SlideShare a Scribd company logo
1 of 30
 
Hoofdstuk 1; De laatste loodjes Woedend verkreukelt Yasmine Zoeten de brief in haar hand, en vliegt over de stoep. Met driftige pas loopt ze naar het centrum van de stad, toeterende auto`s negerend. Voorbijgangers werpen een geïnteresseerde blik op haar, maar door de tranen in haar ogen merkt ze het niet. Kijken hoeft ze niet, ze weet de weg van haar huis naar het kantoor van Bas uit haar hoofd.
Op automatische piloot loopt ze tussen de voetgangers door, en herhaalt de brief in haar ogen. Elke regel ziet ze voor zich, maar ze maken haar woedend. Wat een laffe manier. Haar op die manier dumpen. Ze zal hen eens laten weten. Er valt met haar niet te sollen. Ze ziet het grote kantoor gebouw al in de verte, en versnelt haar pas.
Ze steekt de straten gewoon over, en kijkt nauwelijks om naar de geluiden die chauffeurs en voetgangers naar haar maken. Ze voelt de duizendste traan langs haar wang naar beneden glijden. Ze stopt, en veegt hem weg. “Gelul,” mompelt ze, woede klopt in haar hele lichaam. Ze kijkt op naar het kantoor boven haar. Ze ziet zich al voor zich hoe Bas daar in zijn kantoor zit.
“ Je zult het weten,” mompelt Yasmine. Ze pakt de brief weer voor zich, en leest hem vlug door. Ze voelt hoe elk woord haar pijn doet. Furieus loopt ze de straat over naar het kantoor. Maar een piepend geluid doet haar opschrikken. Ze ziet hoe een auto naar haar toe rijdt, de chauffeur geschrokken, en te verlamd om te remmen. Yasmine voelt hoe angst haar doet verstijven.
Een grote klap tegen haar lichaam gooit haar tegen de grond, en ze voelt hoe alle adem uit haar geslagen wordt. Gegil en geschreeuw van alle kanten houdt haar wakker. De brief dwarrelt uit haar hand, en ze ziet hoe een zwarte lijn rond haar ogen groter wordt. De brief belandt vlak naast haar hoofd, en dat is het laatste wat ze ziet.
Een zee van wit omringt haar. Ze heeft het gevoel dat ze zwemt, en dat ze probeert te voorkomen om kopje onder te gaan. Een irritante pieptoon houdt haar net boven water, en als ze haar ogen probeert te openen, ziet ze alleen maar wit. Ze kreunt, en hoort meteen dat iemand tegen haar begint te praten.
Ze probeert haar mond te openen, maar ze kan het niet. Ze heeft de kracht er niet voor. Ze voelt hoe haar hand wordt gepakt, en ze probeert de hand vast te grijpen, maar daar heeft ze de kracht ook niet voor. Ze sluit haar ogen, en zucht. De persoon blijft praten, een stroom van woorden die ze niet hoort, en ze zakt weg.
Als ze weer wakker wordt, hoort ze twee stemmen op een zachte toon met elkaar discussiëren. Yasmine wil dat ze ophouden, en ongeduldig slaat ze met haar hand, alsof ze een vlieg wil verjagen. De stemmen blijven door praten, deze keer wat harder, alsof de afstand tussen haar en de stemmen verminderd is.
Ze opent haar ogen, en ziet dat, waar ze ook mag liggen, het schemerig is. Op een afstandje van haar staan een dokter met een verpleger te praten, wat de twee stemmen verklaart. Ze zien eruit als dokters, of eentje ervan. De andere ziet er overduidelijk uit als een verpleger. De dokter houdt een klembord vast, en wijst er soms op. De verpleger kijkt mee, en ziet eruit alsof hij bezwaar maakt.
“ Dokter, u moet begrijpen. Ze is een kritiek geval,” mompelt de verpleger, en hij fronst zijn wenkbrauwen. “John, ik begrijp dat de kans klein is dat ze het zal overleven, maar ik geef het niet op,” zegt de dokter gedecideerd. Ze legt het klembord weg, en draait zich om. “Maar dokter,” protesteert de verpleger, en de dokter draait zich weer om.
Onbehaaglijk legt Yasmine haar hoofd weer op het kussen, en zucht. Het is duidelijk dat de twee haar niet opmerken, al hebben ze het duidelijk over haar. Ze wil boos opstaan, en hun erop wijzen dat ze zich piepfijn voelt, maar ze kan het niet. Iets houdt haar tegen, al weet ze niet wat.
“ Ze zal nooit volledig kunnen herstellen van het ongeluk. We weten nu al zeker dat ze in een rolstoel terecht zal komen,” zegt de verpleger. “Maar ik geef het niet op, het is nog niet honderd procent zeker,” mompelt de dokter, die de status opnieuw bekijkt. Ze kijkt naar het bed, waar Yasmine in ligt, en mompelt iets onverstaanbaars.
“ Kom op, John, we moeten nog bij andere patiënten langs,” zegt de dokter opeens, en ze legt de status weg. Ze marcheert de deur uit, en John, de verpleger, volgt haar op de voet. Als de deur dicht valt, opent Yasmine haar ogen weer, en probeert het gesprek van net te beseffen.
‘ We weten nu al zeker dat ze in een rolstoel terecht zal komen,’ de zin galmt na in haar oren, en ze voelt hoe een traan langs haar slaap naar beneden glijdt. Dit is het dan, haar leven is voorbij. Ze probeert haar voet te bewegen, en haar voet beweegt mee. ‘Het lijkt normaal te functioneren,’ denkt ze verbaasd.
‘ Ach, ik zal er zeker niet meer op kunnen staan, of zoiets dergelijks,’ bedenkt ze zich. Ze neemt een besluit. Niemand zal het erg vinden als ze even probeert of het echt zo is. Ze komt overeind, strijkt haar blonde haren naar achter, die helemaal in de war zitten. Ze slaat de deken van zich af, en gaat op het randje van het bed zitten.
Voor ze gaat staan, bekijkt ze met afschuw haar nachtkleding van het ziekenhuis. “Lelijker kan niet,” zegt ze verafschuwd. Ze grijpt met haar handen de rand van het bed vast, en blijft even zitten. “Op hoop van zege,” fluistert ze, en ze zet haar voeten neer op de grond. Ze gaat op haar benen staan.
Hooguit wiebelt ze een beetje op haar benen, maar ze staat redelijk stevig op haar benen. Het lijkt wel alsof er niets mis is met haar benen, alleen dat haar benen een tijdje gelegen hebben, waardoor het bloed ernaar toe moet stromen. Voorzichtig tilt ze haar ene voet op, en zet die weer neer. “Niets mis,” fluistert Yasmine in opperste concentratie.
Ze loopt langzaam een rondje, en ze kan het niet geloven. ‘Er is óf een wonder gebeurd, óf ze hadden het niet over mij, wat me niet waarschijnlijk lijkt,’ denkt Yasmine, terwijl ze neerploft in een stoel. Ze strekt haar benen, en komt tot de conclusie dat alles perfect werkt. “Waarom zeggen ze dat ik niet kan lopen?” vraagt ze.
Ze staat op, en kijkt uit het raam. Het daglicht verdwijnt langzaam, en de zon staat laag aan de hemel, die de gebouwen schaars verlicht. Overal ziet ze auto`s rijden, die duidelijk op weg zijn naar het thuisfront. Zuchtend draait ze zich weg van het raam, en loopt naar het bed. Halverwege stopt ze.
In het bed, waar Yasmine net uit geklommen was, ligt nu een blonde vrouw te slapen. “Wat gebeurt hier,” mompelt Yasmine, terwijl ze ongelovig kijkt naar de vrouw. Langzaam loopt ze naar het bed, en ze knijpt in haar arm. ‘Het zou best kunnen dat ik nu aan het dromen ben,’ denkt Yasmine, terwijl ze harder knijpt.
Maar ze voelt de pijn in haar arm, en laat haar arm los. “Verdomme,” mompelt ze, en ze wrijft over haar arm. Ze stopt vlak naast het bed, en kan het niet geloven. “Dit wordt raar, toen net lag ik nog in dat bed, en nu ligt zij er,” fluistert ze. De vrouw is in diepe slaap, en heeft een paar enge schrammen en wondjes op haar gezicht. Ze haalt moeilijk maar diep adem.
“ Wat is er met je gebeurd?” fluistert Yasmine, die over de deken strijkt. Ze trekt de deken wat omlaag, en schrikt. De vrouw heeft net als haar een moedervlek in de vorm van een hartje in haar nek. “Ben ik…” Verder komt ze niet, want de deur gaat open. Yasmine reageert niet, en blijft gebiologeerd staren naar de vrouw.
“ Yasmine, waarom ben je nog niet wakker?” hoort ze achter haar. Snel kijkt ze om, en ziet dat een wel heel bekend persoon bij de deur staat. “Wat moet…” roept ze. Bas, haar vriend, of ex-vriend, staat bij de deur, maar hij kijkt Yasmine niet aan. Hij kijkt naar het bed, en loopt vlug naar de stoel naast het bed. Hij trekt het naar het bed, en gaat zitten.
Yasmine loopt naar de andere kant, en kijkt verbaasd toe hoe Bas de hand van de vrouw pakt. “Nou ja,” zegt ze. Het is al verbazend genoeg dat Bas hier is, in het ziekenhuis, na wat hij haar heeft aangedaan. Maar om haar dan toch te negeren, en die vrouw Yasmine te noemen. Ze balt haar vuisten aan de gedachte van Bas.
Ze kan zich herinneren hoe hij een brief had geschreven waarin hij het uitmaakte met haar, hoe ze hem boos achter na ging naar zijn kantoor. Maar ze had hem niet meer gezien. “Ik werd aangereden,” sist ze tegen niemand. “Aangereden omdat ik een verklaring wilde van Bas,” fluistert ze. Bas gaat dichter bij de vrouw zitten, en prevelt een woordenstroom.
“ Eikel, ze hoort je niet,” sist ze, “Net als je mij niet hoort.” Yasmine beseft dat Bas haar niet hoort noch ziet. “Wat is hier aan de hand? Ben ik nou dood? Nee, dat kan niet. Ik lig daar,” mompelt Yasmine, die handwringend door de kamer ijsbeert. “Ik ben een geest, of iets dergelijks. Ja, dat moet het zijn.” Ze haalt een hand door haar haar, en ze voelt dat ze misselijk wordt.
“ Ik word gek,” kreunt ze, en ze woelt door haar haren. “Ik moet, ik moet even zitten,” mompelt ze, en zakt neer op het bed. Ze negeert Bas en de Yasmine in het bed, en ze staart naar haar handen. “Wat is hier aan de hand?” mompelt ze. Ze staat op, en kijkt naar Bas. Ze ziet opeens de wallen onder zijn ogen, en zijn kleren zijn gekreukt.
“ Wat doe je hier?” vraagt ze, hoewel ze weet dat Bas haar niet hoort. “Heb je spijt van wat je gedaan hebt? Wil je dat ik het je vergeef? Nou, dan zal ik niet doen,” zegt ze, en ze lacht. “Je zult er altijd spijt van hebben,” zegt ze, en ze legt haar handen op zijn schouders. “God, ik word echt gek…” Yasmine hoort gegrinnik achter haar. Vliegensvlug draait ze zich om, en schrikt. “Gek wordt je niet, hoor,” lacht een stem.
 

More Related Content

What's hot (20)

Update 3
Update 3Update 3
Update 3
 
Invulnerable update 2
Invulnerable update 2Invulnerable update 2
Invulnerable update 2
 
10G Cameron [27]
10G Cameron [27]10G Cameron [27]
10G Cameron [27]
 
The Smith Family!
The Smith Family!The Smith Family!
The Smith Family!
 
Sims in de dop!1
Sims in de dop!1Sims in de dop!1
Sims in de dop!1
 
Perfectlife 5
Perfectlife 5Perfectlife 5
Perfectlife 5
 
Ik Wil Je
Ik Wil JeIk Wil Je
Ik Wil Je
 
Colson #12
Colson #12Colson #12
Colson #12
 
Colson #20
Colson #20Colson #20
Colson #20
 
Ggg 6
Ggg   6Ggg   6
Ggg 6
 
Stormmoord 1
Stormmoord 1Stormmoord 1
Stormmoord 1
 
Colson #16
Colson #16Colson #16
Colson #16
 
Update 3
Update 3Update 3
Update 3
 
Mitr2 (1)
Mitr2 (1)Mitr2 (1)
Mitr2 (1)
 
10gc Bruijn 3.8
10gc Bruijn 3.810gc Bruijn 3.8
10gc Bruijn 3.8
 
Zoetjes8-Special
Zoetjes8-SpecialZoetjes8-Special
Zoetjes8-Special
 
DownTownH1
DownTownH1DownTownH1
DownTownH1
 
Jw ia 8
Jw ia 8Jw ia 8
Jw ia 8
 
Update 26
Update 26Update 26
Update 26
 
Pu rozenbottel (2) proloog
Pu rozenbottel (2) proloogPu rozenbottel (2) proloog
Pu rozenbottel (2) proloog
 

Similar to Invulnerable update 1

Similar to Invulnerable update 1 (11)

Dp
DpDp
Dp
 
Invulnerable update 3
Invulnerable update 3Invulnerable update 3
Invulnerable update 3
 
Donkere wolken #1
Donkere wolken #1Donkere wolken #1
Donkere wolken #1
 
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 7Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 7
 
10 g vb update 2.5
10 g vb update 2.510 g vb update 2.5
10 g vb update 2.5
 
Dp 2
Dp 2Dp 2
Dp 2
 
Heart, boem boem. 0.1
Heart, boem boem. 0.1Heart, boem boem. 0.1
Heart, boem boem. 0.1
 
Update 3
Update 3Update 3
Update 3
 
10G Verbreij 1.1
10G Verbreij 1.110G Verbreij 1.1
10G Verbreij 1.1
 
10G Verbreij 1.1
10G Verbreij 1.110G Verbreij 1.1
10G Verbreij 1.1
 
10g
10g10g
10g
 

More from Nienke Tossaint (20)

Rrl 1.1
Rrl 1.1Rrl 1.1
Rrl 1.1
 
Capturing of my Soul 6
Capturing of my Soul 6Capturing of my Soul 6
Capturing of my Soul 6
 
Capturing of my soul 5
Capturing of my soul 5Capturing of my soul 5
Capturing of my soul 5
 
Capturing of my Soul 4
Capturing of my Soul 4Capturing of my Soul 4
Capturing of my Soul 4
 
Capturing of my Soul 1
Capturing of my Soul 1Capturing of my Soul 1
Capturing of my Soul 1
 
Capturing of my Soul 3
Capturing of my Soul 3Capturing of my Soul 3
Capturing of my Soul 3
 
Capturing of my Soul 2
Capturing of my Soul 2Capturing of my Soul 2
Capturing of my Soul 2
 
FB van der Meer 1.7
FB van der Meer 1.7FB van der Meer 1.7
FB van der Meer 1.7
 
JttoU Romy update 1
JttoU Romy update 1JttoU Romy update 1
JttoU Romy update 1
 
FB Ackermans 1.7
FB Ackermans 1.7FB Ackermans 1.7
FB Ackermans 1.7
 
FB Uyl 1.7
FB Uyl 1.7FB Uyl 1.7
FB Uyl 1.7
 
FB 1.6
FB 1.6FB 1.6
FB 1.6
 
Miss/Mister WK
Miss/Mister WKMiss/Mister WK
Miss/Mister WK
 
FB van der Meer 1.5
FB van der Meer 1.5FB van der Meer 1.5
FB van der Meer 1.5
 
FB van der Meer 1.5
FB van der Meer 1.5FB van der Meer 1.5
FB van der Meer 1.5
 
SC Zonneveld 1.2
SC Zonneveld 1.2SC Zonneveld 1.2
SC Zonneveld 1.2
 
FB Ackermans 1.5
FB Ackermans 1.5FB Ackermans 1.5
FB Ackermans 1.5
 
FB Uyl 1.5
FB Uyl 1.5FB Uyl 1.5
FB Uyl 1.5
 
FB van der Meer 1.4
FB van der Meer 1.4FB van der Meer 1.4
FB van der Meer 1.4
 
SC; Zonneveld
SC; ZonneveldSC; Zonneveld
SC; Zonneveld
 

Invulnerable update 1

  • 1.  
  • 2. Hoofdstuk 1; De laatste loodjes Woedend verkreukelt Yasmine Zoeten de brief in haar hand, en vliegt over de stoep. Met driftige pas loopt ze naar het centrum van de stad, toeterende auto`s negerend. Voorbijgangers werpen een geïnteresseerde blik op haar, maar door de tranen in haar ogen merkt ze het niet. Kijken hoeft ze niet, ze weet de weg van haar huis naar het kantoor van Bas uit haar hoofd.
  • 3. Op automatische piloot loopt ze tussen de voetgangers door, en herhaalt de brief in haar ogen. Elke regel ziet ze voor zich, maar ze maken haar woedend. Wat een laffe manier. Haar op die manier dumpen. Ze zal hen eens laten weten. Er valt met haar niet te sollen. Ze ziet het grote kantoor gebouw al in de verte, en versnelt haar pas.
  • 4. Ze steekt de straten gewoon over, en kijkt nauwelijks om naar de geluiden die chauffeurs en voetgangers naar haar maken. Ze voelt de duizendste traan langs haar wang naar beneden glijden. Ze stopt, en veegt hem weg. “Gelul,” mompelt ze, woede klopt in haar hele lichaam. Ze kijkt op naar het kantoor boven haar. Ze ziet zich al voor zich hoe Bas daar in zijn kantoor zit.
  • 5. “ Je zult het weten,” mompelt Yasmine. Ze pakt de brief weer voor zich, en leest hem vlug door. Ze voelt hoe elk woord haar pijn doet. Furieus loopt ze de straat over naar het kantoor. Maar een piepend geluid doet haar opschrikken. Ze ziet hoe een auto naar haar toe rijdt, de chauffeur geschrokken, en te verlamd om te remmen. Yasmine voelt hoe angst haar doet verstijven.
  • 6. Een grote klap tegen haar lichaam gooit haar tegen de grond, en ze voelt hoe alle adem uit haar geslagen wordt. Gegil en geschreeuw van alle kanten houdt haar wakker. De brief dwarrelt uit haar hand, en ze ziet hoe een zwarte lijn rond haar ogen groter wordt. De brief belandt vlak naast haar hoofd, en dat is het laatste wat ze ziet.
  • 7. Een zee van wit omringt haar. Ze heeft het gevoel dat ze zwemt, en dat ze probeert te voorkomen om kopje onder te gaan. Een irritante pieptoon houdt haar net boven water, en als ze haar ogen probeert te openen, ziet ze alleen maar wit. Ze kreunt, en hoort meteen dat iemand tegen haar begint te praten.
  • 8. Ze probeert haar mond te openen, maar ze kan het niet. Ze heeft de kracht er niet voor. Ze voelt hoe haar hand wordt gepakt, en ze probeert de hand vast te grijpen, maar daar heeft ze de kracht ook niet voor. Ze sluit haar ogen, en zucht. De persoon blijft praten, een stroom van woorden die ze niet hoort, en ze zakt weg.
  • 9. Als ze weer wakker wordt, hoort ze twee stemmen op een zachte toon met elkaar discussiëren. Yasmine wil dat ze ophouden, en ongeduldig slaat ze met haar hand, alsof ze een vlieg wil verjagen. De stemmen blijven door praten, deze keer wat harder, alsof de afstand tussen haar en de stemmen verminderd is.
  • 10. Ze opent haar ogen, en ziet dat, waar ze ook mag liggen, het schemerig is. Op een afstandje van haar staan een dokter met een verpleger te praten, wat de twee stemmen verklaart. Ze zien eruit als dokters, of eentje ervan. De andere ziet er overduidelijk uit als een verpleger. De dokter houdt een klembord vast, en wijst er soms op. De verpleger kijkt mee, en ziet eruit alsof hij bezwaar maakt.
  • 11. “ Dokter, u moet begrijpen. Ze is een kritiek geval,” mompelt de verpleger, en hij fronst zijn wenkbrauwen. “John, ik begrijp dat de kans klein is dat ze het zal overleven, maar ik geef het niet op,” zegt de dokter gedecideerd. Ze legt het klembord weg, en draait zich om. “Maar dokter,” protesteert de verpleger, en de dokter draait zich weer om.
  • 12. Onbehaaglijk legt Yasmine haar hoofd weer op het kussen, en zucht. Het is duidelijk dat de twee haar niet opmerken, al hebben ze het duidelijk over haar. Ze wil boos opstaan, en hun erop wijzen dat ze zich piepfijn voelt, maar ze kan het niet. Iets houdt haar tegen, al weet ze niet wat.
  • 13. “ Ze zal nooit volledig kunnen herstellen van het ongeluk. We weten nu al zeker dat ze in een rolstoel terecht zal komen,” zegt de verpleger. “Maar ik geef het niet op, het is nog niet honderd procent zeker,” mompelt de dokter, die de status opnieuw bekijkt. Ze kijkt naar het bed, waar Yasmine in ligt, en mompelt iets onverstaanbaars.
  • 14. “ Kom op, John, we moeten nog bij andere patiënten langs,” zegt de dokter opeens, en ze legt de status weg. Ze marcheert de deur uit, en John, de verpleger, volgt haar op de voet. Als de deur dicht valt, opent Yasmine haar ogen weer, en probeert het gesprek van net te beseffen.
  • 15. ‘ We weten nu al zeker dat ze in een rolstoel terecht zal komen,’ de zin galmt na in haar oren, en ze voelt hoe een traan langs haar slaap naar beneden glijdt. Dit is het dan, haar leven is voorbij. Ze probeert haar voet te bewegen, en haar voet beweegt mee. ‘Het lijkt normaal te functioneren,’ denkt ze verbaasd.
  • 16. ‘ Ach, ik zal er zeker niet meer op kunnen staan, of zoiets dergelijks,’ bedenkt ze zich. Ze neemt een besluit. Niemand zal het erg vinden als ze even probeert of het echt zo is. Ze komt overeind, strijkt haar blonde haren naar achter, die helemaal in de war zitten. Ze slaat de deken van zich af, en gaat op het randje van het bed zitten.
  • 17. Voor ze gaat staan, bekijkt ze met afschuw haar nachtkleding van het ziekenhuis. “Lelijker kan niet,” zegt ze verafschuwd. Ze grijpt met haar handen de rand van het bed vast, en blijft even zitten. “Op hoop van zege,” fluistert ze, en ze zet haar voeten neer op de grond. Ze gaat op haar benen staan.
  • 18. Hooguit wiebelt ze een beetje op haar benen, maar ze staat redelijk stevig op haar benen. Het lijkt wel alsof er niets mis is met haar benen, alleen dat haar benen een tijdje gelegen hebben, waardoor het bloed ernaar toe moet stromen. Voorzichtig tilt ze haar ene voet op, en zet die weer neer. “Niets mis,” fluistert Yasmine in opperste concentratie.
  • 19. Ze loopt langzaam een rondje, en ze kan het niet geloven. ‘Er is óf een wonder gebeurd, óf ze hadden het niet over mij, wat me niet waarschijnlijk lijkt,’ denkt Yasmine, terwijl ze neerploft in een stoel. Ze strekt haar benen, en komt tot de conclusie dat alles perfect werkt. “Waarom zeggen ze dat ik niet kan lopen?” vraagt ze.
  • 20. Ze staat op, en kijkt uit het raam. Het daglicht verdwijnt langzaam, en de zon staat laag aan de hemel, die de gebouwen schaars verlicht. Overal ziet ze auto`s rijden, die duidelijk op weg zijn naar het thuisfront. Zuchtend draait ze zich weg van het raam, en loopt naar het bed. Halverwege stopt ze.
  • 21. In het bed, waar Yasmine net uit geklommen was, ligt nu een blonde vrouw te slapen. “Wat gebeurt hier,” mompelt Yasmine, terwijl ze ongelovig kijkt naar de vrouw. Langzaam loopt ze naar het bed, en ze knijpt in haar arm. ‘Het zou best kunnen dat ik nu aan het dromen ben,’ denkt Yasmine, terwijl ze harder knijpt.
  • 22. Maar ze voelt de pijn in haar arm, en laat haar arm los. “Verdomme,” mompelt ze, en ze wrijft over haar arm. Ze stopt vlak naast het bed, en kan het niet geloven. “Dit wordt raar, toen net lag ik nog in dat bed, en nu ligt zij er,” fluistert ze. De vrouw is in diepe slaap, en heeft een paar enge schrammen en wondjes op haar gezicht. Ze haalt moeilijk maar diep adem.
  • 23. “ Wat is er met je gebeurd?” fluistert Yasmine, die over de deken strijkt. Ze trekt de deken wat omlaag, en schrikt. De vrouw heeft net als haar een moedervlek in de vorm van een hartje in haar nek. “Ben ik…” Verder komt ze niet, want de deur gaat open. Yasmine reageert niet, en blijft gebiologeerd staren naar de vrouw.
  • 24. “ Yasmine, waarom ben je nog niet wakker?” hoort ze achter haar. Snel kijkt ze om, en ziet dat een wel heel bekend persoon bij de deur staat. “Wat moet…” roept ze. Bas, haar vriend, of ex-vriend, staat bij de deur, maar hij kijkt Yasmine niet aan. Hij kijkt naar het bed, en loopt vlug naar de stoel naast het bed. Hij trekt het naar het bed, en gaat zitten.
  • 25. Yasmine loopt naar de andere kant, en kijkt verbaasd toe hoe Bas de hand van de vrouw pakt. “Nou ja,” zegt ze. Het is al verbazend genoeg dat Bas hier is, in het ziekenhuis, na wat hij haar heeft aangedaan. Maar om haar dan toch te negeren, en die vrouw Yasmine te noemen. Ze balt haar vuisten aan de gedachte van Bas.
  • 26. Ze kan zich herinneren hoe hij een brief had geschreven waarin hij het uitmaakte met haar, hoe ze hem boos achter na ging naar zijn kantoor. Maar ze had hem niet meer gezien. “Ik werd aangereden,” sist ze tegen niemand. “Aangereden omdat ik een verklaring wilde van Bas,” fluistert ze. Bas gaat dichter bij de vrouw zitten, en prevelt een woordenstroom.
  • 27. “ Eikel, ze hoort je niet,” sist ze, “Net als je mij niet hoort.” Yasmine beseft dat Bas haar niet hoort noch ziet. “Wat is hier aan de hand? Ben ik nou dood? Nee, dat kan niet. Ik lig daar,” mompelt Yasmine, die handwringend door de kamer ijsbeert. “Ik ben een geest, of iets dergelijks. Ja, dat moet het zijn.” Ze haalt een hand door haar haar, en ze voelt dat ze misselijk wordt.
  • 28. “ Ik word gek,” kreunt ze, en ze woelt door haar haren. “Ik moet, ik moet even zitten,” mompelt ze, en zakt neer op het bed. Ze negeert Bas en de Yasmine in het bed, en ze staart naar haar handen. “Wat is hier aan de hand?” mompelt ze. Ze staat op, en kijkt naar Bas. Ze ziet opeens de wallen onder zijn ogen, en zijn kleren zijn gekreukt.
  • 29. “ Wat doe je hier?” vraagt ze, hoewel ze weet dat Bas haar niet hoort. “Heb je spijt van wat je gedaan hebt? Wil je dat ik het je vergeef? Nou, dan zal ik niet doen,” zegt ze, en ze lacht. “Je zult er altijd spijt van hebben,” zegt ze, en ze legt haar handen op zijn schouders. “God, ik word echt gek…” Yasmine hoort gegrinnik achter haar. Vliegensvlug draait ze zich om, en schrikt. “Gek wordt je niet, hoor,” lacht een stem.
  • 30.