Als we na willen denken over de rol van de betrokken professionals in het kader van een vernieuwd HZ-Pabo curriculum, dan kan een korte intro op samen-opleiden dienstbaar zijn.
Curriculum 2015: Wat kunnen de verschillende rollen betekenen?
1.
2. ROL VAN OMER/GMER/PDER?!
Als we na willen denken over de rol van de betrokken
professionals in het kade van een vernieuwd HZ-Pabo
curriculum, dan kan een korte intro op samen-opleiden
dienstbaar zijn. (dacht ik dit weekend)
Daarbij aandacht voor:
• Scenario's,
• Visie op professionalisering (as.) leraren
• Werkplekleren: wat is dat? Kenmerken en voorwaarden
• Beroeps situaties
• Mentoring en coaching
24 NOVEMBER 2015 2
3. WAAROM WERKPLEKLEREN?
Scenario’s voor samen-opleiden
1. Stageplek-leverancier
2. Mede-opleider
3. Partners in leren
(Geldens, 2008)
De onderwijsraad onderscheidt (2005) drie hoofdmodellen
1. Het coördinator-model
2. Het partnermodel
3. Het netwerkmodel
24 NOVEMBER 2015 3
4. VISIE OP PROFESSIONALISERING VAN
(AANSTAANDE) LERAREN
Tendensen:
• Van opleiden naar leren
• Van sturing door de docent naar sturing door student
• Van overdracht door expert naar dialoog
• Van een abstracte context naar de context van de lerende
• Van abstracte generalisaties naar concrete inhouden
• Van kennisverwerving zonder meer naar handelingsgericht
leren
24 NOVEMBER 2015 4
5. Werkdefinitie voor werkplekleren:
een door basisschool en lerarenopleiding ingerichte
leer- en werkomgeving waarbinnen aanstaande leraren
in een competentiegericht leerwerktraject de voor het
beroep benodigde bekwaamheden kunnen verwerven in
een wisselwerking tussen leren en werken (Geldens,
2007).
5
werkplekleren
6. De opleidings-didactische uitdaging bestaat erin
om ervoor te zorgen dat
theoretische kaders en praktijkervaringen - in
voortdurende interactie – elkaar versterken en
uitdagen
en dat de lerende die interactie en integratie
actief realiseert.
6
7. ESSENTIELE KENMERKEN
Essentiële kenmerken voor de kracht van een werk-
plekleeromgeving.
• mentoring en coaching blijkt de meest cruciale. Tegelijkertijd
komen uit het onderzoek elementen naar voren waaruit
blijkt dat dit krachtige kenmerk kwetsbaar is.
• heldere samenwerkingsafspraken waarbij ook de
aanstaande leraar inbreng heeft.
• derde kenmerk: een doorgaande lijn
24 NOVEMBER 2015 7
8. VOORWAARDEN
Ondanks de vele verschillende invullingen, zijn er een aantal voorwaarden
waaraan moet worden voldaan wil het werkplekleren kunnen slagen:
• Een duidelijke afstemming tussen de verwachtingen en
noden van het opleidingsinstituut en die van de werkplek.
• De werkplek biedt een emotioneel veilig en uitdagend
leerklimaat aan de lerende.
• De werkplek beschikt over een aantal middelen en andere
werkinstrumenten die het leren voor de student mogelijk
maken.
• Een kwalitatief goede begeleiding en ondersteuning op de
werkplek van de lerende in zijn competentieontwikkeling.
24 NOVEMBER 2015 8
9. • Uitgangspunt voor werkplekleren is een beschrijving van een
authentieke beroepssituatie. Dit is een kenmerkende situatie in het
PO waarin de te verwerven competenties in die fase van de
opleiding waarvoor die situatie is geschreven, herkenbaar zijn
verwerkt.
Op die wijze beschreven zijn authentieke beroepssituaties zowel
vanuit het PO als vanuit de pabo relevant.
De authentieke beroepssituatie wordt beschreven als casus en geeft
ruimte voor invulling naar de actualiteit van de situatie op de
leerwerkplek.
•
9
Authentieke beroepssituatie
10. 1
Doelen beroepssituaties
De situaties dienen meerdere doeleinden:
-om te beginnen zijn ze uitgangspunt voor het onderwijs op de pabo;
-op de tweede plaats geven ze de groepsmentor en opleidingsmentor
houvast in het ondersteunen van het leerproces van de aanstaande leraar
op de leerwerkplek en
-op de derde plaats geven ze focus aan het leerproces van de aanstaande
leraar.
Heel concreet kunnen authentieke beroepssituaties aanleiding zijn voor:
• Voorbeeldgedrag/voorbeeldlessen door de mentor
• Onderzoekend en ontwerpend leren samen in een PLG of als
individuele student
• Collegiale consultatie
• Intervisie
• Toepassen van theorie
• Reflectie
11. MENTORING EN COACHING
• Beroepsgerichte of opleidingsgerichte cultuur
-werkbegeleiding
-leerbegeleiding
• Rijke leeromgeving:
-toegesneden op de individuele behoeften,
mogelijkheden en stijlen van de lerende en
- Laat variaties in leerstrategieën toe
- nodigt uit tot activiteit.
- Ruimte voor autonomie:
- De student moet verantwoordelijkheid krijgen.
- Oppassen voor adaptief leren ipv creatief en innovatief
leren.
24 NOVEMBER 2015 11