3. P = Paradigma
O = Oriëntatie
W = Welzijn
E = Energie
R = Reflectie
4. De besturingssoftware van onze hersenen, waardoor
wordt bepaald wat we denken en voelen en hoe we
handelen en gebeurtenissen interpreteren.
5. Verschillende paradigma’s
In teams
Gedeelde pardigma’s
Belemmerende en
conflicterende overtuigingen
Group think
Mindsetting
6. Onze kijk op onszelf, anderen en op de
wereld.
Waar ligt onze focus?
Waar richten we onze aandacht op?
7. Wat is de centrale oriëntatie in het team?
- Overeenkomsten of verschillen
- Conflict of harmonie
- Relaties of taken
8. Hoe zorgen we voor ons welzijn – fysiek, mentaal,
emotioneel en spritueel?
Wat is voor ons waardevol en hoe ervaren wij waardering?
Op welke wijze wordt ons welzijn positief of negatief
beinvloed.
9. Wat draagt bij aan het welzijn van het team?
Waardoor wordt het team welzijn positief en negatief be ïnvloed?
Er is een wisselwerking tussen het team welzijn en het welzijn
van de afzonderlijke teamleden.
10. De mate van energiek zijn op mentaal, fysiek en sociaal -
emotioneel niveau. Wat levert ons energie op en wat kost ons
energie?
11. Wat is de gezamenlijke passie in het team en waardoor wordt
synergie bereikt?
12. De vaardigheid om in de spiegel te kijken en ons
handelen kritisch-constructief te kunnen analyseren.
13. Reflectie op de samenwerking
Intervisie – collegiale feedback
Mastermind group: elkaar scherp houden
15. Kennis opdoen
Oefenen en trainen
Evalueren
Resetten
Synchroniseren: je nieuwe kennis en reflectie in je dagelijkse leven
integreren
16. Acceptatie: accepteer het zoals het is in het team
Analyse: onderzoek waarom het zo is en hoe het anders kan
Alternatief gedrag: pas nieuw/ander gedrag toe