7. Subculturen
Groepen binnen de dominante cultuur die er
ook nog andere normen, waarden en
gewoonten op na houden.
Subcultuur met enkel jongeren
Jeugdcultuur
9. Soorten allochtonen
Mensen waarvan tenminste één van hun ouders geboren is
in:
Westers:
Europa (behalve Turkije)
Noord-Amerika
Oceanië
Indonesië
Japan
Niet-Westers:
Afrika
Latijns-Amerika
Azië (behalve Indonesië en
Japan)
Turkije
12. Soorten allochtonen
Eerste-generatie allochtoon:
Personen die zelf in het buitenland geboren
zijn.
Tweede-generatie allochtoon:
Personen die wel in Nederland geboren zijn,
maar minstens één van de ouders in het
buitenland.
17. Mag dat zomaar?
Uit een ander EU-land Ja.
1. Werk
– Alleen als er veel vraag naar is.
2. Oorlog
– Alleen als ze kunnen bewijzen dat hun leven
in gevaar is.
3. Gezinshereniging
– 21 jaar zijn en genoeg geld verdienen.
21. In hoeverre pas je je aan?
Assimilatie
Je vervangt heel veel van je eigen cultuur
door de dominante cultuur waar je woont.
Integratie
Nieuwkomers nemen Nederlandse
gewoonten over, maar ze behouden ook
veel dingen van hun eigen cultuur.
Segregatie
Een sterke scheiding tussen
bevolkingsgroepen.
22. Problemen
Taal
• Taalachterstanden
Opleiding
• Geen opleiding Geen diploma Geen
werk Geen nieuwe sociale contacten
Discriminatie
• Wel een diploma, toch geen baan.
Probleemwijken
• Segregatie
23. Hoe los je het op?
Allochtonen
Nederlands leren, diploma halen. Niet
segregeren.
Autochtonen
Meer belangstelling tonen voor andere
culturen.
Overheid
Zorgen voor banen, meer geld voor
taalcursussen, spijbelen hard aanpakken,
probleemwijken opknappen.