1. EUROPA

2. Wat gaan we deze les
doen?
Bespreken voorblad
En §8.1
Aantekeningen
Maken 8.1

3. EUROPA in de klas?
• Klassikaal bespreken waarbij je
aan kan denken bij Europa
• De landen
• Geld
• De Europese Unie
• Europa in het nieuws

4. Aantekeningen 8.1Ontstaan
Europese Unie
• 1951 opricht EGKS -> Europese
Gemeenschap voor kolen en staal
• 1957 oprichting EEG -> Europese
Economische gemeenschap
• 1993 EEG wordt EU -> Europese Unie
• Invoering Euro -> 1999 en 2002
(papier)

5. Verschillen binnen Europa
•Tussen de mensen: Taal,
godsdienst, gewoontes
In landschap en klimaat
* Gebieden: Arm en rijk
(ontwikkeld/onder
ontwikkeld)

6. Problemen in de EU
• Werkloosheid
• Gebieden met oude industrie
• Te veel mensen werken in de
landbouw
• Immigratie problemen
• Milieu vervuiling

7. Europese integratie
• Europese integratie =
Europese eenwording
• Verdwijnen van grens
controles
• De Euro
• Samenwerking tussen legers

8. Nationalisme
• = voorliefde voor het eigen
volk (gepaard met een zekere
afkeer vh vreemde)

9. Voordelen
• Gezamenlijk problemen
oplossen
• Vervoer van
mensen/goederen/diensten is
makkelijker
• Voorkomen van oorlogen

10. Nadelen
• Kans op verlies eigen
identiteit
• Andere landen beslissen voor
je

11. Maken §8.1
• Maken van de vragen in je
werkboek

12. Klassikaal
Bestaat de Europeaan al?
• Wat maakt iemand een
Europeaan?
• Kan je een Europeaan en een
Nederlander zijn?

13. Wat maakt een land?
• Een staat is een gebied waar de
bevolking eigen baas is. Hier wonen
1 of meerdere volken in.
• Een volk is een groep mensen die
het gevoel heeft bij elkaar te horen
op basis van overeenkomsten in
o.a. taal, cultuur, geschiedenis en
godsdienst

14. Volk
• Een volk is een groep mensen
die het gevoel heeft bij elkaar
te horen op basis van
overeenkomsten in o.a. taal,
cultuur, geschiedenis en
godsdienst

15. Cultuur
• Cultuur zijn opvattingen en
gewoonten van een volk of
een groep mensen,
bijvoorbeeld op het gebied
van taal, godsdienst en muziek

16. Volken zonder eigen staat
• Reden 1; Meerdere volken
wonen in 1 land.
• Reden 2; Een volk woont in
verschillende staten.

17. Politiek vluchteling
• Iemand die in het eigen land
vervolgd wordt vanwege
godsdienst, politieke
overtuiging, nationaliteit of ras
en daarom het land ontvlucht
is.

18. Volgende les
• 8.1 is af
• De aantekeningen staan in je
schrift. Volledige PowerPoint is
te vinden op It’s learning, heb
je geen pc kan het in de
mediatheek. Eind van het blok
weer een schrift cijfer.