SlideShare a Scribd company logo
1 of 115
Download to read offline
Eeuwigheid NU!
Eeuwigheid NU!
Dialogen over geluk
Francis Lucille
samsara
© Francis Lucille 2002
Oorspronkelijke titel: Eterniry Now
© Nederlandse vertaling: Samsara Uitgeverij bv 2003
Vertaling: V ianney de Jong
Omslagontwerp: Kees Schreuders (www.ods.nl)
Lay-out: Studio 28, Hillegom
ISBN: 90-77228-13-6 I NUR 728
Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd worden zonder
schriftelijke eoestemming van:
Samsara Uitgeverij bv, Herengracht 341, 1016 AZ Amsterdam
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
Inhoud
Voorwoord 7
De kunst om niets te verwachten 11
Het directe pad 37
Liefde sterft nooit 57
Ons ware wezen is geen object 77
Het echte leven heeft geen doel 85
Acteur op de planken 107
Een echte meester voelt zich geen meester 123
Er besraat niets dat Hij niet is 141
Her wondere spel van het tijdloze nu 161
Alléén via het hart komt men tot inzicht 171
Droomloze slaap besraar wel,
maar de dood bestaar niet 189
U bent verliefd op liefde 199
Ontwaken in onsterfelijke heerlijkheid 215
Voorwoord
Gewoonlijk vereenzelvigen wij ons met een mengsel
van gedachten, waarnemingen en gevoelens. Deze
vereenzelviging met een persoonlijk lichaamsmentaal
complex wortelt diep in ons. Omdat de mensen om
ons heen - ouders, leraren, vrienden enzovoorts-ge­
loven dat zij persoonlijke wezens zijn, vinden wij het
vanzelfsprekend om in hun voetsporen te geloven in
wat, nauwkeuriger bezien, de oorzaak zal blijken van
al onze narigheid.
Als het lichaamsmentale complex een voorwerp is
-een beperkte, persoonlijke verzameling van gedach­
ten, gevoelens en gewaarwordingen-dan impliceert
het bestaan van dat voorwerp dat er een getuige is
waaraan het verschijnt. Gewoonlijk noemt men die
getuige bewustzijn of gewaarzijn. Onderzoeken we
wat we zijn, dan blijkt wat we 'ik' noemen, nu juist
dat gewaarzijn te zijn. De meeste van ons verwarren
dit waarnemend bewustzijn met het waargenomen
mentale complex en overdekken op die manier be­
wustzijn met de persoonlijke beperkingen van dit
complex, dat ze opvatten als een beperkt wezen.
Uit een rigoureuze analyse blijkt zonder moeite
dat deze overdekking gespeend is van elke experimen-
7
rele of logische fundering. De waarnemer kan niet als
een voorwerp geanalyseerd worden. Iedere beperking
wordt als zodanig noodzakelijkerwijs waargenomen
of opgevat. Daaruit volgt dat het bewustzijn vrij is
van beperkingen. En zelfs deze bevestiging van de
onbeperkte aard van het bewustzijn is al een beper­
king, zodat het bewustzijn krachtens zijn eigen aard
ontsnapt aan het domein van het logisch denken. De
vraag naar de persoonlijke of onpersoonlijke aard van
het bewustzijn kan niet worden beantwoord door het
mentale complex dat hier zijn absolute grens bereikt.
Proberen we doelbewust die getuige vóór ons te
zien, dan belanden we in een ongewone situatie. Van
de ene kant lijkt onze poging te mislukken door het
onvermogen van het mentale complex om iets anders
dan objecten te zien. Van de andere kant lijkt de men­
tale activiteit, de stroom van gedachten en gevoelens,
even te stoppen. Al laat die 'stop' in het mentale com­
plex geen sporen na, toch lijkt dit niet-ervaren een
sterk gevoel van identiteit op te wekken met een
onuitspreekbare zekerheid van presentie die we be­
noemen als 'ik' of'ikben'. Even later duikt dan het ik
weer op met de gedachte 'ik ben dit lichaamsmentale
complex', zo opnieuw de tijd-ruimtelijke beperkin­
gen van het persoonlijke ik projecterend op het on­
begrensde 'ik ben'. De grenzeloosheid van het 'ik ben'
laat zich niet funderen vanuit het mentale niveau,
maar blijft hangen als een 'nasmaak' wanneer de we­
reld van objecten terugkomt.
Nadat onze aandacht is gevestigd op de presentie
van die waarnemende achtergrond en we een eerste
glimp van ons ware zelf hebben opgevangen, rijst er
van binnen een sterke aantrekkingskracht op die ons
8
telkens opnieuw terugvoert naar dit niet-ervaren. Elke
nieuwe glimp versterkt het 'parfum' van vrijheid en
geluk dat oprijst uit die nieuwe dimensie. Naarge­
lang onze tijdloze aanwezigheid tastbaarder wordt,
slaat ons dagelijks leven een nieuwe richting in. Ener­
zijds worden mensen, tijdverdrijf en bezigheden die
ons tevoren erg aantrokken, nu onbelangrijk. Onze
vroegere gehechtheid aan ideologieën neemt zonder
duidelijke redenen af. Anderzijds neemt, zonder enige
inspanning van onzekant, de gerichtheid op onze ware
aard toe. We lijken nog gevangen in onze cel, al heb­
ben we als het ware door de tralies een lichtschijnsel
opgevangen.
Dan wordt, ooit, het ego geresorbeerd in onze
waarnemende presentie die zich dan onthult als de
eeuwige schoonheid, de absolute waarheid en de hoog­
ste gelukzaligheid die we zochten. Ineens worden we
bevestigd in een onwrikbaar besef van onze oorspron­
kelijke onsterfelijkheid. Angst en begeerte verlaten ons
nu voorgoed.
De plotselinge onthulling van onze ondeelbare aard
kan niet in woorden worden weergegeven voor wie
nog leeft in de illusie van de dualiteit van subject en
object. Zo iemand zal zich van die woorden een voor­
stelling maken in relatieve begrippen, als een objec­
tieve belevenis, de enige soort die hij of zij begrijpt.
Hoe kan, bijvoorbeeld, een gevoel van absoluut ge­
luk worden meegedeeld aan wie alleen maar relatieve
ervaringen heeft beleefd? Al gaat men uit van het ge­
geven van ongeacht welke relatieve ervaring, van welke
intensiteit ook, dan blijft er altijd toch een nog inten­
sere of een tegengestelde mogelijk. Maar dat is niet
meer het geval wanneer we het hebben over de geluk-
9
zaligheid van onze ware aard. Hoe kan bovendien ie­
mand, die geluk uitsluitend kent met betrekking tot
objecten, ooit de onafhankelijkheid en het motief­
loze van dat geluk beseffen? Hoe is het, op soortge­
lijke manier, mogelijk om de ruimte- en tijdloosheid
van deze openbaring over te brengen op wie alléén
weet heeft van gebeurtenissen binnen ruimte en tijd?
Zijn goddelijke luister op iemand voor wie schoon­
heid slechts een relatief begrip is?
En als we zeggen dat ons heelal, met al zijn rijk­
dom en verscheidenheid- de appels in het mandje,
het Beethovenkwartet op de stereo, de planeten en de
sterren aan de avondhemel- elk ogenblik voortkomt
uit, rust in, en weer wordt opgenomen in onze zich­
zelf openbarende presentie- net als onze gedachten
en meest persoonlijke gevoelens en dar er geen an­
dere plaats is om te bestaan- dan blijft onze beschrij­
ving toch nog ontoereikend. Wam hij schijnt een
begrip te impliceren van een transcendente presentie
waaruit dit heelal voortvloeit als een afZonderlijke en­
titeit, terwijl deze openbaring ongerept is van ieder
onderscheid.
Onze zelfverlichte achtergrond die de leidraad is
van de dialogen in dit boek, bepaalt de enige werke­
lijkheid van al wat is. Er is niets anders.
10
1
De kunst om niets
te verwachten
Wát mogen we van onze samenkomsten verwachten?
Verwacht te leren om niets te verwachten. Niets ver­
wachten is een grote kunst. Als we niet meer in af­
wachting leven, leven we in een nieuwe dimensie. We
zijn vrij. Onze geest is vrij. Ons lijf is vrij. Met het
verstand begrijpen dat we niet een psychofysisch we­
zen zijn dat verkeert in een wordingsproces, is een
noodzakelijke eerste stap, maar dit begrijpen is niet
voldoende. Dat we in feite het lichaam niet zijn, moet
een actuele ervaring worden die onze spieren, onze
organen en zelfs onze lichaamscellen doordringt en
bevrijdt. Een verstandelijk inzicht dat correspondeert
met een plotseling, vluchtig herkennen van onze ware
aard brengt ons een flits van pure vreugde, maar zo­
dra we ten volle weten dat we niet het lichaam zijn,
zijn we die vreugde zel(
Hoe kan ik op een zintuiglijke manier ervaren dat ik
niet het lichaam ben?
We voelen allemaal momenten van geluk die gepaard
gaan met een gevoel van expansie en ontspanning.
11
Vóór deze lichaamservaring waren we in een staar van
tijdloosheid, van een onvervalste, onveroorzaakte
blijdschap waarvan de lichamelijke sensatie eenvou­
dig het ultieme resultaat is. Deze vreugde neemt zich­
zelfwaar. Op dat moment waren we nier een beperkt
lichaam in de ruimte, geen persoon. We kenden ons­
zeif in de onmiddellijkheid van het ogenblik. We ken­
nen allen deze onveroorzaakte gelukzaligheid. Wan­
neer we diepgaand onderzoeken war we ons lijf
noemen, ontdekken we dar de substantie zelf ervan
deze vreugde is. We hebben niet langer behoefte of
zin of zelfs het vermogen om in objecten in de bui­
tenwereld geluk te vinden.
Hoe wordt deze diepe exploratie uitgevoerd?
Wijs lichamelijke sensaties en emoties die zich aan u
voordoen niet af Laat ze in uw aanschouwing volle­
dig opbloeien zonder enig doel of enige tussenkomst
van de wil. In toenemende mate komt dan de poten­
tiële energie vrij die gevangen zit in spierspanningen.
De dynamiek van de psychosomatische structuur put
zichzelf uit en een terugkeer naar de oorspronkelijke
stabiliteit vindt plaats. Dit zuiveren van lichaams­
sensaties is een grote kunst. Het vergt geduld, door­
zeningsvermogen en moed. Het komt tot uiting op
het niveau van voelen door een geleidelijke expansie
van het lichaam in de omringende ruimte en een ge­
lijktijdige doordringing van de lichaamsstructuur door
deze ruimte. Die ruimte wordt niet ervaren als een
eenvoudige afw-ezigheid van objecten. Wanneer de
aandacht zich losmaakt van waarnemingen die hem
geboeid houden, ontdekt hij zichzelf als die zelf-
12
verlichte ruimte waaruit her lichaam werkelijk bestaat.
Op dat ogenblik heft de dualiteit van lichaam en
ruimte zich op. Het lichaam expandeert tot de om­
vang van het heelal en bevat in zijn hart alle tastbare
en ontastbare dingen. Niets bevindt zich erbuiten. We
hebben allen dit vreugdelichaam, dit ontwaakte
lichaam, dit lichaam van universele verwelkoming.
We zijn allen compleet, zonder ontbrekende stukken.
Verken alleen maar uw koninkrijk en neem het we­
tens in bezit. Blijft u niet langer leven in het naar­
geestige hutje van een beperkt lichaam.
In ogenblikken van stilte vang ik glimpen op van dit ko­
ninkrijk. Maar dan moet ik aan het werk en trefik me­
zelfaan in een omgeving die evenmin koninklijk als vreed­
zaam is en verdwijnt mijn klaarheid ogenblikkelijk. Hoe
kan ik mijn gelijkmoedigheid voorgoed behouden?
Wat zich in gewaarzijn toont, is niets anders dan
gewaarzijn, uw collegàs, cliënten, chefs, absoluut al­
les, met inbegrip van de zaak, de meubels en het ge­
reedschap. Begrijp dit eerst verstandelijk en verifieer
dan of dit zo is. Er komt een tijd waarin dit gevoel
van intimiteit, deze u omhullende ruimte van wel­
willendheid u niet meer verlaat; u voelt zich overal op
uw gemak, zelfs in een tjokvolle stationswachtkamer.
U verliest dit alleen wanneer u het verleden of de toe­
komst ingaat. Blijf niet in die bouwval. Deze onme­
telijkheid wacht u nu meteen, precies op dit moment.
Nu u al kennis hebt gemaakt met zijn presentie en de
harmonie hebt geproefd die onder de uiterlijke ver­
schijnselen ligt, laat dan nu de waarnemingen van
buitenwereld en lichaamssensaties zich vrijelijk ont-
13
plooien in uw verwelkomend gewaarzijn, totdar de
achtergrond van volkomenheid vanzelf verschijnt.
Deze omkering van het perspectief is re vergelij­
ken met iets dat plotseling een engelengezicht laar
zien in een boom in één van die vroeg twintigste­
eeuwse prenten waar kinderen zo dol op zijn. Eerst
zien we alléén maar de boom. Dan, opmerkzaam ge­
maakt door de tekst onder het plaatje dat daarin een
engel is verscholen, gaan we minutieus het gebladerte
onderzoeken totdar we eindelijk de engel zien. War
belangrijk is om te weten, is dat er een engel is en
waar hij verstopt is. En eenmaal te hebben ervaren
dat de boom zijn vorm verandert en omslaat in her
gezicht van de engel wanneer het beeld zich herschikt
om ons het geheim van het plaatje toe te vertrouwen.
Is de weg eenmaal gebaand, dan worden volgende
omdraaiingen van het perspectief steeds makkelijker
totdat we, om zo re zeggen, de engel en de boom te­
gelijk zien. Net zo wordt, wanneer we onze ware aard
eenmaal herkend hebben, het resterende onderscheid
russen onwetendheid en ontwaken steeds vager en lost
her op in de fundamenrele 'zodanigheid' van het zijn.
Ik begin in te zien dat ik helemaal verkleefd ben binnen
mijn lichaam. Mijn gewaarwordingen en mijn impres­
sies zijn dat ik een afoonderlijk individu ben.
Hoe uit zich dat gevoel van verkleefdheid?
Ik voel me als onder hypnose door mijn trots, door mijn
emoties- vooral mijn woede- en door de onrust in mijn
lichaam.
14
Juist. Zodra u doorkrijgt dat u gehypnotiseerd bent,
houdt de hypnose op.
Hoe komt dat? Dit ontgaat me.
Stel uzelf de vraag wie er gehypnotiseerd is. Onder­
zoek dat tot in de diepte. Wie is het? Waar is het? U
zult ontdekken dat her niet lukt om zo'n wezen te
vinden. Wanneer u uw geest en lichaam doorzoekt,
zult u een paar begrippen aantreffen waarmee u zich
vereenzelvigt, zoals 'ik ben een vrouw, ik ben een
menselijk wezen, ik ben een jurist' enzovoorts. U kunt
in uw lichaam ook bepaalde gewaarwordingen aan­
treffen, bepaalde regionen die ondoorzichtiger en so­
lider zijn, waarmeeu zich eveneens vereenzelvigt. Maar
als u preciezer toeziet, wordt duidelijk dat u niet dar
gevoel in uw borstkas bent, niet dit gevoel van een
vrouw te zijn, want gevoelens komen en gaan en wat
u werkelijk bent is blijvend. Juist op dat moment
houdt de hypnose op.
Dar die gedachten en gevoelens zich voordoen, is
minder problematisch dan uw vereenzelviging ermee.
Zodra u zich daarvan bewust wordt, neemt u er af­
stand van. U bent vrij. In deze vrijheid geeft u zich
nergens een omschreven plaats. Het is van belang om
op deze onbepaalde plek re blijven en niet toe te ge­
ven aan de normale neiging om mereen een nieuwe
identiteit aan re nemen zodra u de oude loslaat; zoals
een aap die een rak nier loslaar eer hij aan de vol­
gende hangt.
U zult ontdekken hoe heerlijk het is op deze ma­
nier in de lucht te leven zonder ergens aan te hangen,
onthecht. In het begin lijkt het wat vreemd, al hin-
15
dert uw nieuwe houding u nergens in. U kunt ge­
woon uw functie van moeder of jurist blijven ver­
vullen, uw lichaam voelen enzovoorts. Eigenlijk is
niets zijn, in de lucht, nergens, erg praktisch. Het
maakt het leven een stuk eenvoudiger. Neem geen
genoegen met alléén maar begrijpen. Pas uw inzicht
toe in de praktijk. Probeer niemand te zijn. Laat de
takken los.
Is het niet moeilijk om daarna inje lichaam terug te
keren en het alledaagse leven te leiden?
U bent nooit in uw lichaam geweest, dus is de vraag
om erin terug te keren niet aan de orde. Uw lichaam
bevindt zich in u. U bent niet in het lichaam. Uw
lichaam doet zich aan u voor als een reeks zintuiglijke
gewaarwordingen en begrippen. U weet dat u een
lichaam hebt wanneer u het voelt of wanneer u eraan
denkt. Deze gewaarwordingen en gevoelens verschij­
nen binnen u, pure bewuste aandacht. U verschijnt
niet in hen, in tegenstelling tot wat uw ouders, uw
leraren en bijna de hele gemeenschap waarin u leeft u
hebben geleerd. In tegenspraak met uw eigen erva­
ring hebben ze u geleerd dat u, als bewustzijn in uw
lichaam bent, dat bewustzijn een functie is die ont­
springt aan de hersenen, een orgaan van uw lichaam.
Ik stel voor dat u deze overtuigingen in twijfel trekt
en de ruwe gegevens van uw eigen ervaring aan een
onderzoek onderwerpt. Denk terug aan de recepten
voor geluk die u als kind van diezelfde mensen laeeg:
studeer hard, neem een goede baan, trouw met de
juiste man, enzovoorts. Als die recepten gewerkt had­
den zat u hier niet met al deze vragen. Ze werken
16
niet, omdat ze gebaseerd zijn op een verkeerde kijk
op de werkelijkheid, een gezichtshoek waarvan ik u
aanraad hem te betwijfelen.
Ga dus voor uzelfna of u verschijnt in uw lichaam
of uw geest of dat die, daarmee in tegenstelling, in u
verschijnen. Dat is een omkering van perspectief ver­
gelijkbaar met de ontdekking van de engel in de boom.
Al lijkt deze verandering aanvankelijk klein, toch is
het een revolutie met onvoorstelbare en oneindige
gevolgen. Als u de mogelijkheid dat de boom ook
een engel zou kunnenzijn, echt kunt aanvaarden, dan
zal die engel zich aan u tonen en verandert uw leven
in betovering.
Kunt u ons iets vertellen over de praktijk van intuïtief
leven vanuit het hart?
Wees geen persoon, wees niets. Leef, nu u begrepen
hebt dat u niemand bent, de waarheid in overeen­
komst met dit weten. U leeft de waarheid uit de vol­
heid van het hart zodra het denkbeeld of het gevoel
dat u een persoon bent u niet meer stoort. Ongeacht
of u er wel of niet aan denkt en of u al dan niet han­
delt.
Sta ik op dit moment in dejuiste verhouding tot mezelf
en tot de wereld?
0 ja. U staat in de juiste verhouding: die van inclusie.
Net zoals uw lichaam en geest is de wereld besloten
in uw ware zelf. Liefde is inclusie. Inzicht is een tussen­
stadium, maar de eindbestemming, het echte cen­
trum, is het hart.
17
Is het hart de plek tussen deze tak en de volgende, om te
spreken in de gelijkenis van de aap?
Wanneer u instemt met loslaten van de tak waaraan u
zich vastklampt zonder een andere te pakken, valt u
in het hart. U moet bereid zijn te sterven, alles wat u
weet te laten schieten, al wat u bezit, inclusief uw
leven of tenminste, alles waarvan u in dit stadium
meem dat het uw leven is. Dat vereist durf. Het is
een soort zelfmoord.
Gaat dat echt zo?Herinnert u zich bijvoorbeeld de ogen­
blikken die voorafgingen aan uw herkennin6.'
Ja.
Ging dat zo?
Ja.
Dank u. Had u van tevoren enig idee van wat er ging
gebeuren?
Ja en nee. Ja, omdat ik de uitnodiging voelde. Nee,
omdat ik tot dat ogenblik alleen maar betrekkelijk
geluk had gekend, betrekkelijke waarheid, betrekke­
lijke kennis en me het absolute, onuitspreekbare niet
had kunnen voorstellen. Het zelf is voorbij elk be­
grip, elke projectie.
Daarom kunnen we onszelf niet op eigen kracht
sturen en moeten we wachten totdat het ons roept.
Maar als het ons uitnodigt, moeten we vol vreugde
en zonder aarzelen 'jà zeggen. De beslissing is aan
18
ons. Het is de enige beslissing waarin we echt een
vrije keuze hebben.
Eén van de redenen waarom ik draal om mezelfopen te
stellen voor de uitnodiging, is mijn vrees dat mijn leven
radicaal zal veranderen.
0 ja, het zal veranderen.
lv.fijn gezin ook?
Ook uw gezin. Alles zal veranderen.
Ik ben bang dat mensen me in de steek gaan laten.
Ik kan u verzekeren dat u nergens spijt van zult heb­
ben.
Is het mogelijk te zijn uitgenodigd, maar ervoor te heb­
ben bedankt?
Ja, want u bent vrij.
Zal ik nog eens worden uitgenodigd?
Ja. Sta klaar. Houdt u beschikbaar. Beschikbaar bene
u wanneer u begrijpt dat u uit uzelf niets kunt doen
om bij de Koning te komen. Wanneer u uw rotale
machteloosheid erkent, wordt u een leeg vertrek.
Zodra u een leeg vertrek wordt, bent u een heilig­
dom. Dus kan de Koning binnenkomen, de troon
bestijgen en u begenadigen met onsterfelijke presen­
tie.
19
U zei ooit dat ik niets kan doen om dit ego kwijt te
raken dat aan me kleeft.
De persoonlijkheid, het gefragmenteerde wezen dat
u gelooft te zijn, kan niets doen.
Houdt dit in dat alle spirituele praktijken zinloos zijn
zolang ik daarin geloof.
Precies. Een praktijk die voortkomt uit het idee dat u
een lichamelijk of geestelijk wezen bent, kan niet spi­
ritueel genoemdworden. Het is een verwervingsproces
proces dat u van de werkelijkheid verwijdert. War u
echt bent, kan niet worden verworven, want u bent
het al. Het ik is onbestendig. Het is een zich herha­
lende gedachte die gepaard gaat met emoties, licha­
melijke sensaties en reacties. Wanneer u ontroerd
wordt door de schoonheid van een muziekstuk, de
pracht van een zonsondergang of de fijnzinnigheid
van een liefdesdaad, verlaat het ik u. U bent dan open
en compleet. Wanneer u anderzijds uw best doet om
het ego te verbeteren door het beoefenen van één of
andere discipline- als een verzamelaar die de waarde
van zijn collectie alsmaar vergroot met nieuwe en su­
blieme aanwinsten - hecht u zich er steeds meer aan.
En tenslotte bent u onvoldaan en leeft u in isolement.
Verdwijnt dit ik geleidelijk ofplotseling?
U weet al wie u bent. Zelfs iemand in wie belangstel­
ling voor de diepste werkelijkheid nog niet ontwaakt
20
is, kent momenten van vreugde. Tijdens deze mo­
menten is het ik afwezig. Zij ontspringen aan ons echte
wezen dat vreugde is. ledereen herkent vreugde on­
middellijk. Dat waardoor het zelf zichzelf herkent, is
het zelf zelf. Alléén zijn heeft toegang tot zijn. Alléén
vreugde heeft toegang tot vreugde, alléén eeuwigheid
tot eeuwigheid. Wat ons uit deze tuin van Eden ver­
drijft en ons in een verwoed zoeken stort, is het ver­
keerde idee dat dit echte zijn, deze vreugde en deze
eeuwigheid, er niet zijn. De resorptie van het ik in
het zijn, wat, bezien vanuit een temporeel standpunt
er uitziet als een laren gaan gevolgd door plotselinge
verlichting, maakt een eind aan dit gezoek en die op­
winding.
%t bewerkt die resorptie?
Op deze vraag is er geen antwoord op het niveau waar
hij wordt gesteld, omdat het gevolg al in de oorzaak
besloten ligt en de oorzaak doorwerkt in het gevolg.
Net als de bedelaar uir het sprookje die van de rove­
naar hoort dat hij een koningszoon is, kunnen som­
mige, schijnbaar toevallige ontmoetingen ons kennis
laten maken met onze ware aard. Bij de verkondiging
van dit goede nieuws, dit evangelie in de ware zin van
het woord, rommelt er een oerinstinct in het diepst
van ons wezen dat ons op het spoor zet dat voert tot
het ultieme. Deze innerlijke beweging correspondeert
met een versluierde herkenning van ons ware wezen
en de belofte van blije vrede waarmee hij gepaard gaat,
richt ons begeren in een onbekende richting.
Dit herkennen betreft niet een objectieve en tijd­
gebonden werkelijkheid. Het bevindt zich niet op het
21
niveau van geheugen of tijd. Daarom kan deze ge­
nade niet vergeten worden. Hij nodigt ons vaker en
vaker uit en elke nieuwe herkenning versterkt ons
verlangen naar het goddelijke. Zoals de zwerver die
op een wimeravond verdwaald is en aan de rode gloed
door de ruit van een herberg het vuur binnen om­
dekt en de deur opent om zich enkele ogenblikken
bij de haard te verwarmen, zo gaan wij het heiligdom
binnen en rusten even in de warmte van het heilige
licht voordat we de nacht weer in trekken. Tenslotte,
wanneer ons verlangen naar het absolute onze doods­
angst overwint, geven we het voorwendsel van ons
persoonlijk bestaan prijs aan het offervuur van het
oneindig bewustzijn. Vanaf dat moment staat niets
meer in de weg van her ontwaken dat zijn pracht meer
en meer ontplooit op alle vlakken van de wereld der
verschijnselen die, beetje bij beetje, hun onderliggende
buitentijdse werkelijkheid onthullen. Net als de blik
van Shams van Tabriz die 'nooit ergens op viel zonder
het eeuwig te maken'.
Hoe overwin ik mijn angst om de waarheid onder ogen
te zien? Ik voel dat als een belemmering om mijn ware
wezen te kennen.
Wees in de eerste plaats blij dat u zich bewust bent
van die ingewandsangst, omdat de meeste mensen
hem onderdrukken en mijden. Zodra die angst zijn
gezicht laat zien in een moment van alleenzijn of niets­
doen, zetten de meeste mensen de televisie aan, gaan
bij een vriend op bezoek of storten zich op één of
22
andere bezigheid. Uw angst te ontdekken, is daarom
een belangrijke eerste stap.
Ik weet niet ofik hem ontdekt heb, want ik heb er geen
heldere kijk op. Misschien voel ik alleen maar zijn aan­
wezigheid.
Leef ermee, heb er belangstelling voor, onderdruk hem
niet. Treed hem welwillend tegemoet, met een hou­
ding van: laat hem maar komen, laat hem maar gaan.
Neem hem zoals hij is, een mengsel van gedachten en
lichamelijke sensaties. Vraag uzelf: 'Wie is er bang?' en
u zult de angstgedachte weg zien gaan met achterlating
van niet meer dan resten plaatselijke angst, de angst­
sensatie op lichamelijk niveau. Aufond is dat alles maar
een vertoning waarvan u de toeschouwer bent.
Laat uw licht erop vallen en schouw uw reacties,
uw vlucht en uw ontkenning die er ook mee te ma­
ken hebben. De erkenning van uw weigering is het
begin van uw aanvaarding, kome wat komt. Zo stelt
u zich op het standpunt van de schouwende, wat om
te beginnen uw natuurlijke standpunt is.
Dus komt alles spomaan tot ontplooiing. Angst is
uw ego, het monster dat u in gedachten en lichame­
lijke sensaties meedraagt, de usurpator die u uit het
rijk van vreugde houdt dat het uwe is. Zie hem in
zijn hele omvang. Wees er niet bang voor, zelfs als
zijn verschijning schrikwekkend is. Pur de kracht om
ernaar re kijken uit uw brandend verlangen naar het
absolute, naar vrijheid. Als u hem begint te voelen,
denk dan:
'Kom hier, angst. Laat jezelf aan me zien, voel je
thuis, want je kunt toch niet bij me'. Deze methode
23
is zo effectief omdat angst iets is dat wordt waargeno­
men, dus iets beperkts. De langste slang ter wereld ein­
digt ergens. Is hij eenmaal helemaal uit het hoge gras
gekropen, dan bent u buiten gevaar omdat hij u niet
meer onverwachts kan aanvallen. Op dezelfde manier
is er, wanneer u, vóór u, uw angst in zijn geheel over­
ziet, wanneer niets ervan voor u verborgen blijft, hele­
maal niets meer van u over dat zich er nog mee kan
vereenzelvigen. Het is een object dat van u is losgeweekt.
De navelstreng van onwetendheid die het ego voedt,
doet het niet meer. Nu dit 'ik-spook' niet meer gevoed
wordt, kan het zich niet meer handhaven. Dus sterft
het in de explosie van uw eeuwige vrijheid.
Als we eenmaal onze diepste werkelijkheid hebben her­
kend. dan blijft er voorgoed een herinnering aan dat
ontwaken. Daardoor gaan we bemerken dat er ogen­
blikken zijn waarop het ego ingrijpt. W{> kunnen het ego
gaan trainen om zich afoijdig te houden, ons zo de kans
gevend om ons meer en meer open te stellen voor wat we
zijn. Kunt u hier commentaar op geven?
Het heeft geen zin het ego te trainen of te elimineren.
Wanneer u het traint of elimineert, wie verricht die
activiteit dan?
Het ego elimineert zichzelf
Hoe zou dat kunnen? In tegendeel, deze poging be­
stendigt her. Het ego is alléén een obstakel naarge­
lang we er aandacht aan besteden. In plaats van deze
24
vraag te benaderen van de negatieve kant - het ego en
zijn eliminering - kunt u beter beginnen aan de posi­
tieve kant. Het besef waarvan u sprak laat u een her­
innering van volheid na. Deze herinnering heeft be­
trekking op een niet-mentale beleving. Hij komt niet
uit het geheugen dat alleen maar objectieve elemen­
ten kan registreren. Wanneer u toestemt om u erdoor
te laten leiden, wanneer u met uw hele wezen rea­
geen door zijn roep te laten absorberen, zal de heilige
emotie die hij in u opwekt u rechtstreeks naar de drem­
pel van uw tijdloze presentie voeren. Leef met deze
herinnering. Vergeet de objectieve omstandigheden
die aan de herkenning voorafgingen of erop volgden
en blijfbij de herinnering zelf, houd ervan als van uw
liefste bezit en bedenk dat de bron waar van hij ont­
spruit altijd aanwezig is, hier en nu. Dat is de enige
plek waar hij te vinden is: hier en nu. Niet in gedach­
ten, maar vóór de gedachte, vóór erover na te den­
ken. Denk er zelfs niet aan...
Gewoonweg laten zijn wat is...
Praat er niet over. Vat hem niet in begrippen. Evalu­
eer hem niet. Het tussenbeide komen van het den­
ken voert u ervan weg. Probeer het niet eens. .. U spant
zich nog steeds teveel in. Het is zinloos. Geeft u over
en wees wat u al bent, absolute stilte...
Ik wil hier vandaag zijn en heb verkozen hier te zijn,
maar wat kan ik in aanwezigheid van een meester leren
wat ik niet zelfleren kan?
25
Al wat u leert, leert u zelf. Ik kan niet voor u leren.
Elke omstandigheid, elk voorval in uw leven onder­
richt u. Wat u door het stellen van deze vraag kunt
leren, is dat er geen meester is in de persoonlijke zin
die u bedoelt. Op dat vlak ben ik niet uw meester. Ik
ben gewoon blij uw vriend te zijn. De echte meester
is geen persoon. Hij is ons zelf, het zelf van alle we­
zens. Geeft u eraan over, bemin niets dan dar, heb
nergens anders belangstelling voor. Ik voel zijn aan­
wezigheid trillen in hen die bij me komen met de
zuivere intentie om hem te kennen en zij herkennen
deze presentie in mij. Men zou kunnen zeggen dat
deze presentie zich in de schijnbare ander herkent door
een soort sympathieke resonantie. Het goddelijke in
mij herkent het goddelijke in u. Wie kan, onder deze
omstandigheden, zeggen wie er de meester is en wie
de leerling, wie u is en wie mij?
Ik weet niet zeker ofdit wel een vraag is. Ik zat hier
systematisch te proberen kalm te zijn. Meteen toen u bin­
nenkwam werd alles opeens doodstil Ik voelde me als
een stervende die wanhopig probeerde zijn laatste adem
te halen. Mijn eerste gedachte was eenfantastisch gevoel
van verbazing; toen kreeg ik de indruk dat elke volgende
gedachte met kracht probeerdeteontsnappenaan de stilte
die me spontaan binnendrong...
Wanneer u zo wordt uitgenodigd, moer u zich volle­
dig overgeven. Probeer niet te weten waar u zich in
dit alles bevindt, of de situatie te beheersen. Dat gaat
niet. Zelfs de eerste gedachte die deze belevenis op-
26
merkt, is al teveel. Hij voorkomt een volledig losla­
ten. De uitnodiging van de Koning te krijgen, is niet
genoeg. U moet nog naar het paleis gaan en van het
banket proeven dat uw bestemming is. De zoeker naar
waarheid in u houdt zich voortdurend bezig met het
beheersen van uw gedachten, gevoelens en daden. Op
zeker ogenblik zal zelfs hij verdwijnen omdat hij
slechts een idee, een gedachte is. Hij is niet u. U bent
die vrijheid, die onmetelijkheid waarin de zoeker ver­
schijnt en verdwijnt. U bent waar u naar zoekt of,
preciezer, die onmetelijkheid zoekt zichzelf in u. Geef
uzelf eraan over zonder voorbehoud.
In hoeverre zijn we vrij om onze levensloop te bepalen?
Als individuen of als wat we echt zijn?
Als individuen.
In dat geval zijn we helemaal geconditioneerd, dus is
er geen vrije wil. Het lijkt alsof we vrije keuze uitoe­
fenen. Maar eigenlijk reageren we alleen maar als au­
tomaten die zonder adempauze dezelfde patronen van
ons biosociale erfgoed doorlopen die leiden tot de­
zelfde oude reacties, zoals een automatiek die in een
treinstation frisdrank tapt. Onze vrijheid als indivi­
duen is een illusie.
Anderzijds vloeit, op het niveau van ons diepste
wezen, alles uit onze vrijheid voort. Iedere gedachte,
elke gewaarwording wordt geboren omdat we dat
willen. We kunnen dit op het niveau van gedachten
niet begrijpen, maar we kunnen het wel ervaren.
Wanneer we geheel openstaan voor het onbekende,
27
is de persoonlijkheid afwezig. We beseffen dan dat
het tastbare en begrijpelijke heelal uit deze openheid
verrijst in het eeuwige nu. We willen, scheppen en
zijn op elk moment alles, in de eenheid van gewaar­
zijn.
Uspreekt van totaal open staan voor onze gedachten en
gewaarwordingen. Hoe kunnen we alles dat zich aan
om voordoet, ontvangen temidden van hetjachtige ritme
van het moderne leven. Kan dat echt?
In feite hebt u geen keuze, want wat u ook denkt,
waarneemt of doet: u staat er van moment tot mo­
ment voor open. Bijvoorbeeld, wanneer een gedachte
opkomt, is die gedachte spontaan, is het niet?
Ik zie niet waar u naartoe wilt.
U onderneemt niets om deze gedachte te laten ver­
schijnen. Zelfs wanneer u zich zou inspannen, zou
die gedachte zelf een spontane gedachte extra zijn. In
feite verschijnen alle dingen vanzelf in het bewustzijn
dat steeds in totale openheid verkeert. Het bewust­
zijn zegt nooit: 'Ik wil dit' of: 'Ik wil dat niet'. Wat
spreekt is niet het bewustzijn, maar eenvoudigweg een
gedachte die uit zichzelf opkomt. Dan zegt u: 'Ik was
niet open' en dat is het opwellen van een nieuwe ge­
dachte. De achtergrond van al deze mentale agitatie
is bewustzijn, altijdopen, alcijd verwelkomend. U staat
open vanaf het moment dat u leeft. Openheid is uw
aard. Daarom is het zo aangenaam hem aan te tref­
fen; men voelt zich thuis, op zijn gemak, natuurlijk.
U hoeft niets anders te doen om uzelf in openheid te
28
vinden dan te begrijpen dat hij uw ware aard is; dat u
er al bent. Zodra u verankerd bent in contemplatief
bewustzijn, heeft wereldse agitatie geen greep meer
op u. U begrijpt het proces waardoor hij het heft in
handen neemt en, door dat begrijpen, ontsnapt u er­
aan.
U maakt een sprong in een andere dimensie. Maak
uzelf er vertrouwd mee. Zie de invloed ervan op uw
geest en uw lichaam. Misschien lijken mijn woorden
voor u nu alleen maar ideeën, maar de dag breekt aan
waarop ze in u oplossen en overgaan in levend be­
grip. De vraag om te weten hoe u moet mediteren,
hoe u open of gelukkig moet zijn komt dan niet meer
op, want u bent dan al meditatie, openheid en geluk.
Maar we zijn om er niet van bewust.
Onderzoek, vind het uit voor uzelf. Kijk of het waar
is dat u voortdurend bewust bent. Kijk ofhet waar is
dat hetgeen u in uw diepste grond bent, gewaarzijn
is. Neemt u mijn beweringen niet aan als vastgestelde
feiten. Beproef ze en beproef ook wat u gelooft. Be­
twijfel ook het idee van een begrensd, persoonlijk
bewustzijn. Leef met deze vragen en leef vooral in de
stille openheid die volgt op het stellen van deze vra­
gen, in het creatieve 'ik weet het niet'. In deze open­
heid verschijnen antwoorden die de beginvraag beetje
bij beetje veranderen en verfijnen en hem steeds meer
verhelderen tordat hij niet meer in gedachten kan
worden weergegeven. Laat deze restdynamiek zich in
uw verwelkomende aandacht vanzelf uitputten tot­
dar her uiteindelijke antwoord in al zijn pracht in u
oprijst.
29
Gisteren gebruikte u het bijvoeglijk naamwoord 'onge­
kleurd' om de hoedanigheid van bewustheid aan te ge­
ven. Ik vraag me afwaar liefde en compassie in dit beeld
blijven.
De woorden die we gebruiken om her onbeschrijfe­
lijke te beschrijven, moeten ter plekke geabsorbeerd
worden. Wanneer we ze buiren hun verband gebrui­
ken, verliezen ze hun heerlijke geur. Een verhaal hier­
over valt me in: Een zenmeester sprak zichzelf in een
uur (schijnbaar) twaalfmaal regen. Geïrriteerd somde
een discipel uit het gehoor de reeks tegenstrijdighe­
den op onder het geamuseerde en welwillende oog
van de meester, wiens hele antwoord, eenvoudig ge­
zegd, zonder enige poging om zichzelf te rechtvaardi­
gen, was: 'Waarlijk, hoe merkwaardig en wonderbaar­
lijk! Nooit zal ik begrijpen waarom de waarheid
zichzelf alsmaar tegen blijft spreken!'
Daar ben ik het mee eens. Gewaarzijn is onuitdrukbaar.
Is compassie ook aan het woord ontstegen?
Mijn opmerking sloeg op het eerste deel van uw
vraag... Eerst moeten we binnen onszelf het kleurloze
centrum vinden dat volmaakte vrijheid en absolute
autonomie is. En als we, vanuit dat centrum, vanuit
dar weten, onze blik laren vallen op de wezens die ons
omringen, zien we niet alleen hun lichaam en nemen
we niet alleen hun geest waar, maar vliegen we recht­
streeks over de psychosomatische grenzen naar die
kleurloze, onbegrensde plek die onze gemeenschap-
30
pelijke essentie is. Daar, waar er geen ander is. Vanuit
dit ongekleurde centrum kan zich, naar omstandig­
heden, al dan niet activiteit ontplooien. Actie die volgt
uit het inzicht dat we uiteindelijk één wezen zijn, is
vol compassie, schoonheid en intelligentie. Hij kan
andere hoedanigheden uiten, maar, als de omstan­
digheden dat vereisen, de kleur van compassie aanne­
men. Hij laat geen sporen na en bevrijdt wie hij aan­
raakt. Echte compassie vecht de vooropgezette ideeën
aan die we erover hebben. Zij kan vreemd, ongepast,
zelfs grof lijken, maar zij is vrij en dat is haar schoon­
heid. Zij is een wervelwind van vrijheid die waait waar
ze wil, in haar beloop triviale gehechtheden en on­
ware ideeënwegvagend, totdat alléén het onverwoest­
bare, her ware, het eeuwige overblijft.
l%t kunt u zeggen over intelligentie?
Gewone intelligentie is een hersenfunctie. Zij uit zich
als aanpassing en organisatie. Zij maakt het mogelijk
complexe problemen aan te pakken door een groot
aantal gegevens in het geding te brengen.
Gekoppeld aan erfelijke en verworven conditio­
neringen van de hersens, werkt zij sequentieel, in tijd.
Dit is het soort intelligentie dat verantwoordelijk is
voor het doen van algebraïsche berekeningen, het for­
muleren van logische redeneringen en het tennisspel.
Opererend als een supercomputer, munt zij uit in het
volbrengen van repetitieve opgaven en wordt zij mis­
schien ooit overtroffen door machines. Haar oor­
sprong is het geheugen, het bekende.
31
Intuïtieve intelligentie verschijnt als inzicht en hel­
derheid. Zij is verantwoordelijk voor het kunnen zien
van eenvoud in schijnbare complexiteit. Zij slaat di­
rect toe, in 'n ogenblik. Altijd creatief, vrij van het
bekende, is zij het hart van alle grote wetenschappe­
lijke ontdekkingen en alle grote kunstwerken. Haar
bron is de opperste intelligentie van tijdloos bewust­
zijn.
Wanneer intuïtieve intelligentie zich, in een po­
ging om haar oorsprong te begrijpen, richt op zich­
zelf, verliest zij zich in de directe schouwing van de
opperste intelligentie. Het zien van die hogere intelli­
gentie is een implosie die de illusie vernietigt dat we
een persoonlijk wezen zijn.
Vindt dit herkennenplaats, ongeacht iemands algemeen
intelligentieniveau?
Ja. De aanwezigheid van een hevig verlangen naar
ontwaken is een zeker teken dat dit herkennen heeft
plaatsgevonden.
Is de destructie van het ego die het ontwaken teweeg­
brengt geleidelijk ofplotseling?
In het eerste ogenblik van herkennen, bevindt zich al
de kiem van zijn voltOoiing, net wals zich in het zaad
de bloem, de boom en de vrucht bevinden. Nog een
tijdje houdt het ego, aangeslagen door een nog partiële
aanschouwing van deze intelligentie, zich vast aan iets
wat op leven lijkt. In dit stadium handhaaft de macht
der gewoonte oude identificaties, maar in het geloofin
ons ahonderlijk bestaan is een onherstelbare bres ge-
32
slagen. Men zou kwmen zeggen dat, in alle betekenis­
sen van dien, ons hart er niet meer bij is. Intermirterend
weerkeren van dit besefmaakt deze bres nog groter rot
het moment waarop het ego, dat een waargenomen
object is, volJedig tot voorwerp wordt voordat het voor­
goed voor onze ogen oplost; plaats makend voor de
invasie van het onuitsprekelijke.
Na dit ontwaken, vinden wij onszelf vrij van angst
en begeerte. Vrij van angst want, nu wij ons onsterfe­
lijk zelf geïntegreerd hebben, verlaat het spook van
de dood ons voorgoed. En vrij van begeerte omdat,
nu wij de absolute volheid van het zijn kennen, de
oude aantrekkingskracht die objecten voor ons had­
den vanzelf ophoudt. Oude lichamelijke en geeste­
lijke gewoontes die voortkwamen uit het vroegere
geloof in een persoonlijk bestaan, kunnen nog een
tijdlang zichtbaar blijven, maar iedere vereenzelviging
met waargenomen of gedachte objecten is van nu af
onmogelijk. Wanneer ze aanschouwd worden in de
verbazingwekkende neutraliteit van bewustheid, ster­
ven die oude gewoonten één voor één, ronder dat
hun sporadische recidieven een terugkeer van de ego­
illusie veroorzaken.
Aan welke tekenen kunnen we hogere intelligentie her­
kennen?
Gedachten, gevoelens en handelingen die uit hogere
intelligentie voortkomen, verwijzen naar hun oor­
sprong: het zelf. Eenmaal afgegeven, laten ze ons ach­
ter op de oever van het absolute; als het schuim dat
een golfop het zand achterlaat. De gedachte die waar­
heid denkt, komt voort uit waarheid en voert ons te-
33
rug naar waarheid. Deze gedachte heeft talrijke ver­
schillende facetten; zij stelt schijnbaar verschillende
vragen zoals: 'Wat is geluk?', 'Wat is God?', 'Wie ben
ik?'. Al deze vragen ontspringen aan een gemeenschap­
pelijke bron, uit eeuwige vreugde, uit het goddelijke,
uit ons zelf Wanneer deze vraag- doordrongen van de
heerlijke geur van de waarheid- u uitnodigt, geef er
dan ruimte aan, maak er tijd voor, geef u eraan over,
laat uzelf erdoor dragen. Deze gedachte is als God's
voetafdruk in uw ziel. Laat hem gaan waar hij wil.
Degene waarin deze vraag is ontwaakt, is een grote ge­
luksvogel. Geen obstakel kan hem of haar de toegang
tot de waarheid meer beletten. Heeft hetverlangen naar
het opperste u eenmaal gegrepen, dan werkt het hele
universum mee aan de vervulling van dit verlangen.
Verkeert u op dit moment in deze toestand van vervul­
ling?
Er is niemand in die toestand. Deze niet-toestand is
de afwezigheid van de persoon.
Gaat u erin en eruit?
Het is geen toestand.
Bent u in die toestand wakker?
Deze niet-toestand is voor zichzelf wakker. Hij 1s
gewaarzijn, ik ben gewaarzijn, u bent gewaarzijn.
Bent u, in dat geval, zich ervan bewust dat alles zich op
dejuiste plaats bevindt?
34
Uit het oogpunt van gewaarzijn, is alles gewaarzijn
en zo is alles op zijn plaats. Niets is tragisch. Alles is
licht, alles is presentie.
Gegeven dat wij licht zijn en dat de dingen om ons heen
ook dat licht zijn, ziet u dingen anders dan wij?
Nee. Ik zie alles precies zo als u, maar er zijn dingen
die u gelooft te zien die ik niet zie. Ik zie geen per­
soonlijk wezen in het tableau. Zelfs wanneer er een
oude gewoonte uit het geheugen op rijst, is die ge­
heel geobjectiveerd, simpelweg een deel van het ta­
bleau, niet wat ik ben. Ik vat mezelf niet op als iets
waargenomen of bedacht. Dat is alles. U kunt het­
zelfde doen. U bent vrij. Het gewoon te proberen is
al genoeg. Doe het, probeer het! Nu meteen!
Hoe moet ik dat aanpakken?
Telkens als u denkt dat u een object bent, bijvoor­
beeld een man met een bepaald beroep of dat u uw
lichaam bent, zie het dan.
Dus er is een zelfop een hoger niveau dat de situatie
observeert. Is dat het perspectief
Dat is het verstandelijk begrijpen van het perspectief,
niet het werkelijk ervaren ervan. De werkelijkheid van
het perspectief is uw verwelkomende aandacht, niet
het begrip van uzelf als verwelkomende aandacht, maar
eenvoudig uw verlichte presentie- zonder spanning
of weerstand- die van moment tot moment de ge­
dachten of de gevoelens die ontstaan, verwelkomt,
35
zich vrijelijk laat ontplooien en zich spoorloos in zich­
zelf laat resorberen. Dit oerlicht is geen afwezigheid
maar een volheid. Geefuzelferaan over, laat uzelf er­
door overweldigen.
36
2
Het directe pad
Wánneer we verlichting ervaren, hebben we dan weet
van onze vroegere incarnaties? Is dit dan wat de ch'an
meesters bedoelden wanneer zij spraken over het zien
van ons oorspronkelijke gezicht?
Degene die verlichting 'ervaart', is geen beperkt we­
zen zogenaamd onderworpen aan reïncarnatie. Er is
maar één licht, één gewaarzijn, waarin alle tijden, alle
werelden en alle incarnaties hun substantie vinden in
een volmaakte gelijktijdigheid die het verstandelijke
begrip te boven gaat.
In feite ervaart niemand verlichting, want het is
een niet-objectieve ervaring waarvan de persoonlijke
entiteit is uitgesloten. Men zou kunnen zeggen dat in
dit niet ervaren ons oorspronkelijk gezicht zichzelf
ziet; daar krijgen al onze vragen hun uiteindelijk ant­
woord.
Wánneer er een eind is aan onwetendheid moet die ook
een begin hebben. Hoe zou men die 'beginloos' kunnen
noemen? Welnu, als er een begin is aan het bedrog, hoe
kan ik dan zeker weten dat het nooit meer terugkomt als
het verdwenen is?
37
Al wat begint en een einde heeft, ontspringt aan deze
lichtende achtergrond en bestaat en vergaat erin. Ook
allijkt alles een begin en een eind in de tijd te heb­
ben, roch heeft dat alles - inclusief de begrippen van
tijd en ruimte- zijn oorsprong en zijn einde in onze
tijdloze essentie, gewaarzijn, ons ware 'ik.' Aangezien
het zijn oorsprong en einde in bewustzijn heeft, on­
derscheidt zo'n 'ding' zich niet van het bewuste licht.
Zijn substantie is gewaarzijn, net zoals goud de ware
aard is van een sieraad. Daaruit volgt dat alles puur
bewustzijn, puur zijn, pure gelukzaligheid is. Tijd en
alle andere objecten zijn, als zodanig, illusies. Zij ont­
lenen hun werkelijkheid aan bewustzijn maar heb­
ben in feite geen onafhankelijk bestaan en daarom
geen begin en geen einde in de tijd.
Wanneer u spreekt over bedrog, neemt u impliciet
aan dat er een persoon is die nu misleid is en in de
roekomst ooit verlicht zal worden. Wanneer u serieus
naar deze persoonlijke essentie zoekt, zal deze niet
meer blijken te zijn dan een waargenomen object,
gemaakt van gedachten en lichaamssensaties, onder­
worpen aan verschijning en verdwijning. En die is
dus volkomen onderscheiden van het permanente zelf
dat u intuïtief beseft te zijn. Wie viel er dan aan be­
drog ten prooi? Dat kon onmogelijk gewaarzijn zijn,
uw ware zelf, de ultieme waarheid; maar anderszins
zou het evenmin een persoonlijke essentie kunnen
zijn, want zo'n essentie is een waargenomen object
dat, aangezien her levenloos en gevoelloos is, geen
speelbal van een illusie kan zijn. Wanneer dit wordt
begrepen, blijkt dat er nooit iemand misleid is. Wan­
neer niemand ooit misleid is, zal of kan er nooit ie­
mand van onwetendheid worden verlost, dus kan op
38
dar niveau de vraag naar het opnieuw in bedrog ver­
vallen niet rijzen. Uw vraag wordt gesteld vanuit het
illusoire niveau van het ik. Hij veronderstelt dat het
ik, dat bedrog zelve is en waaruit alle bedrog ont­
springt, ooit van onwetendheid verlost kan worden.
Het is onwetendheid die speelt met de gedachte dat
hij van onwetendheid kan worden bevrijd en zich
vervolgens zorgen maakt dat hij opnieuw in onwe­
tendheid kan vervallen.
Dat ik geen object kan zijn, is duidelijk en boven twijfel
verheven. Niettemin heb ik een telkens weerkerende ge­
dachte, een geloofdat deze vormloosheid niet kan zijn
wat men bedoelt met verlichting. Toen u eenpaar dagen
geleden in ons gesprek zei dat 'alle beperkingen worden
waargenomen: zag ik meteen dat dit natuurlijk waar
moest zijn. Dus is mijn geloofblijkbaar gewoon een be­
perking, want het verdwijnt in dit gewaarzijn net als al
het andere. Misschien heeft het gebrek aan helderheid
iets te maken met een ofandere vereenzelviging met het
mentale, ofeen soort dynamiek die de zogenaamde den­
ker in leven houdt, ofbeide.
Ja, uw geloof dat verlichting vormloos is, is ook een
beperking die overdekt wat u bent. Wanneer u pro­
beert geluk of waarheid te 'visualiseren' als een nier­
object, een leegte, komt u terecht in een wezenloze
toestand die u gewoonlijk niet vol kunt houden (som­
mige yogi's kunnen dat wel) en die beslist niet de
pracht, zekerheid en zaligheid is die u zoekt. Deze
wezenloze muur is vaak een raadsel voor de waarheid-
39
zoeker die hem op eigen kracht niet kan passeren.
Om dat wel te doen, is meestal de levende presentie
van een leraar nodig. Deze wezenloze toestand is in
feite nog een object. Om deze muur achter te kun­
nen laten, moet het mentale beseffen dat verlichting
zich geheel boven zijn macht bevindt. Is dit eenmaal
begrepen, dan wordt het mentale vanzelf stil omdat
het nergens naar toe kan. Deze spontane en onge­
maakte stilte van geest is pure verwelkoming. In deze
openheid biedt zich de gelegenheid aan om wetend
te zijn wat we zijn.
Wordt mijn onophoudelijk zoeken naar waarheid ge­
dreven door het ik?
Ik heb het gevoel dat u serieus geïnteresseerd bent in
wat waar is, dat uw zoeken naar uw echte essentie de
belangrijkste activiteit van uw leven is. Daarmee be­
doel ik niet dat u in andere aspecten van het leven
geen belang stelt, maar eerder dat uw liefde voor de
hoogste waarheid het centrum is geworden waar al
het andere omheen draait. Laat ons veronderstellen
dat u te horen krijgt dat u nog maar een paar dagen te
leven heeft. Ik weet zeker dat dan de centrale vraag in
uw geest over het uiteindelijke zou gaan, een focus
dat u zonneklaar zou maken waar het zwaartepunt
van uw begeerten ligt. Zulk een begeerte, zo een on­
afgebroken zoeken, komt niet van het ik, maar van
de waarheid zelf. Misschien voelt u ook dat de liefde
tot de waarheid u heel veel waard is en dat, wanneer
u er zich aan overgeeft door hem na te sporen, door
40
te kijken naar nieuwe boeken, door spirituele vrien­
den te ontmoeten enzovoorts, u een voorproef on­
dergaat van onveroorzaakte gelukzaligheid. Dus zou
ik u willen aanraden om uw liefde tot de waarheid te
erkennen, hem tot uw gids te nemen en u eraan over
te geven telkens wanneer hij u uitnodigt. Met volle­
dige zekerheid wetend dat de handelingen die eruü
voortvloeien niet egoïstisch zijn, anders dan de ang­
sten, zorgen en twijfels die oprijzen uit het idee, een
afgescheiden essentie te zijn.
Uw zoeken naar de waarheid moet volkomen on­
bevooroordeeld zijn, vrij van enig geloofsstelsel en vrij
van enige gehechtheid aan een bepaalde religie of fi­
losofie en zich uitsluitend baseren op uw intiem ge­
voel van harmonie, intelligentie en devotie. Aan­
schouw uw ingeboren schoonheid, intelligentie en
liefde als zij spontaan reageren op een majesteitelijke
zonsondergang, of op een geschrift dat rechtsreeks naar
de waarheid verwijst, of op een ontmoeting met een
vriend die vrij is van het besef een persoonlijk wezen
te zijn, of, meer in het algemeen, op elke situatie in
uw leven. Zo blijft uw onderzoek vitaal, onschuldig
en moeiteloos. Het zal u onherroepelijk en blij naar
de achtergrond voeren die het gemeenschappelijke
doel is van religie en filosofie.
Bestaat het directe pad alleen maar uit het dragen van
het dagelijks leven in afwachting van genade?
We hoeven niets te dragen. Het leven gaat al door
met zichzelf, door zichzelf, zonder onze tussenkomst.
41
Alles wat ons onverwachts overkomt, is genade. Waa­
rom erop wachten? Waarom het uitstellen? Waarom
het niet verwelkomen? Sta gewoon open voor de
mogelijkheid dat wat het huidige ogenblik u brengt
een genadegave is. Dat is het directe pad.
Ik begrijp dat we de opperste werkelijkheid al moeten zijn,
maar deze kennis wordt overdekt door onwetendheid
Ja. Uw gebruik van het werkwoord 'moeten' betekent
al dat u een logisch inductieve conclusie trekt, wat
aantoont dat het inzicht waarop u duidt, dat we het
opperste al zijn, intellectueel is. Niettemin laat dit
conceptueel begrijpen de mogelijkheid open dat dit
echt het geval is, dat we in feite het absolute zijn: de
ene zonder een tweede. Als dat zo is, bevindt zich wat
we werkelijk zijn uiteraard buiren de reikwijdte van
ons beperkte verstand. Als we zien dat het verstand,
ondanks al zijn bekwaamheden, beslist niet in staat is
om de waarheid waarnaar we streven te begrijpen,
houdt alle inspanning om verlicht te worden vanzelf
op. Deze moeiteloosheid is de drempel van het wer­
kelijk begrijpen, aan gene zijde van alle beperkingen.
Bent u aan het beweren dat de geleidelijke paden -zoals
het pad van het begrijpen (jnanayoga), van juist han­
delen (karma yoga), van devotie voor het goddelijke of
voor de spirituele leraar (bhaktiyoga) - vergissingen zijn?
Wanneer u de geopenbaarde waarheid in de geschrif­
ten begrijpt, waar is dan de onwetendheid? Wanneer
u de dingen ziet zoals ze werkelijk zijn, waar is dan de
illusie? Wanneer u spontaan handelt in overeenstem-
42
ming met deze ware zienswijze, eenvoudig ingaand
op de behoefte, waar is dan de dader? Wanneer u zich
overgeeft aan de heldere intelligentie, de echte nede­
righeid en de andere goddelijke eigenschappen van
uw leraar, de laatste beperkingen aflegt en opgaat in
de zee van liefde die haar omgeeft, waar blijft dan de
devotie? De leraar? Welnu, als er geen onwetendheid,
geen begoochelde, geen doener, geen aanbidder, geen
instructeur is: wie bewandelt er dan het geleidelijke
pad? Wie vergist er zich? Wie beweert er iets? Wie
stelt er welke vraag?
Is het niet legitiem de term 'verlichte persoon' te gebrui­
ken wanneer er sprake is van iemand van wie de onwe­
tendheid is weggenomen?Als dat zo is, heeft het wegne­
men dan niet op een bepaald tijdstip plaatsgevonden?
Verlichting is het absolute inzicht dat we geen per­
soon zijn. Als dit begrepen is, bestaat er dan nog een
persoon van wie onwetendheid is weggenomen?
Verlichting is ook het besef dat tijd een illusie is.
Wanneer dit beseft is, bestaat er dan een bepaald punt
in de tijd dat aan dit besef kan worden toegekend?
Misschien lijken dit u intellectuele antwoorden.
Ik kan u er evenwel van verzekeren dat zij gewoon
eerlijk en recht door zee zijn en dat ze u rechtstreeks
naar de waarheid leiden. Ik heb er bezwaar tegen de
term 'verlichte persoon' te gebruiken omdat hij het
geloof impliceert dat ooit een persoonlijke essentie
verlichting zou kunnen bereiken. Wanneer u denkt
aan een mooi mens, één die u 'verlicht' mag noemen,
43
dan komt zijn of haar verlichte staar voort uit de af­
wezigheid van her idee iets objectiefs te zijn. Vanuit
het gezichtspunt van licht, wat afwezigheid van zo'n
begrip betekent, is er niemand verlicht en niemand
onverlicht. Alles is licht. Het directe pad is erop ge­
baseerd dit gezichtspunt aan te nemen en er onver­
schrokken bij te blijven, ondanks alles wat ertegen
lijkt te pleiten, of, in andere woorden, te beseffen dat
we geen beperkte essentie zijn en overeenkomstig dit
besefte leven en te voelen. Al lijkt deze positie in het
begin misschien wat ongewoon, toch merken we snel
dat hij de deur is naar een volmaakt leven. Net zoals
een tennisspeler die de juiste greep voor de backhand
is bijgebracht en na een reeks slagen beseft dat deze
nieuwe manier van het racket vasthouden de moge­
lijkheid biedt om de bal bijna moeiteloos met meer
kracht en precisie te raken.
Al weet ik dat ik al ben wat ik zoek, toch lijken gedach­
ten me te belemmeren om echt in het huidige ogenblik te
leven. Hoe kan ik mezelfvan denken bevrijden?
Er zijn drie soorten gedachten:
1. Praktische gedachten die nuttig zijn om onze
zaken te doen en ons dagelijks leven te leiden zoals,
bijvoorbeeld, 'ik moet benzine tanken.' Dit soort den­
ken moet niet onderdrukt worden. Wanneer het ge­
noeg overwogen is en de benodigde maatregelen zijn
genomen, verlaten zulke gedachten ons vanzelf.
2. Gedachten die betrekking hebben op het ui­
terste, op ons begrijpen van het non-duale perspec-
44
tief, zoals 'ik ben al wat ik zoek.' Deze gedachten ko­
men van het uiteindelijke. Als we hen verwelkomen,
zuiveren ze het mentale van zijn dualistische conditio­
neringen en nemen ze ons tenslotte mee naar hun
bron. Zij brengen helderheid mee en werpen een scha­
duw vooruit van de gelukzaligheid die inherent is aan
onze ware aard.
3. Gedachten die betrekking hebben op het be­
grip een afgescheiden wezen te zijn, zoals begeerten,
angsten, twijfels, inbegrepen dagdromen en andere
soorten wensdenken. Sommige van deze gedachten
lijken onschuldig en zijn daarom in het begin moei­
lijk te onderkennen. Een sterke emotie die verdriet
en wanklank veroorzaakt, zoals afgunst of angst, zijn
gemakkelijk te ontdekken. Van de andere kant kunt
u uzelfeen tijdlang plezierige gedachten gunnen, zo­
als u voor te stellen dat u met vakantie gaat naar het
Strand aan de Franse ruvièra.
Het is een gewone en veelgemaakte fout om elk
soort denken als een hindernis voor zelfrealisering te
beschouwen. Uitsluitend gedachten van de derde ca­
tegorie zijn beletsels om wetend het absolute te zijn.
Er zijn twee manieren om met deze gedachten om te
gaan als ze oprijzen:
Als we er nog niet van overtuigd zijn dat we geen
beperkte persoonlijke essentie zijn, moeten we telkens
wanneer we zo'n gedachte opmerken, proberen zijn
oorsprong, het ik, te vinden. Wanneer we hem pro­
beren te vangen, ontglipt hij ons en ervaren we, ge­
durende wat ons een heel kort moment lijkt, onze
aangeboren vrijheid. Deze glimp van de waarheid
versterkt onze overtuiging dat we geen persoonlijke
essentie zijn.
45
Zijn we er eenmaal van overtuigd dat we geen per­
soonlijke essemie zijn, dan blijven gedachten van de
derde soort zich gewoonlijk nog een tijdlang herha­
len als een soort gewoonte. Net zoals traagheid een
elektromotor een tijdje door laat draaien nadat de stek­
ker uit het stopcontact is getrokken. In dit geval is
her niet nodig de bron van deze gedachten op te spo­
ren; we kunnen ze gewoon loslaten zodra we ze op­
merken.
Shri Ramakrishna zei ooit:
54ls een ui alsmaar geschild wordt, verdwijnt zijn hele
vel en blijft er niets over. Net zo blijkt het ego bij onder­
zoek geen essentie te zijn. Helaas heb ik nog een paar
lagen te gaan!'
De laatste zin is een typische gedachte van de derde
soort! Geniet van uw gedachten over her ultieme en
van de vrede waarvan ze vergezeld gaan.
U hebt aangegeven dat dagdromen altijd negatief zijn,
dat zij iemand weg uit het nu halen en in dualiteit bren­
gen. Maar het kan creatiefzijn zoals blijkt uit hoeKékulé
zich de structuur van de benzeenring realiseerde toen hij
een tijdje dagdroomde. wtlt kunt u zeggen over deze te­
genwerping?
Het voorbeeld van Kékulé is er niet één van dagdro­
men maar één van een meditatieve roestand waarin
het denkproces geheel vrij is om zich te omwikkelen
en alle richtingen, alle mogelijkheden te exploreren.
46
We kunnen deze creatieve toestand ervaren tijdens
de overgang van de slaap naar de waaktoestand, een
overgangsmoment waarin de wil gewoonlijk zwak is.
Er zijn talrijke voorbeelden van zulke creatieve ont­
dekkingen of momenten van inspiratie in de kunsten
en de wetenschappen. In deze staat is geen notie van
een persoonlijk wezen betrokken. We zijn getuige van
een vrij denkproces dat verloopt via visualisaties, via
ruimtelijke voorstellingen (de zogenaamde 'rechter
hemisfeer modaliteit'), totdat deze beelden, subtieler
en subtieler wordend, tenslotte oplossen in intelligen­
tie, zijn en gelukzaligheid. Wanneer hij uit deze niet­
ervaring komt, zegt de wetenschapper of de filosoof:
'Ik begrijp het'. De kunstenaar voelt zich geïnspireerd
om een gedicht te schrijven of een symfonie te compo­
neren en de gewone man heeft de oplossing gevonden
voor een alledaags probleem dat hem dwarszat.
Op het eerste gezicht kan de meditatieve toestand
een droomtoestand lijken omdat de objecten die het
bewustzijn dan voor de geest staan, subtiel van aard
zijn. Het zijn mentale beelden en gedachten, geen zin­
tuiglijke gewaarwordingen uit de buirenwereld zoals
in de waaktoestand. Wat deze roestand tot een
meditatieve toestand maakt, is de afWezigheid van een
persoon. Het subject van deze toestand is niet aanwe­
zig in deze toestand als een persoon die handelt, ge­
niet en lijdt. Het subject is de pure getuige. Deze toe­
stand biedt ons een natuurlijke toegangspunt tot
meditatie. Wanneer we ontwaken, is die overgangs­
toestand vaak nog aanwezig. In plaats van toe te staan
dat de beslommeringen van de waaktoestand onze
geest geleidelijk in bezit nemen en ons overweldigen,
kunnen we gewoon het parfum van de overgangs-
47
toestand de waaktoestand laten doordringen. Met an­
dere woorden; als we in de herinnering van de vrede
en vrijheid van de diepe slaap- die dan nog present is
- blijven, zolang als deze vrede ons aanvaardt, zal het
meer en meer duidelijk worden dat de waaktoestand
letterlijk 'in ons ontwaakt' en dat niet wij erin ontwa­
ken zoals we voorheen geloofden. Op een bepaald
moment zullen we de onafgebroken presentie van deze
achtergrond van vrede voelen onder onze dagelijkse
werkzaamheden.
Wat ik daarentegen'dagdromen' noem, is een soort
mentale activiteit waardoor de persoonlijkheid aan de
actuele en heersende toestand ontsnapt die ervaren
wordt als 'vervelend' of 'pijnlijk' en zichzelf projec­
teert in een subtiele en geïdealiseerde fantasiewereld.
Dit soort gedachten gaat gewoonlijk onopgemerkt
voorbij want- in tegenstelling tot andere vormen van
egoïstisch denken en voelen als woede, haat, jaloezie,
afgunst, hebzucht en dergelijke- lijkt hij de sociale
harmonie niet te verstoren of psychologisch lijden te
veroorzaken. Tenslotte wordt jezelf als persoon be­
schouwen algemeen geaccepteerd en aangemoedigd
in onze westerse gemeenschap en wordt dagdromen
volstrekt onschadelijk gevonden. Daarom biedt deze
activiteit het ego een perfecte schuilplaats en elke se­
rieuze zoeker naar waarheid hoort zich van dit pro­
bleem bewust te zijn.
Als mijn geest tijdens meditatie stil wordt, blijfik me
toch nog steeds bewust van zintuiglijke gewaarwordin­
gen. Hoe verhoudt dit zich tot het verhaal van depijlen-
48
maker wiens aandacht zo volmaakt was dat hij niets
merkte van de trouwstoet van de koning die buiten langs­
kwam? Is mijn meditatie verkeerd?
Er zijn twee soorten meditatie: meditatie met een
object en objectloze (of non-duale) meditatie.
Het eerste soort meditatie vereist het richten van
de aandacht op een bepaald voorwerp- grof of sub­
tiel - zoals een beeld of een mentaal beeld van het
goddelijke, diverse lichaamssensaties, een reeks sacrale
geluiden, een begrip, enzovoorts. In dit proces is in­
spanning, hoe subtiel ook, nodig om de aandacht weg
te halen van de gewone objecten van begeerte, wat de
indruk wekt dat het ik verzwakt is. Tenslotte blijft het
mentale rustig en zonder inspanning geconcentreerd
op het object en ervaart een stilte, een afwezigheid van
gedachten en emoties betrokken op iets anders dan het
object van meditatie, zelfs in aanwezigheid van de ko­
ning onopgemerkt door de pijlenmaker. Maar de
samadhi die bereikt is, is een door de geest bereikte
toestand die een begin en een einde heeft. Vroeg of
laat moer de yogi uit die samadhi komen. Helaas is
het ego dan nog present met zijn hele stoet angsten,
begeerten en pijnen.
Een speciaal soort meditatie met een object is die
waarin her object een leegte of afwezigheid is. In dit
proces wordt geprobeerd de geest vrij van gedachten
of sensaties te houden. Om dit te bereiken bedient
men zich soms van het herhalen van een heilige for­
mule of één of andere ademhalingstechniek. Zoals in
elk soort meditatie met object volgt er een tijdelijke
verzwakking van het ego en ervaart de geest een tijd
lang een lege toestand- een afwezigheid van gedach-
49
ten en sensacies of gewoon een afwezigheid van ge­
dachten -afhangend van de diepte en de aard van de
ervaring. Maar de toestand die bereikt is, is opnieuw
een door de geest gecreëerde staat die een begin en
een einde heeft. Per vergissing gelooft men vaak dat
dit type meditatie, meditatie zonder object is. Dat is
niet het geval want de afwezigheid van objecten (sen­
saties en gedachten) is nog steeds een uiterst subtiel
geprojecteerd object. Al kan deze staat tijdelijk vol­
doening geven en kan hij zelfs sommige mentale
krachten ontketenen, toch blijkt hij algauw steriel:
de mediterende blijft in het gevang van de geest en de
volheid van het hart blijft hem ontgaan. Deze staat
mist de absolute vrijheid, de creatieve blijdschap en
de geweldige onsterfelijkheid van de natuurlijke non­
duale staat.
In niet objectloze meditatie wordt onze aandacht
getrokken naar het niet objectieve, het uiteindelijke
subject: bewustzijn. Daarin slaagt men als gevolg van
inzicht. In het beginstadium wordt de waarheicis­
zoeker gevraagd er notitie van te nemen dat het geluk
waar hij of zij echt naar zoekt - de onveroorzaakte
gelukzaligheid die hij of zij ervaart in de aanwezig­
heid van de leraar - niet objectief is; wat betekent:
'niet bevat in enig voorwerp, grof of subtiel.' Als dit is
ingezien, is het verder een kwestie van zich realiseren
dat de geest, die alleen het mentale kan vatten (ge­
dachten en zintuigpercepties) geen toegang heeft tot
het niet objectieve domein. Daaruit volgt dat elke
poging om zich via de geest van geluk te verzekeren
tot mislukking gedoemd is. Wanneer dit is ingezien,
vindt de geest zich na korre tijd in een natuurlijke
toestand van stilte. In deze natuurlijke vorm van me-
50
ditatie worden sensaties en gedachten evenmin ge­
zocht als vermeden; ze worden gewoon verwelkomd
en uitgezwaaid. Het zou beschreven kunnen worden
als totale openheid, waarin we totaal openstaan voor
onze zintuigpercepties, onze lichamelijke sensaties,
onze emoties, onze gevoelens en onze gedachten.
We zouden dit mentale kunnen vergelijken met
de diverse personages van een toneelstuk. Zolang we
het stuk interessant vinden, wordt onze aandacht ge­
heel geboeid door de acteurs op de voorgrond. Maar,
als er een zwak ogenblik is, ontspant onze aandacht
zich in toenemende mate totdat we plotseling bewust
worden van de achtergrond, van het podium. Net zó
verslapt onze aandacht ( als onze aandacht globaal,
ongericht, open belangeloos wordt en deze belange­
loosheid is gevolg van ons inzicht dat dit mentale
werkelijk niets te bieden heeft in termen van echt
geluk) tot we ons plotseling bewust worden van de
achtergrond van bewustzijn, die zich onthult als de
uiteindelijke onsterfelijkheid, pracht en blijdschap
waar we naar zochten.
De acteurs hoeven het toneel niet te verlaten voor
we ons bewust kunnen worden van de achtergrond
van de mise-en-scène; evenmin is afwezigheid van het
mentale een vereiste voorafgaand aan herkenning van
ons ware zelf. Maar als de acteurs weggaan en onze
aandacht verslapt, hebben we een kans om ons van
de achtergrond bewust te worden. Net zo hebben we
gelegenheid om onze ware aard te 'visualiseren' wan­
neer een geestesroersel -een mentatie -in bewust­
zijn opgaat.
De innerlijke houding van verwelkoming die de
essentie is van niet-objectieve meditatie, wordt ook
51
op ongedwongen en natuurlijke manier op een op­
rechte zoeker naar waarheid overgebracht door 'in­
ductie' in aanwezigheid van iemand die met de ach­
tergrond is versmolten.
U lijkt te impliceren dat het ik de drijvende kracht is
van elk geleidelijk pad. Moet ik ophouden met twee­
maal daags te mediteren?
Er is niets mis met twee dagelijkse meditaties. In te­
gendeel, ik raad u aan om tweemaal daags in stilte te
zitten, bij voorkeur voor het slapen gaan en meteen
na het ontwaken. De vraag is nu: wat berekent 'in
stilte zitten?' Het betekent: zitten vrij van dualistisch
denken, zitten in zijn, in nietsdoen, niet in worden,
niet in doelgerichtheid. Zodra de notie van een per­
soon opkomt, een persoon die iets probeert te berei­
ken - zoals premier worden ofeen gerealiseerd mens -
wees u er dan gewoon van bewust, neem het voor
kennisgeving aan. Probeer her niet te elimineren, oor­
deel uzelf niet; het is eenvoudig een vaste oude ge­
woonte die zijn giftig karakter verliest als hij met rust
wordt gelaten. Zodra hij wordt opgemerkt, wordt hij
geneutraliseerd.
Wees u bewust van angsten, begeerten en verve­
ling als ze opkomen. Probeer ze niet te ontlopen maar
verwelkom ze en geef ze gelegenheid zich in uw lief­
hebbende aanwezigheid te omplooien. Besefdat deze
gevoelens een gedachteachtige component bezitten,
die samenhangt met de notie een persoon te zijn, als­
mede een gevoelsmatige component. De gedachte-
52
achtige component kunt u vlug afhandelen door de
vragen te stellen: 'Wie is er bang? Wie komt iets re­
kort? Wie begint zich te vervelen?' De lichamelijke
sensaties moeten ruimte en tijd krijgen om zich te
ontwikkelen, te ontvouwen en hun verhalen te ver­
tellen. Probeert u er niet van te ontdoen ofze re hand­
haven. Verwelkom ze gewoon en zwaai ze uit. Op deze
wijze wordt de aandacht teruggetrokken uit het ob­
jectieve domein en spontaan overgedragen aan uw
ware aard. Het is de enige manier om deze overdracht
te vergemakkelijken, omdat de geest zich niet recht­
screeks kan richten op wat zich voorbij de geest be­
vindt. Elke poging dat te doen, zou ons hechten aan
het subject-object domein en is dus tot mislukken
gedoemd.
Ik ben op dit moment niet in staat de waarheid te besef
fen, wat inhoudt dat ik niet gerealiseerd ben.
Er îs slechts de waarheid. Hoe zouden we die, hoe
dan ook, niet kunnen zien? Er is immers niets an­
ders? Wat we ook op dit moment weten, in het tijd­
loze nu, is de waarheid. De kenner, de kennis en her
kennen zijn één en deze eenheid is de levende waar­
heid. Een tel later komt er een nieuwe gedachte op
die zegt: 'Ik wist zojuist dit en dat' en deze nieuwe
gedachte verlaagt de non-duale waarheid tot 'dit' of
'dat,' een object gekend door een beperkt subject: de
persoonlijke essentie. Deze nieuwe gedachte is als
zodanig ook de waarheid. Er is geen denker van deze
gedachte in het nu; gedachte, denker en denken zijn
53
één, zoals steeds en wij hebben het nu nooit verlaten.
Hoe konden we?
Net zo onbeduidend als het begrip 'gerealiseerd
persoon' is het begrip 'ongerealiseerd persoon.' Als u
'ongerealiseerd' bent, impliceert dit dat u niet weet
wat realisatie is. Als u niet weet wat realisatie is, hoe
weet u dan dat u niet gerealiseerd bent? Misschien
gaat u ontdekken dat u altijd gerealiseerd bent ge­
weest en net als een man getrouwd met twee vrou­
wen- waarvan de eerste goddelijk en onsterfelijk, de
tweede menselijk en vergankelijk is - tegelijkertijd
leeft op twee niveaus: het relatieve niveau van sub­
ject-object relaties en het absolute tijdloze niveau van
zuiver, niet duaal bewustzijn. In de tussentijd kunt u
zich beter niet verlustigen in dualiserende gedachten
als 'gerealiseerd' en 'niet gerealiseerd,' om eens en voor­
goed van al deze onjuiste begrippen af te komen die
voortkomen uit de onjuiste notie dat we een persoon­
lijk wezen zijn en ze in het vervolg geen gelegenheid
meer te geven om in de geest op te komen. Deze hou­
ding zou men 'leven in overeenkomst met iemands
diepste inzicht' kunnen noemen.
Wát houdt het 'directe pad' dat u beschrijft in?
Het directe pad betekent: 'direct inzicht en boudweg
leven in overeenstemming met dit inzicht'. U hoeft
niet alles te begrijpen wat hier gezegd wordt. Begin
met wat u meteen begrijpt, niet met wat u gelooft,
maar veeleer met waarmee u het ten diepste eens bent
en leef dienovereenkomstig.
54
Is droomloze slaap niet een regressie van het ik naar de
moederschoot waar het zich kan verschuilen voor de rea­
liteit van het leven?
U spreekt over uw ego, wat betekent dat u het ego
kent dat iedere nacht terugkeert naar de moeder­
schoot. Daarmee impliceert u dat uw ego een object
is, waarvan u de getuige ofde kenner bent. Kent u de
kenner van uw ego? Zoek voor uzelf uit of deze ken­
ner ooit naar de moederschoot terugkeert om te sla­
pen, dan wel of deze kenner de immer aanwezige en
eeuwig bewuste moederschoot is van alle verschijnse­
len en verdwijnselen.
De stilte die we in de waaktoestand soms tussen twee
geestesroerselen ervaren, is totaal bewust, terwijl diepe
slaap (toegegeven vanuit de waaktoestand) een afwezig­
heid is van elk zodanig bewustzijn. Hoe zouden die
beide ervaringen ooit dezelfde kunnen zijn?
U geeft toe dat u over diepe slaap praat zoals die zich
laat kennen vanuit het standpunt van de waaktoe­
stand. Met andere woorden: u heeft het veeleer over
de diepe slaaptoestand dan over diepe slaap zoals die
subjectief wordt ervaren. Vanuit uw standpunt is uw
opmerking juist: turya, de subjectieve stilte tussen twee
mentaties, is levend en bewust, terwijl de diepe slaap­
toestand- opgevat als een zuivere afwezigheid ofeen
niets- dood en onbewust is. Maar dat is de toestand
russen twee mentaties ook wanneer we die zien als
niets méér dan een afwezigheid van mentaties, een
afwezige toestand, een objectief niets vanuit het ge­
zichtspunt van het ego in de waaktoestand. Als we
55
een glimp hebben opgevangen van de bewustheid en
vitaliteit van het interval tussen mentaties, staan we
open voor de bewustheid en vitaliteit van diepe slaap;
ook een interval tussen twee mentaties.
Het ego is niet aanwezig in deze stilte en voelt er
geen verlangen naar. Het wil zijn bestaan handhaven
om de dynamiek van de geest voort te zetten. Wan­
neer deze dynamiek tot stilstand komt, onthult de
waarheid zich in afwezigheid van het ik waarvan de
nutteloosheid aan het licht treedt. Net zoals de tijde­
lijke afwezigheid van een onbekwame, luie en nare
bediende maakt dat zijn chef zich realiseert dat de
zaak beter draait als de bediende wordt ontslagen.
Daarom is het niet het ego dat verlangt naar diepe
slaap, zoekend naar zijn eigen verdwijning: de uitno­
diging komt van het absolute.
Een zuivering vindt vanzelfplaats wanneer we onze
gedachten en lichaarnssensaties in de overgang van
waaktoestand naar diepe slaap verwelkomen. Onze
beslommeringen verlaten de geest één voor één en de
sporen van de worsteling van de dag, verlaten het
lichaam één voor één totdat het hele lichaamsmentale
complex een volheid wordt van licht, bewustheid en
tijdloze presentie.
Men zou dit 'de diepe slaap bewust ingaan' kun­
nen noemen. De sleutel is deze verwelkomende me­
ditatie elke avond voor het slapengaan te doen. In
deze ogenblikken laat u alles wat u niet bent vertrek­
ken zodat u het heiligdom van de nacht kunt bin­
nengaan met de naaktheid, de nederigheid en de on­
schuld van een pasgeboren kind.
56
3
Liefde sterft nooit
Mensen die even stilstaan en zich zelfeerlijk afvragen:
'Wt'e ofwat ben ik?' geven al vlug toe dat zij het niet
weten. Wát is onze ware aard?
Ik weet niet zeker of ze vlug moeten toegeven dat ze
het niet weten omdat grondig onderzoek nodig is om
de rijpheid van een diepe ervaring tot stand te bren­
gen. Als, nadat u geprobeerd hebt te begrijpen wie u
bent, het antwoord is: 'Ik weet het niet,' zou ik zeg­
gen: 'Goed zo, kijk dan nog eens.' Deze speurtocht
naar wie we zijn, is een serieuze onderneming. Het
moet de enige vraag van ons leven worden, niet een
vraag die we verbaal blijven herhalen: 'Wie ben ik?
Wie ben ik? Wie ben ik?', maar een vraag die onver­
wachts tot ons komt wanneer een taak is volbracht,
wanneer we verkeren in een moment van beschik­
baarheid.
Deze ondervraging kan allerlei vormen aannemen
zoals: 'Wat is leven? Wat is geluk? Wat is waarheid?'.
Al deze vragen zijn gelijkwaardig. Zij komen neer op
de enkele vraag: 'Wie ben ik?'. Wanneer één van die
vragen ons spontaan uitnodigt, moeten we erop ant­
woorden door ons hart er voor te openen, door hem
57
alle aandacht en liefde te geven waartoe we in staat
zijn en ermee te leven. Dan blijft in ons het zoeken
levend. Het opent een pad van inzicht en klaart de
geest tot wij onszelf vinden in openheid, open voor
het onbekende. En in deze stilte is er gelegenheid om
naar gene zijde gebracht te worden, naar het besef dar
we zijn waar we naar zochten.
Uhebt erop gewezen dat het onverstandig is om de vraag:
'Wîe ben ik?'vlug afte handelen. Sommige mensen wij­
den hun leven aan deze vraag ofaan een speciaalfacet
ervan. Bijvoorbeeld in de vorm: '�t is waarheid? 'kan
iemand alles wat hij bezit wijden aan de oplossing er­
van alsfilosoof In de vorm '�t is de wereld?' kan een
ander zijn leven besteden aan het bestuderen van defY­
sica. In de vorm 'W'at is een persoon?' kan weer een an­
der zijn leven wijden aan de psychologie. Is elk van deze
benaderingen, mits tot zijn natuurlijk einde volbracht,
een toegang tot onze ware aard?
Deze manieren van zoeken brengen de zoeker ner­
gens. Zij brengen hem hoogstens tot het inzicht dat
hij een doodlopende weg aflegde, wat al een hele pres­
tatie is. De echte vraag: 'Wie ben ik?' vergt een hoge
mate van rijpheid, anders is het zoeken niet echt omdat
het bezoedeld is met de begeerten en misverstanden
van het ik. Wanneer een begaafde fysicus het heelal
onderzoekt, maar zijn onderzoek wordt gedreven door
het verlangen om de Nobelprijs te winnen, zal hij op
zijn vakgebied misschien belangrijke ontdekkingen
doen, maar de waarheid - waar het hier over gaat - zal
ontoegankelijk voor hem blijven zolang zijn verlan­
gen niet gezuiverd is van alle persoonlijke ambitie.
58
Rijpheid arriveert wanneer de zoeker in alle ernst, in
alle oprechtheid, in alle echtheid, uitkomt bij een
absoluut 'ik weet het niet.' Wanneer deze mate van
rijping bereikt is, zal hij meestal een leraar ommoe­
ten die hem gaat helpen op zijn weg naar het uitein­
delijke antwoord. Misschien vindt hij zijn leraar in
een vroegere fase, maar het bereiken van deze graad
van rijping zal, om zo te zeggen, de ontmoeting met
de leraar afdwingen. De presentie van de leraar stelt
de zoeker in staat om de vicieuze cirkel te doorbreken
waarin hij vastzat omdat het ego zichzelf niet van het
ego kan bevrijden. De verschijning van de meester is
voor de zoeker de incarnatie van genade in een
mensenlichaam. In de lichtende aanwezigheid van de
leraar wordt, uit een ontastbare ervaring, uit een niet­
gebeurtenis, hogere intelligentie geboren.
Is een ontmoeting met een leraar noodzakelijk om de
waarheid te verstaan?
Ik neem aan dat u met 'ontmoeting met een leraar'
ontmoeting met een levende leraar bedoelt?
ja, op het vlak der verschijnselen.
In beginsel niet, maar voor alle praktische doelein­
den meestal wel. In beginsel niet, omdat de ware le­
raar geen persoon is, maar de ultieme realiteit die geen
lichaam en geen geest is. In de praktijk wel, omdat de
zoeker zich niet kan onttrekken aan de vicieuze cirkel
van het ego. Zelfs wanneer een individu een voorge­
voel van de waarheid heeft en een serieuze zoeker
wordt wanneer ontevredenheid met de standaard-
59
voorwerpen van begeerte intreedt, is een levend con­
tact met een meester meestal nodig.
Tijdens dit contact brengt de leraar de leerling in
een toestand van niet-weten waarin de geest het zoe­
ken opgeeft. Alléén in deze totale openheid kan her
echte onderricht beginnen en het begin van het echte
onderricht, in de stilte van het hart, is ook het einde.
Hoe kunnen we in harmonie met anderen Leven?
De persoonlijkheid kan nooit in harmonie met an­
dere personen leven. We kunnen met de ander in
harmonie leven wanneer er geen ander is.
�arom Lijkt Liefde tussen mensen zo broos?
Wanneer een man en een vrouw elkaar tegenkomen
(juist dit soort liefde lijkt broos - liefde tussen moe­
der en zoon, ouders en kinderen lijkt niet zo breek­
baar als liefde tussen partners) is er polariteit tussen
hen. Deze polariteit baart een aantrekkingskracht die
een biologische opdracht te vervullen heeft: de voort­
zetting van het mensengeslacht. Er is niets mis met
dit instinct, het heeft zijn eigen schoonheid en is een
bron van vreugde, maar echte liefde bevindt zich daar
voorbij.
Wanneer er geen ontmoeting in liefde plaatsvindt,
kwijnt de aantrekkingskracht na een tijdje weg zoals
een batterij zich ontlaadt wanneer we de polen met
elkaar verbinden. De strijdige verlangens en angsten
van beide partners die tot dan verhuld waren door de
60
wolk van de wederzijdse attractie komen weer tevoor­
schijn en aan de verhouding komt een einde.
Maar in dit geval was er van meet af aan geen
echte verhouding; liefde leek alleen maar broos om­
dat de verhouding niet in liefde was gegrondvest.
Als er een diepere ontmoeting van de harren is -
liever gezegd een ontmoeting in het hart - is deze
liefde tijd en ruimte voorbij. Zij kan nooit meer ver­
dwijnen. Het gezegde: 'Liefde sterft nooit' komt van
dit intuïtieve weten. Echte liefde blijft voorgoed bij
ons. Zij wordt niet in het geheugen opgeslagen, zij
is een soort herinnering die uit de kern van ons we­
zen komt. Wanneer we ons een geliefde herinneren,
zien we misschien eerst zijn gezicht, horen zijn stem,
maar deze objectieve elementen verdwijnen al gauw
in echte liefde, in onze gemeenschappelijke grond,
in gewaarzijn.
Is seksueelgenot ooit moreel verkeerd?
Seksueel genot op zichzeif is moreel evenmin verkeerd
als goed. Alles hangt afvan de zuiverheid van het hart.
Zuiverheid van het hart betekent liefde. Liefde hei­
ligt alles. Echte liefde is niet een verhouding tussen
mannetje en wijfje, zelfs geen verhouding tussen man
en vrouw. Zij gaar veel dieper, zij is de hartelijkheid
waarin twee schijnbaar onderscheiden mensenwezens
onderling versmelten. Wanneer een verhouding in
liefde is gegrondvest, is seksualiteit een offergave, een
viering van het leven en wordt zij heilig. In afwezig­
heid van liefde is zij alleen maar een lichaamsfunctie.
61
Maar valt seksueel gedrag, al dan niet goedfUnctione­
rend, eenvoudigweg niet binnen het domein der moraal?
Vanuit een non-duale invalshoek is er niet zoiets als
een in regels vastgelegde moraal. Wanneer er bijvoor­
beeld liefde is tussen twee mannen, of tussen twee
vrouwen en seksualiteit een manier wordt om die
liefde uit te drukken, is zij heilig. Liefde sluit niets
buiten. Liefde is alverwelkomend, alomvattend, open
voor wie zich ervoor openstelt.
Is het mogelijk een verhouding te hebben waarin het ego
niet betrokken is?
Ja, natuurlijk. Ik zou zelfs zeggen dat het de enige
manier is om een echte verhouding te hebben want
verhouding betekent relatie, contact. Wanneer ik
mezelf zie als een persoon, dan is er nog één. Er is een
verhouding tussen één object en een ander object,
wat wil zeggen dat er helemaal geen relatie is want
twee objecten kunnen nooit contact maken.
Witarom is dat zo?
Echt contact is in het hart. Objecten op zichzelf heb­
ben geen hart. Echte verwantschap is in het hart, in
eenheid. Er zijn omstandigheden waaronder u deze
schoonheid kunt voelen. Ik was ooit op het vliegveld
van San Francisco aan het wachten op een vriend.
Omdat hij achter in het vliegtuig zat, had ik dus gele­
genheid de andere aankomende passagiers en hun
62
verwanten die hen bij de uitgang opwachtten, gade te
slaan. Ik herinner me nog levendig de blijdschap van
een gezin dat herenigd werd, de tranen in hun ogen,
hun spontane en liefderijke gebaren, hun glimlachende
gezichten. Dus, natuurlijk zijn er echte verhoudin­
gen.
Zegt u van dit tafereel waarvan u getuige was dat de
mensen op dat moment geen mensen, geen personen wa­
ren?
Absoluut. Ik kon hun vreugde in me voelen. Ik was
daar onopgemerkt, maar één met hen in de schoon­
heid van het tafereeL
Wilt is, vanuit uw gezichtspunt, zonde?
Zonde is nonsens. Er is geen zonde want er is in de
eerste plaats geen zondaar. De enige zonde is, zichzelf
als een zondaar te zien. Ik geef toe dat er inadequaat
gedrag kan zijn, een actie die voortkomt uit een
gefragmenteerde kijk op de situatie. Zo'n actie zal ons
achtervolgen tot we de situatie weer in zijn geheel
overzien waarop het onderliggend conflict zich in in­
telligentie oplost. Maar het is niet nodig om ons van
deze 'zonden' expres te onthouden. Zulk een onthou­
den versterkt het ik alleen maar. Zichzelf te veroorde­
len of te proberen zichzelfte veranderen, leidt tot niets.
Schuldgevoel en het verlangen om te veranderen, ver­
sterken het ik evenzeer. We hoeven die zogenaamde
zonden alleen maar te zien voor wat ze zijn en niet de
63
fout te maken onszelf te beschouwen als hun doener
en daarna ze in vergetelheid te laten vallen.
Ik ben er zeker van dat u wel weet dat zonde nogal een
'big deal' is in een christelijke maatschappij als de onze.
Er is een wijdverbreid gevoel- zoniet een vrees- dat als
we zonde opvatten in de ruime zin van kwaaddoen, we
eenvoudig onze wandaden vergeten terwijl we voortle­
ven en extra wandaden zouden kunnen toestaan die ver­
meden hadden kunnen worden als we gekeken hadden
naar wat we aan het doen waren. Als we onze vergissin­
gen niet onder ogen zien, kunnen wij ertoe neigen om
ermee door te gaan. '%t zou u hier op antwoorden?
Ik geef niet de raad om verkeerd gedrag niet als zoda­
nig te zien, het niet te begrijpen. In tegendeel, ik zeg
ja, begrijp uw fouten maar schrijf de daad niet aan
uzelf toe, beschouw uzelf niet als zondaar, besef dat u
de getuige van de daad was, niet de doener en vergeet
hem.
Zegt u nu dat alle vergissingen kunnen worden herleid
naar het ik en dat het ik de oorspronkelijke vergissing is?
Een geval van verwisselde identiteit?
Dit geldt zeker voor alle morele fouten. Als ik aan het
leren ben om te vliegen, ga ik fouten maken en deze
fouten doen er niet toe want ze zijn deel van het leer­
proces. Eenmaal ontdekt en begrepen, worden ze ver­
geten en omgezet in vaardigheid. Het gaat net zo bij
het aanleren van moraal. Als we ons slecht tegen een
ander hebben gedragen, blijft ons slecht gedrag ons
kwellen totdat we ons er rekenschap van geven dat
64
we de slechte daad ongedaan moeten maken. Als we
ons dat realiseren moeten we ons best doen om het
kwaad zo goed mogelijk ongedaan te maken en het
daarna vergeten. Maar er is geen zondaar, dus is er
niemand die vergeven hoeft te worden.
Hoe kunnen mensen leren om zonder angst te leven?
Door eerst te leren om mét hun angst te leven. Als we
van onze angst af willen komen, raken we gevangen
in een vicieuze cirkel, want angst komt van het ik.
Hetzelfde ik dat op zoek is naar plezierige situaties en
onaangename probeert te vermijden, tracht van angst
af te komen.
Kunt u uitleggen hoe angst ontstaat uit het ik als een
apart wezen, want de ervaring van de meeste mensen is
dat angst ontstaat uit bedreigende situatie - bijvoorbeeld
mogelijk lichamelijk letsel - en dat angst het ik over­
komt, maar niet van het ik komt?
Er zijn twee soorten angst. Er is angst die komt van
het overlevingsinstinct dat mensen en dieren gemeen
hebben. Deze angst is volstrekt natuurlijk. Er is niets
mis mee dat het lichaam zich klaarmaakt om een be­
dreigende situatie het hoofd te bieden.
Dus de notie om vrij van angst te leven, betekent niet
vrij zijn van angst wanneer biologisch overleven op het
spel staat?
Nee. Dat is een heel diepe conditionering die het
lichaam eigen is.
65
En die geen problemen veroorzaakt...
Die geen problemen veroorzaakt als er geen vereen­
zelviging met het lichaam is, want dan is hij te zien
als een wolk die verschijnt en in de lucht oplost. Hij
kan zelfs nurtig zijn.
Kunnen we dat net iets verder voortzetten... Als iemand
zich niet ziet als een persoon lijkt u te zeggen dat angst
opkomt en eenvoudig gezien wordt als een object dat in
een lichaam verschijnt en oplost, leidend tot wat de meest
adequate handeling is?
Ja. Wanneer u wordt aangevallen, kan deze angst in
uw lichaam de juiste hoeveelheid adrenaline vrijma­
ken die u nodig hebt om harder te rennen dan uw
aanvaller.
juist.
Maar psychologische angst is van een andere aard.
Misschien herinnert u zich situaties waarin u als kind
uw eigen monsters creëerde en er een tijdstip was
waarop ze -hoewel u ze zelf geschapen had - een
eigen leven gingen leiden en u echt bang gingen ma­
ken. Deze psychologische reacties activeren dezelfde
biologische mechanismen van angst met adrenaline­
afgifte enzovoorts, maar hun oorsprong is nu een heel
andere; het is een gedachte gemaakt door een per­
soon.
In dit geval is wat bedreigd wordt het ik; de overleving
van het ik is aan de orde.
66
Ja, psychologische angst komt van het ik. Als ik denk
dat ik een persoonlijk wezen ben, dan bedreigt me in
beginsel alles wat niet 'ik' is. Ben ik alles, wanneer er
niets anders is dan 'ik', waar zou ik dan nog bang
voor kunnen zijn? De echte bron van psychologische
angst is het ik. De oorspronkelijke vraag was: 'Hoe
leef je zonder vrees?'. Laat ons eerst helder de nutte­
loosheid inzien van elk pogen om van enige speci­
fieke vrees af te komen zolang de onderliggende angst,
waarvan die specifieke vrees maar een secundair fe­
nomeen is, niet onder handen is genomen. Zelfs als
die poging met succes zou zijn bekroond, zou die
onderneming niet méér voorstellen dan het herstel­
len van stucwerk. Omdat het ego, en daarmee de diepe
angst die verbonden is aan het besef van afgeschei­
denheid, niet is geëlimineerd, zou een nieuwe vorm
van specifieke vrees de vorige al gauw komen vervan­
gen.
Betekent dit dat het onmogelijk is om als persoon zonder
angst te leven?
Precies.
Omdat er nog altijd angst voor de dood is...?
Omdat het ik de persoon en de persoon het ik is.
Vrees en begeerte zijn hetzelfde ding. Vrees is een ne­
gatieve vorm van begeerte. Vrees is: 'Ik wil niet dat
dit gebeurt' wat hetzelfde is als: 'Ik wil dat dit niet
gebeurt'. Begeerte en vrees vormen de substantie van
het ik. Het ego als zodanig, als zuivere gedachte 'ik
ben', kan niet lang blijven bestaan. Deze gedachte 'ik
67
ben' wordt al gauw geresorbeerd in de niet-ervaring
van zijn, in zijn oorsprong: gewaarzijn. Het mecha­
nisme van vrees en begeerte moet erbij komen om
het ik een schijn van bestendigheid te verlenen. Tot­
dat ik de afgrijselijke gebeurtenis heb ontweken of
het begeerde object heb gekregen, leeft het ik. Daarom
is de enige radicale genezing van angst, die ook gene­
zing van begeerte is, het inzicht dat we niet dit ik zijn
dat aan angst en begeerte onderworpen is.
Dit begrip wordt geboren uit diepgaand onder­
zoek. Het is al een belangrijke eerste stap om dit
begripsmatig te beseffen, maar dit besef moet veel
dieper gaan omdat angst en begeerte een diepgaande
invloed hebben op het weefsel en de structuur van
het lichaam. Wanneer we angst voelen moeten we die,
om hem tot op de bodem te begrijpen, onder ogen
zien. We moeten zijn bron zien, maat we moeten angst
ook geheel verwelkomen als lichamelijke sensatie, als
gewaarwording. We moeten niet bang zijn voor onze
angst. We moeten hem in ons laten verschijnen en
hem zien zoals hij is, als een reeks lichaamssensaties
waarmee we ons onbewust vereenzelvigen.
Na ontmoeting met dit perspectiefvoelen sommigen dat
elk besefdat ze van zichzelfen van de wereld hebben
verkeerd is en ze voelen dat ze geen idee hebben waar ze
moeten beginnen om alles zijn plaats te geven. Kunt u
een vertrekpunt suggereren?
De ontmoeting met deze zienswijze was het vertrek­
punt. Een vraagteken zetten achter alle vroegere be-
68
grippen en uitkomen bij een gevoel van 'ik weet het
niet', is een heel goed teken. Dit perspectief vervangt
vroegere begrippen niet door nieuwe. Het stelt ons
eenvoudigweg in staat om de begrippen die we had­
den, te zien voor wat ze waren. Illusies, niet meer dan
gedachtespinsels die niet echt met elkaar of met een
object in de buitenwereld samenhingen. Dit is ge­
noeg. Dus zou ik deze persoon zeggen, leef in uw
onschuld, leef in uw 'ik weet het niet.' Hoed u ervoor
iets te poneren, te concluderen en te oordelen. Sta
open, ontdek, besef, ken en begrijp wat u in de diepte
bent en leef deze gelukzaligheid van moment tot
moment.
Na begrepen te hebben dat ze geen uitgangspunt nodig
hebben, dat ze het uitgangspunt al op één of andere
manier gepasseerd zijn, zouden ze u kunnen vragen hoe
ze zich vandaar kunnen begeven naar een soort helder­
heid. Misschien is het nu niet duidelijk voor ze hoe ze
van moment tot moment kunnen leven, hoe ze gewoon
open kunnen staan, hoe ze daarvan kunnen genieten.
Heeft u misschien iets, bij wijze van suggestie, dat ze als
iets meer praktisch kunnen zien?
Ik zou zeggen: leef met uw verlangen naat waarheid.
Laat dat uw gids zijn. Het verlangen naar waarheid
komt van de waarheid zelf. Het voert hogere intelli­
gentie met zich mee die, te zijner tijd, alle vragen ver­
heldert. Geniet van de weg, want tot inzicht komen,
heeft al een component van blijdschap. Beschouw uzelf
niet als een individu nu u eenmaal, al was het in een
glimp, gezien heeft dat u gewaarzijn bent voorbij alle
mentaties. Bewaar dat besef als uw kostbaarste schat.
69
Hoe verklaart u het verschil tussen de wereldbeschou­
wingen van de westerse wetenschap en van de non­
dualiteit?Zijn erfundamentele verwantschappen ofzijn
ze gewoon radicaal anders?
Zij verschillen radicaal omdat hun domeinen verschil­
len. Het domein van de werenschap beperkt zich rot
objectieve en reproduceerbare verschijnselen, terwijl
het non-duale perspectief geen enkele beperking kent.
In zekere zin zou men kunnen zeggen dat deze per­
spectieven elkaar uitsluiten omdat er vanuit de ge­
zichtshoek van de fysica in de buitenwereld een reali­
teit bestaat die onafhankelijk is van het bewustzijn.
Een werkelijkheid waarvan de bestudering het onder­
werp van de wetenschap is. De wetenschapper begint
met het bestuderen van een universum waarvan het
bestaan, als onafhankelijke entiteit, betwijfeld kan
worden, terwijl de non-dualist, die een andere bena­
dering volgt, uitgaar van de enige absolute zekerheid
die hij heeft en de enige die hij ooit kan bezitten; die
van het eigen zijn. Deze zekerheid is onverwoestbaar.
Hij is onze permanente ervaring. Daarom verankert
de non-dualist zich, als tegenvoeter van de weten­
schapper, stevig in de zekerheid en de realiteit. Ik ben
op de hoogte van de veranderingen die de moderne
fysica heeft ondergaan met de relativiteitstheorie en
vooral met de kwantummechanica. Deze veranderin­
gen stellen de materialistische visie van een onafhan­
kelijk universum opgebouwd uit solide deeltjes opnieuw
ter discussie. Op de extragalactische en subatomaire
schalen is het heelal niet meer wat het leek op de men-
70
selijke schaal. Het domein waarbinnen begrippen gel­
dig zijn die wij beschouwden als verworvenheden,
universeel en vanzelfsprekend (absolute ruimte, ab­
solute tijd, causaliteit, lokaliteit, determinisme en
dergelijke) blijkt in feite beperkt. De oude epistemo­
logische kaders van het materialisme en het realisme
lijken in tegenspraak te zijn met de moderne fysica
zoals bijvoorbeeld blijkt uit de uitputtende analyse
die d'Espagnat daarvan maakt in zijn werk over de
fundamenten van de kwantumtheorie. Het non-duale
perspectief biedt misschien in dit verband een bevre­
digender epistemologisch kader, maar de resultaten
en de vorderingen van de werenschap zouden de gel­
digheid ervan evenmin kunnen bewijzen als ontken­
nen.
Maar omdat het gebied van de wetenschap bin­
nen dat van het non-dualisme valt, kunnen daarente­
gen de fundamentele intuïties die voortvloeien uit een
niet gefragmenteerde kijk op de werkelijkheid de oor­
sprong zijn van vruchtbare transposities binnen het
domein van de wetenschap.
De ontdekkingen van de moderne fysica hebben
ook een bevrijdende waarde omdat ze het begrip van
een gefragmenteerd universum dat in zichzelf en on­
afhankelijk van enige waarnemer bestaat- misschien
- opblazen. Daarmee maken ze de weg vrij naar het
ultieme begrijpen en bieden ze de waarheidszoeker
de mogelijkheid dat de wereld niet méér is dan een
verschijnsel dat opkomt, besraar en verdwijnt in het
universele bewustzijn. De weker houdt dan op een
wetenschapper, een fysicus te zijn en wordt een filo­
soof, een metafysicus. Hij steekt de filosofische Rubi­
con over wanneer hij, zich begevend buiten de orde
71
der verschijnselen, het bewustzijn, het noumenon
toelaat tot zijn onderzoeksgebied. De bovenstaande
overwegingen betekenen geen enkel negatief waarde­
oordeel over de wetenschap, in tegendeel. De moderne
wetenschap is een buitengewoon avontuur en een
wonderbaarlijk instrument.
De wetenschappelijke methode, gefundeerd op
eerlijkheid, onpartijdigheid en erkenning van de fei­
ten, zou iedere waarheidszoeker ten voorbeeld moe­
ten dienen. Liefde tot de ultieme waarheid en respect
voor de wetenschap verbieden ons om eenvoudigweg
de genres te vermengen. Laat ons Bohr, Heisenberg,
Schroedinger en Einsrein geven wat hen toekomt en
aan God laten wat van God is.
U zegt nu dat het radicale verschil tussen deze twee per­
spectieven voortkomt uit hun afwijkende uitgangspun­
ten endat met name het uitgangspunt van de non-dualist
is dat hij ofzij als individu uitgaat vanuit de zekerheid
dat' ik ben: Waartegenover de wetenschapper zou zeg­
gen dat zijn zekerheid omtrent de buitenwereld wordt
bevestigd door de gemeenschappelijke ervaring van bijna
heel de mensheid. Het is een gemeenschappelijke visie,
niet een individuele als die van de non-dualist. Zou dat
kloppen?
Ja. Wanneer u eenmaal bestaan hebt toegekend aan
de zogenaamde objectieve wereld die onafhankelijk
van gewaarzijn bestaat, hebt u bestaan toegekend aan
een mensheid die gemaakt is van afzonderlijke ego's.
De non-dualist maakt her subject waardoor de rest
gekend wordt, het centrale thema van zijn onderzoek,
terwijl de wetenschapper uitsluitend belangstelling
72
heeft voor het gekende. Vanuit het gezichtspunt van
de wetenschapper is hetzogenaamde object de subject­
materie.
Als we een stukje terug mogen gaan, begrijp ik dan goed
dat de non-dualist zichzelfbeschouwt als het enige sub­
ject en dat het bestaan van het hele memdom en de rest
van de objectieve wereld betwijfeld wordt?
Dat hangt afvan wat u 'hemzelf ' noemt. Wat de non­
dualist 'mijzelf' of 'ik' noemt, beperkt zich niet tot
een bepaald lichaam, een bepaalde geest. Lichaam en
geest zijn beperkingen waarmee gewaarzijn overdekt
wordt. De non-dualist gaat uit van de onmiddellijke
ervaring. Al beweert de wetenschapper dat hij van
ervaring uitgaat, in feite gaat hij uit van een concept
- het bestaan van een zogenaamd universum of fysi­
sche realiteit - en bestudeert vervolgens deze zoge­
naamde realiteit uitputtend.
Misschien zou het nuttig zijn om heel duidelijk te zijn
over hoe u het woord 'ervaring'gebruikt wanneer u zegt
dat de non-dualist uitgaat van ervaring. De wetenschap­
per daarentegen niet, want hij gaat uit van een begrip.
Bestaat de gewone ervaring van de gemiddelde persoon
uit niets dan begrippen?
De essentie van ons wezen is geen begrip.
Wlor ieder van om?
Natuurlijk, want het is het leven zelf. Het bevindt
zich voorbij alle begrippen. Begrippen zijn overdek-
73
kingen als: 'Ik ben een man, ik ben veertig jaar oud,
ik ben een dokter, ik ben Amerikaans staatsburger'
enzovoorts. Al deze onderscheidingskenmerken zijn
maar overdekkingen van onze ware aard, de grond­
laag die vrij is van beperkingen, die in her geheel geen
grenzen heeft, die geen kenner nodig heeft om zich te
manifesteren, die vanzelfsprekend en autonoom is.
Iemand die deze zienswijzen voor het eerst hoort, wordt
misschien getroffen doordat u enerzijds stelt dat ieder
van ons het leven zelfis, maar anderzijds dat de non­
dualist geen bestaan toekent aan de rest van de mens­
heid in de objectieve wereld zoals de wetenschapper dat
doet. Hij blijft als het ware bij zichzelfen betwijfelt af
het andere, met inbegrip van ieder van ons en de rest
van de mensheid Iemand die uw zienswijzen voor het
eerst tegenkomt, zou daarin een tegenstrijdigheid kun­
nen zien. Hoe zou u die oplossen?
Wanneer we zeggen dat de non-dualist de mensheid
als onwerkelijk ziet, bedoelen we dat hij hem niet ziet
als een object, als iets dat gescheiden is van gewaar­
zijn, van zichzelf. Hij ziet in plaats daarvan de mens­
heid als één met zichzelf. Uit deze visie van eenheid'
nierafgezonderdheid, komt spontaan een gedrag voort
dat zich kenmerkt door mededogen, schoonheid en
intelligentie. We moeren de wijze niet beschouwen
als een gestoorde solipsist, geïsoleerd in zijn ivoren
toren die aan de rest van de mensheid het bestaan
ontzegt en zichzelf uitsluitend als persoon een bestaan
toekent. In tegendeel. De waarheidsminnaar begint
met zijn eigen bestaan als persoon, als zelfstandig
wezen, in de waagschaal te leggendoor te vragen: 'Wie
74
ben ik?, Ben ik dit lijf?, Ben ik deze psyche?, Ben ik
dit beperkte wezen?'. Hij heeft geen belangstelling
voor theorieën, maar alleen voor de werkelijkheid. Hij
begint met het enige werkelijkheidsveld waarover hij
beschikt en dat is zichzelf.
Het antwoord op deze vraag kan nooit een posi­
tieve verklaring zijn. Het begint met inzien wat we
niet zijn. Wanneer, wat we niet zijn, geëlimineerd is­
nier door inspanning of geweldpleging maar door
inzicht- is wat overblijft onze ware aard. Hij is een
gewaarwording, maar geen gewaarwording in tijd en
ruimte en daarom zouden we hem een niet-gewaar­
wording, een niet-gebeurtenis kunnen noemen. In
deze nier-gebeurtenis zijn we één met het mensdom.
Het is een niets uitsluitend, alomvattend perspectief.
De non-dualist stelt geen belang in begrippen. Hij
is uitsluitend geïnteresseerd in de werkelijkheid. Na deze
misvattingen te hebben gezien voor wat ze zijn, is wat
er nog overblijfteen niet-gebeurtenis, een nier-toestand,
ontdaan van angst en begeerte, waarin zekerheid en
vrede heersen. Omdat hij van werkelijkheid uitgaat,
bereikt hij gauw zijn doel: de werkelijkheid. Realiteit
bereikt realiteit, eenheid bereikt eenheid. Omdat de
wetenschapper uitgaat van niets dan een hypothese,
een geloof, is het punt waar hij uitkomt even wankel
en onzeker als zijn vertrekpunt. Hij kan niet tot een
echt inzicht in het Absolute komen.
Het niet-dualistisch perspectief dat we besproken heb­
ben, is zeker radicaal en raadselachtig. Hoe kan ik we­
ten dat dit niet opnieuw een uiterst verfijnde vorm van
conditionering is, grotendeels zoals de anderen, hoe an­
ders hij ook op het eerste gezicht mag lijken?
75
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nu

More Related Content

What's hot

Kennismaken Met Spiritualiteit 14102009
Kennismaken Met Spiritualiteit 14102009Kennismaken Met Spiritualiteit 14102009
Kennismaken Met Spiritualiteit 14102009RvTilburg
 
B -YourSelf nr. 32 Maart 2015 Thema: Zicht
B -YourSelf nr. 32 Maart 2015 Thema: ZichtB -YourSelf nr. 32 Maart 2015 Thema: Zicht
B -YourSelf nr. 32 Maart 2015 Thema: ZichtB-YourSelf
 
Strategie van het geluk i
Strategie van het geluk iStrategie van het geluk i
Strategie van het geluk igerbert101
 
Han van den Boogaard - Dat wat is
Han van den Boogaard  - Dat wat isHan van den Boogaard  - Dat wat is
Han van den Boogaard - Dat wat isnonduality01
 
Innerlijke ervaring 3 10-2013
Innerlijke ervaring 3 10-2013Innerlijke ervaring 3 10-2013
Innerlijke ervaring 3 10-2013Pakepipelot
 
B yourself nr. 28 oktober 2014.pdf
B yourself nr. 28 oktober 2014.pdfB yourself nr. 28 oktober 2014.pdf
B yourself nr. 28 oktober 2014.pdfitsyouinside
 
Ontbijtsessie de week van de eenzaamheid op 28 09-2929 bij Assadaaka.
Ontbijtsessie de week van de eenzaamheid op 28 09-2929 bij Assadaaka.Ontbijtsessie de week van de eenzaamheid op 28 09-2929 bij Assadaaka.
Ontbijtsessie de week van de eenzaamheid op 28 09-2929 bij Assadaaka.siegfried van hoek
 
Allan Kardec Het Boek der Geesten
Allan Kardec   Het Boek der GeestenAllan Kardec   Het Boek der Geesten
Allan Kardec Het Boek der GeestenOsvaldo Brascher
 
Psychosynthese: de dans rond het onbekende - Diederik van Rossum
Psychosynthese: de dans rond het onbekende - Diederik van RossumPsychosynthese: de dans rond het onbekende - Diederik van Rossum
Psychosynthese: de dans rond het onbekende - Diederik van RossumInstituut voor Psychosynthese
 

What's hot (10)

Kennismaken Met Spiritualiteit 14102009
Kennismaken Met Spiritualiteit 14102009Kennismaken Met Spiritualiteit 14102009
Kennismaken Met Spiritualiteit 14102009
 
B -YourSelf nr. 32 Maart 2015 Thema: Zicht
B -YourSelf nr. 32 Maart 2015 Thema: ZichtB -YourSelf nr. 32 Maart 2015 Thema: Zicht
B -YourSelf nr. 32 Maart 2015 Thema: Zicht
 
Strategie van het geluk i
Strategie van het geluk iStrategie van het geluk i
Strategie van het geluk i
 
Han van den Boogaard - Dat wat is
Han van den Boogaard  - Dat wat isHan van den Boogaard  - Dat wat is
Han van den Boogaard - Dat wat is
 
Innerlijke ervaring 3 10-2013
Innerlijke ervaring 3 10-2013Innerlijke ervaring 3 10-2013
Innerlijke ervaring 3 10-2013
 
B yourself nr. 28 oktober 2014.pdf
B yourself nr. 28 oktober 2014.pdfB yourself nr. 28 oktober 2014.pdf
B yourself nr. 28 oktober 2014.pdf
 
Citaten
CitatenCitaten
Citaten
 
Ontbijtsessie de week van de eenzaamheid op 28 09-2929 bij Assadaaka.
Ontbijtsessie de week van de eenzaamheid op 28 09-2929 bij Assadaaka.Ontbijtsessie de week van de eenzaamheid op 28 09-2929 bij Assadaaka.
Ontbijtsessie de week van de eenzaamheid op 28 09-2929 bij Assadaaka.
 
Allan Kardec Het Boek der Geesten
Allan Kardec   Het Boek der GeestenAllan Kardec   Het Boek der Geesten
Allan Kardec Het Boek der Geesten
 
Psychosynthese: de dans rond het onbekende - Diederik van Rossum
Psychosynthese: de dans rond het onbekende - Diederik van RossumPsychosynthese: de dans rond het onbekende - Diederik van Rossum
Psychosynthese: de dans rond het onbekende - Diederik van Rossum
 

Viewers also liked

Alexander Smit - Geschenk van het absolute
Alexander Smit - Geschenk van het absoluteAlexander Smit - Geschenk van het absolute
Alexander Smit - Geschenk van het absolutenonduality01
 
Adyashanti - De weg van bevrijding
Adyashanti  - De weg van bevrijdingAdyashanti  - De weg van bevrijding
Adyashanti - De weg van bevrijdingnonduality01
 
Adyashanti - Het einde van je wereld
Adyashanti   - Het einde van je wereldAdyashanti   - Het einde van je wereld
Adyashanti - Het einde van je wereldnonduality01
 
Adyashanti - Dansende leegte
Adyashanti  - Dansende leegteAdyashanti  - Dansende leegte
Adyashanti - Dansende leegtenonduality01
 
Dennis Waite - Een introductie tot advaita
Dennis Waite - Een introductie tot advaitaDennis Waite - Een introductie tot advaita
Dennis Waite - Een introductie tot advaitanonduality01
 
Estructura electrónica del átomo
Estructura electrónica del átomoEstructura electrónica del átomo
Estructura electrónica del átomoJose Graterol
 
Jan van Delden - Terug van nooit weggeweest
Jan van Delden -  Terug van nooit weggeweestJan van Delden -  Terug van nooit weggeweest
Jan van Delden - Terug van nooit weggeweestnonduality01
 
Chuck Hillig - Verlichting voor beginners
Chuck Hillig  - Verlichting voor beginnersChuck Hillig  - Verlichting voor beginners
Chuck Hillig - Verlichting voor beginnersnonduality01
 
C.B. Zuiderhoudt - Meester Eckhart versus advaita
C.B. Zuiderhoudt - Meester Eckhart versus advaitaC.B. Zuiderhoudt - Meester Eckhart versus advaita
C.B. Zuiderhoudt - Meester Eckhart versus advaitanonduality01
 
Anthony de Mello - Bewustzijn
Anthony de Mello  - BewustzijnAnthony de Mello  - Bewustzijn
Anthony de Mello - Bewustzijnnonduality01
 

Viewers also liked (12)

Alexander Smit - Geschenk van het absolute
Alexander Smit - Geschenk van het absoluteAlexander Smit - Geschenk van het absolute
Alexander Smit - Geschenk van het absolute
 
Adyashanti - De weg van bevrijding
Adyashanti  - De weg van bevrijdingAdyashanti  - De weg van bevrijding
Adyashanti - De weg van bevrijding
 
Adyashanti - Het einde van je wereld
Adyashanti   - Het einde van je wereldAdyashanti   - Het einde van je wereld
Adyashanti - Het einde van je wereld
 
ACSA.AM.101.64-3
ACSA.AM.101.64-3ACSA.AM.101.64-3
ACSA.AM.101.64-3
 
Presentation IFF
Presentation IFFPresentation IFF
Presentation IFF
 
Adyashanti - Dansende leegte
Adyashanti  - Dansende leegteAdyashanti  - Dansende leegte
Adyashanti - Dansende leegte
 
Dennis Waite - Een introductie tot advaita
Dennis Waite - Een introductie tot advaitaDennis Waite - Een introductie tot advaita
Dennis Waite - Een introductie tot advaita
 
Estructura electrónica del átomo
Estructura electrónica del átomoEstructura electrónica del átomo
Estructura electrónica del átomo
 
Jan van Delden - Terug van nooit weggeweest
Jan van Delden -  Terug van nooit weggeweestJan van Delden -  Terug van nooit weggeweest
Jan van Delden - Terug van nooit weggeweest
 
Chuck Hillig - Verlichting voor beginners
Chuck Hillig  - Verlichting voor beginnersChuck Hillig  - Verlichting voor beginners
Chuck Hillig - Verlichting voor beginners
 
C.B. Zuiderhoudt - Meester Eckhart versus advaita
C.B. Zuiderhoudt - Meester Eckhart versus advaitaC.B. Zuiderhoudt - Meester Eckhart versus advaita
C.B. Zuiderhoudt - Meester Eckhart versus advaita
 
Anthony de Mello - Bewustzijn
Anthony de Mello  - BewustzijnAnthony de Mello  - Bewustzijn
Anthony de Mello - Bewustzijn
 

Similar to Francis Lucille - Eeuwigheid nu

Pps. special presentation
Pps. special presentationPps. special presentation
Pps. special presentationtaofmdtrf
 
B-YourSelf nr.30 December 2014
B-YourSelf nr.30  December 2014 B-YourSelf nr.30  December 2014
B-YourSelf nr.30 December 2014 B-YourSelf
 
Pot Thuiskomen Proef 4 101025sd
Pot   Thuiskomen Proef 4 101025sdPot   Thuiskomen Proef 4 101025sd
Pot Thuiskomen Proef 4 101025sdmiekpot
 
Presentatie Jan Bommerez 14 juni 2016 Lumina netwerkmiddag
Presentatie Jan Bommerez 14 juni 2016 Lumina netwerkmiddagPresentatie Jan Bommerez 14 juni 2016 Lumina netwerkmiddag
Presentatie Jan Bommerez 14 juni 2016 Lumina netwerkmiddagMirror Wise
 
B-YourSelf nr. 32 Maart 2015 Thema: Zicht
B-YourSelf nr. 32 Maart 2015 Thema: ZichtB-YourSelf nr. 32 Maart 2015 Thema: Zicht
B-YourSelf nr. 32 Maart 2015 Thema: Zichtitsyouinside
 
Verlang je naar bezinning en inspiratie?
Verlang je naar bezinning en inspiratie?Verlang je naar bezinning en inspiratie?
Verlang je naar bezinning en inspiratie?Bert Monshouwer
 
B yourself magazine nr 19 oktober 2012
B yourself magazine nr  19 oktober 2012B yourself magazine nr  19 oktober 2012
B yourself magazine nr 19 oktober 2012itsyouinside
 
Een Nieuwe Aarde
Een  Nieuwe  AardeEen  Nieuwe  Aarde
Een Nieuwe AardeBas Brand
 
B yourself nr. 29 november 2014
B yourself nr. 29 november 2014B yourself nr. 29 november 2014
B yourself nr. 29 november 2014B-YourSelf
 
B yourself nr. 29 november 2014
B yourself nr. 29 november 2014B yourself nr. 29 november 2014
B yourself nr. 29 november 2014itsyouinside
 
Workshop 'Zelf zien'
Workshop 'Zelf zien'Workshop 'Zelf zien'
Workshop 'Zelf zien'CynthiaW123
 
Workshop 'Zelf zien'
Workshop 'Zelf zien'Workshop 'Zelf zien'
Workshop 'Zelf zien'marc_y_marc
 
Lezing tweelingziel ontmoetingen
Lezing tweelingziel ontmoetingenLezing tweelingziel ontmoetingen
Lezing tweelingziel ontmoetingenVeronique Kilian
 
Spiritual Tree
Spiritual TreeSpiritual Tree
Spiritual Treehopchat
 
Ziel, onderwijs en het Instituut voor Psychosynthese - Diederik van Rossum
Ziel, onderwijs en het Instituut voor Psychosynthese - Diederik van RossumZiel, onderwijs en het Instituut voor Psychosynthese - Diederik van Rossum
Ziel, onderwijs en het Instituut voor Psychosynthese - Diederik van RossumInstituut voor Psychosynthese
 
B yourself nr.31 januari 2015 angst emotie
B yourself nr.31 januari 2015 angst emotieB yourself nr.31 januari 2015 angst emotie
B yourself nr.31 januari 2015 angst emotieitsyouinside
 
B yourself nr.31 januari 2015 angst emotie
B yourself nr.31 januari 2015 angst emotieB yourself nr.31 januari 2015 angst emotie
B yourself nr.31 januari 2015 angst emotieB-YourSelf
 
B yourself nr. 28 oktober 2014
B yourself nr. 28 oktober 2014B yourself nr. 28 oktober 2014
B yourself nr. 28 oktober 2014B-YourSelf
 
Authentic Movement Brussels - Februari 2016
Authentic Movement Brussels - Februari 2016Authentic Movement Brussels - Februari 2016
Authentic Movement Brussels - Februari 2016Helena Willems
 

Similar to Francis Lucille - Eeuwigheid nu (20)

Pps. special presentation
Pps. special presentationPps. special presentation
Pps. special presentation
 
B-YourSelf nr.30 December 2014
B-YourSelf nr.30  December 2014 B-YourSelf nr.30  December 2014
B-YourSelf nr.30 December 2014
 
Pot Thuiskomen Proef 4 101025sd
Pot   Thuiskomen Proef 4 101025sdPot   Thuiskomen Proef 4 101025sd
Pot Thuiskomen Proef 4 101025sd
 
Presentatie Jan Bommerez 14 juni 2016 Lumina netwerkmiddag
Presentatie Jan Bommerez 14 juni 2016 Lumina netwerkmiddagPresentatie Jan Bommerez 14 juni 2016 Lumina netwerkmiddag
Presentatie Jan Bommerez 14 juni 2016 Lumina netwerkmiddag
 
B-YourSelf nr. 32 Maart 2015 Thema: Zicht
B-YourSelf nr. 32 Maart 2015 Thema: ZichtB-YourSelf nr. 32 Maart 2015 Thema: Zicht
B-YourSelf nr. 32 Maart 2015 Thema: Zicht
 
Hooggevoeligheid
HooggevoeligheidHooggevoeligheid
Hooggevoeligheid
 
Verlang je naar bezinning en inspiratie?
Verlang je naar bezinning en inspiratie?Verlang je naar bezinning en inspiratie?
Verlang je naar bezinning en inspiratie?
 
B yourself magazine nr 19 oktober 2012
B yourself magazine nr  19 oktober 2012B yourself magazine nr  19 oktober 2012
B yourself magazine nr 19 oktober 2012
 
Een Nieuwe Aarde
Een  Nieuwe  AardeEen  Nieuwe  Aarde
Een Nieuwe Aarde
 
B yourself nr. 29 november 2014
B yourself nr. 29 november 2014B yourself nr. 29 november 2014
B yourself nr. 29 november 2014
 
B yourself nr. 29 november 2014
B yourself nr. 29 november 2014B yourself nr. 29 november 2014
B yourself nr. 29 november 2014
 
Workshop 'Zelf zien'
Workshop 'Zelf zien'Workshop 'Zelf zien'
Workshop 'Zelf zien'
 
Workshop 'Zelf zien'
Workshop 'Zelf zien'Workshop 'Zelf zien'
Workshop 'Zelf zien'
 
Lezing tweelingziel ontmoetingen
Lezing tweelingziel ontmoetingenLezing tweelingziel ontmoetingen
Lezing tweelingziel ontmoetingen
 
Spiritual Tree
Spiritual TreeSpiritual Tree
Spiritual Tree
 
Ziel, onderwijs en het Instituut voor Psychosynthese - Diederik van Rossum
Ziel, onderwijs en het Instituut voor Psychosynthese - Diederik van RossumZiel, onderwijs en het Instituut voor Psychosynthese - Diederik van Rossum
Ziel, onderwijs en het Instituut voor Psychosynthese - Diederik van Rossum
 
B yourself nr.31 januari 2015 angst emotie
B yourself nr.31 januari 2015 angst emotieB yourself nr.31 januari 2015 angst emotie
B yourself nr.31 januari 2015 angst emotie
 
B yourself nr.31 januari 2015 angst emotie
B yourself nr.31 januari 2015 angst emotieB yourself nr.31 januari 2015 angst emotie
B yourself nr.31 januari 2015 angst emotie
 
B yourself nr. 28 oktober 2014
B yourself nr. 28 oktober 2014B yourself nr. 28 oktober 2014
B yourself nr. 28 oktober 2014
 
Authentic Movement Brussels - Februari 2016
Authentic Movement Brussels - Februari 2016Authentic Movement Brussels - Februari 2016
Authentic Movement Brussels - Februari 2016
 

Francis Lucille - Eeuwigheid nu

  • 1.
  • 3. Eeuwigheid NU! Dialogen over geluk Francis Lucille samsara
  • 4. © Francis Lucille 2002 Oorspronkelijke titel: Eterniry Now © Nederlandse vertaling: Samsara Uitgeverij bv 2003 Vertaling: V ianney de Jong Omslagontwerp: Kees Schreuders (www.ods.nl) Lay-out: Studio 28, Hillegom ISBN: 90-77228-13-6 I NUR 728 Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd worden zonder schriftelijke eoestemming van: Samsara Uitgeverij bv, Herengracht 341, 1016 AZ Amsterdam 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. Inhoud Voorwoord 7 De kunst om niets te verwachten 11 Het directe pad 37 Liefde sterft nooit 57 Ons ware wezen is geen object 77 Het echte leven heeft geen doel 85 Acteur op de planken 107 Een echte meester voelt zich geen meester 123 Er besraat niets dat Hij niet is 141 Her wondere spel van het tijdloze nu 161 Alléén via het hart komt men tot inzicht 171 Droomloze slaap besraar wel, maar de dood bestaar niet 189 U bent verliefd op liefde 199 Ontwaken in onsterfelijke heerlijkheid 215
  • 5. Voorwoord Gewoonlijk vereenzelvigen wij ons met een mengsel van gedachten, waarnemingen en gevoelens. Deze vereenzelviging met een persoonlijk lichaamsmentaal complex wortelt diep in ons. Omdat de mensen om ons heen - ouders, leraren, vrienden enzovoorts-ge­ loven dat zij persoonlijke wezens zijn, vinden wij het vanzelfsprekend om in hun voetsporen te geloven in wat, nauwkeuriger bezien, de oorzaak zal blijken van al onze narigheid. Als het lichaamsmentale complex een voorwerp is -een beperkte, persoonlijke verzameling van gedach­ ten, gevoelens en gewaarwordingen-dan impliceert het bestaan van dat voorwerp dat er een getuige is waaraan het verschijnt. Gewoonlijk noemt men die getuige bewustzijn of gewaarzijn. Onderzoeken we wat we zijn, dan blijkt wat we 'ik' noemen, nu juist dat gewaarzijn te zijn. De meeste van ons verwarren dit waarnemend bewustzijn met het waargenomen mentale complex en overdekken op die manier be­ wustzijn met de persoonlijke beperkingen van dit complex, dat ze opvatten als een beperkt wezen. Uit een rigoureuze analyse blijkt zonder moeite dat deze overdekking gespeend is van elke experimen- 7
  • 6. rele of logische fundering. De waarnemer kan niet als een voorwerp geanalyseerd worden. Iedere beperking wordt als zodanig noodzakelijkerwijs waargenomen of opgevat. Daaruit volgt dat het bewustzijn vrij is van beperkingen. En zelfs deze bevestiging van de onbeperkte aard van het bewustzijn is al een beper­ king, zodat het bewustzijn krachtens zijn eigen aard ontsnapt aan het domein van het logisch denken. De vraag naar de persoonlijke of onpersoonlijke aard van het bewustzijn kan niet worden beantwoord door het mentale complex dat hier zijn absolute grens bereikt. Proberen we doelbewust die getuige vóór ons te zien, dan belanden we in een ongewone situatie. Van de ene kant lijkt onze poging te mislukken door het onvermogen van het mentale complex om iets anders dan objecten te zien. Van de andere kant lijkt de men­ tale activiteit, de stroom van gedachten en gevoelens, even te stoppen. Al laat die 'stop' in het mentale com­ plex geen sporen na, toch lijkt dit niet-ervaren een sterk gevoel van identiteit op te wekken met een onuitspreekbare zekerheid van presentie die we be­ noemen als 'ik' of'ikben'. Even later duikt dan het ik weer op met de gedachte 'ik ben dit lichaamsmentale complex', zo opnieuw de tijd-ruimtelijke beperkin­ gen van het persoonlijke ik projecterend op het on­ begrensde 'ik ben'. De grenzeloosheid van het 'ik ben' laat zich niet funderen vanuit het mentale niveau, maar blijft hangen als een 'nasmaak' wanneer de we­ reld van objecten terugkomt. Nadat onze aandacht is gevestigd op de presentie van die waarnemende achtergrond en we een eerste glimp van ons ware zelf hebben opgevangen, rijst er van binnen een sterke aantrekkingskracht op die ons 8 telkens opnieuw terugvoert naar dit niet-ervaren. Elke nieuwe glimp versterkt het 'parfum' van vrijheid en geluk dat oprijst uit die nieuwe dimensie. Naarge­ lang onze tijdloze aanwezigheid tastbaarder wordt, slaat ons dagelijks leven een nieuwe richting in. Ener­ zijds worden mensen, tijdverdrijf en bezigheden die ons tevoren erg aantrokken, nu onbelangrijk. Onze vroegere gehechtheid aan ideologieën neemt zonder duidelijke redenen af. Anderzijds neemt, zonder enige inspanning van onzekant, de gerichtheid op onze ware aard toe. We lijken nog gevangen in onze cel, al heb­ ben we als het ware door de tralies een lichtschijnsel opgevangen. Dan wordt, ooit, het ego geresorbeerd in onze waarnemende presentie die zich dan onthult als de eeuwige schoonheid, de absolute waarheid en de hoog­ ste gelukzaligheid die we zochten. Ineens worden we bevestigd in een onwrikbaar besef van onze oorspron­ kelijke onsterfelijkheid. Angst en begeerte verlaten ons nu voorgoed. De plotselinge onthulling van onze ondeelbare aard kan niet in woorden worden weergegeven voor wie nog leeft in de illusie van de dualiteit van subject en object. Zo iemand zal zich van die woorden een voor­ stelling maken in relatieve begrippen, als een objec­ tieve belevenis, de enige soort die hij of zij begrijpt. Hoe kan, bijvoorbeeld, een gevoel van absoluut ge­ luk worden meegedeeld aan wie alleen maar relatieve ervaringen heeft beleefd? Al gaat men uit van het ge­ geven van ongeacht welke relatieve ervaring, van welke intensiteit ook, dan blijft er altijd toch een nog inten­ sere of een tegengestelde mogelijk. Maar dat is niet meer het geval wanneer we het hebben over de geluk- 9
  • 7. zaligheid van onze ware aard. Hoe kan bovendien ie­ mand, die geluk uitsluitend kent met betrekking tot objecten, ooit de onafhankelijkheid en het motief­ loze van dat geluk beseffen? Hoe is het, op soortge­ lijke manier, mogelijk om de ruimte- en tijdloosheid van deze openbaring over te brengen op wie alléén weet heeft van gebeurtenissen binnen ruimte en tijd? Zijn goddelijke luister op iemand voor wie schoon­ heid slechts een relatief begrip is? En als we zeggen dat ons heelal, met al zijn rijk­ dom en verscheidenheid- de appels in het mandje, het Beethovenkwartet op de stereo, de planeten en de sterren aan de avondhemel- elk ogenblik voortkomt uit, rust in, en weer wordt opgenomen in onze zich­ zelf openbarende presentie- net als onze gedachten en meest persoonlijke gevoelens en dar er geen an­ dere plaats is om te bestaan- dan blijft onze beschrij­ ving toch nog ontoereikend. Wam hij schijnt een begrip te impliceren van een transcendente presentie waaruit dit heelal voortvloeit als een afZonderlijke en­ titeit, terwijl deze openbaring ongerept is van ieder onderscheid. Onze zelfverlichte achtergrond die de leidraad is van de dialogen in dit boek, bepaalt de enige werke­ lijkheid van al wat is. Er is niets anders. 10 1 De kunst om niets te verwachten Wát mogen we van onze samenkomsten verwachten? Verwacht te leren om niets te verwachten. Niets ver­ wachten is een grote kunst. Als we niet meer in af­ wachting leven, leven we in een nieuwe dimensie. We zijn vrij. Onze geest is vrij. Ons lijf is vrij. Met het verstand begrijpen dat we niet een psychofysisch we­ zen zijn dat verkeert in een wordingsproces, is een noodzakelijke eerste stap, maar dit begrijpen is niet voldoende. Dat we in feite het lichaam niet zijn, moet een actuele ervaring worden die onze spieren, onze organen en zelfs onze lichaamscellen doordringt en bevrijdt. Een verstandelijk inzicht dat correspondeert met een plotseling, vluchtig herkennen van onze ware aard brengt ons een flits van pure vreugde, maar zo­ dra we ten volle weten dat we niet het lichaam zijn, zijn we die vreugde zel( Hoe kan ik op een zintuiglijke manier ervaren dat ik niet het lichaam ben? We voelen allemaal momenten van geluk die gepaard gaan met een gevoel van expansie en ontspanning. 11
  • 8. Vóór deze lichaamservaring waren we in een staar van tijdloosheid, van een onvervalste, onveroorzaakte blijdschap waarvan de lichamelijke sensatie eenvou­ dig het ultieme resultaat is. Deze vreugde neemt zich­ zelfwaar. Op dat moment waren we nier een beperkt lichaam in de ruimte, geen persoon. We kenden ons­ zeif in de onmiddellijkheid van het ogenblik. We ken­ nen allen deze onveroorzaakte gelukzaligheid. Wan­ neer we diepgaand onderzoeken war we ons lijf noemen, ontdekken we dar de substantie zelf ervan deze vreugde is. We hebben niet langer behoefte of zin of zelfs het vermogen om in objecten in de bui­ tenwereld geluk te vinden. Hoe wordt deze diepe exploratie uitgevoerd? Wijs lichamelijke sensaties en emoties die zich aan u voordoen niet af Laat ze in uw aanschouwing volle­ dig opbloeien zonder enig doel of enige tussenkomst van de wil. In toenemende mate komt dan de poten­ tiële energie vrij die gevangen zit in spierspanningen. De dynamiek van de psychosomatische structuur put zichzelf uit en een terugkeer naar de oorspronkelijke stabiliteit vindt plaats. Dit zuiveren van lichaams­ sensaties is een grote kunst. Het vergt geduld, door­ zeningsvermogen en moed. Het komt tot uiting op het niveau van voelen door een geleidelijke expansie van het lichaam in de omringende ruimte en een ge­ lijktijdige doordringing van de lichaamsstructuur door deze ruimte. Die ruimte wordt niet ervaren als een eenvoudige afw-ezigheid van objecten. Wanneer de aandacht zich losmaakt van waarnemingen die hem geboeid houden, ontdekt hij zichzelf als die zelf- 12 verlichte ruimte waaruit her lichaam werkelijk bestaat. Op dat ogenblik heft de dualiteit van lichaam en ruimte zich op. Het lichaam expandeert tot de om­ vang van het heelal en bevat in zijn hart alle tastbare en ontastbare dingen. Niets bevindt zich erbuiten. We hebben allen dit vreugdelichaam, dit ontwaakte lichaam, dit lichaam van universele verwelkoming. We zijn allen compleet, zonder ontbrekende stukken. Verken alleen maar uw koninkrijk en neem het we­ tens in bezit. Blijft u niet langer leven in het naar­ geestige hutje van een beperkt lichaam. In ogenblikken van stilte vang ik glimpen op van dit ko­ ninkrijk. Maar dan moet ik aan het werk en trefik me­ zelfaan in een omgeving die evenmin koninklijk als vreed­ zaam is en verdwijnt mijn klaarheid ogenblikkelijk. Hoe kan ik mijn gelijkmoedigheid voorgoed behouden? Wat zich in gewaarzijn toont, is niets anders dan gewaarzijn, uw collegàs, cliënten, chefs, absoluut al­ les, met inbegrip van de zaak, de meubels en het ge­ reedschap. Begrijp dit eerst verstandelijk en verifieer dan of dit zo is. Er komt een tijd waarin dit gevoel van intimiteit, deze u omhullende ruimte van wel­ willendheid u niet meer verlaat; u voelt zich overal op uw gemak, zelfs in een tjokvolle stationswachtkamer. U verliest dit alleen wanneer u het verleden of de toe­ komst ingaat. Blijf niet in die bouwval. Deze onme­ telijkheid wacht u nu meteen, precies op dit moment. Nu u al kennis hebt gemaakt met zijn presentie en de harmonie hebt geproefd die onder de uiterlijke ver­ schijnselen ligt, laat dan nu de waarnemingen van buitenwereld en lichaamssensaties zich vrijelijk ont- 13
  • 9. plooien in uw verwelkomend gewaarzijn, totdar de achtergrond van volkomenheid vanzelf verschijnt. Deze omkering van het perspectief is re vergelij­ ken met iets dat plotseling een engelengezicht laar zien in een boom in één van die vroeg twintigste­ eeuwse prenten waar kinderen zo dol op zijn. Eerst zien we alléén maar de boom. Dan, opmerkzaam ge­ maakt door de tekst onder het plaatje dat daarin een engel is verscholen, gaan we minutieus het gebladerte onderzoeken totdar we eindelijk de engel zien. War belangrijk is om te weten, is dat er een engel is en waar hij verstopt is. En eenmaal te hebben ervaren dat de boom zijn vorm verandert en omslaat in her gezicht van de engel wanneer het beeld zich herschikt om ons het geheim van het plaatje toe te vertrouwen. Is de weg eenmaal gebaand, dan worden volgende omdraaiingen van het perspectief steeds makkelijker totdat we, om zo re zeggen, de engel en de boom te­ gelijk zien. Net zo wordt, wanneer we onze ware aard eenmaal herkend hebben, het resterende onderscheid russen onwetendheid en ontwaken steeds vager en lost her op in de fundamenrele 'zodanigheid' van het zijn. Ik begin in te zien dat ik helemaal verkleefd ben binnen mijn lichaam. Mijn gewaarwordingen en mijn impres­ sies zijn dat ik een afoonderlijk individu ben. Hoe uit zich dat gevoel van verkleefdheid? Ik voel me als onder hypnose door mijn trots, door mijn emoties- vooral mijn woede- en door de onrust in mijn lichaam. 14 Juist. Zodra u doorkrijgt dat u gehypnotiseerd bent, houdt de hypnose op. Hoe komt dat? Dit ontgaat me. Stel uzelf de vraag wie er gehypnotiseerd is. Onder­ zoek dat tot in de diepte. Wie is het? Waar is het? U zult ontdekken dat her niet lukt om zo'n wezen te vinden. Wanneer u uw geest en lichaam doorzoekt, zult u een paar begrippen aantreffen waarmee u zich vereenzelvigt, zoals 'ik ben een vrouw, ik ben een menselijk wezen, ik ben een jurist' enzovoorts. U kunt in uw lichaam ook bepaalde gewaarwordingen aan­ treffen, bepaalde regionen die ondoorzichtiger en so­ lider zijn, waarmeeu zich eveneens vereenzelvigt. Maar als u preciezer toeziet, wordt duidelijk dat u niet dar gevoel in uw borstkas bent, niet dit gevoel van een vrouw te zijn, want gevoelens komen en gaan en wat u werkelijk bent is blijvend. Juist op dat moment houdt de hypnose op. Dar die gedachten en gevoelens zich voordoen, is minder problematisch dan uw vereenzelviging ermee. Zodra u zich daarvan bewust wordt, neemt u er af­ stand van. U bent vrij. In deze vrijheid geeft u zich nergens een omschreven plaats. Het is van belang om op deze onbepaalde plek re blijven en niet toe te ge­ ven aan de normale neiging om mereen een nieuwe identiteit aan re nemen zodra u de oude loslaat; zoals een aap die een rak nier loslaar eer hij aan de vol­ gende hangt. U zult ontdekken hoe heerlijk het is op deze ma­ nier in de lucht te leven zonder ergens aan te hangen, onthecht. In het begin lijkt het wat vreemd, al hin- 15
  • 10. dert uw nieuwe houding u nergens in. U kunt ge­ woon uw functie van moeder of jurist blijven ver­ vullen, uw lichaam voelen enzovoorts. Eigenlijk is niets zijn, in de lucht, nergens, erg praktisch. Het maakt het leven een stuk eenvoudiger. Neem geen genoegen met alléén maar begrijpen. Pas uw inzicht toe in de praktijk. Probeer niemand te zijn. Laat de takken los. Is het niet moeilijk om daarna inje lichaam terug te keren en het alledaagse leven te leiden? U bent nooit in uw lichaam geweest, dus is de vraag om erin terug te keren niet aan de orde. Uw lichaam bevindt zich in u. U bent niet in het lichaam. Uw lichaam doet zich aan u voor als een reeks zintuiglijke gewaarwordingen en begrippen. U weet dat u een lichaam hebt wanneer u het voelt of wanneer u eraan denkt. Deze gewaarwordingen en gevoelens verschij­ nen binnen u, pure bewuste aandacht. U verschijnt niet in hen, in tegenstelling tot wat uw ouders, uw leraren en bijna de hele gemeenschap waarin u leeft u hebben geleerd. In tegenspraak met uw eigen erva­ ring hebben ze u geleerd dat u, als bewustzijn in uw lichaam bent, dat bewustzijn een functie is die ont­ springt aan de hersenen, een orgaan van uw lichaam. Ik stel voor dat u deze overtuigingen in twijfel trekt en de ruwe gegevens van uw eigen ervaring aan een onderzoek onderwerpt. Denk terug aan de recepten voor geluk die u als kind van diezelfde mensen laeeg: studeer hard, neem een goede baan, trouw met de juiste man, enzovoorts. Als die recepten gewerkt had­ den zat u hier niet met al deze vragen. Ze werken 16 niet, omdat ze gebaseerd zijn op een verkeerde kijk op de werkelijkheid, een gezichtshoek waarvan ik u aanraad hem te betwijfelen. Ga dus voor uzelfna of u verschijnt in uw lichaam of uw geest of dat die, daarmee in tegenstelling, in u verschijnen. Dat is een omkering van perspectief ver­ gelijkbaar met de ontdekking van de engel in de boom. Al lijkt deze verandering aanvankelijk klein, toch is het een revolutie met onvoorstelbare en oneindige gevolgen. Als u de mogelijkheid dat de boom ook een engel zou kunnenzijn, echt kunt aanvaarden, dan zal die engel zich aan u tonen en verandert uw leven in betovering. Kunt u ons iets vertellen over de praktijk van intuïtief leven vanuit het hart? Wees geen persoon, wees niets. Leef, nu u begrepen hebt dat u niemand bent, de waarheid in overeen­ komst met dit weten. U leeft de waarheid uit de vol­ heid van het hart zodra het denkbeeld of het gevoel dat u een persoon bent u niet meer stoort. Ongeacht of u er wel of niet aan denkt en of u al dan niet han­ delt. Sta ik op dit moment in dejuiste verhouding tot mezelf en tot de wereld? 0 ja. U staat in de juiste verhouding: die van inclusie. Net zoals uw lichaam en geest is de wereld besloten in uw ware zelf. Liefde is inclusie. Inzicht is een tussen­ stadium, maar de eindbestemming, het echte cen­ trum, is het hart. 17
  • 11. Is het hart de plek tussen deze tak en de volgende, om te spreken in de gelijkenis van de aap? Wanneer u instemt met loslaten van de tak waaraan u zich vastklampt zonder een andere te pakken, valt u in het hart. U moet bereid zijn te sterven, alles wat u weet te laten schieten, al wat u bezit, inclusief uw leven of tenminste, alles waarvan u in dit stadium meem dat het uw leven is. Dat vereist durf. Het is een soort zelfmoord. Gaat dat echt zo?Herinnert u zich bijvoorbeeld de ogen­ blikken die voorafgingen aan uw herkennin6.' Ja. Ging dat zo? Ja. Dank u. Had u van tevoren enig idee van wat er ging gebeuren? Ja en nee. Ja, omdat ik de uitnodiging voelde. Nee, omdat ik tot dat ogenblik alleen maar betrekkelijk geluk had gekend, betrekkelijke waarheid, betrekke­ lijke kennis en me het absolute, onuitspreekbare niet had kunnen voorstellen. Het zelf is voorbij elk be­ grip, elke projectie. Daarom kunnen we onszelf niet op eigen kracht sturen en moeten we wachten totdat het ons roept. Maar als het ons uitnodigt, moeten we vol vreugde en zonder aarzelen 'jà zeggen. De beslissing is aan 18 ons. Het is de enige beslissing waarin we echt een vrije keuze hebben. Eén van de redenen waarom ik draal om mezelfopen te stellen voor de uitnodiging, is mijn vrees dat mijn leven radicaal zal veranderen. 0 ja, het zal veranderen. lv.fijn gezin ook? Ook uw gezin. Alles zal veranderen. Ik ben bang dat mensen me in de steek gaan laten. Ik kan u verzekeren dat u nergens spijt van zult heb­ ben. Is het mogelijk te zijn uitgenodigd, maar ervoor te heb­ ben bedankt? Ja, want u bent vrij. Zal ik nog eens worden uitgenodigd? Ja. Sta klaar. Houdt u beschikbaar. Beschikbaar bene u wanneer u begrijpt dat u uit uzelf niets kunt doen om bij de Koning te komen. Wanneer u uw rotale machteloosheid erkent, wordt u een leeg vertrek. Zodra u een leeg vertrek wordt, bent u een heilig­ dom. Dus kan de Koning binnenkomen, de troon bestijgen en u begenadigen met onsterfelijke presen­ tie. 19
  • 12. U zei ooit dat ik niets kan doen om dit ego kwijt te raken dat aan me kleeft. De persoonlijkheid, het gefragmenteerde wezen dat u gelooft te zijn, kan niets doen. Houdt dit in dat alle spirituele praktijken zinloos zijn zolang ik daarin geloof. Precies. Een praktijk die voortkomt uit het idee dat u een lichamelijk of geestelijk wezen bent, kan niet spi­ ritueel genoemdworden. Het is een verwervingsproces proces dat u van de werkelijkheid verwijdert. War u echt bent, kan niet worden verworven, want u bent het al. Het ik is onbestendig. Het is een zich herha­ lende gedachte die gepaard gaat met emoties, licha­ melijke sensaties en reacties. Wanneer u ontroerd wordt door de schoonheid van een muziekstuk, de pracht van een zonsondergang of de fijnzinnigheid van een liefdesdaad, verlaat het ik u. U bent dan open en compleet. Wanneer u anderzijds uw best doet om het ego te verbeteren door het beoefenen van één of andere discipline- als een verzamelaar die de waarde van zijn collectie alsmaar vergroot met nieuwe en su­ blieme aanwinsten - hecht u zich er steeds meer aan. En tenslotte bent u onvoldaan en leeft u in isolement. Verdwijnt dit ik geleidelijk ofplotseling? U weet al wie u bent. Zelfs iemand in wie belangstel­ ling voor de diepste werkelijkheid nog niet ontwaakt 20 is, kent momenten van vreugde. Tijdens deze mo­ menten is het ik afwezig. Zij ontspringen aan ons echte wezen dat vreugde is. ledereen herkent vreugde on­ middellijk. Dat waardoor het zelf zichzelf herkent, is het zelf zelf. Alléén zijn heeft toegang tot zijn. Alléén vreugde heeft toegang tot vreugde, alléén eeuwigheid tot eeuwigheid. Wat ons uit deze tuin van Eden ver­ drijft en ons in een verwoed zoeken stort, is het ver­ keerde idee dat dit echte zijn, deze vreugde en deze eeuwigheid, er niet zijn. De resorptie van het ik in het zijn, wat, bezien vanuit een temporeel standpunt er uitziet als een laren gaan gevolgd door plotselinge verlichting, maakt een eind aan dit gezoek en die op­ winding. %t bewerkt die resorptie? Op deze vraag is er geen antwoord op het niveau waar hij wordt gesteld, omdat het gevolg al in de oorzaak besloten ligt en de oorzaak doorwerkt in het gevolg. Net als de bedelaar uir het sprookje die van de rove­ naar hoort dat hij een koningszoon is, kunnen som­ mige, schijnbaar toevallige ontmoetingen ons kennis laten maken met onze ware aard. Bij de verkondiging van dit goede nieuws, dit evangelie in de ware zin van het woord, rommelt er een oerinstinct in het diepst van ons wezen dat ons op het spoor zet dat voert tot het ultieme. Deze innerlijke beweging correspondeert met een versluierde herkenning van ons ware wezen en de belofte van blije vrede waarmee hij gepaard gaat, richt ons begeren in een onbekende richting. Dit herkennen betreft niet een objectieve en tijd­ gebonden werkelijkheid. Het bevindt zich niet op het 21
  • 13. niveau van geheugen of tijd. Daarom kan deze ge­ nade niet vergeten worden. Hij nodigt ons vaker en vaker uit en elke nieuwe herkenning versterkt ons verlangen naar het goddelijke. Zoals de zwerver die op een wimeravond verdwaald is en aan de rode gloed door de ruit van een herberg het vuur binnen om­ dekt en de deur opent om zich enkele ogenblikken bij de haard te verwarmen, zo gaan wij het heiligdom binnen en rusten even in de warmte van het heilige licht voordat we de nacht weer in trekken. Tenslotte, wanneer ons verlangen naar het absolute onze doods­ angst overwint, geven we het voorwendsel van ons persoonlijk bestaan prijs aan het offervuur van het oneindig bewustzijn. Vanaf dat moment staat niets meer in de weg van her ontwaken dat zijn pracht meer en meer ontplooit op alle vlakken van de wereld der verschijnselen die, beetje bij beetje, hun onderliggende buitentijdse werkelijkheid onthullen. Net als de blik van Shams van Tabriz die 'nooit ergens op viel zonder het eeuwig te maken'. Hoe overwin ik mijn angst om de waarheid onder ogen te zien? Ik voel dat als een belemmering om mijn ware wezen te kennen. Wees in de eerste plaats blij dat u zich bewust bent van die ingewandsangst, omdat de meeste mensen hem onderdrukken en mijden. Zodra die angst zijn gezicht laat zien in een moment van alleenzijn of niets­ doen, zetten de meeste mensen de televisie aan, gaan bij een vriend op bezoek of storten zich op één of 22 andere bezigheid. Uw angst te ontdekken, is daarom een belangrijke eerste stap. Ik weet niet ofik hem ontdekt heb, want ik heb er geen heldere kijk op. Misschien voel ik alleen maar zijn aan­ wezigheid. Leef ermee, heb er belangstelling voor, onderdruk hem niet. Treed hem welwillend tegemoet, met een hou­ ding van: laat hem maar komen, laat hem maar gaan. Neem hem zoals hij is, een mengsel van gedachten en lichamelijke sensaties. Vraag uzelf: 'Wie is er bang?' en u zult de angstgedachte weg zien gaan met achterlating van niet meer dan resten plaatselijke angst, de angst­ sensatie op lichamelijk niveau. Aufond is dat alles maar een vertoning waarvan u de toeschouwer bent. Laat uw licht erop vallen en schouw uw reacties, uw vlucht en uw ontkenning die er ook mee te ma­ ken hebben. De erkenning van uw weigering is het begin van uw aanvaarding, kome wat komt. Zo stelt u zich op het standpunt van de schouwende, wat om te beginnen uw natuurlijke standpunt is. Dus komt alles spomaan tot ontplooiing. Angst is uw ego, het monster dat u in gedachten en lichame­ lijke sensaties meedraagt, de usurpator die u uit het rijk van vreugde houdt dat het uwe is. Zie hem in zijn hele omvang. Wees er niet bang voor, zelfs als zijn verschijning schrikwekkend is. Pur de kracht om ernaar re kijken uit uw brandend verlangen naar het absolute, naar vrijheid. Als u hem begint te voelen, denk dan: 'Kom hier, angst. Laat jezelf aan me zien, voel je thuis, want je kunt toch niet bij me'. Deze methode 23
  • 14. is zo effectief omdat angst iets is dat wordt waargeno­ men, dus iets beperkts. De langste slang ter wereld ein­ digt ergens. Is hij eenmaal helemaal uit het hoge gras gekropen, dan bent u buiten gevaar omdat hij u niet meer onverwachts kan aanvallen. Op dezelfde manier is er, wanneer u, vóór u, uw angst in zijn geheel over­ ziet, wanneer niets ervan voor u verborgen blijft, hele­ maal niets meer van u over dat zich er nog mee kan vereenzelvigen. Het is een object dat van u is losgeweekt. De navelstreng van onwetendheid die het ego voedt, doet het niet meer. Nu dit 'ik-spook' niet meer gevoed wordt, kan het zich niet meer handhaven. Dus sterft het in de explosie van uw eeuwige vrijheid. Als we eenmaal onze diepste werkelijkheid hebben her­ kend. dan blijft er voorgoed een herinnering aan dat ontwaken. Daardoor gaan we bemerken dat er ogen­ blikken zijn waarop het ego ingrijpt. W{> kunnen het ego gaan trainen om zich afoijdig te houden, ons zo de kans gevend om ons meer en meer open te stellen voor wat we zijn. Kunt u hier commentaar op geven? Het heeft geen zin het ego te trainen of te elimineren. Wanneer u het traint of elimineert, wie verricht die activiteit dan? Het ego elimineert zichzelf Hoe zou dat kunnen? In tegendeel, deze poging be­ stendigt her. Het ego is alléén een obstakel naarge­ lang we er aandacht aan besteden. In plaats van deze 24 vraag te benaderen van de negatieve kant - het ego en zijn eliminering - kunt u beter beginnen aan de posi­ tieve kant. Het besef waarvan u sprak laat u een her­ innering van volheid na. Deze herinnering heeft be­ trekking op een niet-mentale beleving. Hij komt niet uit het geheugen dat alleen maar objectieve elemen­ ten kan registreren. Wanneer u toestemt om u erdoor te laten leiden, wanneer u met uw hele wezen rea­ geen door zijn roep te laten absorberen, zal de heilige emotie die hij in u opwekt u rechtstreeks naar de drem­ pel van uw tijdloze presentie voeren. Leef met deze herinnering. Vergeet de objectieve omstandigheden die aan de herkenning voorafgingen of erop volgden en blijfbij de herinnering zelf, houd ervan als van uw liefste bezit en bedenk dat de bron waar van hij ont­ spruit altijd aanwezig is, hier en nu. Dat is de enige plek waar hij te vinden is: hier en nu. Niet in gedach­ ten, maar vóór de gedachte, vóór erover na te den­ ken. Denk er zelfs niet aan... Gewoonweg laten zijn wat is... Praat er niet over. Vat hem niet in begrippen. Evalu­ eer hem niet. Het tussenbeide komen van het den­ ken voert u ervan weg. Probeer het niet eens. .. U spant zich nog steeds teveel in. Het is zinloos. Geeft u over en wees wat u al bent, absolute stilte... Ik wil hier vandaag zijn en heb verkozen hier te zijn, maar wat kan ik in aanwezigheid van een meester leren wat ik niet zelfleren kan? 25
  • 15. Al wat u leert, leert u zelf. Ik kan niet voor u leren. Elke omstandigheid, elk voorval in uw leven onder­ richt u. Wat u door het stellen van deze vraag kunt leren, is dat er geen meester is in de persoonlijke zin die u bedoelt. Op dat vlak ben ik niet uw meester. Ik ben gewoon blij uw vriend te zijn. De echte meester is geen persoon. Hij is ons zelf, het zelf van alle we­ zens. Geeft u eraan over, bemin niets dan dar, heb nergens anders belangstelling voor. Ik voel zijn aan­ wezigheid trillen in hen die bij me komen met de zuivere intentie om hem te kennen en zij herkennen deze presentie in mij. Men zou kunnen zeggen dat deze presentie zich in de schijnbare ander herkent door een soort sympathieke resonantie. Het goddelijke in mij herkent het goddelijke in u. Wie kan, onder deze omstandigheden, zeggen wie er de meester is en wie de leerling, wie u is en wie mij? Ik weet niet zeker ofdit wel een vraag is. Ik zat hier systematisch te proberen kalm te zijn. Meteen toen u bin­ nenkwam werd alles opeens doodstil Ik voelde me als een stervende die wanhopig probeerde zijn laatste adem te halen. Mijn eerste gedachte was eenfantastisch gevoel van verbazing; toen kreeg ik de indruk dat elke volgende gedachte met kracht probeerdeteontsnappenaan de stilte die me spontaan binnendrong... Wanneer u zo wordt uitgenodigd, moer u zich volle­ dig overgeven. Probeer niet te weten waar u zich in dit alles bevindt, of de situatie te beheersen. Dat gaat niet. Zelfs de eerste gedachte die deze belevenis op- 26 merkt, is al teveel. Hij voorkomt een volledig losla­ ten. De uitnodiging van de Koning te krijgen, is niet genoeg. U moet nog naar het paleis gaan en van het banket proeven dat uw bestemming is. De zoeker naar waarheid in u houdt zich voortdurend bezig met het beheersen van uw gedachten, gevoelens en daden. Op zeker ogenblik zal zelfs hij verdwijnen omdat hij slechts een idee, een gedachte is. Hij is niet u. U bent die vrijheid, die onmetelijkheid waarin de zoeker ver­ schijnt en verdwijnt. U bent waar u naar zoekt of, preciezer, die onmetelijkheid zoekt zichzelf in u. Geef uzelf eraan over zonder voorbehoud. In hoeverre zijn we vrij om onze levensloop te bepalen? Als individuen of als wat we echt zijn? Als individuen. In dat geval zijn we helemaal geconditioneerd, dus is er geen vrije wil. Het lijkt alsof we vrije keuze uitoe­ fenen. Maar eigenlijk reageren we alleen maar als au­ tomaten die zonder adempauze dezelfde patronen van ons biosociale erfgoed doorlopen die leiden tot de­ zelfde oude reacties, zoals een automatiek die in een treinstation frisdrank tapt. Onze vrijheid als indivi­ duen is een illusie. Anderzijds vloeit, op het niveau van ons diepste wezen, alles uit onze vrijheid voort. Iedere gedachte, elke gewaarwording wordt geboren omdat we dat willen. We kunnen dit op het niveau van gedachten niet begrijpen, maar we kunnen het wel ervaren. Wanneer we geheel openstaan voor het onbekende, 27
  • 16. is de persoonlijkheid afwezig. We beseffen dan dat het tastbare en begrijpelijke heelal uit deze openheid verrijst in het eeuwige nu. We willen, scheppen en zijn op elk moment alles, in de eenheid van gewaar­ zijn. Uspreekt van totaal open staan voor onze gedachten en gewaarwordingen. Hoe kunnen we alles dat zich aan om voordoet, ontvangen temidden van hetjachtige ritme van het moderne leven. Kan dat echt? In feite hebt u geen keuze, want wat u ook denkt, waarneemt of doet: u staat er van moment tot mo­ ment voor open. Bijvoorbeeld, wanneer een gedachte opkomt, is die gedachte spontaan, is het niet? Ik zie niet waar u naartoe wilt. U onderneemt niets om deze gedachte te laten ver­ schijnen. Zelfs wanneer u zich zou inspannen, zou die gedachte zelf een spontane gedachte extra zijn. In feite verschijnen alle dingen vanzelf in het bewustzijn dat steeds in totale openheid verkeert. Het bewust­ zijn zegt nooit: 'Ik wil dit' of: 'Ik wil dat niet'. Wat spreekt is niet het bewustzijn, maar eenvoudigweg een gedachte die uit zichzelf opkomt. Dan zegt u: 'Ik was niet open' en dat is het opwellen van een nieuwe ge­ dachte. De achtergrond van al deze mentale agitatie is bewustzijn, altijdopen, alcijd verwelkomend. U staat open vanaf het moment dat u leeft. Openheid is uw aard. Daarom is het zo aangenaam hem aan te tref­ fen; men voelt zich thuis, op zijn gemak, natuurlijk. U hoeft niets anders te doen om uzelf in openheid te 28 vinden dan te begrijpen dat hij uw ware aard is; dat u er al bent. Zodra u verankerd bent in contemplatief bewustzijn, heeft wereldse agitatie geen greep meer op u. U begrijpt het proces waardoor hij het heft in handen neemt en, door dat begrijpen, ontsnapt u er­ aan. U maakt een sprong in een andere dimensie. Maak uzelf er vertrouwd mee. Zie de invloed ervan op uw geest en uw lichaam. Misschien lijken mijn woorden voor u nu alleen maar ideeën, maar de dag breekt aan waarop ze in u oplossen en overgaan in levend be­ grip. De vraag om te weten hoe u moet mediteren, hoe u open of gelukkig moet zijn komt dan niet meer op, want u bent dan al meditatie, openheid en geluk. Maar we zijn om er niet van bewust. Onderzoek, vind het uit voor uzelf. Kijk of het waar is dat u voortdurend bewust bent. Kijk ofhet waar is dat hetgeen u in uw diepste grond bent, gewaarzijn is. Neemt u mijn beweringen niet aan als vastgestelde feiten. Beproef ze en beproef ook wat u gelooft. Be­ twijfel ook het idee van een begrensd, persoonlijk bewustzijn. Leef met deze vragen en leef vooral in de stille openheid die volgt op het stellen van deze vra­ gen, in het creatieve 'ik weet het niet'. In deze open­ heid verschijnen antwoorden die de beginvraag beetje bij beetje veranderen en verfijnen en hem steeds meer verhelderen tordat hij niet meer in gedachten kan worden weergegeven. Laat deze restdynamiek zich in uw verwelkomende aandacht vanzelf uitputten tot­ dar her uiteindelijke antwoord in al zijn pracht in u oprijst. 29
  • 17. Gisteren gebruikte u het bijvoeglijk naamwoord 'onge­ kleurd' om de hoedanigheid van bewustheid aan te ge­ ven. Ik vraag me afwaar liefde en compassie in dit beeld blijven. De woorden die we gebruiken om her onbeschrijfe­ lijke te beschrijven, moeten ter plekke geabsorbeerd worden. Wanneer we ze buiren hun verband gebrui­ ken, verliezen ze hun heerlijke geur. Een verhaal hier­ over valt me in: Een zenmeester sprak zichzelf in een uur (schijnbaar) twaalfmaal regen. Geïrriteerd somde een discipel uit het gehoor de reeks tegenstrijdighe­ den op onder het geamuseerde en welwillende oog van de meester, wiens hele antwoord, eenvoudig ge­ zegd, zonder enige poging om zichzelf te rechtvaardi­ gen, was: 'Waarlijk, hoe merkwaardig en wonderbaar­ lijk! Nooit zal ik begrijpen waarom de waarheid zichzelf alsmaar tegen blijft spreken!' Daar ben ik het mee eens. Gewaarzijn is onuitdrukbaar. Is compassie ook aan het woord ontstegen? Mijn opmerking sloeg op het eerste deel van uw vraag... Eerst moeten we binnen onszelf het kleurloze centrum vinden dat volmaakte vrijheid en absolute autonomie is. En als we, vanuit dat centrum, vanuit dar weten, onze blik laren vallen op de wezens die ons omringen, zien we niet alleen hun lichaam en nemen we niet alleen hun geest waar, maar vliegen we recht­ streeks over de psychosomatische grenzen naar die kleurloze, onbegrensde plek die onze gemeenschap- 30 pelijke essentie is. Daar, waar er geen ander is. Vanuit dit ongekleurde centrum kan zich, naar omstandig­ heden, al dan niet activiteit ontplooien. Actie die volgt uit het inzicht dat we uiteindelijk één wezen zijn, is vol compassie, schoonheid en intelligentie. Hij kan andere hoedanigheden uiten, maar, als de omstan­ digheden dat vereisen, de kleur van compassie aanne­ men. Hij laat geen sporen na en bevrijdt wie hij aan­ raakt. Echte compassie vecht de vooropgezette ideeën aan die we erover hebben. Zij kan vreemd, ongepast, zelfs grof lijken, maar zij is vrij en dat is haar schoon­ heid. Zij is een wervelwind van vrijheid die waait waar ze wil, in haar beloop triviale gehechtheden en on­ ware ideeënwegvagend, totdat alléén het onverwoest­ bare, her ware, het eeuwige overblijft. l%t kunt u zeggen over intelligentie? Gewone intelligentie is een hersenfunctie. Zij uit zich als aanpassing en organisatie. Zij maakt het mogelijk complexe problemen aan te pakken door een groot aantal gegevens in het geding te brengen. Gekoppeld aan erfelijke en verworven conditio­ neringen van de hersens, werkt zij sequentieel, in tijd. Dit is het soort intelligentie dat verantwoordelijk is voor het doen van algebraïsche berekeningen, het for­ muleren van logische redeneringen en het tennisspel. Opererend als een supercomputer, munt zij uit in het volbrengen van repetitieve opgaven en wordt zij mis­ schien ooit overtroffen door machines. Haar oor­ sprong is het geheugen, het bekende. 31
  • 18. Intuïtieve intelligentie verschijnt als inzicht en hel­ derheid. Zij is verantwoordelijk voor het kunnen zien van eenvoud in schijnbare complexiteit. Zij slaat di­ rect toe, in 'n ogenblik. Altijd creatief, vrij van het bekende, is zij het hart van alle grote wetenschappe­ lijke ontdekkingen en alle grote kunstwerken. Haar bron is de opperste intelligentie van tijdloos bewust­ zijn. Wanneer intuïtieve intelligentie zich, in een po­ ging om haar oorsprong te begrijpen, richt op zich­ zelf, verliest zij zich in de directe schouwing van de opperste intelligentie. Het zien van die hogere intelli­ gentie is een implosie die de illusie vernietigt dat we een persoonlijk wezen zijn. Vindt dit herkennenplaats, ongeacht iemands algemeen intelligentieniveau? Ja. De aanwezigheid van een hevig verlangen naar ontwaken is een zeker teken dat dit herkennen heeft plaatsgevonden. Is de destructie van het ego die het ontwaken teweeg­ brengt geleidelijk ofplotseling? In het eerste ogenblik van herkennen, bevindt zich al de kiem van zijn voltOoiing, net wals zich in het zaad de bloem, de boom en de vrucht bevinden. Nog een tijdje houdt het ego, aangeslagen door een nog partiële aanschouwing van deze intelligentie, zich vast aan iets wat op leven lijkt. In dit stadium handhaaft de macht der gewoonte oude identificaties, maar in het geloofin ons ahonderlijk bestaan is een onherstelbare bres ge- 32 slagen. Men zou kwmen zeggen dat, in alle betekenis­ sen van dien, ons hart er niet meer bij is. Intermirterend weerkeren van dit besefmaakt deze bres nog groter rot het moment waarop het ego, dat een waargenomen object is, volJedig tot voorwerp wordt voordat het voor­ goed voor onze ogen oplost; plaats makend voor de invasie van het onuitsprekelijke. Na dit ontwaken, vinden wij onszelf vrij van angst en begeerte. Vrij van angst want, nu wij ons onsterfe­ lijk zelf geïntegreerd hebben, verlaat het spook van de dood ons voorgoed. En vrij van begeerte omdat, nu wij de absolute volheid van het zijn kennen, de oude aantrekkingskracht die objecten voor ons had­ den vanzelf ophoudt. Oude lichamelijke en geeste­ lijke gewoontes die voortkwamen uit het vroegere geloof in een persoonlijk bestaan, kunnen nog een tijdlang zichtbaar blijven, maar iedere vereenzelviging met waargenomen of gedachte objecten is van nu af onmogelijk. Wanneer ze aanschouwd worden in de verbazingwekkende neutraliteit van bewustheid, ster­ ven die oude gewoonten één voor één, ronder dat hun sporadische recidieven een terugkeer van de ego­ illusie veroorzaken. Aan welke tekenen kunnen we hogere intelligentie her­ kennen? Gedachten, gevoelens en handelingen die uit hogere intelligentie voortkomen, verwijzen naar hun oor­ sprong: het zelf. Eenmaal afgegeven, laten ze ons ach­ ter op de oever van het absolute; als het schuim dat een golfop het zand achterlaat. De gedachte die waar­ heid denkt, komt voort uit waarheid en voert ons te- 33
  • 19. rug naar waarheid. Deze gedachte heeft talrijke ver­ schillende facetten; zij stelt schijnbaar verschillende vragen zoals: 'Wat is geluk?', 'Wat is God?', 'Wie ben ik?'. Al deze vragen ontspringen aan een gemeenschap­ pelijke bron, uit eeuwige vreugde, uit het goddelijke, uit ons zelf Wanneer deze vraag- doordrongen van de heerlijke geur van de waarheid- u uitnodigt, geef er dan ruimte aan, maak er tijd voor, geef u eraan over, laat uzelf erdoor dragen. Deze gedachte is als God's voetafdruk in uw ziel. Laat hem gaan waar hij wil. Degene waarin deze vraag is ontwaakt, is een grote ge­ luksvogel. Geen obstakel kan hem of haar de toegang tot de waarheid meer beletten. Heeft hetverlangen naar het opperste u eenmaal gegrepen, dan werkt het hele universum mee aan de vervulling van dit verlangen. Verkeert u op dit moment in deze toestand van vervul­ ling? Er is niemand in die toestand. Deze niet-toestand is de afwezigheid van de persoon. Gaat u erin en eruit? Het is geen toestand. Bent u in die toestand wakker? Deze niet-toestand is voor zichzelf wakker. Hij 1s gewaarzijn, ik ben gewaarzijn, u bent gewaarzijn. Bent u, in dat geval, zich ervan bewust dat alles zich op dejuiste plaats bevindt? 34 Uit het oogpunt van gewaarzijn, is alles gewaarzijn en zo is alles op zijn plaats. Niets is tragisch. Alles is licht, alles is presentie. Gegeven dat wij licht zijn en dat de dingen om ons heen ook dat licht zijn, ziet u dingen anders dan wij? Nee. Ik zie alles precies zo als u, maar er zijn dingen die u gelooft te zien die ik niet zie. Ik zie geen per­ soonlijk wezen in het tableau. Zelfs wanneer er een oude gewoonte uit het geheugen op rijst, is die ge­ heel geobjectiveerd, simpelweg een deel van het ta­ bleau, niet wat ik ben. Ik vat mezelf niet op als iets waargenomen of bedacht. Dat is alles. U kunt het­ zelfde doen. U bent vrij. Het gewoon te proberen is al genoeg. Doe het, probeer het! Nu meteen! Hoe moet ik dat aanpakken? Telkens als u denkt dat u een object bent, bijvoor­ beeld een man met een bepaald beroep of dat u uw lichaam bent, zie het dan. Dus er is een zelfop een hoger niveau dat de situatie observeert. Is dat het perspectief Dat is het verstandelijk begrijpen van het perspectief, niet het werkelijk ervaren ervan. De werkelijkheid van het perspectief is uw verwelkomende aandacht, niet het begrip van uzelf als verwelkomende aandacht, maar eenvoudig uw verlichte presentie- zonder spanning of weerstand- die van moment tot moment de ge­ dachten of de gevoelens die ontstaan, verwelkomt, 35
  • 20. zich vrijelijk laat ontplooien en zich spoorloos in zich­ zelf laat resorberen. Dit oerlicht is geen afwezigheid maar een volheid. Geefuzelferaan over, laat uzelf er­ door overweldigen. 36 2 Het directe pad Wánneer we verlichting ervaren, hebben we dan weet van onze vroegere incarnaties? Is dit dan wat de ch'an meesters bedoelden wanneer zij spraken over het zien van ons oorspronkelijke gezicht? Degene die verlichting 'ervaart', is geen beperkt we­ zen zogenaamd onderworpen aan reïncarnatie. Er is maar één licht, één gewaarzijn, waarin alle tijden, alle werelden en alle incarnaties hun substantie vinden in een volmaakte gelijktijdigheid die het verstandelijke begrip te boven gaat. In feite ervaart niemand verlichting, want het is een niet-objectieve ervaring waarvan de persoonlijke entiteit is uitgesloten. Men zou kunnen zeggen dat in dit niet ervaren ons oorspronkelijk gezicht zichzelf ziet; daar krijgen al onze vragen hun uiteindelijk ant­ woord. Wánneer er een eind is aan onwetendheid moet die ook een begin hebben. Hoe zou men die 'beginloos' kunnen noemen? Welnu, als er een begin is aan het bedrog, hoe kan ik dan zeker weten dat het nooit meer terugkomt als het verdwenen is? 37
  • 21. Al wat begint en een einde heeft, ontspringt aan deze lichtende achtergrond en bestaat en vergaat erin. Ook allijkt alles een begin en een eind in de tijd te heb­ ben, roch heeft dat alles - inclusief de begrippen van tijd en ruimte- zijn oorsprong en zijn einde in onze tijdloze essentie, gewaarzijn, ons ware 'ik.' Aangezien het zijn oorsprong en einde in bewustzijn heeft, on­ derscheidt zo'n 'ding' zich niet van het bewuste licht. Zijn substantie is gewaarzijn, net zoals goud de ware aard is van een sieraad. Daaruit volgt dat alles puur bewustzijn, puur zijn, pure gelukzaligheid is. Tijd en alle andere objecten zijn, als zodanig, illusies. Zij ont­ lenen hun werkelijkheid aan bewustzijn maar heb­ ben in feite geen onafhankelijk bestaan en daarom geen begin en geen einde in de tijd. Wanneer u spreekt over bedrog, neemt u impliciet aan dat er een persoon is die nu misleid is en in de roekomst ooit verlicht zal worden. Wanneer u serieus naar deze persoonlijke essentie zoekt, zal deze niet meer blijken te zijn dan een waargenomen object, gemaakt van gedachten en lichaamssensaties, onder­ worpen aan verschijning en verdwijning. En die is dus volkomen onderscheiden van het permanente zelf dat u intuïtief beseft te zijn. Wie viel er dan aan be­ drog ten prooi? Dat kon onmogelijk gewaarzijn zijn, uw ware zelf, de ultieme waarheid; maar anderszins zou het evenmin een persoonlijke essentie kunnen zijn, want zo'n essentie is een waargenomen object dat, aangezien her levenloos en gevoelloos is, geen speelbal van een illusie kan zijn. Wanneer dit wordt begrepen, blijkt dat er nooit iemand misleid is. Wan­ neer niemand ooit misleid is, zal of kan er nooit ie­ mand van onwetendheid worden verlost, dus kan op 38 dar niveau de vraag naar het opnieuw in bedrog ver­ vallen niet rijzen. Uw vraag wordt gesteld vanuit het illusoire niveau van het ik. Hij veronderstelt dat het ik, dat bedrog zelve is en waaruit alle bedrog ont­ springt, ooit van onwetendheid verlost kan worden. Het is onwetendheid die speelt met de gedachte dat hij van onwetendheid kan worden bevrijd en zich vervolgens zorgen maakt dat hij opnieuw in onwe­ tendheid kan vervallen. Dat ik geen object kan zijn, is duidelijk en boven twijfel verheven. Niettemin heb ik een telkens weerkerende ge­ dachte, een geloofdat deze vormloosheid niet kan zijn wat men bedoelt met verlichting. Toen u eenpaar dagen geleden in ons gesprek zei dat 'alle beperkingen worden waargenomen: zag ik meteen dat dit natuurlijk waar moest zijn. Dus is mijn geloofblijkbaar gewoon een be­ perking, want het verdwijnt in dit gewaarzijn net als al het andere. Misschien heeft het gebrek aan helderheid iets te maken met een ofandere vereenzelviging met het mentale, ofeen soort dynamiek die de zogenaamde den­ ker in leven houdt, ofbeide. Ja, uw geloof dat verlichting vormloos is, is ook een beperking die overdekt wat u bent. Wanneer u pro­ beert geluk of waarheid te 'visualiseren' als een nier­ object, een leegte, komt u terecht in een wezenloze toestand die u gewoonlijk niet vol kunt houden (som­ mige yogi's kunnen dat wel) en die beslist niet de pracht, zekerheid en zaligheid is die u zoekt. Deze wezenloze muur is vaak een raadsel voor de waarheid- 39
  • 22. zoeker die hem op eigen kracht niet kan passeren. Om dat wel te doen, is meestal de levende presentie van een leraar nodig. Deze wezenloze toestand is in feite nog een object. Om deze muur achter te kun­ nen laten, moet het mentale beseffen dat verlichting zich geheel boven zijn macht bevindt. Is dit eenmaal begrepen, dan wordt het mentale vanzelf stil omdat het nergens naar toe kan. Deze spontane en onge­ maakte stilte van geest is pure verwelkoming. In deze openheid biedt zich de gelegenheid aan om wetend te zijn wat we zijn. Wordt mijn onophoudelijk zoeken naar waarheid ge­ dreven door het ik? Ik heb het gevoel dat u serieus geïnteresseerd bent in wat waar is, dat uw zoeken naar uw echte essentie de belangrijkste activiteit van uw leven is. Daarmee be­ doel ik niet dat u in andere aspecten van het leven geen belang stelt, maar eerder dat uw liefde voor de hoogste waarheid het centrum is geworden waar al het andere omheen draait. Laat ons veronderstellen dat u te horen krijgt dat u nog maar een paar dagen te leven heeft. Ik weet zeker dat dan de centrale vraag in uw geest over het uiteindelijke zou gaan, een focus dat u zonneklaar zou maken waar het zwaartepunt van uw begeerten ligt. Zulk een begeerte, zo een on­ afgebroken zoeken, komt niet van het ik, maar van de waarheid zelf. Misschien voelt u ook dat de liefde tot de waarheid u heel veel waard is en dat, wanneer u er zich aan overgeeft door hem na te sporen, door 40 te kijken naar nieuwe boeken, door spirituele vrien­ den te ontmoeten enzovoorts, u een voorproef on­ dergaat van onveroorzaakte gelukzaligheid. Dus zou ik u willen aanraden om uw liefde tot de waarheid te erkennen, hem tot uw gids te nemen en u eraan over te geven telkens wanneer hij u uitnodigt. Met volle­ dige zekerheid wetend dat de handelingen die eruü voortvloeien niet egoïstisch zijn, anders dan de ang­ sten, zorgen en twijfels die oprijzen uit het idee, een afgescheiden essentie te zijn. Uw zoeken naar de waarheid moet volkomen on­ bevooroordeeld zijn, vrij van enig geloofsstelsel en vrij van enige gehechtheid aan een bepaalde religie of fi­ losofie en zich uitsluitend baseren op uw intiem ge­ voel van harmonie, intelligentie en devotie. Aan­ schouw uw ingeboren schoonheid, intelligentie en liefde als zij spontaan reageren op een majesteitelijke zonsondergang, of op een geschrift dat rechtsreeks naar de waarheid verwijst, of op een ontmoeting met een vriend die vrij is van het besef een persoonlijk wezen te zijn, of, meer in het algemeen, op elke situatie in uw leven. Zo blijft uw onderzoek vitaal, onschuldig en moeiteloos. Het zal u onherroepelijk en blij naar de achtergrond voeren die het gemeenschappelijke doel is van religie en filosofie. Bestaat het directe pad alleen maar uit het dragen van het dagelijks leven in afwachting van genade? We hoeven niets te dragen. Het leven gaat al door met zichzelf, door zichzelf, zonder onze tussenkomst. 41
  • 23. Alles wat ons onverwachts overkomt, is genade. Waa­ rom erop wachten? Waarom het uitstellen? Waarom het niet verwelkomen? Sta gewoon open voor de mogelijkheid dat wat het huidige ogenblik u brengt een genadegave is. Dat is het directe pad. Ik begrijp dat we de opperste werkelijkheid al moeten zijn, maar deze kennis wordt overdekt door onwetendheid Ja. Uw gebruik van het werkwoord 'moeten' betekent al dat u een logisch inductieve conclusie trekt, wat aantoont dat het inzicht waarop u duidt, dat we het opperste al zijn, intellectueel is. Niettemin laat dit conceptueel begrijpen de mogelijkheid open dat dit echt het geval is, dat we in feite het absolute zijn: de ene zonder een tweede. Als dat zo is, bevindt zich wat we werkelijk zijn uiteraard buiren de reikwijdte van ons beperkte verstand. Als we zien dat het verstand, ondanks al zijn bekwaamheden, beslist niet in staat is om de waarheid waarnaar we streven te begrijpen, houdt alle inspanning om verlicht te worden vanzelf op. Deze moeiteloosheid is de drempel van het wer­ kelijk begrijpen, aan gene zijde van alle beperkingen. Bent u aan het beweren dat de geleidelijke paden -zoals het pad van het begrijpen (jnanayoga), van juist han­ delen (karma yoga), van devotie voor het goddelijke of voor de spirituele leraar (bhaktiyoga) - vergissingen zijn? Wanneer u de geopenbaarde waarheid in de geschrif­ ten begrijpt, waar is dan de onwetendheid? Wanneer u de dingen ziet zoals ze werkelijk zijn, waar is dan de illusie? Wanneer u spontaan handelt in overeenstem- 42 ming met deze ware zienswijze, eenvoudig ingaand op de behoefte, waar is dan de dader? Wanneer u zich overgeeft aan de heldere intelligentie, de echte nede­ righeid en de andere goddelijke eigenschappen van uw leraar, de laatste beperkingen aflegt en opgaat in de zee van liefde die haar omgeeft, waar blijft dan de devotie? De leraar? Welnu, als er geen onwetendheid, geen begoochelde, geen doener, geen aanbidder, geen instructeur is: wie bewandelt er dan het geleidelijke pad? Wie vergist er zich? Wie beweert er iets? Wie stelt er welke vraag? Is het niet legitiem de term 'verlichte persoon' te gebrui­ ken wanneer er sprake is van iemand van wie de onwe­ tendheid is weggenomen?Als dat zo is, heeft het wegne­ men dan niet op een bepaald tijdstip plaatsgevonden? Verlichting is het absolute inzicht dat we geen per­ soon zijn. Als dit begrepen is, bestaat er dan nog een persoon van wie onwetendheid is weggenomen? Verlichting is ook het besef dat tijd een illusie is. Wanneer dit beseft is, bestaat er dan een bepaald punt in de tijd dat aan dit besef kan worden toegekend? Misschien lijken dit u intellectuele antwoorden. Ik kan u er evenwel van verzekeren dat zij gewoon eerlijk en recht door zee zijn en dat ze u rechtstreeks naar de waarheid leiden. Ik heb er bezwaar tegen de term 'verlichte persoon' te gebruiken omdat hij het geloof impliceert dat ooit een persoonlijke essentie verlichting zou kunnen bereiken. Wanneer u denkt aan een mooi mens, één die u 'verlicht' mag noemen, 43
  • 24. dan komt zijn of haar verlichte staar voort uit de af­ wezigheid van her idee iets objectiefs te zijn. Vanuit het gezichtspunt van licht, wat afwezigheid van zo'n begrip betekent, is er niemand verlicht en niemand onverlicht. Alles is licht. Het directe pad is erop ge­ baseerd dit gezichtspunt aan te nemen en er onver­ schrokken bij te blijven, ondanks alles wat ertegen lijkt te pleiten, of, in andere woorden, te beseffen dat we geen beperkte essentie zijn en overeenkomstig dit besefte leven en te voelen. Al lijkt deze positie in het begin misschien wat ongewoon, toch merken we snel dat hij de deur is naar een volmaakt leven. Net zoals een tennisspeler die de juiste greep voor de backhand is bijgebracht en na een reeks slagen beseft dat deze nieuwe manier van het racket vasthouden de moge­ lijkheid biedt om de bal bijna moeiteloos met meer kracht en precisie te raken. Al weet ik dat ik al ben wat ik zoek, toch lijken gedach­ ten me te belemmeren om echt in het huidige ogenblik te leven. Hoe kan ik mezelfvan denken bevrijden? Er zijn drie soorten gedachten: 1. Praktische gedachten die nuttig zijn om onze zaken te doen en ons dagelijks leven te leiden zoals, bijvoorbeeld, 'ik moet benzine tanken.' Dit soort den­ ken moet niet onderdrukt worden. Wanneer het ge­ noeg overwogen is en de benodigde maatregelen zijn genomen, verlaten zulke gedachten ons vanzelf. 2. Gedachten die betrekking hebben op het ui­ terste, op ons begrijpen van het non-duale perspec- 44 tief, zoals 'ik ben al wat ik zoek.' Deze gedachten ko­ men van het uiteindelijke. Als we hen verwelkomen, zuiveren ze het mentale van zijn dualistische conditio­ neringen en nemen ze ons tenslotte mee naar hun bron. Zij brengen helderheid mee en werpen een scha­ duw vooruit van de gelukzaligheid die inherent is aan onze ware aard. 3. Gedachten die betrekking hebben op het be­ grip een afgescheiden wezen te zijn, zoals begeerten, angsten, twijfels, inbegrepen dagdromen en andere soorten wensdenken. Sommige van deze gedachten lijken onschuldig en zijn daarom in het begin moei­ lijk te onderkennen. Een sterke emotie die verdriet en wanklank veroorzaakt, zoals afgunst of angst, zijn gemakkelijk te ontdekken. Van de andere kant kunt u uzelfeen tijdlang plezierige gedachten gunnen, zo­ als u voor te stellen dat u met vakantie gaat naar het Strand aan de Franse ruvièra. Het is een gewone en veelgemaakte fout om elk soort denken als een hindernis voor zelfrealisering te beschouwen. Uitsluitend gedachten van de derde ca­ tegorie zijn beletsels om wetend het absolute te zijn. Er zijn twee manieren om met deze gedachten om te gaan als ze oprijzen: Als we er nog niet van overtuigd zijn dat we geen beperkte persoonlijke essentie zijn, moeten we telkens wanneer we zo'n gedachte opmerken, proberen zijn oorsprong, het ik, te vinden. Wanneer we hem pro­ beren te vangen, ontglipt hij ons en ervaren we, ge­ durende wat ons een heel kort moment lijkt, onze aangeboren vrijheid. Deze glimp van de waarheid versterkt onze overtuiging dat we geen persoonlijke essentie zijn. 45
  • 25. Zijn we er eenmaal van overtuigd dat we geen per­ soonlijke essemie zijn, dan blijven gedachten van de derde soort zich gewoonlijk nog een tijdlang herha­ len als een soort gewoonte. Net zoals traagheid een elektromotor een tijdje door laat draaien nadat de stek­ ker uit het stopcontact is getrokken. In dit geval is her niet nodig de bron van deze gedachten op te spo­ ren; we kunnen ze gewoon loslaten zodra we ze op­ merken. Shri Ramakrishna zei ooit: 54ls een ui alsmaar geschild wordt, verdwijnt zijn hele vel en blijft er niets over. Net zo blijkt het ego bij onder­ zoek geen essentie te zijn. Helaas heb ik nog een paar lagen te gaan!' De laatste zin is een typische gedachte van de derde soort! Geniet van uw gedachten over her ultieme en van de vrede waarvan ze vergezeld gaan. U hebt aangegeven dat dagdromen altijd negatief zijn, dat zij iemand weg uit het nu halen en in dualiteit bren­ gen. Maar het kan creatiefzijn zoals blijkt uit hoeKékulé zich de structuur van de benzeenring realiseerde toen hij een tijdje dagdroomde. wtlt kunt u zeggen over deze te­ genwerping? Het voorbeeld van Kékulé is er niet één van dagdro­ men maar één van een meditatieve roestand waarin het denkproces geheel vrij is om zich te omwikkelen en alle richtingen, alle mogelijkheden te exploreren. 46 We kunnen deze creatieve toestand ervaren tijdens de overgang van de slaap naar de waaktoestand, een overgangsmoment waarin de wil gewoonlijk zwak is. Er zijn talrijke voorbeelden van zulke creatieve ont­ dekkingen of momenten van inspiratie in de kunsten en de wetenschappen. In deze staat is geen notie van een persoonlijk wezen betrokken. We zijn getuige van een vrij denkproces dat verloopt via visualisaties, via ruimtelijke voorstellingen (de zogenaamde 'rechter hemisfeer modaliteit'), totdat deze beelden, subtieler en subtieler wordend, tenslotte oplossen in intelligen­ tie, zijn en gelukzaligheid. Wanneer hij uit deze niet­ ervaring komt, zegt de wetenschapper of de filosoof: 'Ik begrijp het'. De kunstenaar voelt zich geïnspireerd om een gedicht te schrijven of een symfonie te compo­ neren en de gewone man heeft de oplossing gevonden voor een alledaags probleem dat hem dwarszat. Op het eerste gezicht kan de meditatieve toestand een droomtoestand lijken omdat de objecten die het bewustzijn dan voor de geest staan, subtiel van aard zijn. Het zijn mentale beelden en gedachten, geen zin­ tuiglijke gewaarwordingen uit de buirenwereld zoals in de waaktoestand. Wat deze roestand tot een meditatieve toestand maakt, is de afWezigheid van een persoon. Het subject van deze toestand is niet aanwe­ zig in deze toestand als een persoon die handelt, ge­ niet en lijdt. Het subject is de pure getuige. Deze toe­ stand biedt ons een natuurlijke toegangspunt tot meditatie. Wanneer we ontwaken, is die overgangs­ toestand vaak nog aanwezig. In plaats van toe te staan dat de beslommeringen van de waaktoestand onze geest geleidelijk in bezit nemen en ons overweldigen, kunnen we gewoon het parfum van de overgangs- 47
  • 26. toestand de waaktoestand laten doordringen. Met an­ dere woorden; als we in de herinnering van de vrede en vrijheid van de diepe slaap- die dan nog present is - blijven, zolang als deze vrede ons aanvaardt, zal het meer en meer duidelijk worden dat de waaktoestand letterlijk 'in ons ontwaakt' en dat niet wij erin ontwa­ ken zoals we voorheen geloofden. Op een bepaald moment zullen we de onafgebroken presentie van deze achtergrond van vrede voelen onder onze dagelijkse werkzaamheden. Wat ik daarentegen'dagdromen' noem, is een soort mentale activiteit waardoor de persoonlijkheid aan de actuele en heersende toestand ontsnapt die ervaren wordt als 'vervelend' of 'pijnlijk' en zichzelf projec­ teert in een subtiele en geïdealiseerde fantasiewereld. Dit soort gedachten gaat gewoonlijk onopgemerkt voorbij want- in tegenstelling tot andere vormen van egoïstisch denken en voelen als woede, haat, jaloezie, afgunst, hebzucht en dergelijke- lijkt hij de sociale harmonie niet te verstoren of psychologisch lijden te veroorzaken. Tenslotte wordt jezelf als persoon be­ schouwen algemeen geaccepteerd en aangemoedigd in onze westerse gemeenschap en wordt dagdromen volstrekt onschadelijk gevonden. Daarom biedt deze activiteit het ego een perfecte schuilplaats en elke se­ rieuze zoeker naar waarheid hoort zich van dit pro­ bleem bewust te zijn. Als mijn geest tijdens meditatie stil wordt, blijfik me toch nog steeds bewust van zintuiglijke gewaarwordin­ gen. Hoe verhoudt dit zich tot het verhaal van depijlen- 48 maker wiens aandacht zo volmaakt was dat hij niets merkte van de trouwstoet van de koning die buiten langs­ kwam? Is mijn meditatie verkeerd? Er zijn twee soorten meditatie: meditatie met een object en objectloze (of non-duale) meditatie. Het eerste soort meditatie vereist het richten van de aandacht op een bepaald voorwerp- grof of sub­ tiel - zoals een beeld of een mentaal beeld van het goddelijke, diverse lichaamssensaties, een reeks sacrale geluiden, een begrip, enzovoorts. In dit proces is in­ spanning, hoe subtiel ook, nodig om de aandacht weg te halen van de gewone objecten van begeerte, wat de indruk wekt dat het ik verzwakt is. Tenslotte blijft het mentale rustig en zonder inspanning geconcentreerd op het object en ervaart een stilte, een afwezigheid van gedachten en emoties betrokken op iets anders dan het object van meditatie, zelfs in aanwezigheid van de ko­ ning onopgemerkt door de pijlenmaker. Maar de samadhi die bereikt is, is een door de geest bereikte toestand die een begin en een einde heeft. Vroeg of laat moer de yogi uit die samadhi komen. Helaas is het ego dan nog present met zijn hele stoet angsten, begeerten en pijnen. Een speciaal soort meditatie met een object is die waarin her object een leegte of afwezigheid is. In dit proces wordt geprobeerd de geest vrij van gedachten of sensaties te houden. Om dit te bereiken bedient men zich soms van het herhalen van een heilige for­ mule of één of andere ademhalingstechniek. Zoals in elk soort meditatie met object volgt er een tijdelijke verzwakking van het ego en ervaart de geest een tijd lang een lege toestand- een afwezigheid van gedach- 49
  • 27. ten en sensacies of gewoon een afwezigheid van ge­ dachten -afhangend van de diepte en de aard van de ervaring. Maar de toestand die bereikt is, is opnieuw een door de geest gecreëerde staat die een begin en een einde heeft. Per vergissing gelooft men vaak dat dit type meditatie, meditatie zonder object is. Dat is niet het geval want de afwezigheid van objecten (sen­ saties en gedachten) is nog steeds een uiterst subtiel geprojecteerd object. Al kan deze staat tijdelijk vol­ doening geven en kan hij zelfs sommige mentale krachten ontketenen, toch blijkt hij algauw steriel: de mediterende blijft in het gevang van de geest en de volheid van het hart blijft hem ontgaan. Deze staat mist de absolute vrijheid, de creatieve blijdschap en de geweldige onsterfelijkheid van de natuurlijke non­ duale staat. In niet objectloze meditatie wordt onze aandacht getrokken naar het niet objectieve, het uiteindelijke subject: bewustzijn. Daarin slaagt men als gevolg van inzicht. In het beginstadium wordt de waarheicis­ zoeker gevraagd er notitie van te nemen dat het geluk waar hij of zij echt naar zoekt - de onveroorzaakte gelukzaligheid die hij of zij ervaart in de aanwezig­ heid van de leraar - niet objectief is; wat betekent: 'niet bevat in enig voorwerp, grof of subtiel.' Als dit is ingezien, is het verder een kwestie van zich realiseren dat de geest, die alleen het mentale kan vatten (ge­ dachten en zintuigpercepties) geen toegang heeft tot het niet objectieve domein. Daaruit volgt dat elke poging om zich via de geest van geluk te verzekeren tot mislukking gedoemd is. Wanneer dit is ingezien, vindt de geest zich na korre tijd in een natuurlijke toestand van stilte. In deze natuurlijke vorm van me- 50 ditatie worden sensaties en gedachten evenmin ge­ zocht als vermeden; ze worden gewoon verwelkomd en uitgezwaaid. Het zou beschreven kunnen worden als totale openheid, waarin we totaal openstaan voor onze zintuigpercepties, onze lichamelijke sensaties, onze emoties, onze gevoelens en onze gedachten. We zouden dit mentale kunnen vergelijken met de diverse personages van een toneelstuk. Zolang we het stuk interessant vinden, wordt onze aandacht ge­ heel geboeid door de acteurs op de voorgrond. Maar, als er een zwak ogenblik is, ontspant onze aandacht zich in toenemende mate totdat we plotseling bewust worden van de achtergrond, van het podium. Net zó verslapt onze aandacht ( als onze aandacht globaal, ongericht, open belangeloos wordt en deze belange­ loosheid is gevolg van ons inzicht dat dit mentale werkelijk niets te bieden heeft in termen van echt geluk) tot we ons plotseling bewust worden van de achtergrond van bewustzijn, die zich onthult als de uiteindelijke onsterfelijkheid, pracht en blijdschap waar we naar zochten. De acteurs hoeven het toneel niet te verlaten voor we ons bewust kunnen worden van de achtergrond van de mise-en-scène; evenmin is afwezigheid van het mentale een vereiste voorafgaand aan herkenning van ons ware zelf. Maar als de acteurs weggaan en onze aandacht verslapt, hebben we een kans om ons van de achtergrond bewust te worden. Net zo hebben we gelegenheid om onze ware aard te 'visualiseren' wan­ neer een geestesroersel -een mentatie -in bewust­ zijn opgaat. De innerlijke houding van verwelkoming die de essentie is van niet-objectieve meditatie, wordt ook 51
  • 28. op ongedwongen en natuurlijke manier op een op­ rechte zoeker naar waarheid overgebracht door 'in­ ductie' in aanwezigheid van iemand die met de ach­ tergrond is versmolten. U lijkt te impliceren dat het ik de drijvende kracht is van elk geleidelijk pad. Moet ik ophouden met twee­ maal daags te mediteren? Er is niets mis met twee dagelijkse meditaties. In te­ gendeel, ik raad u aan om tweemaal daags in stilte te zitten, bij voorkeur voor het slapen gaan en meteen na het ontwaken. De vraag is nu: wat berekent 'in stilte zitten?' Het betekent: zitten vrij van dualistisch denken, zitten in zijn, in nietsdoen, niet in worden, niet in doelgerichtheid. Zodra de notie van een per­ soon opkomt, een persoon die iets probeert te berei­ ken - zoals premier worden ofeen gerealiseerd mens - wees u er dan gewoon van bewust, neem het voor kennisgeving aan. Probeer her niet te elimineren, oor­ deel uzelf niet; het is eenvoudig een vaste oude ge­ woonte die zijn giftig karakter verliest als hij met rust wordt gelaten. Zodra hij wordt opgemerkt, wordt hij geneutraliseerd. Wees u bewust van angsten, begeerten en verve­ ling als ze opkomen. Probeer ze niet te ontlopen maar verwelkom ze en geef ze gelegenheid zich in uw lief­ hebbende aanwezigheid te omplooien. Besefdat deze gevoelens een gedachteachtige component bezitten, die samenhangt met de notie een persoon te zijn, als­ mede een gevoelsmatige component. De gedachte- 52 achtige component kunt u vlug afhandelen door de vragen te stellen: 'Wie is er bang? Wie komt iets re­ kort? Wie begint zich te vervelen?' De lichamelijke sensaties moeten ruimte en tijd krijgen om zich te ontwikkelen, te ontvouwen en hun verhalen te ver­ tellen. Probeert u er niet van te ontdoen ofze re hand­ haven. Verwelkom ze gewoon en zwaai ze uit. Op deze wijze wordt de aandacht teruggetrokken uit het ob­ jectieve domein en spontaan overgedragen aan uw ware aard. Het is de enige manier om deze overdracht te vergemakkelijken, omdat de geest zich niet recht­ screeks kan richten op wat zich voorbij de geest be­ vindt. Elke poging dat te doen, zou ons hechten aan het subject-object domein en is dus tot mislukken gedoemd. Ik ben op dit moment niet in staat de waarheid te besef fen, wat inhoudt dat ik niet gerealiseerd ben. Er îs slechts de waarheid. Hoe zouden we die, hoe dan ook, niet kunnen zien? Er is immers niets an­ ders? Wat we ook op dit moment weten, in het tijd­ loze nu, is de waarheid. De kenner, de kennis en her kennen zijn één en deze eenheid is de levende waar­ heid. Een tel later komt er een nieuwe gedachte op die zegt: 'Ik wist zojuist dit en dat' en deze nieuwe gedachte verlaagt de non-duale waarheid tot 'dit' of 'dat,' een object gekend door een beperkt subject: de persoonlijke essentie. Deze nieuwe gedachte is als zodanig ook de waarheid. Er is geen denker van deze gedachte in het nu; gedachte, denker en denken zijn 53
  • 29. één, zoals steeds en wij hebben het nu nooit verlaten. Hoe konden we? Net zo onbeduidend als het begrip 'gerealiseerd persoon' is het begrip 'ongerealiseerd persoon.' Als u 'ongerealiseerd' bent, impliceert dit dat u niet weet wat realisatie is. Als u niet weet wat realisatie is, hoe weet u dan dat u niet gerealiseerd bent? Misschien gaat u ontdekken dat u altijd gerealiseerd bent ge­ weest en net als een man getrouwd met twee vrou­ wen- waarvan de eerste goddelijk en onsterfelijk, de tweede menselijk en vergankelijk is - tegelijkertijd leeft op twee niveaus: het relatieve niveau van sub­ ject-object relaties en het absolute tijdloze niveau van zuiver, niet duaal bewustzijn. In de tussentijd kunt u zich beter niet verlustigen in dualiserende gedachten als 'gerealiseerd' en 'niet gerealiseerd,' om eens en voor­ goed van al deze onjuiste begrippen af te komen die voortkomen uit de onjuiste notie dat we een persoon­ lijk wezen zijn en ze in het vervolg geen gelegenheid meer te geven om in de geest op te komen. Deze hou­ ding zou men 'leven in overeenkomst met iemands diepste inzicht' kunnen noemen. Wát houdt het 'directe pad' dat u beschrijft in? Het directe pad betekent: 'direct inzicht en boudweg leven in overeenstemming met dit inzicht'. U hoeft niet alles te begrijpen wat hier gezegd wordt. Begin met wat u meteen begrijpt, niet met wat u gelooft, maar veeleer met waarmee u het ten diepste eens bent en leef dienovereenkomstig. 54 Is droomloze slaap niet een regressie van het ik naar de moederschoot waar het zich kan verschuilen voor de rea­ liteit van het leven? U spreekt over uw ego, wat betekent dat u het ego kent dat iedere nacht terugkeert naar de moeder­ schoot. Daarmee impliceert u dat uw ego een object is, waarvan u de getuige ofde kenner bent. Kent u de kenner van uw ego? Zoek voor uzelf uit of deze ken­ ner ooit naar de moederschoot terugkeert om te sla­ pen, dan wel of deze kenner de immer aanwezige en eeuwig bewuste moederschoot is van alle verschijnse­ len en verdwijnselen. De stilte die we in de waaktoestand soms tussen twee geestesroerselen ervaren, is totaal bewust, terwijl diepe slaap (toegegeven vanuit de waaktoestand) een afwezig­ heid is van elk zodanig bewustzijn. Hoe zouden die beide ervaringen ooit dezelfde kunnen zijn? U geeft toe dat u over diepe slaap praat zoals die zich laat kennen vanuit het standpunt van de waaktoe­ stand. Met andere woorden: u heeft het veeleer over de diepe slaaptoestand dan over diepe slaap zoals die subjectief wordt ervaren. Vanuit uw standpunt is uw opmerking juist: turya, de subjectieve stilte tussen twee mentaties, is levend en bewust, terwijl de diepe slaap­ toestand- opgevat als een zuivere afwezigheid ofeen niets- dood en onbewust is. Maar dat is de toestand russen twee mentaties ook wanneer we die zien als niets méér dan een afwezigheid van mentaties, een afwezige toestand, een objectief niets vanuit het ge­ zichtspunt van het ego in de waaktoestand. Als we 55
  • 30. een glimp hebben opgevangen van de bewustheid en vitaliteit van het interval tussen mentaties, staan we open voor de bewustheid en vitaliteit van diepe slaap; ook een interval tussen twee mentaties. Het ego is niet aanwezig in deze stilte en voelt er geen verlangen naar. Het wil zijn bestaan handhaven om de dynamiek van de geest voort te zetten. Wan­ neer deze dynamiek tot stilstand komt, onthult de waarheid zich in afwezigheid van het ik waarvan de nutteloosheid aan het licht treedt. Net zoals de tijde­ lijke afwezigheid van een onbekwame, luie en nare bediende maakt dat zijn chef zich realiseert dat de zaak beter draait als de bediende wordt ontslagen. Daarom is het niet het ego dat verlangt naar diepe slaap, zoekend naar zijn eigen verdwijning: de uitno­ diging komt van het absolute. Een zuivering vindt vanzelfplaats wanneer we onze gedachten en lichaarnssensaties in de overgang van waaktoestand naar diepe slaap verwelkomen. Onze beslommeringen verlaten de geest één voor één en de sporen van de worsteling van de dag, verlaten het lichaam één voor één totdat het hele lichaamsmentale complex een volheid wordt van licht, bewustheid en tijdloze presentie. Men zou dit 'de diepe slaap bewust ingaan' kun­ nen noemen. De sleutel is deze verwelkomende me­ ditatie elke avond voor het slapengaan te doen. In deze ogenblikken laat u alles wat u niet bent vertrek­ ken zodat u het heiligdom van de nacht kunt bin­ nengaan met de naaktheid, de nederigheid en de on­ schuld van een pasgeboren kind. 56 3 Liefde sterft nooit Mensen die even stilstaan en zich zelfeerlijk afvragen: 'Wt'e ofwat ben ik?' geven al vlug toe dat zij het niet weten. Wát is onze ware aard? Ik weet niet zeker of ze vlug moeten toegeven dat ze het niet weten omdat grondig onderzoek nodig is om de rijpheid van een diepe ervaring tot stand te bren­ gen. Als, nadat u geprobeerd hebt te begrijpen wie u bent, het antwoord is: 'Ik weet het niet,' zou ik zeg­ gen: 'Goed zo, kijk dan nog eens.' Deze speurtocht naar wie we zijn, is een serieuze onderneming. Het moet de enige vraag van ons leven worden, niet een vraag die we verbaal blijven herhalen: 'Wie ben ik? Wie ben ik? Wie ben ik?', maar een vraag die onver­ wachts tot ons komt wanneer een taak is volbracht, wanneer we verkeren in een moment van beschik­ baarheid. Deze ondervraging kan allerlei vormen aannemen zoals: 'Wat is leven? Wat is geluk? Wat is waarheid?'. Al deze vragen zijn gelijkwaardig. Zij komen neer op de enkele vraag: 'Wie ben ik?'. Wanneer één van die vragen ons spontaan uitnodigt, moeten we erop ant­ woorden door ons hart er voor te openen, door hem 57
  • 31. alle aandacht en liefde te geven waartoe we in staat zijn en ermee te leven. Dan blijft in ons het zoeken levend. Het opent een pad van inzicht en klaart de geest tot wij onszelf vinden in openheid, open voor het onbekende. En in deze stilte is er gelegenheid om naar gene zijde gebracht te worden, naar het besef dar we zijn waar we naar zochten. Uhebt erop gewezen dat het onverstandig is om de vraag: 'Wîe ben ik?'vlug afte handelen. Sommige mensen wij­ den hun leven aan deze vraag ofaan een speciaalfacet ervan. Bijvoorbeeld in de vorm: '�t is waarheid? 'kan iemand alles wat hij bezit wijden aan de oplossing er­ van alsfilosoof In de vorm '�t is de wereld?' kan een ander zijn leven besteden aan het bestuderen van defY­ sica. In de vorm 'W'at is een persoon?' kan weer een an­ der zijn leven wijden aan de psychologie. Is elk van deze benaderingen, mits tot zijn natuurlijk einde volbracht, een toegang tot onze ware aard? Deze manieren van zoeken brengen de zoeker ner­ gens. Zij brengen hem hoogstens tot het inzicht dat hij een doodlopende weg aflegde, wat al een hele pres­ tatie is. De echte vraag: 'Wie ben ik?' vergt een hoge mate van rijpheid, anders is het zoeken niet echt omdat het bezoedeld is met de begeerten en misverstanden van het ik. Wanneer een begaafde fysicus het heelal onderzoekt, maar zijn onderzoek wordt gedreven door het verlangen om de Nobelprijs te winnen, zal hij op zijn vakgebied misschien belangrijke ontdekkingen doen, maar de waarheid - waar het hier over gaat - zal ontoegankelijk voor hem blijven zolang zijn verlan­ gen niet gezuiverd is van alle persoonlijke ambitie. 58 Rijpheid arriveert wanneer de zoeker in alle ernst, in alle oprechtheid, in alle echtheid, uitkomt bij een absoluut 'ik weet het niet.' Wanneer deze mate van rijping bereikt is, zal hij meestal een leraar ommoe­ ten die hem gaat helpen op zijn weg naar het uitein­ delijke antwoord. Misschien vindt hij zijn leraar in een vroegere fase, maar het bereiken van deze graad van rijping zal, om zo te zeggen, de ontmoeting met de leraar afdwingen. De presentie van de leraar stelt de zoeker in staat om de vicieuze cirkel te doorbreken waarin hij vastzat omdat het ego zichzelf niet van het ego kan bevrijden. De verschijning van de meester is voor de zoeker de incarnatie van genade in een mensenlichaam. In de lichtende aanwezigheid van de leraar wordt, uit een ontastbare ervaring, uit een niet­ gebeurtenis, hogere intelligentie geboren. Is een ontmoeting met een leraar noodzakelijk om de waarheid te verstaan? Ik neem aan dat u met 'ontmoeting met een leraar' ontmoeting met een levende leraar bedoelt? ja, op het vlak der verschijnselen. In beginsel niet, maar voor alle praktische doelein­ den meestal wel. In beginsel niet, omdat de ware le­ raar geen persoon is, maar de ultieme realiteit die geen lichaam en geen geest is. In de praktijk wel, omdat de zoeker zich niet kan onttrekken aan de vicieuze cirkel van het ego. Zelfs wanneer een individu een voorge­ voel van de waarheid heeft en een serieuze zoeker wordt wanneer ontevredenheid met de standaard- 59
  • 32. voorwerpen van begeerte intreedt, is een levend con­ tact met een meester meestal nodig. Tijdens dit contact brengt de leraar de leerling in een toestand van niet-weten waarin de geest het zoe­ ken opgeeft. Alléén in deze totale openheid kan her echte onderricht beginnen en het begin van het echte onderricht, in de stilte van het hart, is ook het einde. Hoe kunnen we in harmonie met anderen Leven? De persoonlijkheid kan nooit in harmonie met an­ dere personen leven. We kunnen met de ander in harmonie leven wanneer er geen ander is. �arom Lijkt Liefde tussen mensen zo broos? Wanneer een man en een vrouw elkaar tegenkomen (juist dit soort liefde lijkt broos - liefde tussen moe­ der en zoon, ouders en kinderen lijkt niet zo breek­ baar als liefde tussen partners) is er polariteit tussen hen. Deze polariteit baart een aantrekkingskracht die een biologische opdracht te vervullen heeft: de voort­ zetting van het mensengeslacht. Er is niets mis met dit instinct, het heeft zijn eigen schoonheid en is een bron van vreugde, maar echte liefde bevindt zich daar voorbij. Wanneer er geen ontmoeting in liefde plaatsvindt, kwijnt de aantrekkingskracht na een tijdje weg zoals een batterij zich ontlaadt wanneer we de polen met elkaar verbinden. De strijdige verlangens en angsten van beide partners die tot dan verhuld waren door de 60 wolk van de wederzijdse attractie komen weer tevoor­ schijn en aan de verhouding komt een einde. Maar in dit geval was er van meet af aan geen echte verhouding; liefde leek alleen maar broos om­ dat de verhouding niet in liefde was gegrondvest. Als er een diepere ontmoeting van de harren is - liever gezegd een ontmoeting in het hart - is deze liefde tijd en ruimte voorbij. Zij kan nooit meer ver­ dwijnen. Het gezegde: 'Liefde sterft nooit' komt van dit intuïtieve weten. Echte liefde blijft voorgoed bij ons. Zij wordt niet in het geheugen opgeslagen, zij is een soort herinnering die uit de kern van ons we­ zen komt. Wanneer we ons een geliefde herinneren, zien we misschien eerst zijn gezicht, horen zijn stem, maar deze objectieve elementen verdwijnen al gauw in echte liefde, in onze gemeenschappelijke grond, in gewaarzijn. Is seksueelgenot ooit moreel verkeerd? Seksueel genot op zichzeif is moreel evenmin verkeerd als goed. Alles hangt afvan de zuiverheid van het hart. Zuiverheid van het hart betekent liefde. Liefde hei­ ligt alles. Echte liefde is niet een verhouding tussen mannetje en wijfje, zelfs geen verhouding tussen man en vrouw. Zij gaar veel dieper, zij is de hartelijkheid waarin twee schijnbaar onderscheiden mensenwezens onderling versmelten. Wanneer een verhouding in liefde is gegrondvest, is seksualiteit een offergave, een viering van het leven en wordt zij heilig. In afwezig­ heid van liefde is zij alleen maar een lichaamsfunctie. 61
  • 33. Maar valt seksueel gedrag, al dan niet goedfUnctione­ rend, eenvoudigweg niet binnen het domein der moraal? Vanuit een non-duale invalshoek is er niet zoiets als een in regels vastgelegde moraal. Wanneer er bijvoor­ beeld liefde is tussen twee mannen, of tussen twee vrouwen en seksualiteit een manier wordt om die liefde uit te drukken, is zij heilig. Liefde sluit niets buiten. Liefde is alverwelkomend, alomvattend, open voor wie zich ervoor openstelt. Is het mogelijk een verhouding te hebben waarin het ego niet betrokken is? Ja, natuurlijk. Ik zou zelfs zeggen dat het de enige manier is om een echte verhouding te hebben want verhouding betekent relatie, contact. Wanneer ik mezelf zie als een persoon, dan is er nog één. Er is een verhouding tussen één object en een ander object, wat wil zeggen dat er helemaal geen relatie is want twee objecten kunnen nooit contact maken. Witarom is dat zo? Echt contact is in het hart. Objecten op zichzelf heb­ ben geen hart. Echte verwantschap is in het hart, in eenheid. Er zijn omstandigheden waaronder u deze schoonheid kunt voelen. Ik was ooit op het vliegveld van San Francisco aan het wachten op een vriend. Omdat hij achter in het vliegtuig zat, had ik dus gele­ genheid de andere aankomende passagiers en hun 62 verwanten die hen bij de uitgang opwachtten, gade te slaan. Ik herinner me nog levendig de blijdschap van een gezin dat herenigd werd, de tranen in hun ogen, hun spontane en liefderijke gebaren, hun glimlachende gezichten. Dus, natuurlijk zijn er echte verhoudin­ gen. Zegt u van dit tafereel waarvan u getuige was dat de mensen op dat moment geen mensen, geen personen wa­ ren? Absoluut. Ik kon hun vreugde in me voelen. Ik was daar onopgemerkt, maar één met hen in de schoon­ heid van het tafereeL Wilt is, vanuit uw gezichtspunt, zonde? Zonde is nonsens. Er is geen zonde want er is in de eerste plaats geen zondaar. De enige zonde is, zichzelf als een zondaar te zien. Ik geef toe dat er inadequaat gedrag kan zijn, een actie die voortkomt uit een gefragmenteerde kijk op de situatie. Zo'n actie zal ons achtervolgen tot we de situatie weer in zijn geheel overzien waarop het onderliggend conflict zich in in­ telligentie oplost. Maar het is niet nodig om ons van deze 'zonden' expres te onthouden. Zulk een onthou­ den versterkt het ik alleen maar. Zichzelf te veroorde­ len of te proberen zichzelfte veranderen, leidt tot niets. Schuldgevoel en het verlangen om te veranderen, ver­ sterken het ik evenzeer. We hoeven die zogenaamde zonden alleen maar te zien voor wat ze zijn en niet de 63
  • 34. fout te maken onszelf te beschouwen als hun doener en daarna ze in vergetelheid te laten vallen. Ik ben er zeker van dat u wel weet dat zonde nogal een 'big deal' is in een christelijke maatschappij als de onze. Er is een wijdverbreid gevoel- zoniet een vrees- dat als we zonde opvatten in de ruime zin van kwaaddoen, we eenvoudig onze wandaden vergeten terwijl we voortle­ ven en extra wandaden zouden kunnen toestaan die ver­ meden hadden kunnen worden als we gekeken hadden naar wat we aan het doen waren. Als we onze vergissin­ gen niet onder ogen zien, kunnen wij ertoe neigen om ermee door te gaan. '%t zou u hier op antwoorden? Ik geef niet de raad om verkeerd gedrag niet als zoda­ nig te zien, het niet te begrijpen. In tegendeel, ik zeg ja, begrijp uw fouten maar schrijf de daad niet aan uzelf toe, beschouw uzelf niet als zondaar, besef dat u de getuige van de daad was, niet de doener en vergeet hem. Zegt u nu dat alle vergissingen kunnen worden herleid naar het ik en dat het ik de oorspronkelijke vergissing is? Een geval van verwisselde identiteit? Dit geldt zeker voor alle morele fouten. Als ik aan het leren ben om te vliegen, ga ik fouten maken en deze fouten doen er niet toe want ze zijn deel van het leer­ proces. Eenmaal ontdekt en begrepen, worden ze ver­ geten en omgezet in vaardigheid. Het gaat net zo bij het aanleren van moraal. Als we ons slecht tegen een ander hebben gedragen, blijft ons slecht gedrag ons kwellen totdat we ons er rekenschap van geven dat 64 we de slechte daad ongedaan moeten maken. Als we ons dat realiseren moeten we ons best doen om het kwaad zo goed mogelijk ongedaan te maken en het daarna vergeten. Maar er is geen zondaar, dus is er niemand die vergeven hoeft te worden. Hoe kunnen mensen leren om zonder angst te leven? Door eerst te leren om mét hun angst te leven. Als we van onze angst af willen komen, raken we gevangen in een vicieuze cirkel, want angst komt van het ik. Hetzelfde ik dat op zoek is naar plezierige situaties en onaangename probeert te vermijden, tracht van angst af te komen. Kunt u uitleggen hoe angst ontstaat uit het ik als een apart wezen, want de ervaring van de meeste mensen is dat angst ontstaat uit bedreigende situatie - bijvoorbeeld mogelijk lichamelijk letsel - en dat angst het ik over­ komt, maar niet van het ik komt? Er zijn twee soorten angst. Er is angst die komt van het overlevingsinstinct dat mensen en dieren gemeen hebben. Deze angst is volstrekt natuurlijk. Er is niets mis mee dat het lichaam zich klaarmaakt om een be­ dreigende situatie het hoofd te bieden. Dus de notie om vrij van angst te leven, betekent niet vrij zijn van angst wanneer biologisch overleven op het spel staat? Nee. Dat is een heel diepe conditionering die het lichaam eigen is. 65
  • 35. En die geen problemen veroorzaakt... Die geen problemen veroorzaakt als er geen vereen­ zelviging met het lichaam is, want dan is hij te zien als een wolk die verschijnt en in de lucht oplost. Hij kan zelfs nurtig zijn. Kunnen we dat net iets verder voortzetten... Als iemand zich niet ziet als een persoon lijkt u te zeggen dat angst opkomt en eenvoudig gezien wordt als een object dat in een lichaam verschijnt en oplost, leidend tot wat de meest adequate handeling is? Ja. Wanneer u wordt aangevallen, kan deze angst in uw lichaam de juiste hoeveelheid adrenaline vrijma­ ken die u nodig hebt om harder te rennen dan uw aanvaller. juist. Maar psychologische angst is van een andere aard. Misschien herinnert u zich situaties waarin u als kind uw eigen monsters creëerde en er een tijdstip was waarop ze -hoewel u ze zelf geschapen had - een eigen leven gingen leiden en u echt bang gingen ma­ ken. Deze psychologische reacties activeren dezelfde biologische mechanismen van angst met adrenaline­ afgifte enzovoorts, maar hun oorsprong is nu een heel andere; het is een gedachte gemaakt door een per­ soon. In dit geval is wat bedreigd wordt het ik; de overleving van het ik is aan de orde. 66 Ja, psychologische angst komt van het ik. Als ik denk dat ik een persoonlijk wezen ben, dan bedreigt me in beginsel alles wat niet 'ik' is. Ben ik alles, wanneer er niets anders is dan 'ik', waar zou ik dan nog bang voor kunnen zijn? De echte bron van psychologische angst is het ik. De oorspronkelijke vraag was: 'Hoe leef je zonder vrees?'. Laat ons eerst helder de nutte­ loosheid inzien van elk pogen om van enige speci­ fieke vrees af te komen zolang de onderliggende angst, waarvan die specifieke vrees maar een secundair fe­ nomeen is, niet onder handen is genomen. Zelfs als die poging met succes zou zijn bekroond, zou die onderneming niet méér voorstellen dan het herstel­ len van stucwerk. Omdat het ego, en daarmee de diepe angst die verbonden is aan het besef van afgeschei­ denheid, niet is geëlimineerd, zou een nieuwe vorm van specifieke vrees de vorige al gauw komen vervan­ gen. Betekent dit dat het onmogelijk is om als persoon zonder angst te leven? Precies. Omdat er nog altijd angst voor de dood is...? Omdat het ik de persoon en de persoon het ik is. Vrees en begeerte zijn hetzelfde ding. Vrees is een ne­ gatieve vorm van begeerte. Vrees is: 'Ik wil niet dat dit gebeurt' wat hetzelfde is als: 'Ik wil dat dit niet gebeurt'. Begeerte en vrees vormen de substantie van het ik. Het ego als zodanig, als zuivere gedachte 'ik ben', kan niet lang blijven bestaan. Deze gedachte 'ik 67
  • 36. ben' wordt al gauw geresorbeerd in de niet-ervaring van zijn, in zijn oorsprong: gewaarzijn. Het mecha­ nisme van vrees en begeerte moet erbij komen om het ik een schijn van bestendigheid te verlenen. Tot­ dat ik de afgrijselijke gebeurtenis heb ontweken of het begeerde object heb gekregen, leeft het ik. Daarom is de enige radicale genezing van angst, die ook gene­ zing van begeerte is, het inzicht dat we niet dit ik zijn dat aan angst en begeerte onderworpen is. Dit begrip wordt geboren uit diepgaand onder­ zoek. Het is al een belangrijke eerste stap om dit begripsmatig te beseffen, maar dit besef moet veel dieper gaan omdat angst en begeerte een diepgaande invloed hebben op het weefsel en de structuur van het lichaam. Wanneer we angst voelen moeten we die, om hem tot op de bodem te begrijpen, onder ogen zien. We moeten zijn bron zien, maat we moeten angst ook geheel verwelkomen als lichamelijke sensatie, als gewaarwording. We moeten niet bang zijn voor onze angst. We moeten hem in ons laten verschijnen en hem zien zoals hij is, als een reeks lichaamssensaties waarmee we ons onbewust vereenzelvigen. Na ontmoeting met dit perspectiefvoelen sommigen dat elk besefdat ze van zichzelfen van de wereld hebben verkeerd is en ze voelen dat ze geen idee hebben waar ze moeten beginnen om alles zijn plaats te geven. Kunt u een vertrekpunt suggereren? De ontmoeting met deze zienswijze was het vertrek­ punt. Een vraagteken zetten achter alle vroegere be- 68 grippen en uitkomen bij een gevoel van 'ik weet het niet', is een heel goed teken. Dit perspectief vervangt vroegere begrippen niet door nieuwe. Het stelt ons eenvoudigweg in staat om de begrippen die we had­ den, te zien voor wat ze waren. Illusies, niet meer dan gedachtespinsels die niet echt met elkaar of met een object in de buitenwereld samenhingen. Dit is ge­ noeg. Dus zou ik deze persoon zeggen, leef in uw onschuld, leef in uw 'ik weet het niet.' Hoed u ervoor iets te poneren, te concluderen en te oordelen. Sta open, ontdek, besef, ken en begrijp wat u in de diepte bent en leef deze gelukzaligheid van moment tot moment. Na begrepen te hebben dat ze geen uitgangspunt nodig hebben, dat ze het uitgangspunt al op één of andere manier gepasseerd zijn, zouden ze u kunnen vragen hoe ze zich vandaar kunnen begeven naar een soort helder­ heid. Misschien is het nu niet duidelijk voor ze hoe ze van moment tot moment kunnen leven, hoe ze gewoon open kunnen staan, hoe ze daarvan kunnen genieten. Heeft u misschien iets, bij wijze van suggestie, dat ze als iets meer praktisch kunnen zien? Ik zou zeggen: leef met uw verlangen naat waarheid. Laat dat uw gids zijn. Het verlangen naar waarheid komt van de waarheid zelf. Het voert hogere intelli­ gentie met zich mee die, te zijner tijd, alle vragen ver­ heldert. Geniet van de weg, want tot inzicht komen, heeft al een component van blijdschap. Beschouw uzelf niet als een individu nu u eenmaal, al was het in een glimp, gezien heeft dat u gewaarzijn bent voorbij alle mentaties. Bewaar dat besef als uw kostbaarste schat. 69
  • 37. Hoe verklaart u het verschil tussen de wereldbeschou­ wingen van de westerse wetenschap en van de non­ dualiteit?Zijn erfundamentele verwantschappen ofzijn ze gewoon radicaal anders? Zij verschillen radicaal omdat hun domeinen verschil­ len. Het domein van de werenschap beperkt zich rot objectieve en reproduceerbare verschijnselen, terwijl het non-duale perspectief geen enkele beperking kent. In zekere zin zou men kunnen zeggen dat deze per­ spectieven elkaar uitsluiten omdat er vanuit de ge­ zichtshoek van de fysica in de buitenwereld een reali­ teit bestaat die onafhankelijk is van het bewustzijn. Een werkelijkheid waarvan de bestudering het onder­ werp van de wetenschap is. De wetenschapper begint met het bestuderen van een universum waarvan het bestaan, als onafhankelijke entiteit, betwijfeld kan worden, terwijl de non-dualist, die een andere bena­ dering volgt, uitgaar van de enige absolute zekerheid die hij heeft en de enige die hij ooit kan bezitten; die van het eigen zijn. Deze zekerheid is onverwoestbaar. Hij is onze permanente ervaring. Daarom verankert de non-dualist zich, als tegenvoeter van de weten­ schapper, stevig in de zekerheid en de realiteit. Ik ben op de hoogte van de veranderingen die de moderne fysica heeft ondergaan met de relativiteitstheorie en vooral met de kwantummechanica. Deze veranderin­ gen stellen de materialistische visie van een onafhan­ kelijk universum opgebouwd uit solide deeltjes opnieuw ter discussie. Op de extragalactische en subatomaire schalen is het heelal niet meer wat het leek op de men- 70 selijke schaal. Het domein waarbinnen begrippen gel­ dig zijn die wij beschouwden als verworvenheden, universeel en vanzelfsprekend (absolute ruimte, ab­ solute tijd, causaliteit, lokaliteit, determinisme en dergelijke) blijkt in feite beperkt. De oude epistemo­ logische kaders van het materialisme en het realisme lijken in tegenspraak te zijn met de moderne fysica zoals bijvoorbeeld blijkt uit de uitputtende analyse die d'Espagnat daarvan maakt in zijn werk over de fundamenten van de kwantumtheorie. Het non-duale perspectief biedt misschien in dit verband een bevre­ digender epistemologisch kader, maar de resultaten en de vorderingen van de werenschap zouden de gel­ digheid ervan evenmin kunnen bewijzen als ontken­ nen. Maar omdat het gebied van de wetenschap bin­ nen dat van het non-dualisme valt, kunnen daarente­ gen de fundamentele intuïties die voortvloeien uit een niet gefragmenteerde kijk op de werkelijkheid de oor­ sprong zijn van vruchtbare transposities binnen het domein van de wetenschap. De ontdekkingen van de moderne fysica hebben ook een bevrijdende waarde omdat ze het begrip van een gefragmenteerd universum dat in zichzelf en on­ afhankelijk van enige waarnemer bestaat- misschien - opblazen. Daarmee maken ze de weg vrij naar het ultieme begrijpen en bieden ze de waarheidszoeker de mogelijkheid dat de wereld niet méér is dan een verschijnsel dat opkomt, besraar en verdwijnt in het universele bewustzijn. De weker houdt dan op een wetenschapper, een fysicus te zijn en wordt een filo­ soof, een metafysicus. Hij steekt de filosofische Rubi­ con over wanneer hij, zich begevend buiten de orde 71
  • 38. der verschijnselen, het bewustzijn, het noumenon toelaat tot zijn onderzoeksgebied. De bovenstaande overwegingen betekenen geen enkel negatief waarde­ oordeel over de wetenschap, in tegendeel. De moderne wetenschap is een buitengewoon avontuur en een wonderbaarlijk instrument. De wetenschappelijke methode, gefundeerd op eerlijkheid, onpartijdigheid en erkenning van de fei­ ten, zou iedere waarheidszoeker ten voorbeeld moe­ ten dienen. Liefde tot de ultieme waarheid en respect voor de wetenschap verbieden ons om eenvoudigweg de genres te vermengen. Laat ons Bohr, Heisenberg, Schroedinger en Einsrein geven wat hen toekomt en aan God laten wat van God is. U zegt nu dat het radicale verschil tussen deze twee per­ spectieven voortkomt uit hun afwijkende uitgangspun­ ten endat met name het uitgangspunt van de non-dualist is dat hij ofzij als individu uitgaat vanuit de zekerheid dat' ik ben: Waartegenover de wetenschapper zou zeg­ gen dat zijn zekerheid omtrent de buitenwereld wordt bevestigd door de gemeenschappelijke ervaring van bijna heel de mensheid. Het is een gemeenschappelijke visie, niet een individuele als die van de non-dualist. Zou dat kloppen? Ja. Wanneer u eenmaal bestaan hebt toegekend aan de zogenaamde objectieve wereld die onafhankelijk van gewaarzijn bestaat, hebt u bestaan toegekend aan een mensheid die gemaakt is van afzonderlijke ego's. De non-dualist maakt her subject waardoor de rest gekend wordt, het centrale thema van zijn onderzoek, terwijl de wetenschapper uitsluitend belangstelling 72 heeft voor het gekende. Vanuit het gezichtspunt van de wetenschapper is hetzogenaamde object de subject­ materie. Als we een stukje terug mogen gaan, begrijp ik dan goed dat de non-dualist zichzelfbeschouwt als het enige sub­ ject en dat het bestaan van het hele memdom en de rest van de objectieve wereld betwijfeld wordt? Dat hangt afvan wat u 'hemzelf ' noemt. Wat de non­ dualist 'mijzelf' of 'ik' noemt, beperkt zich niet tot een bepaald lichaam, een bepaalde geest. Lichaam en geest zijn beperkingen waarmee gewaarzijn overdekt wordt. De non-dualist gaat uit van de onmiddellijke ervaring. Al beweert de wetenschapper dat hij van ervaring uitgaat, in feite gaat hij uit van een concept - het bestaan van een zogenaamd universum of fysi­ sche realiteit - en bestudeert vervolgens deze zoge­ naamde realiteit uitputtend. Misschien zou het nuttig zijn om heel duidelijk te zijn over hoe u het woord 'ervaring'gebruikt wanneer u zegt dat de non-dualist uitgaat van ervaring. De wetenschap­ per daarentegen niet, want hij gaat uit van een begrip. Bestaat de gewone ervaring van de gemiddelde persoon uit niets dan begrippen? De essentie van ons wezen is geen begrip. Wlor ieder van om? Natuurlijk, want het is het leven zelf. Het bevindt zich voorbij alle begrippen. Begrippen zijn overdek- 73
  • 39. kingen als: 'Ik ben een man, ik ben veertig jaar oud, ik ben een dokter, ik ben Amerikaans staatsburger' enzovoorts. Al deze onderscheidingskenmerken zijn maar overdekkingen van onze ware aard, de grond­ laag die vrij is van beperkingen, die in her geheel geen grenzen heeft, die geen kenner nodig heeft om zich te manifesteren, die vanzelfsprekend en autonoom is. Iemand die deze zienswijzen voor het eerst hoort, wordt misschien getroffen doordat u enerzijds stelt dat ieder van ons het leven zelfis, maar anderzijds dat de non­ dualist geen bestaan toekent aan de rest van de mens­ heid in de objectieve wereld zoals de wetenschapper dat doet. Hij blijft als het ware bij zichzelfen betwijfelt af het andere, met inbegrip van ieder van ons en de rest van de mensheid Iemand die uw zienswijzen voor het eerst tegenkomt, zou daarin een tegenstrijdigheid kun­ nen zien. Hoe zou u die oplossen? Wanneer we zeggen dat de non-dualist de mensheid als onwerkelijk ziet, bedoelen we dat hij hem niet ziet als een object, als iets dat gescheiden is van gewaar­ zijn, van zichzelf. Hij ziet in plaats daarvan de mens­ heid als één met zichzelf. Uit deze visie van eenheid' nierafgezonderdheid, komt spontaan een gedrag voort dat zich kenmerkt door mededogen, schoonheid en intelligentie. We moeren de wijze niet beschouwen als een gestoorde solipsist, geïsoleerd in zijn ivoren toren die aan de rest van de mensheid het bestaan ontzegt en zichzelf uitsluitend als persoon een bestaan toekent. In tegendeel. De waarheidsminnaar begint met zijn eigen bestaan als persoon, als zelfstandig wezen, in de waagschaal te leggendoor te vragen: 'Wie 74 ben ik?, Ben ik dit lijf?, Ben ik deze psyche?, Ben ik dit beperkte wezen?'. Hij heeft geen belangstelling voor theorieën, maar alleen voor de werkelijkheid. Hij begint met het enige werkelijkheidsveld waarover hij beschikt en dat is zichzelf. Het antwoord op deze vraag kan nooit een posi­ tieve verklaring zijn. Het begint met inzien wat we niet zijn. Wanneer, wat we niet zijn, geëlimineerd is­ nier door inspanning of geweldpleging maar door inzicht- is wat overblijft onze ware aard. Hij is een gewaarwording, maar geen gewaarwording in tijd en ruimte en daarom zouden we hem een niet-gewaar­ wording, een niet-gebeurtenis kunnen noemen. In deze nier-gebeurtenis zijn we één met het mensdom. Het is een niets uitsluitend, alomvattend perspectief. De non-dualist stelt geen belang in begrippen. Hij is uitsluitend geïnteresseerd in de werkelijkheid. Na deze misvattingen te hebben gezien voor wat ze zijn, is wat er nog overblijfteen niet-gebeurtenis, een nier-toestand, ontdaan van angst en begeerte, waarin zekerheid en vrede heersen. Omdat hij van werkelijkheid uitgaat, bereikt hij gauw zijn doel: de werkelijkheid. Realiteit bereikt realiteit, eenheid bereikt eenheid. Omdat de wetenschapper uitgaat van niets dan een hypothese, een geloof, is het punt waar hij uitkomt even wankel en onzeker als zijn vertrekpunt. Hij kan niet tot een echt inzicht in het Absolute komen. Het niet-dualistisch perspectief dat we besproken heb­ ben, is zeker radicaal en raadselachtig. Hoe kan ik we­ ten dat dit niet opnieuw een uiterst verfijnde vorm van conditionering is, grotendeels zoals de anderen, hoe an­ ders hij ook op het eerste gezicht mag lijken? 75