SlideShare a Scribd company logo
1 of 46
Spoedinterventies
in UZ Gasthuisberg
bij psychiatrische patiënten:
een data-analyse van 2010 en 2014
Kim Van Vlasselaer
Ilke Callewaert
Promotor: Prof. Dr. J. De Lepeleire
Co-promotor: Prof. Dr. M. Sabbe
Inhoudstafel
1. Inleiding
- situering
- literatuur
2. Onderzoeksvragen
3. Methodologie
4. Resultaten
5. Discussie
6. Conclusie
2
Inleiding
Situering (1)
1. Psychiatrische spoedinterventies:
Toename door de-institutionalisering en ontstaan van
psychiatrische urgentieteams
34 000 psychiatrische spoedcontacten/jaar in België
13 000 patiënten met gemiddelde aanmelding van 2,6x per
patiënt
(Bruffaerts ea.) 4
Veeckman ea.
• Retrospectieve studie van psychiatrische spoedcontacten op
spoedgevallendienst van het Universitair Ziekenhuis in Brussel
• Globaal toename aan (psychiatrische) spoedinterventies
• 1% van alle aanmeldingen betreft psychiatrische problematiek
5
Situering (2)
2. Spoedinterventies bij psychiatrische patiënten:
Spoedgevallen UZ Gasthuisberg: 1551 patiënten van 2010
t.e.m. 2014
 Weinig gegevens over indicatie, diagnose, prognose,…
 Vertrekpunt voor ons beschrijvend statistisch onderzoek
6
Situering (3)
3. Identificatie van ‘terechte’ verwijzingen
• Groeiende interesse in definiëren van ‘appropriatness’
van verwijzingen
Wanneer is een verwijzing ‘terecht’ of ‘onterecht’
Hoeveel ‘onterechte’ verwijzingen (al dan niet
psychiatrisch) zijn er op de spoedgevallendienst van het
UZ GHB?
(Michielsen ea. (2015), Breen ea. (2013), Dempsey ea. (2002))7
Michielsen ea. (2015)
• Observationele prospectieve studie over de
‘appropriateness’ van verwijzingen door de huisarts naar
de spoedgevallendienst UZ GHB
• Definitie ‘appropriate’:
Verwijsbrief bevat symptomen/klachten die onmiddellijke
diagnose/behandeling vereisen
ESI (Emergency Severity Index) 1 of 2 bij triage
Nood aan interventies die enkel in ziekenhuissetting
beschikbaar zijn
• Resultaat: 73,8% ‘appropriate’ verwezen8
Onderzoeksvragen
Opzet
• Zicht krijgen op de psychiatrische patiënt die verwezen
wordt naar spoedgevallen vanuit een psychiatrische
instelling
 Verwijzende instelling
 Leeftijd, geslacht
 Moment van verwijzing
 Uitgevoerde technische prestaties op spoed
 Subjectieve meerwaarde van verwijzing
 Hospitalisatie na spoedopname
 Diagnose
 Mortaliteit
10
Na analyse…
• Vergelijking tussen verschillende instellingen
• Vergelijking 2010 en 2014
• Is er een invloed van de samenwerking tussen UPC Kortenberg
en UZ GHB op de manier van verwijzen?
• Zijn er bepaalde aandachtspunten/struikelblokken bij deze
verwijzingen?
• Later: terugkoppelen gevonden informatie naar de instellingen
om de efficiëntie van verwijzing te optimaliseren.
11
Methodologie
Dataverzameling
 Populatie
• Van 2010 t.e.m. 2014: 269 842 spoedcontacten in UZ GHB
• Hiervan: 1551 contacten verwezen vanuit psychiatrische
instelling
• 2010 : 356 patiëntencontacten
• 2014 : 300 patiëntencontacten
13
 Variabelen (1)
14
 Variabelen (2)
15
 Variabelen: subjectieve meerwaarde
• Volgens aanmeldingsklacht
• Eerst afzonderlijk, daarna toetsing aan elkaar
• In geval van verschil: herevaluatie volledige casus tot
consensus
16
Meerwaarde Geen meerwaarde
Thoracale pijn
Dyspnee
Commotioneel na val
Intoxicaties medicatie/alcohol
Hemodynamische decompensatie
Bewustzijnsverlies/verandering
Enz…
Oppervlakkige snijwondes
Angst, depressie
Hyperventilatie
Luxatie blaassonde
Enz…
Resultaten
A. Verwijzende instelling (1)
• 2 belangrijkste instellingen:
Universitair Psychiatrisch Centrum (UPC) Kortenberg (41,62%)
Psychiatrisch Centrum St. Kamillus (PCK) Bierbeek (42,53%)
• Andere (7,93%)
• NA (7,93%)
18
Verwijzende instelling (2)
19
PCK > UPC p < 0,044 UPC > PCK p = 0,041
PCK 2014 < PCK 2010 p < 0,0001
B. Geslacht
20
• Totaal: 52,29% mannen vs 47,71% vrouwen
Verdeling is significant
verschillend met p = 0,0001
B. Leeftijd
• Mediane leeftijd
- PCK Bierbeek: 55 jaar
- UPC Kortenberg: 63 jaar
• Patiënten vanuit PCK Bierbeek zijn gemiddeld 4,53 jaar jonger
dan vanuit UPC Kortenberg (p = 0,0116)
• Leeftijdscategorieën: 45-65j (32,62%), 65-85j (27,59%)
• 12,80% is jonger dan 25j
21
C. Moment van verwijzing: tijdstip
22
Moment van verwijzing: dag
23
p = 0,008
D. Technische prestaties
• 86,62% krijgt minstens één technisch onderzoek
Laboratoriumonderzoek: 70,68%
Beeldvorming: 72,42%
Functiemeting (excl. ECG): 30,82%
• 25,23% krijgt zowel labo, beeldvorming als functiemeting
• Er is een significante stijging in het aantal uitgevoerde
laboratoriumonderzoeken tussen 2010 (67,24%) en 2014
(74,75%) (p = 0,0364)
24
E. Subjectieve meerwaarde
25
2010: UPC >
PCK met p
=0,0051
2010 + 2014:
UPC > PCK met
p = 0,0142
F. Hospitalisatie
26
Totaal: 58,67% wordt gehospitaliseerd
2010: UPC >
PCK met p =
0,0051
G. Mortaliteit
• Globaal: 3,23% overleed tijdens spoedopname of
aansluitende hospitalisatie
PCK Bierbeek: 1,43%
UPC Kortenberg: 3,69%
27
H. Diagnose
28
• Traumatologie/orthopedie (26,66%)
Verwikkeld trauma (43%), automutilatie (21%), onverwikkeld trauma (19%), …
• Pneumologie (14,95%)
Infectie (67,3%), aspiratiepneumonie, longembolen, …
• Gastro-enterologie (14,18%)
Obstipatie, infectie, galblaaslijden, PEGsonde problemen, …
• Neurologie (9,55%):
Epilepsie (28%), commotio, TIA/CVA, hoofdpijn, meningitis, …
• Cardiologie (8,01%):
AMI, (on)stabiele angor, peri(myo)carditis, …
• Urologie (8,94%):
cystitis (46,42%), sondeprobleem (21,4%!), pyelonefritis, prostatitis, …29
1. Psychiatrie (21,42%)
30
• Automutilatie (dubbel
geregistreerd met ORT/THR)
betreft meestal oppervlakkige
snijwonden (geen meerwaarde)
• Intoxicatie (altijd meerwaarde)
• Andere: depressie, hyperventilatie,
angststoornissen, … (meestal
geen meerwaarde)
2010 > 2014 met p = 0,0012
2. Verwijzing o.w.v. verpleegkundige handeling
• 2,44% van alle verwijzingen
• Wisselen transurethrale/suprapubische sonde, wondzorg
(1), plaatsen perifeer infuus voor IV antibiotica (1)
31
Discussie
1. Vergelijking UPC Kortenberg en PCK Bierbeek
33
• Weinig significante verschillen tussen beide instellingen.
• We weerhouden:
- PC St. Kamillus en UPC Kortenberg hebben
vergelijkbaar aandeel in de verwijzingen naar
spoedgevallen
- PC St. Kamillus: meer mannen; UPC Kortenberg: meer
vrouwen
- Patiënten uit PC St. Kamillus waren gemiddeld 4,5 jaar
jonger dan patiënten vanuit UPC Kortenberg.
- Verwijzing vanuit UPC Kortenberg: vaker subjectieve
meerwaarde
2. Vergelijking 2010 en 2014
34
• Weinig significante verschillen
• We weerhouden:
- 2010: meer patiënten uit PC St. Kamillus Bierbeek (met
afname tussen 2010 en 2014)
- 2014: meer patiënten uit UPC Kortenberg
3. Invloed samenwerking UZ GHB en UPC
Kortenberg?
35
• Initieel idee: meer verwijzingen vanuit UPC Kortenberg in
2014 tov 2010 door samenwerkingsverband
• Echter niet statistisch significant
 Geen verschil in manier van verwijzen na opstarten
samenwerking
4. Aandachtspunten bij verwijzing? (1)
36
 Moment van verwijzing
• Ongeveer de helft van de verwijzingen is ‘s avonds, ‘s
nachts of in het weekend
• In totaal (2010 en 2014): meer verwijzingen op vrijdag
• Doch: geen verschil in pathologie op vrijdag
4. Aandachtspunten bij verwijzing? (2)
 Pathologie (1)
• Veel psychiatrische problematiek
Vb. Agressie, depressie, angst, …
Suggestie voor verder onderzoek:
Retrospectieve analyse opvolgnota’s assistenten psychiatrie
om de redenen tot doorverwijzing in te schatten
37
4. Aandachtspunten bij verwijzing? (3)
 Pathologie (2)
• Verwijzingen voor oppervlakkige snijwonden
(automutilatie)
 Onvoldoende vertrouwen/ervaring voor het uitvoeren van
hechtingen bij assistenten psychiatrie?
Suggestie voor verder onderzoek:
Positieve invloed van trainingssessies technische
vaardigheden op het aantal verwijzingen voor hechting?
38
4. Aandachtspunten bij verwijzing? (4)
 Pathologie (3)
• Verwijzingen voor basisverpleegkundige handelingen
(perifeer infuus, blaassondewissels, …)
 Intern overleg om dergelijke verwijzingen te optimaliseren
naar de toekomst toe
 Nood aan onderhoud/oefening technische vaardigheden?
39
5. Meerwaarde verwijzing
• Globaal: 74,77% ‘appropriate’ verwezen
• Ondanks subjectieve inschatting: zelfde resultaat als
Breen et al, Michielsen et al.
• Bekrachtigd doordat helft van de verwijzingen
gehospitaliseerd wordt voor diagnostiek en/of behandeling
40
Conclusie
• Meeste verwijzingen vanuit UPC Kortenberg en PCK
Bierbeek
• Weinig significante verschillen tussen beide instellingen
• Geen invloed van samenwerkingsverband tussen UPC
Kortenberg en UZ GHB
• De helft van de verwijzingen gebeurt buiten de werkuren,
met tijdens de week een piek op vrijdag
• De helft van de patiënten wordt opgenomen voor 24u
observatie of langer
42
• 75% van de verwijzingen wordt subjectief als meerwaarde
beoordeeld
• 1/5 van de verwijzingen bedraagt zuiver psychiatrische
problematiek, waarvoor in 30% van de gevallen geen
meerwaarde kan worden weerhouden
• Ongeveer 3% van de patiënten overlijdt na verwijzing
tijdens spoedopname of hospitalisatie
43
Opmerkingen?
Vragen?
Bronnen
• Breen BM., McCan M. Healthcare providers attitudes and perceptions
of ‘inapproprate attendance’ in the Emergency Department. Int. Emerg.
Nurs. 2013; 21: 180-185
• Bruffaerts R, Demyttenaere K, Claes SJ. Emergency psychiatry in
Belgium; a challenge for the mental health services. Tijdschr Psychiatr
2008; 13: 35-39
• Dempsey O.P, Bekker H.L. ‘Heads you win, tails I lose’: a critical
incident study of GPs’ decisions abouts emergency admission
referrals. Fam. Pract. 2002; 19: 611-619
• Hulens J, Sabbe M. In welke mate is de verwijzing van een patiënt,
door zijn huisarts, naar een spoedgevallenafdeling, terecht?
(Masterproef 2015)
• Michielsen H, Hulens J, Sabbe M. To which extent is GP referral to the
Emergency Department appropriate? (Masterproef 2015)
• Veeckman S, Hubloue I, Lauwaert D, Matthys F. Psychiatrische
aanmeldingen op de spoedgevallendienst van het UZ Brussel, 2003-
2012. Tijdschr Psychiatr 2015; 57: 323-331
46

More Related Content

What's hot

Ppt seminariewerk Wat gebeurt er in de Vlaamse Woonzorgcentra
Ppt seminariewerk Wat gebeurt er in de Vlaamse WoonzorgcentraPpt seminariewerk Wat gebeurt er in de Vlaamse Woonzorgcentra
Ppt seminariewerk Wat gebeurt er in de Vlaamse Woonzorgcentraleendhoore9
 
Lanceringsevenement expertisecentrum 'Psychisch Welzijn in Patiëntenzorg'
Lanceringsevenement expertisecentrum 'Psychisch Welzijn in Patiëntenzorg'Lanceringsevenement expertisecentrum 'Psychisch Welzijn in Patiëntenzorg'
Lanceringsevenement expertisecentrum 'Psychisch Welzijn in Patiëntenzorg'Karel de Grote Hogeschool
 
Samenwerking als antwoord in de basis ggz
Samenwerking als antwoord in de basis ggzSamenwerking als antwoord in de basis ggz
Samenwerking als antwoord in de basis ggzRaedelijn
 
Scriptie Mens in Evenwicht
Scriptie Mens in EvenwichtScriptie Mens in Evenwicht
Scriptie Mens in EvenwichtElise Bakker
 
Utrecht/Kenniscongres2016/20./ K. Hauber/Veranderingen in persoonlijkheidssto...
Utrecht/Kenniscongres2016/20./ K. Hauber/Veranderingen in persoonlijkheidssto...Utrecht/Kenniscongres2016/20./ K. Hauber/Veranderingen in persoonlijkheidssto...
Utrecht/Kenniscongres2016/20./ K. Hauber/Veranderingen in persoonlijkheidssto...Utrecht
 
Seminariewerk palliatieve sedatie
Seminariewerk palliatieve sedatieSeminariewerk palliatieve sedatie
Seminariewerk palliatieve sedatieLing Chow
 
Urgentiepsychiatrie Katho Kortrijk
Urgentiepsychiatrie Katho KortrijkUrgentiepsychiatrie Katho Kortrijk
Urgentiepsychiatrie Katho KortrijkKoen Titeca
 
Presentatie Wilsverklaring
Presentatie WilsverklaringPresentatie Wilsverklaring
Presentatie WilsverklaringGuda Scholten
 
Individueel Zorg Plan 16 11-2011
Individueel Zorg Plan  16 11-2011Individueel Zorg Plan  16 11-2011
Individueel Zorg Plan 16 11-2011Leo Kliphuis
 

What's hot (12)

Ppt seminariewerk Wat gebeurt er in de Vlaamse Woonzorgcentra
Ppt seminariewerk Wat gebeurt er in de Vlaamse WoonzorgcentraPpt seminariewerk Wat gebeurt er in de Vlaamse Woonzorgcentra
Ppt seminariewerk Wat gebeurt er in de Vlaamse Woonzorgcentra
 
Lanceringsevenement expertisecentrum 'Psychisch Welzijn in Patiëntenzorg'
Lanceringsevenement expertisecentrum 'Psychisch Welzijn in Patiëntenzorg'Lanceringsevenement expertisecentrum 'Psychisch Welzijn in Patiëntenzorg'
Lanceringsevenement expertisecentrum 'Psychisch Welzijn in Patiëntenzorg'
 
Samenwerking als antwoord in de basis ggz
Samenwerking als antwoord in de basis ggzSamenwerking als antwoord in de basis ggz
Samenwerking als antwoord in de basis ggz
 
Scriptie Mens in Evenwicht
Scriptie Mens in EvenwichtScriptie Mens in Evenwicht
Scriptie Mens in Evenwicht
 
Utrecht/Kenniscongres2016/20./ K. Hauber/Veranderingen in persoonlijkheidssto...
Utrecht/Kenniscongres2016/20./ K. Hauber/Veranderingen in persoonlijkheidssto...Utrecht/Kenniscongres2016/20./ K. Hauber/Veranderingen in persoonlijkheidssto...
Utrecht/Kenniscongres2016/20./ K. Hauber/Veranderingen in persoonlijkheidssto...
 
Seminariewerk palliatieve sedatie
Seminariewerk palliatieve sedatieSeminariewerk palliatieve sedatie
Seminariewerk palliatieve sedatie
 
Urgentiepsychiatrie Katho Kortrijk
Urgentiepsychiatrie Katho KortrijkUrgentiepsychiatrie Katho Kortrijk
Urgentiepsychiatrie Katho Kortrijk
 
Burn-out2
Burn-out2Burn-out2
Burn-out2
 
Burnout1
Burnout1Burnout1
Burnout1
 
Presentatie Wilsverklaring
Presentatie WilsverklaringPresentatie Wilsverklaring
Presentatie Wilsverklaring
 
Individueel Zorg Plan 16 11-2011
Individueel Zorg Plan  16 11-2011Individueel Zorg Plan  16 11-2011
Individueel Zorg Plan 16 11-2011
 
Beslishulp menopauze
Beslishulp menopauzeBeslishulp menopauze
Beslishulp menopauze
 

Similar to Finaal presentatie psychiatrische urg_ghb

Samenwerking en communicatie tussen huisartsenwachtposten en spoedgevallendie...
Samenwerking en communicatie tussen huisartsenwachtposten en spoedgevallendie...Samenwerking en communicatie tussen huisartsenwachtposten en spoedgevallendie...
Samenwerking en communicatie tussen huisartsenwachtposten en spoedgevallendie...seminariewerkwachtpost2015
 
Symposium 'de-kracht-van-schakels'
Symposium 'de-kracht-van-schakels'Symposium 'de-kracht-van-schakels'
Symposium 'de-kracht-van-schakels'Radboudumc
 
Alrijne medische staf 19 november 2018 slideshare
Alrijne medische staf 19 november 2018 slideshareAlrijne medische staf 19 november 2018 slideshare
Alrijne medische staf 19 november 2018 slideshareMarkus Oei
 
De ondersteuning van de huisarts bij zorg voor psychische problemen
De ondersteuning van de huisarts bij zorg voor psychische problemenDe ondersteuning van de huisarts bij zorg voor psychische problemen
De ondersteuning van de huisarts bij zorg voor psychische problementomjutten
 
Bezoek van de spoedopnames en hwp tijdens de wachtdienst in gent huisartsenge...
Bezoek van de spoedopnames en hwp tijdens de wachtdienst in gent huisartsenge...Bezoek van de spoedopnames en hwp tijdens de wachtdienst in gent huisartsenge...
Bezoek van de spoedopnames en hwp tijdens de wachtdienst in gent huisartsenge...Gezondheidsdienst
 
M-Health: Evaluatiecriteria & studiecentrum voor mobiele gezondheidsapplicaties
M-Health: Evaluatiecriteria & studiecentrum voor mobiele gezondheidsapplicatiesM-Health: Evaluatiecriteria & studiecentrum voor mobiele gezondheidsapplicaties
M-Health: Evaluatiecriteria & studiecentrum voor mobiele gezondheidsapplicatiesStein Omey
 
ZIN forum Zorginstituut Nederland 24 maart 2022.pptx
ZIN forum Zorginstituut Nederland 24 maart 2022.pptxZIN forum Zorginstituut Nederland 24 maart 2022.pptx
ZIN forum Zorginstituut Nederland 24 maart 2022.pptxMarkus Oei
 
Presentatie wachtpost Oost-Brabant
Presentatie wachtpost Oost-BrabantPresentatie wachtpost Oost-Brabant
Presentatie wachtpost Oost-BrabantLiesbethDD
 
Het gebruik van gestandaardiseerde vragenlijsten in de huisartsenpraktijk voo...
Het gebruik van gestandaardiseerde vragenlijsten in de huisartsenpraktijk voo...Het gebruik van gestandaardiseerde vragenlijsten in de huisartsenpraktijk voo...
Het gebruik van gestandaardiseerde vragenlijsten in de huisartsenpraktijk voo...Stefanie_VM
 
Dokter, ik kom volgende week want
Dokter, ik kom volgende week wantDokter, ik kom volgende week want
Dokter, ik kom volgende week wantKatrijnGhoos
 
Definitieve ppt ondervoeding
Definitieve ppt ondervoedingDefinitieve ppt ondervoeding
Definitieve ppt ondervoedingBoudewijn Hoog
 
Begeleide zelfzorg met en rondom de patiënt
Begeleide zelfzorg met en rondom de patiëntBegeleide zelfzorg met en rondom de patiënt
Begeleide zelfzorg met en rondom de patiëntNPCF
 
APOG 2016 - programmaboekje
APOG 2016 - programmaboekjeAPOG 2016 - programmaboekje
APOG 2016 - programmaboekjeClaire Stramrood
 

Similar to Finaal presentatie psychiatrische urg_ghb (20)

Samenwerking en communicatie tussen huisartsenwachtposten en spoedgevallendie...
Samenwerking en communicatie tussen huisartsenwachtposten en spoedgevallendie...Samenwerking en communicatie tussen huisartsenwachtposten en spoedgevallendie...
Samenwerking en communicatie tussen huisartsenwachtposten en spoedgevallendie...
 
Symposium 'de-kracht-van-schakels'
Symposium 'de-kracht-van-schakels'Symposium 'de-kracht-van-schakels'
Symposium 'de-kracht-van-schakels'
 
Presentatie Spoedzorgcongres Th
Presentatie Spoedzorgcongres ThPresentatie Spoedzorgcongres Th
Presentatie Spoedzorgcongres Th
 
Alrijne medische staf 19 november 2018 slideshare
Alrijne medische staf 19 november 2018 slideshareAlrijne medische staf 19 november 2018 slideshare
Alrijne medische staf 19 november 2018 slideshare
 
De ondersteuning van de huisarts bij zorg voor psychische problemen
De ondersteuning van de huisarts bij zorg voor psychische problemenDe ondersteuning van de huisarts bij zorg voor psychische problemen
De ondersteuning van de huisarts bij zorg voor psychische problemen
 
Bezoek van de spoedopnames en hwp tijdens de wachtdienst in gent huisartsenge...
Bezoek van de spoedopnames en hwp tijdens de wachtdienst in gent huisartsenge...Bezoek van de spoedopnames en hwp tijdens de wachtdienst in gent huisartsenge...
Bezoek van de spoedopnames en hwp tijdens de wachtdienst in gent huisartsenge...
 
SOH KJP - Voorjaarscongres NVvP 2016, drs. G. van de Loo
SOH KJP - Voorjaarscongres NVvP 2016, drs. G. van de LooSOH KJP - Voorjaarscongres NVvP 2016, drs. G. van de Loo
SOH KJP - Voorjaarscongres NVvP 2016, drs. G. van de Loo
 
Presentatie Spoedzorgcongres
Presentatie SpoedzorgcongresPresentatie Spoedzorgcongres
Presentatie Spoedzorgcongres
 
Fixatiebeleid
FixatiebeleidFixatiebeleid
Fixatiebeleid
 
M-Health: Evaluatiecriteria & studiecentrum voor mobiele gezondheidsapplicaties
M-Health: Evaluatiecriteria & studiecentrum voor mobiele gezondheidsapplicatiesM-Health: Evaluatiecriteria & studiecentrum voor mobiele gezondheidsapplicaties
M-Health: Evaluatiecriteria & studiecentrum voor mobiele gezondheidsapplicaties
 
Ebp en irb
Ebp en irbEbp en irb
Ebp en irb
 
ZIN forum Zorginstituut Nederland 24 maart 2022.pptx
ZIN forum Zorginstituut Nederland 24 maart 2022.pptxZIN forum Zorginstituut Nederland 24 maart 2022.pptx
ZIN forum Zorginstituut Nederland 24 maart 2022.pptx
 
Presentatie wachtpost Oost-Brabant
Presentatie wachtpost Oost-BrabantPresentatie wachtpost Oost-Brabant
Presentatie wachtpost Oost-Brabant
 
Torenvanbabel
TorenvanbabelTorenvanbabel
Torenvanbabel
 
Het gebruik van gestandaardiseerde vragenlijsten in de huisartsenpraktijk voo...
Het gebruik van gestandaardiseerde vragenlijsten in de huisartsenpraktijk voo...Het gebruik van gestandaardiseerde vragenlijsten in de huisartsenpraktijk voo...
Het gebruik van gestandaardiseerde vragenlijsten in de huisartsenpraktijk voo...
 
Dokter, ik kom volgende week want
Dokter, ik kom volgende week wantDokter, ik kom volgende week want
Dokter, ik kom volgende week want
 
Definitieve ppt ondervoeding
Definitieve ppt ondervoedingDefinitieve ppt ondervoeding
Definitieve ppt ondervoeding
 
Begeleide zelfzorg met en rondom de patiënt
Begeleide zelfzorg met en rondom de patiëntBegeleide zelfzorg met en rondom de patiënt
Begeleide zelfzorg met en rondom de patiënt
 
APOG 2016 - programmaboekje
APOG 2016 - programmaboekjeAPOG 2016 - programmaboekje
APOG 2016 - programmaboekje
 
Wondzorgcentrum
WondzorgcentrumWondzorgcentrum
Wondzorgcentrum
 

Finaal presentatie psychiatrische urg_ghb

  • 1. Spoedinterventies in UZ Gasthuisberg bij psychiatrische patiënten: een data-analyse van 2010 en 2014 Kim Van Vlasselaer Ilke Callewaert Promotor: Prof. Dr. J. De Lepeleire Co-promotor: Prof. Dr. M. Sabbe
  • 2. Inhoudstafel 1. Inleiding - situering - literatuur 2. Onderzoeksvragen 3. Methodologie 4. Resultaten 5. Discussie 6. Conclusie 2
  • 4. Situering (1) 1. Psychiatrische spoedinterventies: Toename door de-institutionalisering en ontstaan van psychiatrische urgentieteams 34 000 psychiatrische spoedcontacten/jaar in België 13 000 patiënten met gemiddelde aanmelding van 2,6x per patiënt (Bruffaerts ea.) 4
  • 5. Veeckman ea. • Retrospectieve studie van psychiatrische spoedcontacten op spoedgevallendienst van het Universitair Ziekenhuis in Brussel • Globaal toename aan (psychiatrische) spoedinterventies • 1% van alle aanmeldingen betreft psychiatrische problematiek 5
  • 6. Situering (2) 2. Spoedinterventies bij psychiatrische patiënten: Spoedgevallen UZ Gasthuisberg: 1551 patiënten van 2010 t.e.m. 2014  Weinig gegevens over indicatie, diagnose, prognose,…  Vertrekpunt voor ons beschrijvend statistisch onderzoek 6
  • 7. Situering (3) 3. Identificatie van ‘terechte’ verwijzingen • Groeiende interesse in definiëren van ‘appropriatness’ van verwijzingen Wanneer is een verwijzing ‘terecht’ of ‘onterecht’ Hoeveel ‘onterechte’ verwijzingen (al dan niet psychiatrisch) zijn er op de spoedgevallendienst van het UZ GHB? (Michielsen ea. (2015), Breen ea. (2013), Dempsey ea. (2002))7
  • 8. Michielsen ea. (2015) • Observationele prospectieve studie over de ‘appropriateness’ van verwijzingen door de huisarts naar de spoedgevallendienst UZ GHB • Definitie ‘appropriate’: Verwijsbrief bevat symptomen/klachten die onmiddellijke diagnose/behandeling vereisen ESI (Emergency Severity Index) 1 of 2 bij triage Nood aan interventies die enkel in ziekenhuissetting beschikbaar zijn • Resultaat: 73,8% ‘appropriate’ verwezen8
  • 10. Opzet • Zicht krijgen op de psychiatrische patiënt die verwezen wordt naar spoedgevallen vanuit een psychiatrische instelling  Verwijzende instelling  Leeftijd, geslacht  Moment van verwijzing  Uitgevoerde technische prestaties op spoed  Subjectieve meerwaarde van verwijzing  Hospitalisatie na spoedopname  Diagnose  Mortaliteit 10
  • 11. Na analyse… • Vergelijking tussen verschillende instellingen • Vergelijking 2010 en 2014 • Is er een invloed van de samenwerking tussen UPC Kortenberg en UZ GHB op de manier van verwijzen? • Zijn er bepaalde aandachtspunten/struikelblokken bij deze verwijzingen? • Later: terugkoppelen gevonden informatie naar de instellingen om de efficiëntie van verwijzing te optimaliseren. 11
  • 13. Dataverzameling  Populatie • Van 2010 t.e.m. 2014: 269 842 spoedcontacten in UZ GHB • Hiervan: 1551 contacten verwezen vanuit psychiatrische instelling • 2010 : 356 patiëntencontacten • 2014 : 300 patiëntencontacten 13
  • 16.  Variabelen: subjectieve meerwaarde • Volgens aanmeldingsklacht • Eerst afzonderlijk, daarna toetsing aan elkaar • In geval van verschil: herevaluatie volledige casus tot consensus 16 Meerwaarde Geen meerwaarde Thoracale pijn Dyspnee Commotioneel na val Intoxicaties medicatie/alcohol Hemodynamische decompensatie Bewustzijnsverlies/verandering Enz… Oppervlakkige snijwondes Angst, depressie Hyperventilatie Luxatie blaassonde Enz…
  • 18. A. Verwijzende instelling (1) • 2 belangrijkste instellingen: Universitair Psychiatrisch Centrum (UPC) Kortenberg (41,62%) Psychiatrisch Centrum St. Kamillus (PCK) Bierbeek (42,53%) • Andere (7,93%) • NA (7,93%) 18
  • 19. Verwijzende instelling (2) 19 PCK > UPC p < 0,044 UPC > PCK p = 0,041 PCK 2014 < PCK 2010 p < 0,0001
  • 20. B. Geslacht 20 • Totaal: 52,29% mannen vs 47,71% vrouwen Verdeling is significant verschillend met p = 0,0001
  • 21. B. Leeftijd • Mediane leeftijd - PCK Bierbeek: 55 jaar - UPC Kortenberg: 63 jaar • Patiënten vanuit PCK Bierbeek zijn gemiddeld 4,53 jaar jonger dan vanuit UPC Kortenberg (p = 0,0116) • Leeftijdscategorieën: 45-65j (32,62%), 65-85j (27,59%) • 12,80% is jonger dan 25j 21
  • 22. C. Moment van verwijzing: tijdstip 22
  • 23. Moment van verwijzing: dag 23 p = 0,008
  • 24. D. Technische prestaties • 86,62% krijgt minstens één technisch onderzoek Laboratoriumonderzoek: 70,68% Beeldvorming: 72,42% Functiemeting (excl. ECG): 30,82% • 25,23% krijgt zowel labo, beeldvorming als functiemeting • Er is een significante stijging in het aantal uitgevoerde laboratoriumonderzoeken tussen 2010 (67,24%) en 2014 (74,75%) (p = 0,0364) 24
  • 25. E. Subjectieve meerwaarde 25 2010: UPC > PCK met p =0,0051 2010 + 2014: UPC > PCK met p = 0,0142
  • 26. F. Hospitalisatie 26 Totaal: 58,67% wordt gehospitaliseerd 2010: UPC > PCK met p = 0,0051
  • 27. G. Mortaliteit • Globaal: 3,23% overleed tijdens spoedopname of aansluitende hospitalisatie PCK Bierbeek: 1,43% UPC Kortenberg: 3,69% 27
  • 29. • Traumatologie/orthopedie (26,66%) Verwikkeld trauma (43%), automutilatie (21%), onverwikkeld trauma (19%), … • Pneumologie (14,95%) Infectie (67,3%), aspiratiepneumonie, longembolen, … • Gastro-enterologie (14,18%) Obstipatie, infectie, galblaaslijden, PEGsonde problemen, … • Neurologie (9,55%): Epilepsie (28%), commotio, TIA/CVA, hoofdpijn, meningitis, … • Cardiologie (8,01%): AMI, (on)stabiele angor, peri(myo)carditis, … • Urologie (8,94%): cystitis (46,42%), sondeprobleem (21,4%!), pyelonefritis, prostatitis, …29
  • 30. 1. Psychiatrie (21,42%) 30 • Automutilatie (dubbel geregistreerd met ORT/THR) betreft meestal oppervlakkige snijwonden (geen meerwaarde) • Intoxicatie (altijd meerwaarde) • Andere: depressie, hyperventilatie, angststoornissen, … (meestal geen meerwaarde) 2010 > 2014 met p = 0,0012
  • 31. 2. Verwijzing o.w.v. verpleegkundige handeling • 2,44% van alle verwijzingen • Wisselen transurethrale/suprapubische sonde, wondzorg (1), plaatsen perifeer infuus voor IV antibiotica (1) 31
  • 33. 1. Vergelijking UPC Kortenberg en PCK Bierbeek 33 • Weinig significante verschillen tussen beide instellingen. • We weerhouden: - PC St. Kamillus en UPC Kortenberg hebben vergelijkbaar aandeel in de verwijzingen naar spoedgevallen - PC St. Kamillus: meer mannen; UPC Kortenberg: meer vrouwen - Patiënten uit PC St. Kamillus waren gemiddeld 4,5 jaar jonger dan patiënten vanuit UPC Kortenberg. - Verwijzing vanuit UPC Kortenberg: vaker subjectieve meerwaarde
  • 34. 2. Vergelijking 2010 en 2014 34 • Weinig significante verschillen • We weerhouden: - 2010: meer patiënten uit PC St. Kamillus Bierbeek (met afname tussen 2010 en 2014) - 2014: meer patiënten uit UPC Kortenberg
  • 35. 3. Invloed samenwerking UZ GHB en UPC Kortenberg? 35 • Initieel idee: meer verwijzingen vanuit UPC Kortenberg in 2014 tov 2010 door samenwerkingsverband • Echter niet statistisch significant  Geen verschil in manier van verwijzen na opstarten samenwerking
  • 36. 4. Aandachtspunten bij verwijzing? (1) 36  Moment van verwijzing • Ongeveer de helft van de verwijzingen is ‘s avonds, ‘s nachts of in het weekend • In totaal (2010 en 2014): meer verwijzingen op vrijdag • Doch: geen verschil in pathologie op vrijdag
  • 37. 4. Aandachtspunten bij verwijzing? (2)  Pathologie (1) • Veel psychiatrische problematiek Vb. Agressie, depressie, angst, … Suggestie voor verder onderzoek: Retrospectieve analyse opvolgnota’s assistenten psychiatrie om de redenen tot doorverwijzing in te schatten 37
  • 38. 4. Aandachtspunten bij verwijzing? (3)  Pathologie (2) • Verwijzingen voor oppervlakkige snijwonden (automutilatie)  Onvoldoende vertrouwen/ervaring voor het uitvoeren van hechtingen bij assistenten psychiatrie? Suggestie voor verder onderzoek: Positieve invloed van trainingssessies technische vaardigheden op het aantal verwijzingen voor hechting? 38
  • 39. 4. Aandachtspunten bij verwijzing? (4)  Pathologie (3) • Verwijzingen voor basisverpleegkundige handelingen (perifeer infuus, blaassondewissels, …)  Intern overleg om dergelijke verwijzingen te optimaliseren naar de toekomst toe  Nood aan onderhoud/oefening technische vaardigheden? 39
  • 40. 5. Meerwaarde verwijzing • Globaal: 74,77% ‘appropriate’ verwezen • Ondanks subjectieve inschatting: zelfde resultaat als Breen et al, Michielsen et al. • Bekrachtigd doordat helft van de verwijzingen gehospitaliseerd wordt voor diagnostiek en/of behandeling 40
  • 42. • Meeste verwijzingen vanuit UPC Kortenberg en PCK Bierbeek • Weinig significante verschillen tussen beide instellingen • Geen invloed van samenwerkingsverband tussen UPC Kortenberg en UZ GHB • De helft van de verwijzingen gebeurt buiten de werkuren, met tijdens de week een piek op vrijdag • De helft van de patiënten wordt opgenomen voor 24u observatie of langer 42
  • 43. • 75% van de verwijzingen wordt subjectief als meerwaarde beoordeeld • 1/5 van de verwijzingen bedraagt zuiver psychiatrische problematiek, waarvoor in 30% van de gevallen geen meerwaarde kan worden weerhouden • Ongeveer 3% van de patiënten overlijdt na verwijzing tijdens spoedopname of hospitalisatie 43
  • 46. • Breen BM., McCan M. Healthcare providers attitudes and perceptions of ‘inapproprate attendance’ in the Emergency Department. Int. Emerg. Nurs. 2013; 21: 180-185 • Bruffaerts R, Demyttenaere K, Claes SJ. Emergency psychiatry in Belgium; a challenge for the mental health services. Tijdschr Psychiatr 2008; 13: 35-39 • Dempsey O.P, Bekker H.L. ‘Heads you win, tails I lose’: a critical incident study of GPs’ decisions abouts emergency admission referrals. Fam. Pract. 2002; 19: 611-619 • Hulens J, Sabbe M. In welke mate is de verwijzing van een patiënt, door zijn huisarts, naar een spoedgevallenafdeling, terecht? (Masterproef 2015) • Michielsen H, Hulens J, Sabbe M. To which extent is GP referral to the Emergency Department appropriate? (Masterproef 2015) • Veeckman S, Hubloue I, Lauwaert D, Matthys F. Psychiatrische aanmeldingen op de spoedgevallendienst van het UZ Brussel, 2003- 2012. Tijdschr Psychiatr 2015; 57: 323-331 46

Editor's Notes

  1. We starten met een situering van het onderwerp in de literatuur. Daarna geven we kort het opzet van ons onderzoek en de vragen die we wilden beantwoorden. Vervolgens geven we een uiteenzetting van hoe we het onderzoek hebben opgezet, gevolgd door de resultaten. In de discussie bespreken we onze eigen bedenkingen.
  2. In de literatuur wordt er de laatste jaren vooral geschreven over het toenemend aantal aanmeldingen op spoedgevallen omwille van psychiatrische problematiek. Dit is vooral ontstaan door de de-institutionalisering en afname van de opnameduur enerzijds en het ontstaan van gespecialiseerde psychiatrische urgentieteams. In België zijn er zo’n 34 000 psychiatrische spoedcontacten per jaar, waarvan 13 000 patiënten die gemiddeld 2,6 keer de spoedgevallen consulteren.
  3. In een recente studie aan het Universitair Ziekenhuis van Brussel werd een beschrijvend onderzoek gedaan van alle spoedcontacten voor psychiatrische problematiek tussen 2003 en 2012. Daarin werd bevestigd dat er over de jaren heen een globale toename is van het aantal psychiatrische spoedinterventies. Ongeveer 1% van alle spoedcontacten betreft psychiatrische problematiek. De meeste patiënten bevinden zich in een relatief jonge leeftijdscategorie van 26 tot 45 jaar. De frequentst voorkomende pathologie zijn psychotische of depressieve stoornissen en alcohol- of middelenmisbruik.
  4. Weinig is echter geweten over de verwijzingen of aanmeldingen van psychiatrische patiënten uit psychiatrische instellingen voor allerhande problematiek, dus ook somatische klachten. Ook op de spoedgevallen van UZ GHB zijn er jaarlijks honderden verwijzingen vanuit dergelijke psychiatrische instellingen. Daarom onderzochten wij aan de hand van een retrospectieve studie de kenmerken van die verwijzingen.
  5. Een laatste voorbeschouwende bedenking gaat over de identificatie van ‘terechte ‘ verwijzingen. Zoals iedereen al heeft kunnen ervaren kan een spoedgevallendienst snel overbevolkt raken. Heel vaak wordt hiervoor intuïtief het groot aantal onterechte verwijzingen als grootste boosdoener aangewezen. Maar wat is een ‘terechte verwijzing’ en hoeveel ‘onterechte’ verwijzingen zijn er dan wel? De laatste jaren is er dan ook een groeiende interesse in het definiëren van de ‘appropriatness’ van verwijzingen. Een co-assistent urgentiegeneeskunde deed hierop samen met een studente verpleegkunde een interessant onderzoek.
  6. Samen beoordeelden zij de ‘appropriatness’ van een totaal van 378 verwijzingen door de huisarts door gebruik te maken van een uniforme definitie. Een verwijzing werd als ‘terecht’ beschouwd wanneer de verwijsbrief symptomen of klachten bevatte die onmiddellijke diagnose of behandeling vereisen (zoals hemodynamische decompensatie, thoracale pijn, respiratoire distress, …) of wanneer de patiënt bij triage als heel urgent of urgent werd gecategoriseerd of wanneer de huisarts interventies vermoedde die enkel in ziekenhuissetting beschikbaar zijn. Het resultaat van deze studie was dat 73,8% van de verwijzingen ‘appropriate’ of terecht was en dat dus ¼ van de patiënten beter door de huisarts zelf of in een andere setting was behandeld.
  7. Het opzet van onze studie bestond erin zicht te krijgen op de verwijzingen vanuit psychiatrische instellingen naar de spoedgevallendienst van het UZ GHB. Een aantal parameters werden daarvoor geregistreerd en geanalyseerd: verwijzende instelling, leeftijd en geslacht, aanmeldingsklacht en uiteindelijke diagnose, bestemming van de patiënt na spoedopname, enzovoort.
  8. Naast een beschrijving van de verschillende parameters wilden we ook een vergelijkend onderzoek doen tussen de verschillende instellingen en de twee onderzoeksjaren 2010 en 2014. Verder wilden we nagaan of dit onderzoek een vertrekpunt zou kunnen zijn voor een doorlichting van de interne organisatie van de verwijzende instellingen en of er bepaalde aandachtspunten/struikelblokken zijn die in de toekomst zouden kunnen worden geoptimaliseerd. Ook konden we nagaan of de samenwerking tussen het UZ GHB en UPC Kortenberg een invloed heeft gehad op de manier van verwijzen. Later zouden we de gevonden informatie kunnen terugkoppelen aan de instellingen om zo de efficiëntie van verwijzing te optimaliseren.
  9. Uit de meer dan 200 000 spoedcontacten in UZ GHB werd een lijst geselecteerd van 1551 patiënten uit psychiatrische instellingen in Leuven en omstreken. Wij deden een steekproef op de patiënten uit 2010 en 2014, wat een totaal van 656 patiënten opleverde.
  10. Voor iedere patiënt registreerden we een aantal parameters uit het dossier. We registreerden telkens: leeftijd en geslacht van de patiënt, de instelling van waaruit verwezen werd, de aanmeldingsklacht of reden van verwijzing. Verder werd ook het uur van inschrijving opgenomen, deze werd ingedeeld in 3 groepen: overdag tussen 8 en 18u, ’s nachts tussen 18 en 8 en in het weekend. Ook de uitgevoerde technische onderzoeken werden geregistreerd, eveneens ingedeeld in 3 groepen: laboratoriumonderzoek (bloedname, urineonderzoek, CSV), beeldvorming (echo, RX, CT, MR) en functiemetingen (echo cor, endoscopie). EKG werd bewust niet als een functiemeting geregistreerd, gezien de hedendaagse laagdrempeligheid voor het uit voeren. De uiteindelijke diagnoses werden ingedeeld volgens medische disciplines of orgaansysteem. Soms hoorden bepaalde diagnoses thuis in meerdere categorieën (bv pneumonie bij pneumo en infectie, automutilatie bij psy en ortho).
  11. Wanneer patiënten werden gehospitaliseerd werd gekeken hoelang die hospitalisatie duurde en wat de bestemming was na ontslag. Patiënten konden terug naar de oorspronkelijke instelling of naar een andere instelling en dit onmiddellijk na onderzoek, of na een observatie van max 24u of na klinische opname van meer dan 24u. Overlijdens tijdens opname werden eveneens geregistreerd.
  12. Tenslotte werd ook voor iedere patiënt een subjectieve inschatting gemaakt van de meerwaarde van spoedinterventie. Dit deden we op basis van aanmeldingsklacht om te voorkomen dat potentieel levensbedreigende symptomen als geen meerwaarde werden beoordeeld wanneer uiteindelijk geen bedreigende pathologie kon worden vastgesteld. Zo werden aanmeldingsklachten als thoracale pijn, dyspnee, hemodynamische decompensatie, val op hoofd met commotionele tekens, val met potentieel trauma ed. consequent als meerwaarde beoordeeld. Belangrijk te vermelden is dat binnen de groep van specifiek psychiatrische klachten de intoxicaties met alcohol of medicatie, de verwikkelde automutilatiewonden, en de ernstige psychoses als meerwaarde werden ingeschat. Andere psychiatrische problematiek, zoals depressieve klachten, angststoornissen, hysterie, suicidale ideaties, hyperventilatie ed. werden niet als meerwaarde weerhouden gezien deze beter in een gespecialiseerd psychiatrisch centrum zouden kunnen worden opgevangen. Deze subjectieve beoordeelde deden we eerst afzonderlijk. Daarna toetsen we ons oordeel aan elkaar om bij verschillendde inschatting aan de hand van herevaluatie tot een consensus te komen.
  13. UPC Kortenberg en PC St Kamillus in Bierbeek hebben duidelijk het grootste aandeel in de verwijzingen naar de spoedgevallendienst van het UZ GHB, met elk ongeveer 40% van de verwijzingen. Er is een restgroep van een kleine 8% waartoe andere instellingen behoren die elk afzonderlijk slechts een klein aandeel hebben. Verder was er ook voor een kleine 8% geen informatie over de instelling van afkomst.
  14. Wanneer we beide jaren afzonderlijk bekijken, zijn er in 2010 significant meer verwijzingen vanuit PCK Bierbeek dan vanuit UPC Kortenberg. Het omgekeerde geldt voor 2014. Bovendien zien we een significante daling van het aantal verwijzingen vanuit PCK Bierbeek in 2014. (van 50% naar 33,33%) Voor UPC Kortenberg is er echter geen significant verschil voor 2010 en 2014, wat aantoont dat er geen invloed is geweest van de samenwerking tussen UZ GHB en UPC Kortenberg.
  15. Op de totale patiëntenpopulatie worden ongeveer evenveel mannen als vrouwen doorverwezen, met een iets hoger aantal mannelijke patiënten. Wanneer we de instellingen afzonderlijk bekijken zien we dat er vanuit St Kamillus meer mannen worden verwezen en vanuit Kortenberg meer vrouwen.
  16. De leeftijd van de verwezen patiënten strekt zich uit van 9 tot 100 jaar, met voor St Kamillus een mediane leeftijd van 55 en voor Kortenberg 63 jaar. Patiënten uit Bierbeek zijn gemiddeld 4,53 jaar jongen. De meeste patiënten behoren tot de leeftijdscategorie 45-65 jaar. Ongeveer 12% is jonger dan 25 jaar.
  17. Verder zijn we ook gaan kijken naar het moment waarop patiënten werden verwezen. We maakten hier een onderscheid tussen verwijzing overdag, verwijzing ’s avonds en ’ s nachts en verwijzing in het weekend. De meeste verwijzingen gebeuren overdag, maar wanneer we de verwijzingen na 18u en de verwijzingen in het weekend samen nemen, zien we dat ongeveer evenveel patiënten worden verwezen tijdens de werkuren overdag als na de werkuren en in het weekend.
  18. Nog opmerkelijker was de vaststelling dat op het totale aantal patiëntencontacten het meeste verwijzingen plaatsvond op vrijdag (ongeveer 20%). In tegenstelling tot wat de figuur doet vermoeden zijn er geen significante verschillen tussen de instellingen.
  19. Meer dan 80% van de patiënten krijgt minstens 1 technisch onderzoek. 25% krijgt zowel labo, beeldvorming als functiemeting. Het aantal laboratoriumonderzoek steeg tussen 2010 en 2014.
  20. Op deze figuur staan de percentages patiënten/verwijzingen waarbij een subjectieve meerwaarde voor spoedinterventie werd toegekend. Zo zien we dat we zowel bij de patiëntencontacten van 2010 als 2014 ongeveer 75% van de verwijzingen als subjectieve meerwaarde hebben beoordeeld. Bovendien zien we dat de verwijzingen vanuit Kortenberg doorgaans vaker als meerwaarde worden ingeschat (dit vooral op volledige populatie en in 2010, niet in 2014 afzonderlijk.).
  21. Deze figuur toont hoeveel patiënten werden opgenomen na verwijzing naar de spoedgevallendienst (dit zowel voor een observatie van max 24u als een klinische opname van meer dan 24u) Op de totale patiëntenpopulatie (2010 + 2014) wordt 58% van de patiënten gehospitaliseerd. Er is geen significant verschil tussen 2010 en 2014. Enkel in 2010 zijn er duidelijk meer opnames vanuit Kortenberg dan vanuit Bierbeek. De andere verschillen zijn niet significant. De gemiddelde opnameduur bedraagt ongeveer 4,5 dagen, zowel in 2010 en 2014 en voor beide instellingen.
  22. We zagen een totale mortaliteit van 3,23%, 1,43% uit Bierbeek, 3,69% uit Kortenberg.  In 2010 was er een totale mortaliteit van 3,13% en in 2014 3,36%.  geen significante verschillen tussen kortenberg en bierbeek  wij beschikten voor de patiëntengroep uit 2010 ook over de gegevens van overlijden op later tijdstip: 17 overlijdens binnen het jaar na verwijzing, 10 overlijdens tussen één en twee jaar na verwijzing, 6 overlijdens tussen twee en drie jaar na verwijzing, en tot slot 3 overlijdens tussen drie en vier jaar na verwijzing.
  23. De voornaamste diagnoses behoorden tot de medische disciplines orthopedie/traumatologie, psychiatrie, pneumologie, gastro-enterologie en neurologie.
  24. Van alle patiënten verwezen voor een orthopedisch probleem had het grootste deel, 43%, een verwikkeld trauma. Afzonderlijk hiervan werd nog eens 8% verwezen met een heupfractuur. 1/5 van de patiënten in deze groep werd verwezen met snijwonden door automutilatie. Een kleine 20% werd gediagnosticeerd met een contusie of distorsie. De restgroep bestond uit patiënten met atraumatisch ruglijden, infectie van osteosynthesemateriaal, ed. De derde grootste groep vormde de patiëntenpopulatie met longaandoeningen. Meestal betrof het infecties, al dan niet verwikkeld. Ook een aspiratiepneumonie (11,6%) kwam frequent voor. De restgroep (21%) werd gediagnosticeerd met COPD, COPD exacerbatie, longembolen, ed. Ook gastro-enterologische diagnoses waren frequent. Heel vaak ging het over obstipatie, virale of bacteriële infecties, galblaaspathologie of PEG sonde problematiek. De overige medische disciplines kwamen in lagere frequenties voor, doch zeker niet onbelangrijk. Opmerkelijk hierbij was vooral dat 21,4% van de urologische problemen bestond uit sondeproblematiek. Epilepsie (28%), vermoeden commotio (14%), subarachnoïdale bloeding (6%), TIA/CVA (8%), hoofdpijn, meningitis, tumoren, … cystitis (46,42%) (al dan niet met urosepsis), sondeprobleem (21,4%!) andere infecties (10,7%) (pyonefrose, peyelonefritis, prostatitis, …)
  25. Binnen de populatie patiënten specifiek verwezen voor psychiatrische pathologie werd ongeveer 30% verwezen voor auto-intoxicaties met alcohol, medicatie of andere giftige stoffen, meestal in kader van een suïcidepoging. 26% van deze groep werd verwezen voor verzorging van automutilatiewonden, zowel oppervlakkige als gecompliceerde. Een grote 40% van de psychiatrische problematiek bestond uit depressieve stoornissen, angststoornissen, hyperventilatie, psychoses, deliria, … In 2014 (p= 0,0149) en in 2010+2014 (p= 0?0415) zijn er significant meer psychiatrische verwijzingen vanuit Kortenberg.
  26. Deze laatste vaststelling zette aan tot het berekenen van het aantal patiënten dat wordt verwezen voor verpleegkundige handelingen, zoals het plaatsen van een blaassonde, wondzorg, PEG sonde verzorging of het plaatsen van een perifeer infuus. We vonden zo dat 2,44% van alle patiënten verwezen wordt voor dergelijke verpleegkundige zorgen. 2,57% vanuit Kortenberg, 3,23% vanuit Bierbeek.
  27. Laten we even terugkomen op onze initiële onderzoeksvragen. Wanneer we de twee grootste instellingen vergeleken waren er slechts weinig significante verschillen. We weerhouden wel: ….
  28. Bij vergelijking van 2010 met 2014 vonden we eveneens weinig significante verschillen. Wel weerhouden we dat er in 2010 meer patiënten werden verwezen vanuit Bierbeek en in 2014 meer patiënten vanuit UPC Kortenberg. En dat de verwijzingen vanuit Bierbeek daalden tussen 2010 en 2014. In 2014 waren er ook meer laboratoriumonderzoeken, hoewel dit weinig relevant is.
  29. De vraag of er een verandering was in de manier van verwijzen na opstarten van het samenwerkingsverband tussen UZ GHB en UPC Kortenberg kan ontkennend beantwoord worden. De absolute cijfers toonden ons initieel dat er in 2014 wel meer verwijzingen waren, maar dit verschil was niet significant. We kunnen dus besluiten dat de samenwerking geen invloed gehad heeft op de manier van verwijzen.
  30. Verder wilden we ook nagaan of er uit het onderzoek aandachtspunten naar voor kwamen voor het optimaliseren van de verwijzingen in de toekomst. In eerste instantie merkten we op dat de helft van de verwijzingen plaatsvond ‘s avonds, ‘s nachts of in het weekend. Analyse van de data toonde echter geen verschil in pathologie op vrijdagen tov de andere weekdagen. Verder onderzoek zou kunnen uitwijzen waarom er meer verwijzingen zijn op vrijdag.
  31. Wat betreft de pathologie deden we ook enkele opmerkelijke vaststellingen. Zo worden heel veel patiënten verwezen omwille van psychiatrische problematiek die eigenlijk in een gespecialiseerde psychiatrische instelling zou moeten behandeld worden. Denk maar aan depressieve stoornissen, angststoornissen, suïcidale ideaties, hyperventilatie, hysterie, enz. Om beter in te schatten wat dan de drijfveren zijn voor dergelijke verwijzingen kan een retrospectieve analyse van de opvolgnota’s van de assistenten psychiatrie uitgevoerd worden.
  32. Ook worden een groot aantal oppervlakkige snijwonden doorverwezen voor hechting op de spoedgevallendienst. Plausibel is dat assistenten psychiatrie onvoldoende vertrouwen en ervaring hebben voor het uitvoeren van hechtingen. Er kan na gegaan worden of het organiseren van trainingssessies technische vaardigheden een positieve invloed heeft op deze verwijzingen.
  33. Opvallend was dat er ook een aantal patiënten werden verwezen voor basisverpleegkundige handelingen, zoals wondzorg, plaatsen perifeer infuus, plaatsen blaassonde, verzorging PEG sonde. Dit kan bij intern overleg aangehaald worden om de oorzaak te achterhalen en dergelijke verwijzingen in de toekomst te optimaliseren. Eventueel kan nagegaan worden of het inoefenen van deze vaardigheden een gunstige invloed kan hebben.
  34. Tot slot nog eens kort terugkomen op de meerwaarde van verwijzing naar spoedgevallen. Met onze subjectieve inschatting vonden we een meerwaarde van spoedinterventie bij ongeveer 75% van de verwijzingen. Zoals eerder gezegd, werd in het onderzoek van de co-assistent urgentie een appropriatness van 73,8% gevonden, wat dus ongeveer overeenkomt met onze subjectieve inschatting. Veel verwijzingen zijn dus wel zinvol en dit wordt nog eens bekrachtigd doordat de helft van de patiënten wordt gehospitaliseerd voor verdere diagnostiek en behandeling. De mortaliteit van 3% die wij vonden dient nog vergeleken te worden met de algemene mortaliteitscijfers bij patiënten die zich presenteren op spoedgevallen.
  35. Ter conclusie: De meeste verwijzingen naar de spoedgevallen komen vanuit UPC Kortenberg en PCK Bierbeek. We vonden weinig significante verschillen tussen beide instellingen Wel kan gezegd worden dat er geen invloed is geweest van samenwerking tss UPC en UZ GHB De helft van de patiënten wordt opgenomen De helft van de patiënten wordt verwezen na de werkuren tijdens de week, en dit voornamelijk op vrijdag, en in het weekend
  36. 75% van de verwijzingen werd door ons subjectief als meerwaarde beoordeeld, wat overeenkomt met het resultaat via gestandaardiseerde beoordelingsmethodes 1/5 van de patiënten wordt verwezen voor psychiatrische problematiek, waarvan 30% eigenlijk even goed behandeld zou kunnen worden in het gespecialiseerd psychiatrisch centrum Ongeveer 3% van de patiënten overlijdt na verwijzing tijdens spoedopname of hospitalisatie, wat nog dient vergeleken te worden met algemene mortaliteitscijfers.