1. Lofzang op de vloeistof:
Diesel, water, petroleum, motorolie, koelvloeistof, methylalcohol, wasbenzine, aceton,
lampolie, versnellingsbakolie, epoxy, terpentine, thinner, schoonmaakazijn, diverse kleuren
verf, Relox, WD40, smeerolie, allesreiniger, bleekmiddel, afwasmiddel, gedestilleerd water,
dressing, olijfolie, port, ketchup, ketjap, handzeep, shampoo, doucheschuim, propaangas,
koperpoets, electro afscherming, kathon, carpolish, Le Tonkinois, gekookte lijnolie, Bilge All
Clean, epoxy thinner, teak ontvetter, Owatrol, ammoniak, tektyl, melk, jus d’orange, cola,
yoghurt, witte wijn, rode wijn en bier, mayonaise, schoenpoets, schoenvet, leverpastei,
pindakaas, nutella, appelstroop, bakvet, honing, Dhansak, Sikaflex 291, Sikaflex 290DC,
Duralac, Copaslip, bijenwas, vaseline en lagervet.
Alles is aan boord liefste, alles is aan boord. (Vrij naar Jack Nouws’ “Alles moet kapot”)
We galopperen met windkracht 5 voor de wind over de golven. De baro staat op 1025 en het
hoog dat ons al weken begeleidt ligt nog steeds voor Spanje en Portugal vastgeschroefd. Het
is een opluchting om weer te zeilen en gang te kunnen maken. We zijn onderweg naar Lagos,
Portugal en doen een wedstrijdje met een postpakketje uit Nederland wie het eerst er is.Het
leven aan boord krijgt al snel weer zijn ritme. Iets minder dan een etmaal wachten draaien is
voldoende om je slaapritme weer in het gareel te krijgen. Je komt frisser je bed uit en de
dingen lijken soepeler te gaan. Jan en ik bespeuren dat telkens weer na een vertrek.
Het samenwerken aan dek tussen Jan en mij ging al goed maar de routine komt er nu echt in.
Je tuigt deze boot met een zeilconfiguratie voor een bepaalde koers. IJsselmeerzeilen is er op
deze boot niet bij. Gestrekte koersen van uren zijn het devies. Wanneer je een boom te loevert
wil hebben of een spinnaker wilt hijsen dan trek je eerst een la met blokken open, steekt daar
een handvol van in je zak, steekt een bos barberhaulers achter je zwemvest en je haakt wat
schoten en neerhaler van de kapstok. Vervolgens krabbel je een rondje over de boot en
monteert het lopend werk zo links en rechts op de bolders, voetrail en voordek. Vervolgens
strijk je het voorzeil dat op het verkeerde (loef) voorstag zit. Klust dit naar lij en slaat een
tweede voorzeil aan (opletten dat de vallen goed zitten). Dan volgt het onvermijdelijke
gerommel met schoten over de boom, buitenom de bulletalie en binnen de boomschoot, door
de lei-ogen waar de fokkeschoot nog doorheen loopt (die er eerst uit moet). Dan trek je het
hele spul de lucht in, liert het door tot de juiste trim. Voila. En weer een half uur verder. Als
in de tussentijd het weer niet veranderd is of op het punt van omslaan staat, heb je een wachtje
rust. (Had ik je al verteld dat bij een gijp dit hele spul omgezet moet worden, inclusief de
voorzeilen en dat je ook de bulletalie en de Ariës trimlijnen niet vergeten moet?)
Dit geheel wordt vaak beschenen door een citroengele of sinaasappelkleurige halve maan op
de horizon, als de garnering op de rand van een cocktailglas. Overdag wordt de garni
aangevuld met armada’s van dolfijnen die vanaf de horizon op ramkoers naar je toe gebuiteld
komen, even rond de boot spelen en weer in formatie wegzwemmen. Het is eind november en
de korte broek kan overdag steeds vaker aan. ’s Nachts is het nog koud en eten we stamppot
en staat de grote beer onderste boven.
Na een aantal wachten is het logboek mijn enige houvast voor het tijdsverloop van de reis. De
wachten bepalen het ritme en niet het verlopen van de etmalen. Op een zonnige middag
krijgen we een windstilte en liggen we met de Portugese kust aan de bakboord horizon te
dobberen. Het is mijn wacht en Jan is beneden eieren aan het bakken. De zee is blak en het is
warm. Om me heen is niets te zien en ik ga naar beneden voor de lunch. We liggen buiten de
scheepvaartroutes. Eigenlijk is er voor het eerst nu niemand aan dek. Jan en ik hebben een
discussie over de ontwikkeling van de mens en over het Christendom. Jan claimt dat God
2. dood is en dat de mens als streven heeft om God te worden en om te kunnen scheppen. Door
middel van technologische ontwikkeling uiteindelijk leven en een heelal te kunnen vormen. Ik
vind dit nogal wat. Vooral de stelling dat God dood is. Ik ben even stil om het op me in te
laten werken. Plots kijkt Jan op. “Ik hoor wat!” en hij sprint naar buiten. Ik hoor het ook en
duik hem achterna. Op een 100 meter achter onze boot schuift een behoorlijke coaster met een
flinke vaart langs. “Waar komt die vandaan?” We verwachten een bemanningslid op de
brugvleugel voor een zwaaimomentje. Waarom zou die coaster anders zo dichtbij komen? Er
staat echter niemand. Wanneer de brug voorbij gegleden is kijken we de schuin de brug in om
te concluderen dat daar niemand uitkijk houdt. “Tjeezus, dat ding staat toch niet onbemand op
de stuurautomaat?” Ik zeg tegen Jan dat we hem op moeten roepen voor onze eigen
gemoedsrust. Jan roept hem op kanaal 16. Niets. “Die vent zit te poepen.” Het is even stil in
de kajuit. “Vanaf nu weer permanent weer iemand aan dek”, zegt Jan.
Dat ding heeft ons dus op een haar na gemist! Het hangt in de stilte in de kajuit. Ik zeg tegen
Jan dat hij me wat kan met zijn “God is dood”. Met één duwtje van zijn vinger stuurde hij
deze coaster achterlangs en besliste over leven en dood; ons lot.
Deze tocht langs de Spaanse en Portugese kust is indrukwekkend. We passeren steile
rotspartijen, kapen en bekende havens. Zo komen we langs Porto, passeren Cabo Carvoeiro.
We fantaseren over een biertje halen met de dinghy in Cascais wanneer we weer in een
windstilte liggen te dobberen. Lissabon drijft voorbij, we ronden Cabo São Vincente en
hebben het dan even gehad. We gaan in een baai voor anker en roeien voor het eerst met de
Dinghy naar de kant; de Godelieve achterlatend met een eenzaam ankerlichtje op. We eten op
de wal en maken kennis met Portugal. De volgende dag zeilen we door naar Lagos. De laatste
mijlen motoren we want de wind is weer eens weg. Bij de landval op Lagos vallen me de
Noord Afrikaanse invloeden op in de bouwstijl. Overal in de stad zie je lukraak torentjes met
doorkijkjes en minaret-achtige bolvormen. Ook de vuurtoren laat deze invloed zien. Het
kanaaltje naar de marina is wat ranzig maar de brede boulevard met palmbomen en
pastelkleurig gepleisterde gebouwen maakt het geheel mooi buitenlands. De vissersbootjes
aan de meerboeien zijn in de felle kleuren van de Portugese vlag geschilderd. Veel clichés bij
elkaar maar wel erg leuk.
Bij het inchecken bij de marina blijkt ons pakketje nog niet gearriveerd te zijn.
In Lagos wordt er weer een klussenlijst opgesteld en op onderdelenjacht gegaan. Allerlei
kleine dingetjes moeten weer gedaan worden. Alsmede het aanvullen van de voedselvoorraad.
Ook nu weer, zoals in iedere haven, duikt de uit Nederland meegekregen kerstboom weer op
uit een duister gat en ligt wederom gruwelijk in de weg. Hilariteit om licht moedeloos van te
worden.
Op weg naar een grote supermarkt om te provianderen komen we langs een winkeltje dat
“Anders nog iets?” heet en louter Nederlandsche waar aanbiedt. We gaan naar binnen om
verrijkt buiten te staan met uiteraard: speculaas, sambal en drop. De pindakaas is van
Euroshopper dus die lieten we staan.
Na een maand van huis te zijn en een week of wat onder de zon te lopen begint de stress van
IT security, vergadering, sales forecast, GSM, Palm en agenda weg te ebben. Ik heb geen
agenda, wat vandaag niet lukt moet morgen maar, de enige Palm waar ik mee te maken heb
groeit hier in het wild en probleempjes lossen zich ook op als je er alleen maar zachtjes
tegenaan duwt. Alle niet te missen tekenen van de naderende kerst doen me helemaal niets.
Feestelijke etalages, reclame op de radio en kerstversiering in de straten glijden van me af als
onwezenlijk in 20 graden zon en lekker droog weer. In mijn hooft wordt het wat rustiger en de
haast is uit mijn gang. Vandaag merkte ik dat heel duidelijk voor het eerst. Ik moest een
onmogelijk klein onbenullig rubber seal hebben voor ons onderwater toilet omdat daar
3. lekkage was ontstaan. Na een half uurtje kuieren langs een te dure watersport zaak en heerlijk
rommelige werfjes (Epoxydus: klussen in de winter in je T-shirt?) vond ik wat ik nodig had
op één van de werfjes. Ook weer geregeld. Tijd genoeg om rond te kijken op zo’n Zuid
Europese werf. Hier liggen gestrande haveloze bootjes en wereldzeilers. Doorstarters die op
hun droogstaande boot wonen en hun onderwaterschip opnieuw doen. Bouwers: Nederlanders
die hier een grote Cat aan het bouwen zijn en handige regelaars: Nederlanders die hier
dagtochten in authentieke houten zeilschepen organiseren met grotten bezoek en BBQ na en
nu hun boten opknappen voor het komende seizoen. Terug op onze boot in de steriele marina
monteer ik de nieuwe seal in de pleepomp. Hopla, klaar. Echter nu constateer ik weer een lek
op een andere plek. Mañana, nu eerst een biertje en wellicht een tukkie. Als de zon onder is
wordt het snel redelijk fris (we zitten op 370
Noord). Er wordt dan ook gewoon nog
Hollandsche stamppot gegeten aan boord gevolgd door een boerennacht van 22:00 tot 09:00.
Maar vanavond eten we een vis genaamd Cordina (nee, niet de Ford) uit de oven, gevulde
aubergine met geitenkaas uit de oven en rijst. Hoewel er permanent een vislijn overboord hing
onder het zeilen, heb ik nog niets gevangen. Deze vis komt van de veiling van Lagos. Tevens
bevindt zich daar de markt. Dit is een loods met op de grond vakken getekend van ongeveer 1
bij 1 meter. In ieder vak zit een boertje met zijn handel: groenten, fruit, kippen, zuidvruchten
en een weegschaal. Erg prettig shoppen om de victualiën weer aan te vullen. Het huishouden
neemt veel tijd in beslag. Jan en ik zijn permanent bezig met klusjes, schoonmaken, afwasjes,
boodschappen, koken en dingen verzinnen die gedaan moeten worden.
Donderdag de halve middag in de mast gebivakkeerd voor diverse klusjes, vrijdag een soort
PTT tentje bovenin de mast gebouwd tegen een beetje wind die de soldeerwerkzaamheden
aan de marifoonantenne bemoeilijkte. De marifoon doet het namelijk alleen als de
ontvangende partij zich heel dichtbij bevindt. Zeg maar een 100 meter. Da’s op zee niet zo
veel. De vermogenseindtrap ligt er waarschijnlijk uit door gare verbindingen in de coaxkabel
naar de antenne. Die eindtrap willen we pas op de Canaries laten maken omdat we geen zin
hebben om hier langer te blijven dan noodzakelijk. Help roepen op de grote zee en dan hopen
dat er iemand komt is er dus voorlopig even niet bij. Onze grote, groene Sailor RT144
marifoon bak hangt nu als een curiositeit aan de muur.
Vandaag (zondag 2 december lag ons pakketje klaar bij de receptie van de marina zodat er
geen enkele reden is, buiten proviandering , om hier langer tussen de pensionada’s te blijven
liggen. (Het Engelse echtpaar naast ons ligt hier de hele winter om in het voorjaar weer terug
naar Engeland te gaan. Waarom zeilen deze mensen niet door naar Fuerteventura, Lanzarote
of Recife? Deze marina is saaaaaiiii!). Morgen gaan wij door. Vanavond eten we in een door
TL buizen verlichte cantina Sardines en Viño Verde als afscheid aan Lagos.