1. Leren en ontwikkelen B
4 Decreet Leersteun: op weg naar meer inclusie
4.1: waar kom het decreet leersteun vandaan?
4.2: de kern van het decreet leersteun
2. 1. Waar komt het decreet leersteun vandaan?
2
Kritiek op het
buitengewoon
onderwijs
Naar een
inclusief
onderwijssysteem
5. 5
• Minderheden, nieuwkomers, migranten
en leerlingen uit gezinnen met een lage
sociaaleconomische status
oververtegenwoordigd (UNIA).
• Door de coronacrisis worden mogelijk
meer kinderen sneller naar het
buitengewoon onderwijs doorverwezen
(Stefan Grielens, voorzitter vrije CLB’s)
10. 10
Naar een inclusief onderwijssysteem
1. Inclusief onderwijs is een mensenrecht!
Opgesteld in
2006 en
ondertekent
in 2009 door
Vlaanderen
Iedereen heeft recht op
onderwijs.
Kwalitatief goed inclusief
onderwijs is essentieel
voor het bereiken van
persoonlijke, sociale en
economische ontwikkeling.
11. 11
Naar een inclusief onderwijssysteem
1. Inclusief onderwijs is een mensenrecht!
Vanaf 1
september
2023 decreet
leersteun
Het M-decreet als Vlaams
antwoord in 2015 op het
VN-verdrag.
Het M-decreet kon zijn
ambities niet waarmaken:
cijfers in het BuO bleven
stijgen en scholen botsten
tegen de ‘redelijke
aanpassingen’ die nodig
waren om inclusie te
realiseren.
14. 14
Inclusie betekent kwaliteitsvol onderwijs
voor iedereen of “education for all” (UNIA,
2019).
2. Inclusie betekent kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen
Naar een inclusief onderwijssysteem
15. Wetenschappelijk onderzoek:
Wanneer inclusief onderwijs op de juiste manier
geïmplementeerd wordt, biedt het voordelen voor alle
leerlingen (schoolprestaties + sociaal functioneren)
Is inclusief onderwijs wel effectief?
15
?
16. 16
Wat zijn de voorwaarden om inclusief onderwijs te
doen slagen?
18. 18
Stelling: ‘Een leerling met specifieke onderwijsbehoeften gaat best naar het gewoon
onderwijs’. (65% gaat akkoord)
PRO
“in de samenleving zitten mensen met specifieke behoeften ook niet apart,”
“interactie en meer diversiteit zijn voordelen.”
CONTRA
“als ze dan daarna toch naar het buitengewoon onderwijs moeten dan gaat hun zelfdunk
omlaag en het is niet goed om leerlingen weg te halen bij hun vrienden,”
“in het buitengewoon onderwijs werkt men 27 meer op maat en deze leerlingen hebben extra
zorg nodig,”
Stem van de
leerling
19. 19
Ook leerkrachten staan onder druk om de lat steeds
hoger te leggen en “storende” leerlingen uit hun klas te
weren. Wat betreft gedragsstoornissen bijvoorbeeld,
neemt het aantal diagnoses en de uitstroom naar
buitengewoon onderwijs almaar toe. Het gebrek aan
ondersteuning voor leerlingen en leerkrachten blijft een
belangrijk aandachtspunt.
Stem van de
leerkracht
21. Doel
decreet
leersteun
Alle leerlingen kunnen zich optimaal ontwikkelen met een maximale
leerwinst
Lkn en schoolteams versterken in het begeleiden van lln met specifieke
onderwijsbehoeften
21
2. De kern van het decreet leersteun
22. Een sterke basiszorg en verhoogde zorg in het gewoon
onderwijs
Een duurzaam leersteunmodel met leersteuncentra die een
vast aanspreekpunt zijn voor school en ouders
Een volwaardige plaats en een versterking van de kwaliteit
van het buitengewoon onderwijs
22
2. De kern van het decreet leersteun
23. 23
Een sterke basiszorg en verhoogde zorg
“Welke hulp heeft dit kind nodig om te leren in de klas?” of “Hoe
kan ik mijn onderwijs aanpassen, zodat deze leerling minder last
ondervindt van zijn stoornis?”.
Lkn realiseren kwaliteitsvol onderwijs en
herkennen hierbij specifieke
onderwijsbehoeften van leerlingen ->
brede basiszorg en verhoogde zorg
24. 24
Een sterke basiszorg en verhoogde zorg
Een kind met specifieke
onderwijsbehoeften heeft recht op
redelijke aanpassingen => de barrières
wegnemen waarmee leerlingen met
specifieke onderwijsbehoeften te maken
krijgen in een normale schoolomgeving.
25. 25
Welke kosten?
Hoe lang en vaak wordt aanpassing
gebruikt?
Wat is de invloed van de aanpassing op
organisatie van klas/school?
Wat is de invloed van de aanpassing op
andere kinderen?
Zijn er betere alternatieven voor de
aanpassing voorhanden?
redelijke aanpassingen?
26. Invloed aanpassing kan ook positief zijn op andere kinderen
26
Recht op redelijke aanpassingen
27. 27
Sterke basiszorg en verhoogde zorg
Wat als de redelijke aanpassingen de
draagkracht van de school overstijgen?
De school kan de inschrijving van een leerling ontbinden. Dan moet
de school kunnen aantonen dat de redelijke aanpassingen die de
school moet nemen disproportioneel zijn.
32. 32
Een duurzaam leersteunmodel met leersteuncentra
Als de zorg niet volstaat en uitbreiding van zorg nodig is of als een
leerling een individueel aangepast curriculum volgt, kan een school
voor gewoon onderwijs extra expertise en ondersteuning vragen voor
de begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
inschakelen.
Leerlinggericht Leerkrachtgeric
ht
schoolteamgeric
ht
33. 33
Een duurzaam leersteunmodel met leersteuncentra
Twee doelstellingen
Maximale ontplooiing, leerwinst,
welbevinden, zelfredzaamheid
en volwaardige participatie van
leerlingen met specifieke
onderwijsbehoeften.
Versterken van de competenties
van leerkrachten en
schoolteams in het begeleiden
van lln met specifieke
onderwijsbehoeften en het
creëren van een inclusieve
klaspraktijk en schoolcultuur.
35. Een sterke basiszorg en verhoogde zorg in het gewoon
onderwijs
Een duurzaam leersteunmodel met leersteuncentra die een
vast aanspreekpunt zijn voor school en ouders
Een volwaardige plaats en een versterking van de kwaliteit
van het buitengewoon onderwijs
35
2. De kern van het decreet leersteun
36. Volwaardige plaats en een versterking van de kwaliteit van het
buitengewoon onderwijs
Https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2022/10/04/buitengewoon-onderwijs-cijfers/
België heeft met 6 procent het grootste aandeel leerlingen in aparte scholen voor buitengewoon onderwijs van heel Europa. Gisteren bleek opnieuw dat het aantal kleuters in het buitengewoon onderwijs verder toeneemt. Waar komt dat grote aantal vandaan?
Zo heeft Italië dan wel een laag percentage aan kinderen in het buitengewoon onderwijs, maar krijgen kinderen daar niet altijd de ondersteuning die ze nodig hebben.
"Wij hebben kleine klassen, logopedisten, kinderverzorgsters, orthopedagogen, psychologen, ergotherapeuten, kinesisten, die staan allemaal mee in voor de begeleiding van de kinderen", zegt Driessens, die fier is op de zorg die ze kan bieden in haar school. "En toch moeten wij elke dag bewijzen dat dit niet de school is voor de 'arme kinderen die verloren zijn voor de maatschappij’.”
1) Na een bezoek aan België in 2015 uitte ook de Europese Mensenrechtencommissaris zijn bezorgdheid over het hoge aantal kinderen in het buitengewoon onderwijs. Hij wees er uitdrukkelijk op dat dit in strijd is met het VN-Verdrag. De commissaris stelde dat ongeacht de kwaliteit van buitengewoon onderwijs, segregatie in het onderwijs leidt tot een gebrek aan gelijke kansen die langdurige schadelijke gevolgen hebben voor het leven en de mogelijkheden van personen met een handicap om volwaardig deel uit te maken van de samenleving. Dit, onder andere, omdat leerlingen in het buitengewoon onderwijs aan het einde van hun schoolloopbaan geen volwaardig diploma krijgen.
Er is een oververtegenwoordiging van bepaalde leerlingen in het buitengewoon onderwijs. Welke leerlingen zouden dit kunnen zijn? Welke leerlingen hebben het mogelijks moeilijk in het onderwijs?
Unia = gelijkekansencentrum
2) Het onderwijs in België behoort dan ook tot meest ongelijke onderwijssystemen in Europa.19 De segregatie is bijzonder hoog en er is een concentratie van leerlingen met een minder gunstige sociaaleconomische achtergrond in bepaalde scholen. In 2014 formuleerde het VN-Comité haar aanbevelingen aan België op basis van het eerste periodiek rapport over de toepassing van het VRPH. Het VN-Comité was vooral bezorgd dat veel leerlingen met een handicap naar het buitengewoon onderwijs worden doorverwezen en verplicht zijn om daar onderwijs te volgen wegens het gebrek aan redelijke aanpassingen in het gewoon onderwijs. Omdat geen inclusief onderwijs wordt gewaarborgd, blijft het buitengewoon onderwijs al te vaak de enige optie voor leerlingen met een handicap. Het VN-Comité́was ook bezorgd over de gebrekkige toegankelijkheid van scholen.
De verwijzing naar buitengewoon onderwijs wordt zo ook een proces van sociale degradatie. Dit fenomeen begint al op het niveau van de kleuterschool en wordt weerspiegeld in zeer duidelijke verschillen tussen scholen wat betreft de profielen van leerlingen.
Kritiek op het busvervoer van het buitengewoon onderwijs
Enerzijds lange ritten, anderzijds loopt de organisatie van het busvervoer mank
Bovendien ziet D’Espallier (2016) een tegenspraak in het feit dat leerlingen in Vlaanderen soms langdurige verplaatsingen moeten maken naar een school voor buitengewoon onderwijs en het IVRPH dat stelt dat het onderwijs moet kunnen plaats vinden in de gemeenschap waarin de leerling met een beperking leeft.
3) Licht mentale beperking buitengewoon onderwijs Type 1
Leerstoornissen Type 8 taalachterstand
Gedragsproblemen
Vervoer lang onderweg => sigmatisering rond busvervoer niet aanhalen
Bovendien ziet D’Espallier (2016) een tegenspraak in het feit dat leerlingen in Vlaanderen soms langdurige verplaatsingen moeten maken naar een school voor buitengewoon onderwijs en het IVRPH dat stelt dat het onderwijs moet kunnen plaats vinden in de gemeenschap waarin de leerling met een beperking leeft.
Streven naar een grotere en meer gelijkwaardige inclusie van mensen met een handicap in onze maatschappij en in ons onderwijs
Via M-decreet/leersteundecreet stappen zetten om meer richting inclusie te gaan.
Ambitie Vlaams Onderwijs: gewoon onderwijs als het kan en buitengewoon onderwijs als het nodig is. We verzoenen op deze manier het recht op inclusief kwaliteitsvol voor de individuele leerling met recht op kwaliteitsvol onderwijs voor elke leerling.
Of een aanpassing redelijk is, zal dus soms afhangen van de specifieke situatie in de
school waar de leerling ingeschreven is of zich wil inschrijven. De specifieke
ondersteuning die een leerling nodig heeft zal in de ene school haalbaarder zijn dan in de
andere.
Situatie leersteun: Wanneer de school een leerling weigert moet de school kunnen aantonen dat de maatregelen die de school moet nemen disproportioneel zijn. Dit betekent dat de aanpassingen niet redelijk zijn m.a.w. de school geeft aan dat het echt niet lukt om een bepaalde leerling op te nemen of dat de zorg voor één leerling ten koste gaat van alle andere leerlingen in de klas. Oordeelt een school meermaals dat aanpassingen niet redelijk zijn? Dan moet ze zich versterken in het organiseren van onderwijs voor leerlingen met specifieke zorgnoden (Klasse, 2021; Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, 2021).
De redelijke aanpassingen zijn in functie van het gemeeenschappelijk curriculum. Soms zijn de onderwijsbehoeften van lln zo groot dat redelijke aanpassingen niet voldoende zijn om lln de eindtermen van de gemeenschappelijk curriculum te doen halen. Dan kan er beslist worden om over te stappen naar een IAC. Hierbij worden leerdoelen op maat van de ll geformuleerd. Hij krijgt een attest van verworven bekwaamheden.
Een IAC is een leerprogramma op maat van een leerling met een verslag voor toegang tot buitengewoon onderwijs
Wanneer een kind ondanks de ondersteuning toch niet in staat blijkt om het gewone curriculum te volgen binnen zijn school voor gewoon onderwijs kan het een IAC volgen. Het kind blijft dan in zijn gewone school en volgt leerdoel gekozen op maat. School krijgt ondersteuning vanuit buitengewoon onderwijs. Ook hier afweging tussen redelijkheid en specifieke onderwijsbehoeften
Individueel aangepast curriculum
Leerdoelen op maat van de leerling. De leerling hoeft de doelen van het gemeenschappelijk curriculum dus niet te halen. Hij krijgt op het einde van het jaar ook niet hetzelfde diploma of studiebewijs, wel een attest van verworven bekwaamheden. https://www.klasse.be/6804/m-decreet-17-moeilijke-woorden/
https://www.onderwijsinspectie.be/nl/individueel-aangepast-curriculum-iac-en-studiebekrachtiging
Op vraag van de school kan de onderwijsinspectie het gevolgde curriculum evenwaardig verklaren met het gemeenschappelijk curriculum. In dat geval reikt de school een gewoon getuigschrift of diploma uit
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2023/09/01/leersteundecreet/
Die ervaring heeft ook Mieke Vriens. Haar dochter Nanou (15 jaar) met downsyndroom is dit schooljaar in het tweede middelbaar gestart in de A-stroom van een methodeschool. Slechts weinig directies stonden open voor het idee. De zoektocht, zowel naar een school als naar de juiste ondersteuning, was lastig. Toch voelt regulier onderwijs voor Nanou aan als de juiste keuze, zegt Vriens.
"Ze leert veel en heeft zich altijd goed gevoeld bij haar klasgenoten. Ze wordt door hen ook uitgenodigd na de schooluren. Tijdens de wiskundelessen kan ze niet mee met het klasniveau. Dan zet ik de logopedist oefeningen klaar die ze zelfstandig op haar computer kan maken.“
Vijf uur per week krijgt Nanou extra ondersteuning in de klas. Vriens: "Dat is te weinig en dus helpt een stagiair ook anderhalve dag per week. Gelukkig is onze ondersteuner eentje van het gouden type die meer doet dan haar takenpakket."
Door het nieuwe decreet werkt de school van Nanou met een ander leersteuncentrum samen dan dat van haar begeleider. Na een reeks gesprekken blijft een aparte samenwerking met de vertrouwde ondersteuner toch mogelijk. Als ouder kan je maar beter mondig zijn, merkt Vriens. "Wanneer leerkrachten en scholen die flexibiliteit niet zien zitten, wordt snel doorverwezen naar het buitengewoon onderwijs. Het is als ouder niet evident om elke keer opnieuw op te komen voor je kind."
Ook de indeling in acht verschillende types buitengewoon onderwijs zorgde voor een aantal problemen. Kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) die binnen het gewone onderwijs niet voldoende ondersteuning konden krijgen, bijvoorbeeld, vonden moeilijk een plaats in het buitengewoon onderwijs. Ook was in de praktijk het onderscheid tussen sommige types steeds moeilijker te maken (bv. Type 1 vs. Type 2 en Type 1 vs. Type 8).
Aandacht nog meer nadruk leggen op het positieve verhaal. Leerling kon anders nergens meer terecht, dankzij BUSO heeft hij de tijd en ruimte gekregen om te evolueren en te groeien.
Leerling X stroomt vanuit reguliere school in het vierde jaar OV4 Handel omwille van nood aan autismevriendelijke klimaat.
School stelt vast dat de problematiek op het vlak van emotieregulatie te ernstig is en raad heroriëntering aan naar OV1 wat omwille van de cognitieve capaciteit van leerling X geen evidente keuze is voor de ouders en de leerling zelf.
Leerling X krijgt binnen OV1 de tijd en de ruimte om te werken aan persoonlijke problematiek op eigen tempo. Zet hierdoor grote stappen en stroomt door naar het hoger onderwijs. Met succes diploma behaald op KdG.
Binnen OV1 heeft deze leerling dus de kans gekregen om op basis van een individueel traject (wat mogelijk is binnen OV1) zich volledig te ontplooien.
Pano voorbeeld Portugal: 25:00