7. Voorraadwaardering (FIFO)
Voorbeeld 1
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,- per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
8. Voorraadwaardering (FIFO)
Voorbeeld 1
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,- per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Oplossing
Brutowinst per stuk 1,50 – 1,- = 0,50
9. Voorraadwaardering (FIFO)
Voorbeeld 1
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,- per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Oplossing
Brutowinst per stuk 1,50 – 1,- = 0,50
Dus de brutowinst in januari is 80 x (1,50 – 1,-) = 40,-
10. Voorraadwaardering (FIFO)
Voorbeeld 1
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,- per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Oplossing
Brutowinst per stuk 1,50 – 1,- = 0,50
Dus de brutowinst in januari is 80 x (1,50 – 1,-) = 40,-
Anders opgeschreven
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 - 80 x 1,- = 120,- - 80,- = 40,-
11. Voorraadwaardering (FIFO)
Voorbeeld 1
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,- per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Oplossing
De omzet en de inkoopwaarde moeten dus altijd op het verkochte aantal betrekking hebben
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 - 80 – 1,- = 120,- - 80,- = 40,-
12. Voorraadwaardering (FIFO)
Voorbeeld 2
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,- per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Nu wordt er een gegeven in de opgave veranderd waardoor een probleem ontstaat….
13. Voorraadwaardering (FIFO)
Voorbeeld 2
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Nu wordt er een gegeven in de opgave veranderd waadoor een probleem ontstaat….
Stel de prijs van de ingekochte gloeilampen van 11 januari bedroeg € 1,20
14. Voorraadwaardering (FIFO)
Voorbeeld 2
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Oplossing
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 -
De omzet is natuurlijk hetzelfde als in het vorige voorbeeld …
15. Voorraadwaardering (FIFO)
Voorbeeld 2
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Oplossing
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 -
Bij de inkoopwaarde ontstaat er het probleem
Welke inkoopprijs moet gebruikt worden ?
16. Voorraadwaardering (FIFO)
Voorbeeld 2
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Oplossing
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 -
Bij de inkoopwaarde ontstaat er het probleem
Welke inkoopprijs moet gebruikt worden ? De 1,- van de beginvoorraad of de 1,20 van de
inkoop van 11 januari ?
17. Voorraadwaardering (FIFO)
Voorbeeld 2
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Oplossing
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 -
FIFO betekent First –In – First –Out
18. Voorraadwaardering (FIFO)
Voorbeeld 2
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Oplossing
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 -
Bij FIFO nemen we dan ook aan dat de oudste voorraad het eerst verkocht wordt.
19. Voorraadwaardering (FIFO)
Voorbeeld 2
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Oplossing
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 -
Bij FIFO nemen we aan dat de oudste voorraad het eerst verkocht wordt. Dus we nemen
eerste de oudste voorraad en als die op is gebruiken we de nieuwere voorraad
20. Voorraadwaardering (FIFO)
Voorbeeld 2
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Oplossing
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 -
Dus de inkoopwaarde volgens FIFO wordt dan …
21. Voorraadwaardering (FIFO)
Voorbeeld 2
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Oplossing
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 - 40 x 1
Eerst de oudste (begin)voorraad
22. Voorraadwaardering (FIFO)
Voorbeeld 2
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Oplossing
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 - 40 x 1 + 40 x 1,20
Eerst de oudste (begin)voorraad en daarna aanvullen met de nieuwere voorraad.
23. Voorraadwaardering (FIFO)
Voorbeeld 2
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Oplossing
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 - 40 x 1 + 40 x 1,20 = 32,-
Dat geeft een brutowinst van 120,- - 88,- = 32,-
24. Voorraadwaardering (FIFO)
Voorbeeld 2
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 - 40 x 1 + 40 x 1,20 = 32,-
Bereken de waarde van de eindvoorraad op 31 januari
25. Voorraadwaardering (FIFO)
Voorbeeld 2
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 - 40 x 1 + 40 x 1,20 = 32,-
Bereken de waarde van de eindvoorraad op 31 januari
Er zijn nog (40 + 50 – 80 =) 10 stuks in voorraad
26. Voorraadwaardering (FIFO)
Voorbeeld 2
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 - 40 x 1 + 40 x 1,20 = 32,-
Bereken de waarde van de eindvoorraad op 31 januari
Er zijn nog (40 + 50 – 80 =) 10 stuks in voorraad
Deze worden gewaardeerd voor 1,20 per stuk
27. Voorraadwaardering (FIFO)
Voorbeeld 2
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 - 40 x 1 + 40 x 1,20 = 32,-
Bereken de waarde van de eindvoorraad op 31 januari
Er zijn nog (40 + 50 – 80 =) 10 stuks in voorraad
Deze worden gewaardeerd voor 1,20 per stuk (de beginvoorraad is al verkocht)
28. Voorraadwaardering (FIFO)
Voorbeeld 2
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 - 40 x 1 + 40 x 1,20 = 32,-
Bereken de waarde van de eindvoorraad op 31 januari
Er zijn nog (40 + 50 – 80 =) 10 stuks in voorraad
Deze worden gewaardeerd voor 1,20 per stuk (de beginvoorraad is al verkocht)
10 x 1,20 = 12,-
30. Voorraadwaardering (LIFO)
Voorbeeld
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Oplossing
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 -
De omzet is natuurlijk hetzelfde als in het vorige voorbeeld …
31. Voorraadwaardering (LIFO)
Voorbeeld
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Oplossing
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 -
Welke inkoopprijs moet gebruikt worden ?
32. Voorraadwaardering (LIFO)
Voorbeeld
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Oplossing
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 -
Welke inkoopprijs moet gebruikt worden ? De 1,- van de beginvoorraad of de 1,20 van de
inkoop van 11 januari ?
33. Voorraadwaardering (LIFO)
Voorbeeld
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Oplossing
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 -
LIFO betekent Last –In – First –Out
34. Voorraadwaardering (LIFO)
Voorbeeld
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Oplossing
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 -
Bij LIFO nemen we dan ook aan dat de laatst ingekochte voorraad het eerst verkocht wordt.
35. Voorraadwaardering (LIFO)
Voorbeeld
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Oplossing
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 -
Bij LIFO nemen we dan ook aan dat de laatst ingekochte voorraad het eerst verkocht wordt.
Dus we nemen eerste de laatst ingekochte voorraad en als die op is gebruiken we een oudere
voorraad
36. Voorraadwaardering (LIFO)
Voorbeeld
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Oplossing
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 -
Dus de inkoopwaarde volgens LIFO wordt dan …
37. Voorraadwaardering (LIFO)
Voorbeeld
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Oplossing
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 - 50 x 1,20
Eerst de laatst ingekochte voorraad
38. Voorraadwaardering (LIFO)
Voorbeeld
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Oplossing
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 - 50 x 1,20 + 30 x 1
Eerst de laatst ingekochte voorraad en daarna aanvullen met een oudere voorraad.
39. Voorraadwaardering (LIFO)
Voorbeeld
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Oplossing
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 - 50 x 1,20 + 30 x 1 = 30,-
Dat geeft een brutowinst van 120,- - 90,- = 30,-
40. Voorraadwaardering (LIFO)
Voorbeeld
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 - 50 x 1,20 + 30 x 1 = 30,-
Bereken de waarde van de eindvoorraad op 31 januari
41. Voorraadwaardering (LIFO)
Voorbeeld
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 - 50 x 1,20 + 30 x 1 = 30,-
Bereken de waarde van de eindvoorraad op 31 januari
Er zijn nog (40 + 50 – 80 =) 10 stuks in voorraad
42. Voorraadwaardering (LIFO)
Voorbeeld
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 - 50 x 1,20 + 30 x 1 = 30,-
Bereken de waarde van de eindvoorraad op 31 januari
Er zijn nog (40 + 50 – 80 =) 10 stuks in voorraad
Deze worden gewaardeerd voor 1,- per stuk
43. Voorraadwaardering (LIFO)
Voorbeeld
Een onderneming heeft op 1 januari 40 gloeilampen in voorraad met een inkoopprijs van
€ 1,- per stuk
Op 11 januari worden 50 gloeilampen ingekocht voor € 1,20 per stuk
Op 25 januari worden 80 gloeilampen verkocht voor € 1,50 per stuk
Bereken de brutowinst van de maand januari
Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst
80 x 1,50 - 50 x 1,20 + 30 x 1 = 30,-
Bereken de waarde van de eindvoorraad op 31 januari
Er zijn nog (40 + 50 – 80 =) 10 stuks in voorraad
Deze worden gewaardeerd voor 1,- per stuk
10 x 1,- = 10,-
44. Bezwaren FIFO methode:
• De FIFO methode leidt bij stijgende prijzen
tot een te gunstige berekening van de
brutowinst en omgekeerd.
• De voorraad op de balans wordt niet
gewaardeerd tegen actuele prijzen
45. Bezwaren LIFO methode:
• De LIFO methode leidt bij dalende prijzen
tot een te gunstige berekening van de
brutowinst en omgekeerd.
• De voorraad op de balans wordt niet
gewaardeerd tegen actuele prijzen
46. Vaste verrekenprijs
De vaste verrekenprijs is een schatting van
de gemiddelde inkoopprijs + inkoopkosten
voor een komende periode
47. Vaste verrekenprijs
Voorbeeld:
Gegeven: (voorcalculatie)
Geschatte inkoopprijs € 5,-
Geschatte inkoopkosten € 0,50
Vaste verrekenprijs € 5,50
De nacalculatorische gegevens over de
afgelopen periode zijn:
Ingekocht 800 stuks
Verkocht 1000 stuks à € 7,-
Inkoopprijs € 5,10
Inkoopkosten € 480,-
Bereken
1 het gerealiseerde verkoopresultaat
2 het resultaat op inkoopprijs
3 het resultaat op inkoopkosten
4 de brutowinst
48. Vaste verrekenprijs
Voorbeeld:
Gegeven: (voorcalculatie)
Geschatte inkoopprijs € 5,-
Geschatte inkoopkosten € 0,50
Vaste verrekenprijs € 5,50
1 het verkoopresultaat: 1000 x (€ 7,- - € 5,50) = € 1.500,- voordelig
2 Resultaat op inkoopprijs: 800 x (€ 5,- - € 5,10) = € 80 nadelig
3 Resultaat op inkoopkosten: (800 x € 0,50) - € 480) = € 80 nadelig
4 Brutowinst: € 1.500,- - € 80,- - € 80,- = € 1.340,-
De nacalculatorische gegevens over de
afgelopen periode zijn:
Ingekocht 800 stuks
Verkocht 1000 stuks à € 7,-
Inkoopprijs € 5,10
Inkoopkosten € 480,-
50. Vervangingswaardemethode
Voorbeeld:
Gegeven:
Beginvoorraad 1000 kg grondstof. De grondstof is ingekocht voor € 10,- per kg.
15/1: Afgegeven voor de productie 500 kg grondstof; vervangingsprijs € 10,-
21/1: Ontvangen 600 kg grondstof à € 11
25/1: Afgegeven voor de productie 400 kg grondstof; vervangingsprijs € 11,20
31/1: De vervangingsprijs is € 11,50
In de standaardkostprijs van het eindproduct wordt een prijs gehanteerd van € 11,-
Bereken voor de producten die zijn afgegeven het bedrag dat aan het bedrijfsresultaat
moet worden toegevoegd en bereken de eindvoorraad
51. Vervangingswaardemethode
Voorbeeld:
Gegeven:
Beginvoorraad 1000 kg grondstof. De grondstof is ingekocht voor € 10,- per kg.
15/1: Afgegeven voor de productie 500 kg grondstof; vervangingsprijs € 10,-
21/1: Ontvangen 600 kg grondstof à € 11
25/1: Afgegeven voor de productie 400 kg grondstof; vervangingsprijs € 11,20
31/1: De vervangingsprijs is € 11,50
In de standaardkostprijs van het eindproduct wordt een prijs gehanteerd van € 11,-
15/1: 500 kg x (€ 11,- - € 10,-) = € 500,- voordelig
Voordelig verschil € 420,-
Eindvoorraad: 700 kg x € 11,50 = € 8.050,-
25/1: 400 kg x (€ 11,- - € 11,20) = € 80,- nadelig