha als Hitler, afkicken en
niet afkicken omvat, alles als één ondeelbare gebeurte
nis, één naadloze oceaan.
Geen enkele golf is natter of dichter bij de oceaan
dan een andere. Geen enkele 'golf ' bestaat zelfs als iets
dat afgescheiden of blijvend is. Er is slechts het golven.
Misschien zouden we kunnen zeggen dat het univer
sum mens-t, als een soort activiteit, maar er zijn nooit
afgescheiden, onderscheiden mensen op de manier die
wij denken.
65
35. Is het lichaam werkelijk?
Ben ik het lichaam?
Laat het lichaam doen wat het uitkomt.
%arom houdt hetje zo bezig?
�arom schenkje er aandacht aan?
- Ramana Maharshi
Er is slechts een stroom van gewaarwor
dingen, waarnemingen, herinneringen en
ideatie. Het lichaam is een abstractie,
geschapen door onze neiging eenheid in
verscheidenheid te zoeken...
Het is alsofje de zeespiegel ziet en de onme
telijkheid eronder volkomen vergeet.
- Nisargadatta Maharaj
67
36. Het lichaam is niet in tegenspraak met de
ziel de geest niet met de materie. Dit zijn
slechts woorden die we gebruiken om één
ding te begrijpen.
- Zoketsu Norman Fischer
Een golfhoeft niet op te houden een golfte
zijn om water te kunnen zijn.
- Thich Nhat Hanh
M
ensen die doortrokken zijn van spirituele ideeën
zeggen vaak tegen me: 'Ik weet dat ik niet het
lichaam ben.' En ik zeg dat je het lichaam bent! Dat
is niet alles war je bent. Je bent niet beperkt tot het
lichaam of ingekapseld door het lichaam. Je bent al
les! En nier-iets. Wat is trouwens precies 'het lichaam'?
Kijk goed en dan merk je dat 'het lichaam' slechts een
mentaal beeld, een concept, een abstractie is.
Alles verandert, dus wat we 'een lichaam' (of 'een
rivier', 'een stoel' of 'een berg' noemen) is op dit ogen
blik niet echt het zelfde 'ding' als een moment later. Er
bestaat geen continue gedaante; ook staat die niet los
van al het andere in het universum. Alles is één onge
deelde, onbegrensde gebeurtenis.
Stem je af op voelen in plaats van denken, en het
is onmiddellijk duidelijk dat dit wgenaamde 'lichaam'
helemaal geen vast, blijvend ding is. Het is een massa
voortdurende veranderende, vibrerende, pulserende
68
gewaarwordingen en activiteiten. In de wereld van ge
waarwording kun je in werkelijkheid niet vinden waar
dit lichaam begint en eindigt. Je kunt in je gewaarwor
ding geen grens tussen 'jouw lichaam' en 'de kamer
waarin je zit' vaststellen. De grens is bedacht.
Sluit je ogen en onderzoek de 'grens' tussen je li
chaam en de stoel. Je kunt gewaarwordingen aantref
fen, maar waar in die gewaarwordingen eindig 'jij' en
begint 'de stoel'?
Kijk, terwijl je ademt, waar de grenslijn zich be
vindt tussen 'binnen in jou' en 'buiten jou'. Vind je
echt een plaats, een vaste rand, een echte grens van
enige soort?
Wanneer we over het lichaam denken, lijkt het vast,
blijvend en gescheiden van al het andere. Wanneer we
daarentegen het lichaam voelen, ontdekken we voort
durend veranderende, ongedeelde vormloosheid of
stroming.
Het verschil tussen denken en voelen is als her ver
schil russen een anatomie-boek en een levend mens.
Snij een levend mens open en alles beweegt en pul
seert, is glibberig en verandert van vorm. Het is niet
keurig en netjes en vast en duidelijk afgebakend als
het anatomie-boek en het houdt zich niet stil want het
leeft! De wereld die door het denken geschapen is, lijkt
op het anatomie-boek. Het is abstract en bevroren.
Gewaarwording is levend, kortstondig, vibrerend, be
wegend, voortdurend veranderend, ongrijpbaar. Maar
zelfs denken, de rauwe werkelijkheid ervan terwijl
het gebeurt, is net zo levend, kortstondig, bewegend,
69
37. voortdurend veranderend, ongrijpbaar- elke gedachte
is een energetische flits die bijna weer weg is voor hij
komt. Maar de inhoud die het denken ontwikkelt in
de verbeelding, het beeldverhaal dat het denken schil
dert, dat lijkt vast en onbeweeglijk, hoewel je als je
goed kijkt ziet dat zelfs dat niets dan stroming is. Je
verhalen, overtuigingen, meningen, ideeën en zelfbeel
den veranderen altijd.
Je lichaam omvat zelfs het hele universum, want
niets is werkelijk van iets anders gescheiden. Je lichaam
is afhankelijk van en bestaat uit zonlicht, water, lucht,
voedsel, kosmische stof en atomaire energie - we zou
den kunnen zeggen dat her hele universum zich toont
als jou. En bovendien zou je kunnen opmerken dar het
hele universum verschijnt in jou, nietwaar? Wanneer
je zoekt naar de grens tussen 'jou' (bewuste aanwezig
heid) en 'de wereld' (waarnemingen en gewaarwordin-
) ' , 'h
,
gen , russen waarnemer en et waargenomene , tus-
sen 'binnen' en 'buiten', tussen 'subject' en 'object', wat
vind je dan? Die imaginaire grens die we 'ik' noemen is
een idee, een mentaal beeld, een soort luchtspiegeling,
nietwaar?
De aanwijzing 'ik ben niet het lichaam' die we in
veel spirituele leringen tegenkomen is een poging om
te wijzen op iets dat voorbij de illusie van ingekapseld
en afgescheiden zijn gaat. Het is een poging vragen te
stellen bij de exclusieve identificatie met het lichaam
als wat 'ik' ben en de neiging her lichaam (zijn roe
stand, uiterlijk, neigingen, gedragingen en wat het
vermag) persoonlijk te nemen. De aanwijzing 'ik ben
70
niet het lichaam' is een poging erop te wijzen dat 'het
lichaam' een concept is dar we aangeleerd hebben, niet
onze echte ervaring van dit moment, die in feite er een
is van grenzeloze en naadloze, eeuwig veranderende
stroming.
Maar de aanwijzing 'ik ben niet het lichaam' lijkt
mensen vaak onbedoeld de richting op te sturen van
dissociatie en het idee onstoffelijk en niemand of
niets te zijn. Mensen krijgen het idee dat ze niet ver
ondersteld worden voor het lichaam (of de wereld)
te zorgen, dat het lichaam lomer een soort illusie is
die verworpen of genegeerd moet worden. De echte
illusie is hoe we over het lichaam denken, hoe we het
verbeelden en abstraheren, hoe we het ons voorstellen
als massief, afgescheiden, onafhankelijk en blijvend.
En vooral hoe we ons een eigenaar voorsrellen die het
lichaam bewoont, een 'ik' die er door ingekapseld is,
die het lichaam als een auto of een boot door het leven
stuurt. Deze 'ik' wil verlicht worden en wordt daarom
verondersteld zich 'niet met het lichaam te identif!ce
ren', en probeert zich in plaats daarvan te identifice
ren met zuiver gewaarzijn. Die 'ik' die denkt dat hij
zich moet identificeren of niet identificeren met dit of
met dat is de kernillusie. Maar het lichaam zelf is vol
strekt werkelijk. Niet het abstracte lichaam waarover
we denken en dat we ons voorstellen. Maar het echte
lichaam, dat geen ding is dat je vast kunt pakken of
los kunt zien van de rest. Het echte lichaam is zuiver
ervaren, zuiver zijn, zuiver gewaarzijn. Her is het hele
universum.
71
38. Ik heb gemerkt dat het werken met het lichaam een
van krachtigste manieren is om grenzeloosheid te re
aliseren. Het beoefenen van krijgskunst en andere
vormen van bewegen, zingen, chanten, dansen, vrij
en, meditatief onderzoek van lichamelijke gevoelens,
methodes van lichaam-gewaarzijn zoals Feldenkrais
-die zijn allemaal zeer bevrijdend, transfarmerend en
prettig geweest. Met het lichaam werken of spelen kan
ingebeelde beperkingen wegnemen en de heelheid van
zijn openbaren op een manier die het denken niet kan
begrijpen of formuleren. Deze non-conceptuele ver
kenningen vinden plaats op een dieper niveau dan dat
van de cognitieve geest.
Ons lijden is mentaal en conceptueel - het gaat
helemaal over de verhalen in ons hoofd - de atlas in
plaats van de landstreek zelf Alles wat ons uit ons
hoofd haalt, uit het geestelijk malen dat we doen, en
naar de vitaliteit van concrete aanwezigheid en gewaar
zijn brengt is in potentie zeer bevrijdend.
Ga diep in het lichaam en je zult helemaal geen li
chaam vinden. In geen enkele zin.
72
Je leven niet persoonlijk opvatten:
wat wil dat zeggen:
Het universum staat bol van actie,
maar er is geen 'actor:
- Nisargadatta Maharaj
W
anneer non-dualistisch onderricht spreekt over
het niet persoonlijk opvatten van de gebeurte
nissen in ons leven ('de post niet aannemen' zoals Nis
argadatta placht te zeggen), of wanneer dit onderricht
zegt dat 'de persoon' een soort luchtspiegeling is, is dat
niet bedoeld om de aanwijsbare persoon in elk opzicht
te ontkennen of om te suggereren dat 'verlichte men
sen' niet van elkaar te onderscheiden amorfe klodders
worden zonder gevoelens of persoonlijkheid. Het be
tekent niet dat je je naam moet opgeven en rondbazui
nen dat je niemand bent, noch wil het zeggen dat als je
73
39. Ik heb gemerkt dat het werken met het lichaam een
van krachtigste manieren is om grenzeloosheid te re
aliseren. Het beoefenen van krijgskunst en andere
vormen van bewegen, zingen, chanten, dansen, vrij
en, meditatief onderzoek van lichamelijke gevoelens,
methodes van lichaam-gewaarzijn zoals Feldenkrais
-die zijn allemaal zeer bevrijdend, transfarmerend en
prettig geweest. Met het lichaam werken of spelen kan
ingebeelde beperkingen wegnemen en de heelheid van
zijn openbaren op een manier die het denken niet kan
begrijpen of formuleren. Deze non-conceptuele ver
kenningen vinden plaats op een dieper niveau dan dat
van de cognitieve geest.
Ons lijden is mentaal en conceptueel - het gaat
helemaal over de verhalen in ons hoofd - de atlas in
plaats van de landstreek zelf Alles wat ons uit ons
hoofd haalt, uit het geestelijk malen dat we doen, en
naar de vitaliteit van concrete aanwezigheid en gewaar
zijn brengt is in potentie zeer bevrijdend.
Ga diep in het lichaam en je zult helemaal geen li
chaam vinden. In geen enkele zin.
72
Je leven niet persoonlijk opvatten:
wat wil dat zeggen:
Het universum staat bol van actie,
maar er is geen 'actor:
- Nisargadatta Maharaj
W
anneer non-dualistisch onderricht spreekt over
het niet persoonlijk opvatten van de gebeurte
nissen in ons leven ('de post niet aannemen' zoals Nis
argadatta placht te zeggen), of wanneer dit onderricht
zegt dat 'de persoon' een soort luchtspiegeling is, is dat
niet bedoeld om de aanwijsbare persoon in elk opzicht
te ontkennen of om te suggereren dat 'verlichte men
sen' niet van elkaar te onderscheiden amorfe klodders
worden zonder gevoelens of persoonlijkheid. Het be
tekent niet dat je je naam moet opgeven en rondbazui
nen dat je niemand bent, noch wil het zeggen dat als je
73
40. vrouw sterft, het doel is er niet door beroerd te worden
en het niet 'persoonlijk te nemen.'
Waar op gewezen wordt is niet onthechting of on
gevoeligheid, maar juist totale intimiteit, ongefllterde
gevoeligheid - de afwezigheid van scheiding - non
dualiteit. Niets bestaat onafhankelijk van de rest, en al
les is niets dan onophoudelijke verandering. Wanneer
we geboren worden is deze naadloze onmiddellijkheid
evident, hoewel we er in dat stadium natuurlijk geen
ideeën over hebben of het in woorden formuleren.
Maar wanneer we pas geboren zijn is er simpelweg een
open, bewuste aanwezigheid en het ongedeelde gebeu
ren van het moment- honger stroomt over in voed
sel, stroomt over in slaap, stroomt over in geluiden,
en vormen en kleuren en warmte en beweging. Wat
ons betreft hebben we in dat stadium van het leven
geen naam, geen leeftijd, geen geslacht, geen ras, geen
nationaliteit, geen maatschappelijke status, geen doel,
geen gebreken, geen verhaal. We leren al die dingen en
we leren onszelf te beschouwen als een afgescheiden,
blijvend individu, ingekapseld in een lichaam-geestor
ganisme, iemand die losstaat van deze wereld, die op
de wereld gekomen is, iemand die 'uitziet op' de wereld
en die er ' in' leeft. Maar die scheiding is bedacht. Wan
neer we zoeken naar dit 'lichaam', deze 'geest', deze
'persoon' of deze 'wereld', is het enige dat we vinden
een radicaal stromen en onophoudelijke verandering
waarin alles onscheidbaar is van al het andere.
Die totale, onbegrensde ervaring die de baby heeft
waarin het leven als één ongedeelde gebeurtenis wordt
74
waargenomen, is er nog steeds, maar bij de volwassene
is die ervaring van ongebroken heelheid overschaduwd
en in zekere mate verduisterd door alle ideeën die ver
worven zijn en die vervolgens over de zuivere eenvoud
van het ervaren van dit moment heen worden gelegd.
We hebben geleerd te focussen op de atlas in plaats van
op het land zelf Wat het meest dichtbij, meest evident,
meest onloochenbaar is zien we over het hoofd- het
ervaren van dit moment nu, zoals het is - en we rich
ten ons in plaats daarvan op de verhalen, kwalificaties,
ideeën, overtuigingen, verklaringen en abstracte cate
gorieën erover- de abstracte atlas.
Laten we een voorbeeld nemen. 'Chicago' is een
woord, een idee, een kwalificatie, iets op een kaart.
Maar op welk gebied slaat dit woord? We kunnen niet
ontkennen dat er iets is dat we Chicago noemen, maar
wanneer we goed kijken naar wat dit iets precies is,
merken we dat we niet exact kunnen zeggen wat 'Chi
cago' is, want her is altijd in beweging en de grenzen
ervan zijn in werkelijkheid niet bestaand, veranderlijk
en poreus. Het bord 'Welkom in Chicago' verkondigt
een wettelijk grens, maar op de grond zelf (of in de
lucht) vind je eigenlijk geen scheiding tussen Chicago
en de aangrenzende stad. De aarde zelf is een aan
eensluitend, ondeelbaar proces, net als de lucht. Het
meer dat Chicago aan een kant begrenst gaat de stad
in en uit met de getijden en de golven, wat het totaal
onmogelijk maakt om een echte plek te bepalen waar
Chicago eindigt en Lake Michigan begint. Alleen op
de kaart lijkt Chicago op een vast, duidelijk omlijnd
75
41. object. Maar in werkelijkheid is het niets dan onbe
grensde, onophoudelijke verandering. We kunnen
Chicago niet ontkennen, maar we kunnen er evenmin
echt greep op krijgen.
We kunnen niet ontkennen dat Chicago een uniek
en onderscheiden karakter heeft, iets eigens dat totaal
anders is dan San Francisco, London, Bombay of welke
andere stad dan ook heeft. Maar nogmaals, we kun
nen niet precies vastsrellen wat dar karakter is, wanr
ook dat verandert altijd en laar zich van verschillende
kanten zien. De een zier het anders dan de ander. Als
je in Chicago bent, of juister gezegd, als Chicago Hier/
Nu verschijnt, heeft dit gebeuren dar Chicago heet een
onmiskenbare werkelijkheid- geuren, geluiden, ruim
telijke dimensies, kleuren, vormen, bewegingen- maar
dit alles is een vluchtig verschijnsel dat je niet kunt
vastpakken of vasthouden. Het heeft geen intrinsieke,
wezenlijke, blijvende, objectieve realiteit. Zelfs de ge
bouwen die zo stevig lijken vallen langzaam uit elkaar.
En wat dacht je van het weer? We vatten in Chi
cago het weer niet op als een persoonlijke belediging
- we verwijren her de stad nier dat ze een bewolkte
dag heeft. We hebben niet her gevoel dat de stad op
zettelijk somber werd in een onafhankelijke vrije wils
uiting, dar ze ' erop uit' was ons 'een hak te zetten', of
dat ze 'niet goed genoeg haar best deed' om zonnig te
zijn. We onderkennen daarentegen dat een bewolkte
dag het gevolg is van ontelbare oorzaken en omstan
digheden waarvoor geen eigenaar, schepper ofuitvoer
der bestaat.
76
Evenmin kunnen we ontkennen dat er iemand met een
unieke persoonlijkheid is die we Joan noemen. Maar
we kunnen er niet precies de vinger op leggen wat deze
'Joan' is ofwaar ze precies begint en eindigt of wat haar
karakter precies is, want dat verandert allemaal en is in
beweging en niet te scheiden van al het andere in het
universum dat zogenaamd 'nietJoan' is.Als we het naad
loze en samenhangende karakter van alles werkelijk zien
en de manier waarop alles één voortdurend veranderend
verschijnsel is, dan beseffen we dat er in Joan geen on
afhankelijke uitvoerder aan het roer zit die kiest voor
haar sombere bui, net zo min als er zo'n entiteit in de
stad Chicago huist. We gevenJoan er niet de schuld van
dat ze is zoals ze is, net zo min als we zouden proberen
van Chicago LosAngeles te maken. We erkennen dat de
unieke weerpatronen die we 'Joan' noemen het gevolg
zijn van ontelbare oorzaken en omstandigheden.
In die zin zeggen we dat we ons weer niet persoon
lijk opvatten en praten we erover dat de afgescheiden
mens niets dan een illusie is. Maar we ontkennen niet
dat er iets is dat weJoan noemen of dat ze een duide
lijk karakter heeft. We zouden ook niet ontkennen dat
dit organisme met de naamJoan haar hand kennelijk
open en dicht kan doen wanneer ze dat wil- maar
wanneer we goed zoeken naar de bron van de impuls
en het vermogen om die handeling te verrichten, vin
den we geen centrale uitvoerder aan het roer. Het hele
universum toont zich als dit openen en sluiten van de
hand en deze zich ontvouwende gebeurtenis met de
naamJoan.
77
42. Wanneer je dus hoon dat de persoon een vorm van
illusie is, of dat het lichaam een bedacht idee is, of
dat je je leven niet persoonlijk hoeft op te vatten, ver
wijzen dergelijke uitspraken naar de vloeiendheid, de
heelheid, de leegte, die hier en nu is. Het wil niet zeg
gen dat je niet rouwt als je echtgenoot sterft of dat
je in psychologische of sociale zin geen 'grenzen' meer
hebt. Het betekent niet dat je al je karaktertrekken of
neurotische tics verliest. Het betekent niet dat je je niet
excuseert wanneer je iemand kwetst of een fout maakt,
of dat je geen meningen of voorkeuren meer hebt, dat
je nooit doelen stelt, moeite doet of ergens om geeft.
Het betekent niet dat je je hand niet kunt openen en
sLuiten, dat je je focus of aandacht niet schijnbaar wille
keurig kunt verpLaatsen, dat je ieder functioneel gevoel
van identiteit als een bepaald lichaam-geestorganisme
verliest of dat je niet weet wat het versehit is tussen jou
en je computer. Het betekent alleen dat je geen van
deze dingen persoonlijk opvat. Je kunt zelfs het leven
veel intenser voelen wanneer je het niet persoonlijk
neemt. Dit gaat niet om 'onpersoonlijk' zijn in de zin
van onthecht, gedissocieerd of niet betrokken. Het is
niet je terugtrekken uit het leven of je menselijkheid
ontkennen. Integendeel. Het is totale nabijheid- geen
scheiding. Je herkent dat dit allemaal (je verdriet, je
neurose, je meningen, je daden) één totale naadloze
gebeurtenis is, niet te scheiden van de wind, de bo
men, de oceanen, de getijden, de planeten, de sterren,
de melkwegen, de zwarte gaten en het gewaarzijn dat
het allemaal aanschouwt.
78
Wat is dit?
Op elk zogenaamd moment is er alleen
een volstrekt ongevormde, onverklaarbare
gebeurtenis.
- Darryl Bailey
Beschrijvingen zijn menigvuldig en tegen
strijdig. De werkelijkheid is eenvoudig...
Alleen, wanneerje probeert die te beschrij
ven en te verklaren, laten de woordenje in
de steek.
- Nisargadatta Maharaj
N
eem weer een moment de tijd om op te houden
met lezen en gewoon te waarderen wat er nu ge-
79
43. beurt. Wees volledig aanwezig voor de geluiden, geu
ren, aroma's, visuele beelden, lichamelijke gewaarwor
dingen - niet die etiketten, maar wat er gebeurt zelf,
dit onmiskenbare en volstrekt onmiddellijke ervaren,
nu. Wat is dit?
Het verstand wil onmiddellijk een antwoord geven.
Het wil dit uitzoeken - alles benoemen, in categorieën
onderbrengen, verklaren, begrijpen, analyseren, van
gen, formuleren, beheersen. Zo werkt het denkvermo
gen dat ons goede diensten bewijst in bepaalde basale
overlevingssituaties zoals het verzamelen van voedsel,
het bouwen van een onderkomen of het vinden van
de weg door nieuw terrein. Her heeft ons op de maan
gebracht en aan de rop van de voedselketen. Onze ab
stracte kaarten zijn functioneel gezien noodzakelijk en
nier te versmaden, maar hoe accuraat de kaart ook is,
her is nooit het land zelf. En toch hebben we een sterk
geconditioneerde neiging de kaart voor het land aan te
zien. Dat doen we zonder ons ook maar te realiseren
dat we het doen.
Enkele van onze meest algemene ideeën zijn zo
alom aanwezig en hardnekkig dat we uit het oog ver
liezen dat het eigenlijk ideeën zijn. 'De wereld', 'het li
chaam', 'de geest', 'het zelf ', 'bewustzijn,' 'gewaarzijn',
'non-dualiteit' - we strooien die woord-ideeën in het
rond zonder ons ooit af te vragen waar we eigenlijk
over praten. En voordat we het weten raken we ver
dwaald in een zekere verwardheid over ideeën, bijna
zoals wanneer je je af zou vragen war er met je gaat
gebeuren als je van de rand van de platte aarde afstapt.
80
Dar is een denkbeeldig probleem, zoals wij ons in de
eenentwintigste eeuw allemaal realiseren, maar voor
mensen in vroegere eeuwen leek het zeer reëel. En onze
eigen bedachte raadsels lijken ons even reëel.
'Ben ik er nog wel als ik gestorven ben?' of: 'Ben ik
al verlicht?' of: 'Heb ik een vrije wil?' kunnen volmaakt
verstandige vragen lijken, maar ze zijn net zo absurd
als je afvragen wat er met je zal gebeuren wanneer je
van de rand van de aarde afstapt.
Her denken deelt de wereld op in stukken en pro
beert dan uit te zoeken wat er het eerst is, de kip
of het ei (het brein of bewustzijn, geest of materie),
alsof dit een zinvol probleem is, alsof de'dingen' die
we met elkaar proberen te verzoenen werkelijk be
staan. Het denken in beelden is ons van dienst zolang
we niet vergeten dat die beelden op hun best slechts
betrekkelijk waar zijn, maar nooit absoluut waar. Bij
voorbeeld: 'De aarde draait als planeet om de zon.'
Dit is een relatieve waarheid. Ze is functioneel waar.
We gaan het zeker niet ontkennen. Maar in absolute
zin is er niet zoiets als een 'aarde' of een 'zon', want dit
zijn bedachte abstracties van wat in feite voortdurend
een veranderende, onvoorstelbare, ongedeelde, on
kenbare, naadloze stroom is, een vluchtig verschijnsel
in het bewustzijn.
Wanneer we erachter proberen re komen wat 'de
betekenis van het leven' is, of'de aard van de werkelijk
heid', of wanneer we proberen met een bedacht begrip
van bewustzijn, totaliteit, God of de grond van zijn op
de proppen te komen, raken we uiteindelijk gefrus-
81
44. treerd en verward. Elk bedacht beeld van de werke
lijkheid is altijd aan twijfel onderhevig en geen enkele
metafysische formulering bevredigt ooit ons diepe ver
langen naar waarheid.
Wat dat diepe verlangen van het hart bevredigt is
het wegvallen van de poging alles begrijpelijk te ma
ken. Natuurlijk betekent dat niet dat we niet toch,
op een functionele manier, een relatief begrip van
de dingen hebben in het dagelijkse leven. Maar we
proberen niet meer vat te krijgen op de totaliteit, de
grond van zijn te begrijpen of achter de zin van het
leven te komen. In plaats daarvan geven we ons ont
spannen over aan simpelweg het leven zijn. We leren
te herkennen (te zien, aan te voelen) wanneer we iets
vastgrijpen of vastzetten, en in die herkenning komt
er vanzelf een vermogen om ons te ontspannen en los
te laten. Wanneer we niet meer proberen alles te om
rafelen, ontdekken we dat het niet ontrafeld hoeft te
worden en in feite niet ontrafeld kan worden! Wan
neer we niet meer wanhopig proberen er greep op te
krijgen, merken we dat er niets ontbreekt en dat er
niets te grijpen is.
Wanneer we zo ver komen dat we eenvoudigweg
Hier/Nu zijn, verdwijnen al onze verwardheid en pro
blemen als sneeuw voor de zon. Natuurlijk kunnen we
nog steeds een lekke band of terminale kanker heb
ben, maar dat is geen probleem meer. Daar is niets
verwarrends meer aan. Onze neurotische gewoonten,
onze zogenaamde karakterfouten, onze ogenschijnlijke
imperfecties, fouten en gebreken- je beseft dat dit al-
82
Iernaai gewoon het weer van het leven is en dat het niet
persoonlijker is ofmeer betekent dan een sombere dag.
Het is een voorbijgaand verschijnsel en het volgende
moment is alles weer anders.
Denken en taal zijn prachtig gereedschap. Maar
woorden zijn intrinsiek abstract en een afspiegeling van
iets. Ook als ze het niet proberen, is het onvermijdelijk
dar ze het naadloos stromende leven vaak bevriezen
en opdelen, en daarmee het illusoire, bedachte optre
den van individuele, onafhankelijke vormen teweeg
brengen die door de tijd heen standhouden. Telkens
wanneer we dus over her leven proberen te denken,
raken we vaak gemakkelijk in de war. We raken in de
war omdat we over 'dingen' proberen na te denken en
met elkaar verzoenen die eigenlijk niet bestaan. Welke
formulering we ook gebruiken om de werkelijkheid
te beschrijven, ze is nooit helemaal juist. Denken kan
nooit grip krijgen op de werkelijkheid van dir-hier-nu.
De werkelijkheid is te vloeiend, te direct, te dynamisch
om opgedeeld en gevangen re worden in het abstracte
net van woorden.
Als we zeggen: 'Dit is het', creëren de woorden juist
de kloof die ze willen overbruggen. Als we zeggen: 'AI
les is Een', is het er een te veel. Als we het 'niets' noe
men, lijkt dat de onmiskenbare aanwezigheid van alles
te loochenen. Als we beweren dat 'er niets te doen valt',
lijkt daarmee de noodzaak alles te doen waar het leven
ons toe aanzet miskend te worden. Als we beweren: 'Er
is wel iets te doen', klinkt dat alsofer iets anders vereist
is om te kunnen zijn wat we al zijn.
83
45. De dualistische geest grijpt, concretiseert, beweert, ont
kent en fixeert. Hij neemt standpunten in en klampt
zich vast aan die standpunten, ziet ze aan voor de wer
kelijkheid. Hij identificeert zich met zijn standpunten
en voelt zich bedreigd wanneer ze in twijfel worden ge
trokken. Maar je vastklampen aan elke abstracte kaart
van de werkelijkheid is de eeuwig veranderde feitelijk
heid van dir-hier-nu missen.
Dat betekent niet dat we geen woorden meer kun
nen gebruiken. Woorden kunnen nuttige aanwijzingen
zijn, maar als we denken dat'Hier/Nu' of'gewaarzijn',
'leegte', 'het zelf','cao', 'boeddhanatuur', 'eenheid' of
'heelheid' een relatief'iets' is dat we kunnen vastpak
ken, dan hebben we van her absolute weer een denk
beeldig object gemaakt. Maar waar deze woorden alle
naar wijzen is nier iets. Her is het niet-iets (de leegte,
het naadloze, het grenzeloze, de ongevormde aard) van
alles. Leegte (of eenheid) kan niet waargenomen wor
den als object zoals we een spiegel, een filmdoek of een
oceaan kunnen waarnemen, wat de reden is waarom
deze analogieën allemaal op een bepaald moment de
plank misslaan. Aan de andere kant is er paradoxaal
genoeg niets dat we kunnen zien en geen enkele rich
ting waarin we kunnen kijken waar niet leegte is.
Wanneer we niet meer proberen onze ervaring van
dit moment op welke manier ook vast te grijpen of te
beheersen, wanneer we totaal willen dat die ervaring
precies is zoals ze is, dan verandert er iets.
De denkbeeldige bel spat uit elkaar. We zien dat hier
en nu altijd onbelemmerd, onbegrensd en open is. Het
84
is open genoeg om ook weerstand en verkramptheid in
te sluiten. Verkramptheid is gewoon een andere vorm
die vormloosheid kortstondig aanneemt, zo'n vluch
tig verschijnsel zonder intrinsieke werkelijkheid. Niets
hoeft anders te zijn dan het is. We hoeven wat er op dit
moment gebeurt niet te definiëren of te verklaren, dat
kunnen we niet eens!
Het enige echte antwoord op'Wat is dit?' is bewust
zijn en zien.
85
46. Niet iets maken uit niets & niet
van niets iets maken
Als niets blijvend is, wat kan dan verganke
lijk zijn, beide ofgeen van beide?
-Nagarjuna
Is het zo dat er verschillende manieren zijn
om naar één object te kijken ofis het zo dat
we verschillende beelden ten onrechte heb
ben aangezien voor één object?
-Dogen
Ervaring vindt alleen in het hedenplaats;
buiten, en los van, ervaring bestaat er niets.
- Ramana Maharshi
87
47. Er is een groot verschil tussen geloven datjij
niet de auteur bent en nietgeloven datjij
de auteur bent.
- Wayne Liquorman
W
are leegte is het loslaten van vaste ideeën, alle
overtuigingen doorzien (niet verwerpen of
afwijzen, maar doorzien), je bewust worden van de
grondeloosheid van Hier/Nu. Leegte zou je ook kun
nen omschrijven als de weidsheid, de openheid, de vi
taliteit van concrete aanwezigheid.
We kunnen ons heel gemakkelijk laren hypnotise
ren door onze metaforen, woorden, ideeën en analo
gieën- zelfs door die ideeën die bedoeld zijn om ons
uit deze hypnose te wekken. Het denken probeert al
tijd op alles greep te krijgen, in plaats van zich over te
geven aan de idee-loze leegte van Hier/Nu.
De grote boeddhistische leraar Nagarjuna stond
erom bekend dat hij wees op de bedrieglijkheid van al
die manieren waarop wij proberen van de werkelijk
heid een idee te maken en er greep op te krijgen. Hij
deed dat zonder ooit de juiste manier aan te reiken om
je er een idee van te vormen. De geest wil wanhopig
de juiste formulering hebben, maar Nagarjuna gaf die
nooit. Hij onderkende dat ideeën nooit de waarheid
kunnen zijn. Als we beweren dat er een zelf is of dat er
geen zelf is of dat vrije wil bestaat of dat er geen vrije
wil is, is het nooit helemaal juist omdat woorden het
vloeiende en ongrijpbare karakter van alles niet kunnen
88
vangen. Alle vaste standpunten loslaten en je nergens
aan vasthouden, in idee-loze aanwezigheid verblijven
-dit is leegte.
Het is de aard van bewustzijn om altijd van niets
iets te maken-dat is wat bewustzijn doet (of is)-en
de zich ideeën vormende (graaiende) geest wil zelfs
greep krijgen op 'niets' en ook daarvan een nog gro
ter iets maken dat we op ons altaar kunnen zetten en
aanbidden. Maar al het waarneembare en voorstelbare
is ook maar een vluchtig verschijnsel in dit ongedeelde
gebeuren.
We proberen deze voortdurend veranderende, con
crete werkelijkheid met ideeën te benaderen, of we
jagen bijzondere ervaringen en geestestoestanden na,
in ons zoeken naar transcendentie waar die nooit te
vinden is. Ware non-dualiteit heeft niet te maken met
bijzondere ervaringen of juiste formuleringen. Het is
slechts dit, op deze plek, op dit moment.
Bewust zijn is verblijven in het onvoorstelbare en
grondeloze. Het is de afwezigheid van de grijpende en
vastzettende beweging. Het is de bereidheid om zonder
handvatten en voetsteunen te leven, om bij de vraag te
blijven zonder te zoeken naar een antwoord. Bewust
zijn is openstaan.
Bij het horen van de wind door de bladeren is er
geen blijvende vorm, geen verdeeldheid, geen schei
ding, geen 'ik' los van de wind, geen luisteraar los van
het geluid, geen geluid los van de luisterende aanwe
zigheid. Zonder denken is er alleen maar het onmid
dellijke ruisen.
89