1. GASSHO training & consultancy sterrenbos 65 3511 et utrecht tel 030 231 81 62 email gassho@xs4all.nl 1
ReflectieF
Een periodieke uitgave van GASSHO training & consultancy
voorjaar 2007 nummer 2
‘Meesterlijk’ werken!
Meesterlijk werken is altijd verbonden geweest met opleiden en leren, het werkterrein van de
afdeling Human Resources. Steeds vaker doen zich vraagstukken voor die 'nieuw' zijn en
waarvoor gangbare instrumenten of concepten niet meer toereikend zijn. Vraagstukken die zich
niet lenen voor 'eerste-orde-antwoorden' in de vorm van een advies of oplossing maar een
appèl doen op reflectie en verdieping, in een leercontext waarbij 'tweede-orde-vragen' in het
geding zijn. Vragen over denkbeelden en opvattingen die onder de oppervlakte schuilgaan en
de aanzet vormen voor kennisuitwisseling en innovatie.
Tweede-orde-vragen zien we terug in het toenemende aanbod van leertrajecten voor diverse
sectoren en beroepsgroepen, in de vorm van seminars, symposia, masterclasses en -
opleidingen. Leertrajecten die 'even' los komen van het actie- en resultaatgerichte denken en
ruimte laten voor reflectie en verdieping, een manier van doen die ik wil duiden als 'meesterlijk'
werken.
Meesterschap heeft door de tijden heen verschillende betekenissen gehad waar ik hieronder
kort op in ga. Uitmondend in wat meesterlijk werken naar mijn idee betekent in de dagelijkse
werkpraktijk.
Even terug in de tijd
Opleiden en leren kennen we nu in vele verschijningsvormen. In de Middeleeuwen vond
het opleiden vooral plaats in zogenoemde gilden. In tal van beroepsgroepen werden leerlingen
opgeleid in het betreffende ambacht. Op een bepaald moment volgde de bevordering tot gezel
en vervolgens werd de meesterproef afgelegd om blijk te geven van je vakmanschap. De tijd
waarbinnen zo'n meesterwerk klaar moest zijn was van tevoren vastgesteld. Een beeldhouwer
bijvoorbeeld kreeg daarvoor 24 dagen, dat wil zeggen voor een beeld in steen. Indien hij een
beeld in hout vervaardigde, moest dat binnen 12 dagen klaar zijn.
Opleiden was een lineaire en instrumentele optelsom van eigengemaakte kennis en
vaardigheden waarmee je uiteindelijk de ‘meestertitel’ kon verwerven. Opleiden beperkte zich
tot de genoemde ‘eerste-orde-vragen’. Reflectie op leren of ‘leren leren’ was geen gemeengoed
zoals we dat nu kennen.
De term meesterschap komen we ook tegen in een hele andere discipline, de klassieke
filosofie. Dit betrof de kunst het goede leven ‘voor te leven’, door mensen bepaalde dingen te
laten ervaren, te laten proeven. Meesters lieten in hun denken en doen zien hoe het leven in
elkaar steekt, wat goed is, wat deugt en wat niet. De vergelijking met tweede-orde-vragen,
gericht op reflectief onderzoek, dringt zich hier op.
Het trainersgilde
Inmiddels maak ik ruim 20 jaar deel uit van het ‘trainersgilde’ als trainer en ontwikkelaar. In
eerste instantie als leerling de kunst afkijken om vervolgens als gezel het geleerde toe te
passen. In die periode heb ik vele modellen, theorieën, kleuren, concepten en kwadranten de
revue zien passeren. En van dit ‘instrumentarium’ veelvuldig gebruik gemaakt in mijn helpende
rol als buitenstaander.
2. GASSHO training & consultancy sterrenbos 65 3511 et utrecht tel 030 231 81 62 email gassho@xs4all.nl 2
Een dankbare rol want het is mooi om mensen te ondersteunen in hun ontwikkeling, en te
ervaren dat mensen weer vertrouwen krijgen in zichzelf en elkaar, ondanks hun tegengestelde
belangen en opvattingen. Ook een rol waarbij het risico op de loer ligt om me te laten verleiden
in te gaan op de eerste-orde-vraag en een oplossing, aanpak of advies voor te leggen. Een
interventie waarmee het gezamenlijk onderzoek (te) snel naar de achtergrond verschuift. En ik
de verantwoordelijkheid voor het leren overneem.
Naast dit risico roept het eerder genoemde instrumentarium enkele vragen bij me op, gevoed
door de alom aanwezige vernieuwingsdrang binnen organisaties. In hoeverre worden we
'verleid' door de aangereikte instrumenten van buitenaf, met als gevolg dat we onszelf als
instrument buitenspel zetten? Is dit mogelijk een belangrijke oorzaak voor de constatering dat
zoveel tig procent van beoogde veranderingen niet het gewenste resultaat brengen?
Zelf aan het stuur
Ik ben ervan overtuigd dat mensen, functionarissen zo u wilt, heel goed weten wat ze willen,
een visie hebben, maar om uiteenlopende redenen moeite hebben om die visie voor het
voetlicht te brengen en/of zichzelf verstaanbaar te maken. Stroeve werkverhoudingen zijn daar
vaak debet aan. Dit belemmert om samen met anderen na te denken over onderliggende visies,
over wat niet zo vanzelfsprekend is als het lijkt of over keuzes die je impliciet maakt. Een frisse
deskundige kijk van buiten biedt dan een uitweg om de zaak vlot te trekken. Dat kan al door een
simpele vraag als ‘luisteren we écht naar elkaar?’
Luisteren veronderstelt respect voor de eigenheid van de ander met zijn of haar opvattingen,
interesses, verlangens en talenten. Pas dan kan je oog en oor krijgen voor wat er aan iemands
eigenheid wezenlijk anders is. Door het perspectief van de ander in dat van jezelf mee te
nemen, krijg je een breder beeld van de gezamenlijke realiteit en kost het minder moeite jezelf
verstaanbaar te maken. Luisteren gaat zo ongemerkt over in leren, een kleine maar
betekenisvolle stap in de goede richting!
Openhartig en vrijmoedig spreken
Meesterlijk werken binnen hedendaagse organisaties begint voor mij met openhartig en
vrijmoedig spreken. De durf om jezelf te laten zien en jezelf als instrument in het spel te
brengen. Dat kan door een tweede-orde-vraag te stellen, door stelling te nemen, door niet-
weten, door af te wijken van het gangbare, door je eigen toegevoegde waarde ter discussie te
stellen(!), et cetera.
Meesterschap is niet voorbehouden aan enkelingen, op ieder organisatieniveau wordt
nagedacht over kwesties die zich daar afspelen en/of af en toe de kop op steken. Soms is daar
de helpende hand van een buitenstaander bij nodig om mensen te verleiden hun verhaal,
opvatting of visie te laten horen. En zo van en met elkaar te leren op een meesterlijke wijze. Met
plezier ben ik daarbij uw gesprekspartner.
Een hartelijke groet,
Thomas Langemeijer