Kosten en opbrengsten

1. Management &
organisatie
Havo 5

2. Management en organisatie
1 Vereniging
2 Stichting
3 Marketing/
organisatie en
personeel
4 De EZ deel 1
5 De EZ deel 2 P.O 1x
Handelingsdeel
6 De NV P.O 1x
7 Examenbespreking
8 Centraal examen
1x
1x
1x
1x
2x
2x
2x

3. Examenonderwerpen
 Theorie commerciële en niet commerciële
organisaties
 Organisaties en personeelsbeleid
 Financiering
 Marketingbeleid
 Financieel beleid
 Informatievoorziening ICT
 Externe financiële verslaggeving

4. Resultatenrekening
 Overzicht van omzet, inkoopwaarde,
kosten en winst/verlies (resultaat)
 Opbrengst bepalen (P*Q)
 Kosten indelen
 Nettowinst bepalen

5. bedrijfskosten
Overheadkosten Inkoopkosten
Verkoopkosten Algemene kosten Financieringskosten

6. Resultatenrekening
 Omzet
 Kosten -
 Winst

7. Resultatenrekening
 Omzet
 Inkoopwaarde van de omzet –
 Brutowinst
 Bedrijfskosten –
 Nettowinst

8. Resultatenrekening
 Omzet
 Inkoopwaarde van de omzet –
 Brutowinst
 Overheadkosten
 Inkoopkosten –
 Nettowinst

9. Resultatenrekening
 Omzet
 Inkoopwaarde van de omzet –
 Brutowinst
 Algemene kosten
 Verkoopkosten
 financieringskosten
 Inkoopkosten –
 Nettowinst

10. Overheadkosten
 Verkoopkosten
 Reclame
 Loon vertegenwoordiger/ andere verkopers
 Provisiekosten
 Algemene kosten
 Loon directeur
 Administratiekosten
 benzinekosten
 Financieringskosten ( interestkosten)
 Rente
 Notariskosten

11. Resultatenrekening
 Omzet
 Inkoopwaarde van de omzet –
 Brutowinst
 Algemene kosten
 Verkoopkosten
 financieringskosten
 Inkoopkosten –
 Nettowinst
Overheadkosten

12. Oefenopdracht
 Afzet: 10.000 stuks
 Verkoopprijs: € 60,-
 Inkoopprijs: € 32,-
 Algemene kosten: 10% v/d omzet
 Verkoopkosten: 15% v/d brutowinst
 Financieringskosten: € 50.000,-
 Bereken de nettowinst !

13. oefenopdracht
 Het berekenen van financieringskosten
 D.m.v. het bereken van de rente van een schuld
(bv hypotheek)
 Bereken de financieringskosten als:
 Schuld: € 50.000,-
 Rente: 6%
 Aflossing: € 5.000,- per aflossing op 1 juli

14. Oefenopdracht
 Bereken de financieringskosten als:
 Schuld: € 460.000,-
 Interest: 7%
 Aflossing: € 10.000,- per aflossing op 1 april en
1 oktober