2. LEF in historisch perspectief!
Een geschiedenis van de gelovende, denkende en
waarnemende mens
Hulpwebsites:
Woordenboek – van Dale
WikiKids
WikiHow
Wikipedia
Human – Filosofie
Humanistische canon
Western Philosophy
YouTube – Meneer Marechal
3. Inleiding: Levensbeschouwing, Ethiek en Filosofie in historisch
perspectief. LEF in een historische context maakt duidelijk
waarom mensen juist in die tijd hun specifieke levensvragen
stelden, op wat of wie ze reageerden, en daarop hun voorlopige
antwoorden baseerden. Levensvragen, die samenvattend in de
zinvraag samenkomen. Je weet wel, de vraag over datgene wat
het leven uiteindelijk de moeite waard maakt.
4. Les 1: Oudheid 700 v. Chr. - 500 n.
Chr.
Met klassieke oudheid wordt die periode in de
geschiedenis van een bepaalde cultuur
bedoeld die begint met de introductie van het
schrift en het ontstaan van een beschaving.
De mythe wordt verlaten, de filosofie ontstaat
en na het optreden van Jezus wordt het
christendom van vervolgde religie tot
staatsgodsdienst in het Romeinse Rijk. De
periode van ongeveer 700 voor Christus tot
476 na Christus wordt de klassieke oudheid
genoemd.
5. Thales van Milete
624-545 v. Chr.
Thales is de eerste filosoof van de westerse traditie. Deze
traditie wordt namelijk afgebakend met de dag waarop Thales
een zonsverduistering voorspelde op 28 mei 585 v.Chr.
Thales komt uit Milete, Ionië (Klein-Azië) en hij zal deel
uitmaken van wat wij later de Ionische natuurfilosofen
noemen.
• Luister naar het volgende filmpje en maak daarvan een
samenvatting, wat is de kern van Thales’ natuurfilosofie en
waarom staat hij, na al die jaren, nog steeds op wikipedia,
met zoiets simpels als ‘water is het oerelement’?
6. Ionische natuurfilosofen zoeken een
materialistische verklaring voor de kosmos, het
oerelement. Voor Thales is dat water. Thales’
voornaamste stelling is dat alles is voortgekomen uit
water en…
Het godsbeeld van de mythe wordt van zijn
antropomorfe elementen ontdaan, het is een
natuurkracht, Thales is een natuurfilosoof.
Niet zijn oerelement water is voor ons echter
van belang. Het belang van Thales van Milete
was dat de mythische houding werd verlaten en
daarvoor in de plaats kwam de reflectie, de
logos, de filosofie: De mens ging zelf nadenken!
• Wie zijn de natuurfilosofen (bekijk de hyperlinks)
en wat willen ze de mensheid leren?
• Wat is het ware belang van Thales’ filosofie?
Uitleggen en eigen woorden gebruiken.
• Wat is filosofie eigenlijk en waarom kunnen we
zeggen dat Thales’ hiervan aan de wieg heeft
gestaan?
Thales van Milete
624-545 v. Chr.
7. Socrates
477-399 v. Chr.
Socrates vraagt zich af hoe mensen goed en rechtvaardig
kunnen en dienen te leven (Ethiek). Iedereen moet zich,
volgens de kern van de leer van Socrates, afvragen: “Welke
handelingen goed en rechtvaardig zijn.”
Socrates zag zichzelf als een irritante Horzel die de
samenleving opriep tot zelfbezinning en tot het afleggen van
verantwoording over de grondslagen van de Staat.
Uiteindelijk wordt er tegen Socrates een aanklacht ingediend:
Hij zou niet geloven in de goden van de stad.
Hij zou de jeugd bederven.
Hoewel de aanklacht ongegrond is, wordt hij ter dood
veroordeeld en moet de gifbeker drinken, in die tijd een
gebruikelijke doodstraf.
• Wat is ethiek (zie video) en wat heeft dit met de kern van
Socrates’ filosofie te maken?
• Waarom zag Socrates zichzelf als een Horzel?
• Hoe liep het met Socrates uiteindelijk af?
8. Socratische Methode:
Maieutikè-techniek
Volgens Socrates is ieder mens zwanger van kennis. Met
een speciale vroedvrouw-methode probeerde hij de
weeën op te roepen, opdat de kennis geboren kon
worden. Het uitgangspunt van Socrates is eenvoudig: hij
beweert dat hij maar één ding weet, namelijk dat hij niets
weet (Socratische ironie).
Socrates stelt jou vragen, net zo lang tot hij een
filosofische vraag kan stellen, zoals: 'wat is deugd?' of:
'wat is de waarheid?' of: 'wat is de beste staatsvorm?’
Je moet steeds beter en dieper nadenken. Dat is juist wat
Socrates met zijn vragen wil bereiken. Dat gevoel van
jezelf tegenkomen is zoiets als de waarheid van jezelf bij
jezelf ontdekken. Op het moment dat je niets meer weet
te zeggen houdt de kennis op die je van buitenaf hebt
ontvangen en begint het inzicht van binnenuit.
• Wat wil Socrates bereiken met zijn ‘vroedvrouw-
methode’?
• Wat is Socratische ironie?
9. Socratische Methode:
Maieutikè-techniek
• Socrates heeft zijn filosofische methode van vragen
stellen vergeleken met het werk van zijn moeder die
vroedvrouw was. De vroedvrouwmethode
(maieutikè technè). Dankzij de vroedvrouwmethode,
krijgt de leerling te weten dat de kennis die hij
meent te bezitten, meestal bestaat uit vooroordelen,
idealen of geloof. Luister naar het aantekenfilmpje
hiernaast en maak daarvan een samenvatting in
eigen woorden?
10. De leerling wordt zich bewust van de waarde van zijn
kennis. Nadat de schijnkennis is weggezuiverd, moet de
leerling de ware kennis opgraven.
Het is of 'weten' verandert in 'herinneren'. Als je goed
kijkt naar het woord 'her-inneren' dan zie je daar het
woord innerlijk en het woordje 'her' (opnieuw) in.
Her-inneren = Dat de kennis die al binnenin zit voor een
tweede keer (her-) naar boven gehaald moet worden om
echt te 'weten’.
Zelfonderzoek: 'Ken uzelf!', lijkt Socrates iedereen toe te
willen roepen.
• Zie de video: Durf te denken: Wat heeft de filosofie
van de her-innering met de vroedvrouw-techniek te
maken?
• Het lied: Het Dorp gaat over herinneringen ophalen,
werk de filosofie van de her-innering van Plato (en
Socrates) uit en maak duidelijk dat Plato een ander
idee heeft over het begrip herinneren dan in dit liedje?
Socratische Methode:
Maieutikè-techniek
Durf te denken!
11. Plato
± 427 - 347 v. Chr.
Plato, leerling van Socrates, zegt dat kennis herinnering
is. Al onze kennis is afkomstig uit een vroeger bestaan,
sluimerend als herinnering in onze ziel en wordt wakker
geroepen door concrete waarneming. Echte kennis zit in
de mens zelf: die moet je naar boven halen. De ideeën
vormen de ware werkelijkheid. De zintuiglijke wereld niet,
dat is een zwakke afschaduwing van de echte
werkelijkheid: de wereld van de ideeën. Alle dingen die
wij zien zijn slechts afspiegelingen van de ideeën, die de
echte werkelijkheid vormen. Deze ideeën bevinden zich
in Plato’s hemel of Ideeënrijk: een transcendente
werkelijkheid waar geen ruimte of tijd bestaat.
Rol van de ziel in de ideeënleer: De tijdelijke woonplaats
van de ziel is het lichaam. Het lichaam is de gevangenis
van de ziel. Na de dood vergaat het lichaam, maar blijft
de ziel bestaan. Plato is een dualist: hij maakt een
onderscheid tussen scheiding van lichaam en ziel/geest.
12. Plato
± 427 - 347 v. Chr.
De mens zit enerzijds vast aan zijn lichamelijkheid en is
daarmee verankerd aan de zintuiglijke wereld.
Anderzijds heeft de mens deel aan de wereld der ideeën
in zijn begeerte naar kennis. De ziel heeft in deze
zichtbare wereld de zorg voor alles wat onbezield is,
maar zij kan deze zorg slechts vervullen indien het
contact met het hogere, met de wereld der eeuwige
ideeën behouden blijft. De Herinnering is het vermogen
van de menselijke ziel om dit contact in stand te houden.
Dit vermogen moet van tijd tot tijd worden opgeschud
via de methode van verloskunde, de Maieutikè, zie
Socrates.
13. Plato en de Grot
Volgens Plato is het leven, als leven in een Grot.
Wat is ware kennis en wat is schijnkennis? Ook
in populaire films als The Matrix wordt Plato
besproken en vraagt men zich af of onze
waarnemingen ons niet bedriegen, wat is
waarheid eigenlijk?
• Werk de filosofie van Plato’ (ideeënleer) uit
aan de hand van de voorafgaande teksten en
de volgende drie video’s.
• Wat is de rol van de ziel in de filosofie van
Plato?
• Werk de herinneringstheorie van Plato uit in
relatie tot Socrates’ vroedvrouwmethode.
• How does The Matrix compare to Plato (lees
de tekst en gebruik de video's)?
14. Aristoteles
384-322 v. Chr.
• Werk uit wie Aristoteles was, leven en filosofie,
aan de hand van de video en twee verschillende
bronnen.
• Volgens Aristoteles’, leerling van Plato en
leermeester van Alexander de Grote, zijn alle
menselijke handelingen gericht op geluk
(Eudaimonia). Als de mens van al zijn
vermogens en mogelijkheden gebruik maakt kan
hij een gelukkig leven leiden. Weet je eigenlijk
nog wel wat ethiek is?
• Hier bespreek ik de ethiek van Aristoteles, maak
de vragen onder de video.
• Hoe denkt Aristoteles over ethiek, maak gebruik
van de video en twee verschillende bronnen
15. Christendom wordt staatsgodsdienst
De christenen worden vervolgd. De eerste christenen waren
vredelievende mensen, die geweld afwezen. Toch werden ze
hevig vervolgd. De Romeinen zagen hen toch als een
bedreiging.
Tijdens de regering van Constantijn de Grote wordt door het
Edict van Milaan (313) godsdienstvrijheid toegestaan en
komt er een einde aan de christenvervolgingen.
Onder keizer Theodosius I wordt het christendom in 380
staatsgodsdienst. Daarna wordt het heidendom verboden.
Ook is de vierde eeuw de tijd van grote oecumenische
concilies waar belangrijke besluiten worden genomen over
de leer. In 325 wordt o.a. het Concilie van Nicea
bijeengeroepen en wordt de geloofsbelijdenis van Nicea
uitgesproken.
• Zoek uit en beschrijf hoe de christenen te malen kregen
met vervolging in het Romeinse Rijk.
• Hoe werd het christendom van vervolgde godsdienst tot
staatsgodsdienst?
• Wat is een oecumenisch concilie?
• Hoe luidt de geloofsbelijdenis, in de basis tijdens het
concilie van Nicea en Constantinopel vastgesteld, waar
zowel Katholieken als Protestanten zich in kunnen vinden?
Christus monogram - Chi-Rho
16. Vragen bij de film:
Constantijn de Grote
• Wie reizen met Constantijn mee in zijn
opmars naar Rome?
• Maxentius, de vijand van Constantijn,
raadpleegt de Romeinse goden. Wie zal er
volgens de traditionele Romeinse goden
verliezen?
• Na een religieuze ervaring vervolgt
Constantijn zijn opmars naar Rome onder
een christelijk teken. Welk teken (+uitleg)?
• Waarom hadden de Romeinse soldaten er
moeite mee dit christelijke symbool op hun
schilden te verven?
Film: Constantijn de Grote
17. Vragen bij de film:
Constantijn de Grote
• Wat houdt het Edict van Milaan in en
welke positieve gevolgen had dit voor de
Christenen in het Romeinse Rijk?
• Toen het volk van Rome een triomfboog
aan Constantijn wijdde deed hij de
uitspraak: “Eén rijk, één God, één
keizer”. Waarom bracht deze uitspraak
van Constantijn hem in botsing met de
Romeinse traditie?
• Als onderdeel van de ceremonie rondom
de triomfboog moest Constantijn een
offer brengen aan de traditionele
Romeinse goden. Waarom kon hij het
niet opbrengen de ceremonie uit te
voeren, wat zei hij namelijk over de
ceremonie?
Film: Constantijn de Grote
18. Vragen bij de film:
Constantijn de Grote
• Van het geld dat bedoeld was voor
tempels liet Constantijn kerken bouwen.
Hoe reageerde de senaat (Basianus)?
• Met welk geheim wapen won
Constantijn de slag bij Chrysopolis?
• Wat is een concilie en wat is de
betekenis van het concilie van Nicea
325?
• Welke betekenis had Constantijn
uiteindelijk voor het Christendom als
wereldreligie?
• Wanneer en onder welke keizer werd
het Christendom uiteindelijk een
staatsgodsdienst?
Film: Constantijn de Grote
19. Les 2: Middeleeuwen 500 - 1500 De Middeleeuwen, periode tussen de Oudheid
en de Nieuwe tijd. Als startpunt van dit tijdperk
wordt vaak de val van het West-Romeinse Rijk
gehanteerd (476 n. Chr.). De uiteindelijke
samensmelting van de Romeins-Griekse
cultuur, het christendom en de Germaanse
cultuur vormt de basis van de huidige westerse
beschaving. De Kruistochten worden een
mislukking. In 1453 wordt Constantinopel
veroverd door de Ottomaanse Turken. Als
eindpunt van de Middeleeuwen, wordt de
ontdekking van de 'Nieuwe Wereld' door
Columbus gezien, 1492. Er wordt steeds meer
neergekeken op de Middeleeuwen, men grijpt
terug op de klassieke oudheid, tijdens de
Renaissance.
20. Verdieping: Mohammed en de Islam
• Beschrijf het leven (met tijdbalk) van de profeet
Mohammed, gebruik de video en twee
verschillende bronnen.
• De Islam is gebaseerd op de openbaring van de
koran aan de profeet Mohammed (570-632).
Leg aan de hand van deze video en twee
bronnen uit wat voor boek de Koran eigenlijk is.
• Belangrijk in de Middeleeuwen is de opkomst
van de Islam in Arabië. Beschrijf de opkomst
van de Islam na de dood van de profeet
Mohammed aan de hand van deze video en
een tijdbalk.
• Werk de vijf zuilen als kern van het islamitische
geloof uit aan de hand van deze video en twee
verschillende bronnen.
21. 1054 Oosters Schisma
Het Oosters Schisma
de Oosters-orthodoxe Kerken
uit elkaar gegroeid
de patriarch Constantinopel
Byzantium
Schisma
Oosters Schisma Oosters Schisma
in 1054
22. In 1094 vraagt Keizer Alexius I van Byzantium aan
Paus Urbanus II om huurlingen tegen de Turken.
Wanneer de Byzantijnse ambassadeurs
aankomen, is Urbanus bezig met de voorbereiding
van het Concilie van Clermont. Daar, voor een
grote massa mensen, preekt de paus op 26
november 1095 voor het eerst de kruistocht. De
aanwezigen reageren enthousiast. De kruistochten
waren een aantal militair christelijke
ondernemingen tussen 1095 en 1271 met de
volgende redenen:
Bevrijding van Jeruzalem en het Heilige land.
De islamitische macht buiten Europa houden.
De Oosterse Kerk herenigen met de Rooms-
katholieke Kerk.
Uitbreiding van de wereldse macht naar het
oosten (economisch).
Kruistochten
1095 - 1271
23. Kruistochten
1095 - 1271
Een belangrijk keerpunt in de periode van de
kruistochten was de herovering van Jeruzalem door
de beroemde islamitische veldheer Saladin in 1187.
Saladin deed in 1187 een grote aanval op het
koninkrijk Jeruzalem. 1187 vond de Slag bij Hattin
plaats. Een groot leger van Christenen (meer dan
20,000 soldaten) werd vernietigend verslagen door
Saladin. De christenen die de kruistochten
overleefden brachten moslimse kennis op allerlei
terreinen mee terug naar Europa.
• Beschrijf samenvattend de kruistochten in eigen
woorden, zowel de oorzaken als de gevolgen.
• Beschrijf de Slag bij Hattin en de veranderende
beeldvorming door de eeuwen heen, rondom de
islamitische veldheer Saladin.
• Wat kunnen we leren van de veranderende
beeldvorming rondom Saladin. Bekijk de video en
de tekst:Saladin: een moslim als christelijk
rolmodel.
• In hoeverre heeft de historische Jezus van
Nazareth en verkondigde Jezus Christus ook met
beeldvorming te maken?
24. Les 3: Nieuwe tijd 1500 - 1789 Columbus ontdekt Amerika. Het wereld- en
mensbeeld veranderde door onder andere de
wetenschappelijke revolutie. Er wordt
neergekeken op de Middeleeuwen en men
grijpt terug op de klassieke oudheid, tijdens de
Renaissance. Men gaat van Memento Mori
naar Carpe Diem. De Reformatie is het grote
protest tegen de misstanden in de katholieke
kerk. In de 18e eeuw vond een zekere
secularisatie plaats onder de intellectuele elite
door de invloed van de Verlichting. Als reactie
op het wanbestuur van de absolutistische
Franse koningen begon de Franse Revolutie.
25. In onze cultuurgeschiedenis zijn twee grote crises aan te wijzen.
De eerste crisis valt samen met het ontstaan van de filosofie: de overgang van
de mythische tijd naar de (Griekse) filosofie.
De tweede crisis voltrekt zich op de overgang van Middeleeuwen naar de
Nieuwe Tijd – Renaissance. Mens- en wereldbeeld veranderd!
Stond in de Middeleeuwen God en de kerk centraal, het moderne levensgevoel
kenmerkt zich door het centraal stellen van de mens. De reformatie gaf hiervoor
een eerste aanzet. De mens ziet de natuur ook als door de mens te beheersen
(maakbaarheidsgeloof). De wetenschappelijke revolutie zorgt voor de overgang van
geo- naar heliocentrisch wereldbeeld. De mens gaat zelf nadenken (Verlichting), de
invloed van de kerk neemt tot op de dag van vandaag af: secularisatie.
• Beschrijf de geboorte van de filosofie (zie les 1: Oudheid).
• Wat is de betekenis van het begrip ‘Renaissance’, ‘Verlichting’ en ‘secularisatie’?
• Wat zijn de twee betekenissen van het begrip Humanisme in de Renaissance?
• Wat houdt het maakbaarheidsgeloof in en denk je dat de Christen Unie een
voor- of tegenstander is van deze manier van denken. Leg je antwoord uit.
• Hoe denk jij over het maakbaarheidsgeloof? Motiveer je antwoord.
• In onze cultuurgeschiedenis zijn duidelijk twee grote crises aan te wijzen.
Beschrijf ze en hoe zal het mens- en wereldbeeld hierdoor veranderen?
Belangstelling voor de mens zelf!
26. Voorbereiding film: Maarten Luther
Wie was Maarten Luther?
• Wie was Maarten Luther? Bekijk ook
Maarten Luther op WikiKids.
• Omschrijf de begrippen aflaat, reformatie
en contrareformatie.
• Wat was Luthers’ bedoeling met zijn 95
stellingen ?
• Wat zijn de vier kernopvattingen van
Maarten Luther?
• Ook veel boeren en handwerkslieden
volgen Luther. Zij willen zich bevrijden uit
de macht van hun heren. In 1524 komen
zij in opstand. Beschrijf de
Boerenopstand.
• Waarom hebben de boeren, als de
boerenopstand in 1525 bloedig wordt
neergeslagen, het vertrouwen in Luther
verloren?
27. Voorbereiding film: Maarten Luther
Op de Rijksdag van Worms, doen keizer Karel V en de
kerk opnieuw een poging om Luther ertoe over te halen
zijn 95 stellingen te herroepen. Maar Luther weigert met
de woorden: ‘Hier sta ik, ik kan niet anders’. De keizer
spreekt de rijksban over hem uit, wat inhoudt dat
iedereen Luther mag doden.
Maar lang niet alle vorsten van het Duitse Rijk zijn het
eens met deze maatregel. Zij nemen Luther in
bescherming, zoals Frederik de Wijze, en laten hem
onderduiken op het kasteel Wartburg bij Eisenach. Daar
vertaalt Luther de Bijbel in het Duits: De Lutherbijbel.
Voortaan kan iedere gelovige, zonder tussenkomst van
de Latijn-sprekende priesters, het woord van God lezen.
• Wie was Frederik de Wijze: de beschermer van de
reformatie?
• Hoe probeerde Frederik de Wijze Maarten Luther en
de reformatie te beschermen?
• Waarom was de Lutherbijbel een gevaar voor de
macht van de Rooms-katholieke kerk? Bekijk
hiervoor ook de video.
28. Voorbereiding film: Maarten Luther
Wie was Maarten Luther?
• Een aantal vorsten en steden blijft Luther
steunen. Op de Tweede Rijksdag in Spiers
(1529) dienen zij een ‘Protestaction’, een
bezwaarschrift, in tegen de maatregelen van
de keizer. Sindsdien worden de aanhangers
van de hervorming ‘protestanten’ genoemd.
Beschrijf de gebeurtenissen en het
historische belang van de Tweede Rijksdag
in Spiers?
• Wat is het verschil tussen katholieken en
protestanten? Zijn er ook overeenkomsten?
• Zoek op Internet uit wat er werd besproken
op het concilie van Trente. Waarom en door
wie werd het concilie gehouden?
• Beschrijf de Godsdienstvrede van Augsburg
uit 1555. Wat betekende dit vredesverdrag
voor de verhoudingen tussen protestanten
en katholieken.
• Reageer inhoudelijk op de stelling: zonder
humanisme geen reformatie …
29. Vragen bij de film: Maarten Luther
Maak de vragen bij de film: Maarten Luther
• Deel 1: Rome: Noem drie misstanden in de
katholieke kerk, die Luther op zijn pelgrimage naar
Rome ziet?
• Deel 2: Wie is Paus Leo X die geld wil lenen bij de
de Fuggers om de Sint-Pietersbaseliek te bouwen?
• Deel 3: Paus Leo X wil de Fuggers met de opbrengst
van de aflaten terugbetalen, met de hulp van
Johann Tetzel . Wie is Johann Tetzel? ‘Als het geld in
het kistje klinkt, het zieltje in de hemel springt.’
• Deel 4: Wat houden de 95 stellingen van Luther in,
hoe werden ze zo snel verspreid en waarom zag de
katholieke kerk ze als een groot gevaar?
• Deel 5: Paus Leo X verbiedt alle boeken van
Maarten Luther en laat ze verbranden. Hoe
reageert de bevolking op de censuur van de kerk?
• Deel 6: Luther moet zich verantwoorden bij Karel V.
Wie is Karel V en wat houdt de Rijksdag van Worms
en het Edict van Worms in?
• Deel 7: Karel V spreekt de adel toe op de Rijksdag
van Augsburg. Wat houdt de Rijksdag van Augsburg
in en waarom zagen de Lutheranen het als een
overwinning?
30. De Wetenschappelijke revolutie
In de 16e en 17e eeuw vond de wetenschappelijke
(Copernicaanse) revolutie plaats en werden de
bouwstenen van de moderne wetenschap gelegd: van
een geocentrisch naar een heliocentrisch wereldbeeld.
Galileo Galilei (1564-1642) De Italiaanse sterrenkundige
kreeg in 1633 huisarrest voor het leven, vanwege zijn
‘heidense’ theorie over het centrum van het heelal. Na het
bestuderen van de hemellichamen, kon Galileo niets
anders dan concluderen dat de aarde om de zon draaide.
De Italiaanse geleerde baseerde zich op zijn beurt weer
op de bevindingen van Copernicus (1473-1543), die al
beweerd had dat de zon zich in het middelpunt van het
heelal bevond. Ook Copernicus haalde toen de woede
van de kerk over zich heen. Ineens was god niet meer de
drijfkracht achter planetaire bewegingen, maar waren
natuurwetten hiervoor verantwoordelijk
• Johannes Kepler (1571-1630) maakte handig gebruik
van de telescoop en kwam met een theorie over de
beweging van planeten. Wie was Kepler en beschrijf
zijn theorie.
31. Wat geloofde Galileo
Galilei en waarom
maakte hem dat niet
populair bij de
katholieke kerk?
Wie is Nicolaas
Copernicus, wat is de
Copernicaanse
Revolutie en hoe was
zijn relatie met de
katholieke kerk?
Wat is het verschil
tussen het
geocentrisch en
heliocentrisch
wereldbeeld?
32. René Descartes – rationalistische twijfel
De Fransman René Descartes (1596 – 1650) was een
waarheidszoeker, iemand die er van droomde een filosofie
te ontwikkelen even helder als de wiskunde. Descartes ging
aan alles twijfelen om te kijken welke zekerheden
overbleven los van al die Middeleeuwse vooroordelen en
dogma’s. De methodische Cartesiaanse twijfel: Ik kan aan
alles twijfelen behalve aan de twijfel zelf en het feit dat ik
twijfel, Descartes’ twee onwrikbaar uitgangspunten van
denken. Descartes is een rationalist en geen empirist (onze
zintuigen bedriegen ons soms): uitgedrukt in de beroemde
woorden: Ik denk, dus ik ben (Cogito ergo sum).
• Wie is Descartes, wat is de kern van zijn filosofie en
waarom noem ik juist hem als overgang tussen de
Middeleeuwse en het denken van de Nieuwe Tijd? Zie
naast de hyperlinks ook de Video
33. .
Met Copernicus, Columbus en anderen breekt de geest van wat Guardini
de ‘Neuzeit’ noemt, aan.
‘De mens treedt in deze periode uit het sacrale omhulsel van de kosmos naar
buiten en tracht zelf de wereld te verkennen en te ontwerpen. Het middeleeuwse
cultuurpatroon, dat heilige tradities en gewoontes kent, brokkelt af. De
renaissance-mens breekt met het axioma, dat het lot van de mens en van de
samenleving een onveranderlijk gegeven is en blind aanvaard dient te worden.
De mens gaat in zichzelf geloven en ziet de opbouw van de wereld als een zaak
van eigen verantwoordelijkheid. De renaissance geeft de stoot tot een andere
mens- en wereldopvatting. (…) De basisideeën, die met de Renaissance haar
intrede doen is de westerse beschaving, zijn: de objectivering van de wereld en
de subjectivering van het individu. Beide polen roepen elkaar op en bepalen
elkaar. De beheersing van de natuur is slechts mogelijk door het ontwaken van
het individu en vice versa. Individualisering en technische beheersing,
rationalisme en empirisme gaan hand in hand. Het persoon-zijn ontwikkelt zich
hier in de richting van beheersing en de beheersing leidt op zijn beurt tot een
individualistische persoonsopvatting. Deze tijdgeest die gelooft in de macht van
de wetenschap en in de machtigheid van de mens die over de wetenschap
beschikt, heeft tot in onze dagen het denken en handelen gemotiveerd.
Individualisme en technische beheersing vormen de impliciete
vooronderstellingen van ons cultuurpatroon’.
• Lees de tekst hierboven en probeer er samenvattend de kern van op te
schrijven. Nee, niet gemakkelijk;-)
• Wat wil ‘Secularisering van religie, sacralisering van de persoon’
uitdrukken?
34. David Hume – Empiristische twijfel
De Schotse filosoof David Hume (1711 – 1776) twijfelde ook,
maar niet rationalistisch, zoals Descartes, maar Hume
twijfelde empiristisch.
• Wat is het verschil tussen rationalisme en empirisme?
• Hoe komt de mens aan kennis volgens David Hume?
• Wat is het verschil tussen de rationalistische twijfel van
Descartes en de empirische twijfel van Hume?
35. Immanuel Kant – Verlichting
Volgens de Duitse filosoof Immanuel Kant (1724 – 1804) is
Verlichting de bevrijding van de mens uit de onmondigheid
die hij aan zichzelf te wijten heeft.’ Kants motto is sapere
aude – durf te denken -, maar tegelijk wijst hij op de grenzen
van het verstand.
• Kijk het filmpje, wie is Immanuel Kant?
• Wat zegt Immanuel Kant over de Verlichting?
• Waarom zouden we de moderne tijd met Immanuel Kant
kunnen laten beginnen?
36. Les 4: Nieuwste tijd 1789 - 1945 De Verlichting en de industrialisatie hebben de
basis gelegd voor de moderne samenleving, onder
andere doordat de rol van religie werd
teruggedrongen: secularisatie en vervangen door
de rede, de ratio (het verstand). In de Nieuwste tijd
werden de levensvragen en uiteindelijke zinvraag
voorlopig beantwoord binnen de historische
context van de opkomst van Napoleon, het
Congres van Wenen, het Communisme, Fascisme
en Nationaalsocialisme. De Eerste en Tweede
Wereldoorlog kleurden de blik op de wereld en de
mens. De atoombom op Japan luidde de Koude
Oorlog in. Het begin van de eigentijdse tijd.
37. Karl Marx 1818 - 1883
Karl Marx en de industrialisatie: Voor Marx is
arbeid wezenlijk want door de arbeid is er
sprake van mens-zijn. In de arbeid komt de
mens pas tot ontplooiing… Marxisme.
• Beschrijf in het kort het leven van Karl Marx.
Karl Marx en religie (God): Veel geciteerd is de
zin van Marx: Die Religion ist das Opium des
Volkes. Het gaat Marx niet alleen om de
opheffing van de economische, maar ook van
de religieuze vervreemding.
• Wat is arbeid en economische vervreemding
in de filosofie van Marx?
• Hoe denkt Marx over religie, God en
religieuze vervreemding?
• Waarom stelde juist Marx vragen over
bijvoorbeeld de ‘arbeidende mens’? Waarom
was hij een kind van zijn tijd?
38. Les 4: Eigentijdse tijd 1945 - nu De atoombom op Japan eindigde de Tweede
Wereldoorlog, maar luidde de Koude Oorlog
en de grote dekolonisatie in. Het begin van de
eigentijdse tijd. Een tijd waarin er vele
ontwikkelingen plaatsvinden, die de wereld
relatief kleiner maken, zoals: globalisering, de
digitale revolutie en massacommunicatie.
Ideeën, (obscure) theorieën, tegenculturen en
zelfs terroristische opvattingen (en aanslagen)
worden ons live tussen de soep en de
aardappelen in, via televisie en internet,
getoond.
39. Karl Popper 1902 - 1994
De Engelse filosoof Karl Popper was van mening
dat we moeten blijven zoeken naar de waarheid,
met kritisch pluralisme (rationalisme). ‘Relativisme
is het standpunt dat men alles kan beweren, of
bijna alles en daarom niets. Alles is waar, of niets.
De waarheid heeft dus geen betekenis.
Kritisch pluralisme is het standpunt dat in het
belang van het zoeken naar waarheid elke theorie
– hoe meer theorieën hoe beter – tot concurrentie
met andere theorieën moet worden toegelaten.
Deze tolerante concurrentie bestaat uit de
rationele discussie van de theorieën en uit hun
kritische eliminering.
• Beschrijf samenvattend het leven en werk van
Karl Popper.
• Leg het kritisch maar tolerante pluralisme
(rationalisme) van Popper uit.
• Waarom is het niet zo gek, om na al die
opvattingen, te eindigen met het kritisch
pluralisme (rationalisme) van Popper?
40. Leerdoelen
• De leerling begrijpt wat LEF in historisch perspectief is en kan dit in eigen woorden verwoorden.
• De leerling kan aan de hand van Thales van Milete vertellen en toelichten wat filosofie is en hoe de
overgang tussen mythe en ratio de geboorte van de filosofie inluidde.
• De leerling kan in het algemeen uitleggen wie Socrates is, dat hij aan de basis stond van ethiek en in het
bijzonder de vroedvrouwmethode (Maieutikè-techniek/Socratisch gesprek).
• De leerling kan in het algemeen uitleggen wie Plato is en in het bijzonder het begrip herinnering en zijn
ideeënleer (dit laatste in relatie tot de Grot-allegorie en Socrates’ Maieutikè-techniek).
• De leerling kan in het algemeen uitleggen wie Aristoteles is en in het bijzonder zijn teleologische
eudaimonistische ethische stroming.
• De leerling kan uitleggen hoe het Christendom van vervolgde religie een staatsgodsdienst werd onder
Constantijn de Grote.
• De leerling kan aan de hand van kernbegrippen uitleggen waar en waarom de klassieke oudheid eindigt en
waar de Middeleeuwen beginnen.
• De leerling kan uitleggen hoe de Islam is ontstaan, wat de kernpunten van deze religie zijn en hoe, na de
dood van de Profeet Mohammed, er een grote expansie plaatsvond.
41. Leerdoelen
• De leerling kan de oorzaken en gevolgen noemen voor het Oosters Schisma in 1054.
• De leerling kan de ontmoeting tussen het Christendom en de Islam, tijdens de kruistochten
illustreren en de redenen hiervoor noemen..
• De leerling kan aan de hand van kernbegrippen uitleggen waar en waarom de Middeleeuwen eindigen
en de Nieuwe Tijd begint.
• De leerling kan in onze cultuurgeschiedenis twee grote crises aanwijzen en uitwerken.
• De leerling kan in het algemeen uitleggen wie Luther, Erasmus en Calvijn zijn en wat zij met de
kernbegrippen: reformatie, contrareformatie, katholiek en protestant te maken hebben.
• De leerling kan aan de hand van de wetenschappelijke revolutie (Copernicus, Galileo en Kepler) en het
begrip renaissance uitleggen waarom het mens- en wereldbeeld veranderd (geocentrisch naar
heliocentrisch, samen – individueel, memento mori – carpe diem).
• De leerling kan in het algemeen uitleggen wie Descartes en Hume zijn en wat het verschil is tussen de
rationalistische en empiristische twijfel.
• De leerling kan in het algemeen uitleggen wie Kant is en in het bijzonder zijn deontologische,
Kantiaans, ethische variant.
42. Leerdoelen
• De leerling kan uitleggen waarom Kant belangrijk was voor de Verlichting.
• De leerling kan uitleggen dat de Verlichting secularisatie (verder) in de hand heeft geholpen.
• De leerling kan aan de hand van kernbegrippen uitleggen waar en waarom de Nieuwe Tijd eindigt en
de Nieuwste Tijd begint.
• De leerling kan in het algemeen uitleggen wie Marx is en in het bijzonder zijn ideeën over
vervreemding en religie.
• De leerling kan aan de hand van kernbegrippen uitleggen waar en waarom de Nieuwste Tijd eindigt en
de Eigentijdse tijd begint.
• De leerling kan in het algemeen uitleggen wie Popper is en in het bijzonder zijn kritisch pluralisme
(rationalisme).
• De leerling kan het verschil aangeven tussen de Verkondigde en Historische Jezus, in relatie tot de
optiekentheorie.
• De leerling kan uitleggen wat ethiek is en wat waarden en normen en de ethische visies zijn.
• De leerling kan uitleggen wie Sartre en De Beauvoir zijn en in het bijzonder existentialisme (vrijheid –
verantwoordelijkheid) en feminisme.
43. Leerdoelen
• De leerling kan het thema: LEF in een historische context in een Levensbeschouwelijk, Ethisch en
Filosofisch perspectief plaatsen (ofwel: beargumenteerd en geïllustreerd koppelen aan LEF).
• De leerling werkt aan Soft Skills en de LEF-competenties, wordt zich hier bewust van en kan concreet
bewijzen hier aan gewerkt te hebben.
44. Maak een LEF-verslag aan de hand van de hierna
volgende 6 opdrachten (elke opdracht duidelijk uitleggen),
je verslag bestaat uit:
a. Een titelblad (met je naam en klas erop!)
b. Een inhoudsopgave/paginanummering
c. Een inleiding
d. De opdrachten verwerkt in hoofdstukken
e. Een evaluatie (opdracht 6)
f. Eventuele bijlages (denk aan bijvoorbeeld
bronvermelding).
45. Opdracht 1: Jezus en de optiekentheorie
• Wat houdt de optiekentheorie in historisch
perspectief in?
• Wie is Jezus van Nazareth en Christus (Maak
duidelijk dat er een verschil is tussen de
historische en verkondigde Jezus)?
• Wat heeft Jezus van Nazareth en Christus
met de optiekentheorie te maken?
46. Opdracht 2
a. Bekijk de volgende video over Erasmus, wie was hij?
b. Hoe vecht Erasmus tegen de misstanden in de kerk en wat
heeft zijn boek Lof der Zotheid daarmee te maken?
c. Wat waren de gevolgen van Maarten Luthers’ protest?
d. Waarom konden Maarten Luther en Desiderius Erasmus het
niet met elkaar vinden, noem enkele duidelijke verschillen
tussen beide heren? Gebruik ook deze tekst.
e. Erasmus is een gelovig man, maar van dogmatisme moet hij
niets hebben. Wat zou hij met dogmatisme bedoelen?
f. Waaraan heeft ons land zijn ontstaan te danken, volgens
deze tekst.
g. Erasmus kwam knel te zitten tussen Luther en de Paus in
Rome, hoe is dat uiteindelijk voor hem afgelopen?
47. Opdracht 3
a. Maak een samenvatting van het filmpje over de
kerkhervorming.
b. Zet de verschillen tussen Maarten Luther en Johannes Calvijn
tegenover elkaar aan de hand van het filmpje De Reformatie
Luther & Calvijn (je mag ook het filmpje over de
kerkhervorming gebruiken als extra bron).
c. Wie was Johannes Calvijn eigenlijk en wat had hij met de
reformatie te maken?
d. Het Christelijk Lyceum is een protestantste school, waarin
komt dat volgens jullie terug? Of merk je er helemaal niets
van?
48. Opdracht 4
a. Kijk de volgende video en zoek uit wie Jean Paul
Sartre is en Simone de Beauvoir?
b. Wat is existentialisme en feminisme?
c. Hoe denkt Sartre over Vrijheid en
Verantwoordelijkheid? Ben je het met hem eens?
d. Hoe denken Sartre en de Beauvoir over hun relatie
en het huwelijk? Ben jij het daarmee eens? Motiveer
je antwoord
49. Opdracht 5
a. Wat is ethiek, waarden en normen, hoe formuleer je
een ethische vraag en waarom is het ethisch
onderwerp een mythe? Filmpjes in eigen woorden
samenvatten, zodat ik kan zien dat je het begrepen
hebt.
b. Wat is de teleologische ethische en de
deontologische ethische visie?
c. Binnen welke ethische visie staat Immanuel Kant?
Motiveer je antwoord.
50. Opdracht 6 (evaluatie)
In deze opdracht evalueer je hoe het je is afgegaan om dit
verslag te maken. In minimaal 100 woorden beschrijf je de
onderstaande punten:
a. Heb ik geleerd wat er bij de leerdoelen staat
beschreven? Wat wel/niet?
b. Wat ging er goed?
c. Wat ging er minder goed?
d. Wat zou ik de volgende keer anders willen doen?
e. Wat kan er volgens jou verbeterd worden aan deze
opdrachten?