2. 1.1. ETNISCHE GROEPEN
Multiculturele samenleving = multi-etnische samenleving
Samenleving waarin naast de oorspronkelijke bevolking ook andere etnische
groepen leven
Veel verschillende culturen
3. VEEL CULTUREN IN ÉÉN LAND
immigranten emigranten
Waarom is een immigrant ook altijd een
emigrant?
4. Autochtoon: iemand die zelf, net als zijn ouders in het land is geboren en opgegroeid.
Allochtoon: iemand die zelf of waarvan minstens één van zijn ouders in het buitenland is
geboren en opgegroeid.
5. Buitenlander: iemand uit een ander land die in Nederland
tijdelijk op bezoek is. Heeft geen Nederlands paspoort.
Etnische groep: mensen die zich één voelen vanwege hun
geschiedenis en cultuur
Etnische minderheid: kleine etnische groep met een
eigen cultuur
6. Kenmerken:
1. geen gezamenlijke geschiedenis
2. meerdere geloofsrichtingen
3. verschillende waarden en normen (v.b. wij cultuur <-> ik
cultuur)
4. verschillende gewoonten
1.2. KENMERKEN VAN DE MULTICULTURELE SAMENLEVING
7. Maatschappelijke problemen door de
multiculturele samenleving
politieke problemen. Voorbeelden:
• Botsende culturen https://www.youtube.com/watch?v=rsB1_Ghb84E
• Discriminatie
• Criminaliteit
8. Ontwikkelingen in Nederland:
Laatste jaren groei aantal allochtonen. Zwakt wel af.
Oorzaken:
• Allochtonen kregen 10 jaar geleden meer kinderen
• dan autochtonen. Nu is dat ongeveer gelijk.
• Er komen nog steeds migranten, maar er gaan er
ook weg.
9. LEERVRAGEN H1 BEANTWOORDEN
Wat is een multiculturele samenleving?
Welke kenmerken heeft de Nederlandse multiculturele samenleving
13. 2.2. DE LAATSTE ZESTIG JAAR.
Groepen migranten vanaf WOII:
• Mensen uit vroegere koloniën
• Arbeidsmigranten
• Vluchtelingen, asielzoekers en illegalen.
http://www.schooltv.nl/video/immigratie-vroeger-en-nu-nieuwkomers-naast-autochtonen/#q=immigratie
16. 3.1. CULTUUR
Cultuur:
Alle waarden en normen en andere
aangeleerde kenmerken van een groep
Cultuur aangeleerd: SOCIALISATIE
Socialisatie gebeurd door mensen om je heen: SOCIALISERENDE INSTITUTIES
17. Dominante cultuur:
Cultuur van de meerderheid van de mensen in een samenleving
In Nederland:
• Taal
• Koningsdag
• Sinterklaas
• Ik-cultuur
• etc
18. Subcultuur:
Groep mensen met waarden, normen en andere cultuurkenmerken die afwijken
van de dominante cultuur.
Meestal ook onderdeel van de samenleving, je kan bij meerdere subculturen
horen
Verschillen tussen subculturen:
• Stad en platteland
• Lagere en hogere milieus
• Religie
• Jongerenculturen
• Afkomst immigrantenculturen
24. 4. CULTUREN IN BEELD
Leervraag:
Hoe zien de grootste etnische subculturen in Nederland eruit?
25. Verhuizen naar een ander land nieuwe dingen leren.
Drie manieren:
1. Assimilatie: bijna 100% aanpassen
2. Integratie: gedeeltelijk aanpassen
3. Segregatie: niet aanpassen
In de praktijk:
1. Wederzijdse aanpassing
2. Integratie kost tijd
26. Wat vindt de politiek ervan?
Liberalen:
integratie moet, maar eigen verantwoordelijkheid
Rechtse partij (PVV):
meer aanpassen/ assimilatie
Linkse en sociaal-democratische partijen:
aanpassen moet, maar overheid helpt daarbij
Christelijke partijen:
respect voor elkaars godsdienst,
maar meedoen aan de Nederlandse
samenleving
28. 6.1. VOOROORDELEN EN STEREOTYPEN
Vooroordeel: oordeel over iets of iemand zonder dat je de feiten kent
Stereotype: vooroordeel over een hele groep mensen
Ontstaan:
Sneller letten op verschillen dan overeenkomsten
Indelen in hokjes maakt samenleving begrijpelijker
http://vanallemarktenthuis.com/2014/03/
Nadelen vooroordelen:
Kloppen vaak niet
kwetsend
32. Discriminatie bestrijden:
1. Overheid: regels (o.a. artikel 1 grondwet) en verbeteren sociaal-
economische positie
2. Organisaties: Anne Frank Stichting
3. Zelf: mening laten blijken, mensen aanspreken, aangifte doen
33. LEERVRAGEN H6 BEANTWOORDEN
Leervragen
Hoe kunnen vooroordelen tot discriminatie leiden?
Wat zijn de oorzaken en gevolgen van discriminatie en hoe kunnen we
discriminatie tegen gaan?
34. 7.1 OPLEIDING WERKEN EN WONEN
Maatschappelijke positie: plaats in de samenleving
Factoren maatschappelijke positie:
Opleiding: bij allochtonen, m.n. tweede generatie steeds beter opgeleid, maar
moeilijkere schoolcarrière
Werk: bij allochtonen, m.n. tweede generatie vaker baan met hogere
maatschappelijke positie, maar werkloosheid, m.n. jongeren hoog
Wonen: allochtonen, vaker in grote stad in goedkope wijken.
35. 7.2 VERKLARINGEN
Gemiddelde maatschappelijke positie allochtonen lager dan allochtonen.
Oorzaken:
1. Taalachterstand: opleidingsniveau ouders, geen Nederlands thuis, segregatie
scholen
2. Vooroordelen en discriminatie
3. Terugtrekken in eigen kring
36. LEERVRAGEN HFST. 7 BEANTWOORDEN
Leervragen
Welke factoren bepalen je maatschappelijke positie?
Welke verklaringen zijn er voor de maatschappelijke positie van allochtonen?
37. 8.1. HET TOELATINGSBELEID
Nederlands toelatingsbeleid: wie er in Nederland mag komen wonen en/ of
werken
Wel gehouden aan internationale verdragen:
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
Vluchtelingen verdrag van Genève
38. Nederlands toelatingsbeleid:
1. Binnen de EU Schengen
2. Buiten de EU restrictief toelatingsbeleid
3. Asielzoekers politieke en humanitaire
asielzoekers
39.
40. 8.2. VISIES OP BURGERSCHAP
1. Actief burgerschap:
nadruk op gemeenschappelijke waarden en normen in een participatiesamenleving
integratie is je aanpassen en erbij willen horen.
2. Kleurrijk Nederland:
minder sterk aanpassen verschillen erkennen en accepteren integratie komt van
twee kanten.
3. Wereldburgerschap:
internationaal denken, open staan voor invloeden van andere culturen soepel
toelatingsbeleid de wereld is onze woonplaats.
41. Toelatingsbeleid
1. Mensen van binnen de EU
Vrij verkeer van mensen,
goederen en diensten
2. Mensen van buiten de EU:
a. Werk? Alleen bij vraag
b. Gezinsvorming/ hereniging: 21 jaar en
voldoende inkomen
c. Asielzoekers: bewijs doodsbedreiging
d. inburgeringsexamen