2. Aan de andere kant van de stad, een enkel uurtje
eerder, gaat de familie Alours aan tafel. In het dorp
prijkt hun landhuis boven alle anderen huizen uit.
En je kunt meteen zeggen dat de familie die daar
woont, erg rijk is.
3. Hoewel het landhuis er oud en duister uitziet, straalt
het toch een soort van macht uit. Hooghartigheid.
Maar niemand weet dat alle ellende hier, in dit
landhuis is begonnen.
4. Matthew staart naar zijn eten. Zijn vader klaagt
luidkeels over de pallisten en laat duidelijk weten
hoe hij over ze denkt.
"Het is een schande, schande dat ze hier nog steeds
zijn," roept James uit. Hij slaat met zijn vuist op tafel.
5. De vader van Matthew heeft een hekel aan de pallisten en vindt
dat ze verdreven moeten worden, voorgoed.
"Maar, Pa, zonder hen waren we allang uitgestorven, hadden we
deze gemeenschap niet," verdedigt Matthew de pallisten.
"Uitschot, Matthew, uitschot! Allemaal verkeerd, geen greintje
discipline, en zo kan ik blijven doorgaan!" roept James uit.
6. "James, alsjeblieft, hou je in. Matthew heeft ergens
gelijk maar dat wilt niet zeggen dat we hun nu
eerlijk moeten behandelen," sust Kathy de situatie.
"Daar heb je gelijk in, Kathy," zegt James, "Gelukkig
dat we de controle nog hebben. Zonder was het
allemaal toch verkeerd gegaan."
7. Stilletjes neemt Matthew een hap van zijn zalm maar
het smaakt niet meer. Het gedrag van zijn vader en
zijn opvattingen over de pallisten beginnen hem nu
echt uit de keel te hangen. Elke avond begint zijn
vader er over, altijd dezelfde discussie.
Kathy merkt het dat Matthew het gedrag van zijn
vader zat is.
8. "En, Matthew, heb je nog wat beleeft op school?"
vraagt ze om van onderwerp te veranderen.
"Ja, ik moest weer nablijven en toen..." Verder komt
hij niet.
"WAT? Moest je alweer nablijven? Hoeveelste keer is
dit nou weer?" buldert zijn vader en zijn hoofd
begint rood te worden.
9. "Matthew, ga naar je kamer, vanavond willen we je
niet meer zien," zegt zijn moeder abrupt. James wil
verder tieren maar Kathy geeft hem geen kans.
"Laat hem maar, de pubertijd! Het komt wel goed,"
fluistert ze naar James. James wil weer uit barsten
maar houdt boven verwachting zijn mond.
10. Mopperend gaat Matthew naar boven. Altijd hoopt
hij dat zijn vader boos wordt, gaat flippen. Maar zijn
moeder komt er altijd tussen. Matthew en James
liggen elkaar niet, mede omdat Matthew altijd moet
nablijven, af en toe geschorst wordt en vaak spijbelt.
Matthew is niet de perfecte zoon en James is niet de
perfecte vader.
11. Hij zet de TV aan en denkt terug aan wat zijn vader
altijd zegt aan tafel.
'De pallisten moeten dood en de imunisten moeten
blijven leven,' hoort hij een stemmetje in zijn
achterhoofd. Precies zoals zijn vader dat zou zeggen.
Maar zo heeft Matthew nooit gedacht. Pallist of niet,
het kan hem niet schelen. Deze gemeenschap is te
gescheiden, te apart.
12. Dan zet hij de TV weer uit en gaat op bed liggen. Hij
sluit zijn ogen en al snel dwalen zijn gedachten af,
naar dat meisje wie hij vandaag zag.
Hij kan haar blonde lokken zich weer herinneren. Zo
blond als de zon. Zo krullerig. Hij had dan ook
geprobeerd contact te maken met haar, maar daar
moest ze niets van weten. Dat merkte hij.
13. Misschien moet hij proberen weer contact te maken
met haar. Zich misschien verontschuldigen. Voor
wat? Omdat hij haar bleef aanstaren en omdat hij
bijna ging kwijlen. Nee, hij moest gewoon vragen
hoe ze heet en praten met haar. Want dat ze
bijzonder was, dat had hij meteen door. Maar
duidelijk was, dat zij dat niet wist, en in wat voor
mate.
14. Dan hoorde hij buiten het geluid van een auto. Hij
kwam snel overeind en keek naar buiten. Daar stond
een grote wagen. Die stond bijna achter het hek, met
de lichten uit. Dit vond Matthew verdacht. Dan laat
de auto zijn claxon horen. Wat doet die auto hier,
vraagt Matthew zich af. Dan hoort hij de voordeur
open gaan.
15. James komt naar buiten lopen, gehaast. De
bestuurder laat nog een keer zijn claxon horen en
James zwaait, als teken dat hij eraan komt. Zijn
vader snelt de trappen af en stapt ten slotte in de
auto. De bestuurder laat zijn lichten uit en rijdt de
straat uit.
16. "Wat is Pa van plan?" fluistert Matthew maar hij
heeft al een donkerbruin vermoeden. Dit blijft de
verkeerde kant uitgaan. En hij moet er echt iets aan
gaan doen, met of zonder hulp. Maar eerst besluit hij
met zijn moeder te gaan praten.