SlideShare a Scribd company logo
1 of 73
Download to read offline
1
2 3
Inhoud
0. Executive summary						
1 Inleiding								
2. De opdrachtgever							
2.1 iDROPS								
2.2 De MantelzorgHub					
2.2.1 Mantelzorgcafés							
2.2.2 Mantelzorgcolleges						
2.2.3 Trainingssessies bij de opstart:					
2.2.4 Opleidings- en uitwisselingsdagen voor professionals:	
2.2.5 Veerkrachtsessies:						
2.2.6 MantelzorgHub Online						
3. Samenstelling groep						
3.1 De Studenten							
3.2 De contactpersoon van iDrops - Sven Jacobs			
3.3 Onze coördinator - Ilse Godts					
4. Probleemstelling:							
4.1 De problematiek							
4.2 De opdracht							
5. Hunting-fase:							
5.1 Exploratief Deskresearch / Verdieping van de context		
5.1.1 Schets problematiek: Het Vlaams Mantelzorgplan		
5.1.2 De rol van de eerstelijnszorg					
Wat verstaan we onder zorgprofessionals?				
Hervorming van de eerste lijn					
Conclusie vermaatschappelijking van de zorg
& eerstelijnshervorming						
5.1.3 De rol van een lokaal bestuur					
Waarom moeten steden en gemeenten inzetten
op deze ondersteuning?						
5.1.4 Trends in de zorg						
5.2 Field research							
5.2.1 Open forum: “ik ben jong en ik zorg” (21/11/2019)		
Wie is een jonge mantelzorger?					
Hoe ondersteun je jonge mantelzorgers?				
5.2.2 Benchmarking van (mantel)zorgnetwerken			
5.3 Conclusie research						
5.4 Creatieve verkenning (eerste iteratie)				
5.4.1 Feedback van de opdrachtgever na eerste iteratie		
5.4.2 Conclusie:creatieve verkenning				
6. Ideating: Wireframes						
6.1 Ideating van de wireframes					
6.1.1 Aanmelden							
6.1.2 Erkennen								
6.1.3 Informeren							
6.1.4 Signaleren							
6.1.5 Ondersteunen							
6.1.6 Verbinden							
6.1.7 Onderhouden							
6.2 Feedback ideating fase						
6.3 Hackathon								
6.4 Conclusie Ideating						
7. Concepting								
8. Eindconcept: “Toolkit voor gemeenten”				
De MantelzorgHub:
Basisinstrument voor steden & gemeenten				
0. Aanmelden								
1.0 Erkennen								
	
1.1 Landschap in kaart brengen: identificatie
van doelgroepen en rollen							
1.2 Kerngroep									
1.3 Sensibiliserings- en communicatiecampagne opzetten		
1.4 Identificatiecampagne opzetten						
1.5 Waarderingscampagne opzetten					
2 Informeren									
2.1 Informatiezoektocht in kaart brengen.					
2.2 Dialoog creëren								
2.3 Zorgprofessionals (actoren) op de hoogte brengen			
3. Signaleren									
3.1 Psychosociaal welzijn							
3.2 Beter doorverwijzen binnen de gemeente				
4. Ondersteunen								
4.1 Opleiding/coaching mantelzorg ambassadeur(s)			
4.2 Belangen mantelzorgers verdedigen					
4.3 Respijtzorg in beeld brengen						
5. Verbinden									
5.1 Mantelzorgers verbinden							
5.2 Zorgprofessionals verbinden						
5.3 De MantelzorgHub in verschillende gemeentes			
5.4 Bouw een netwerk rond mantelzorg					
6. Onderhouden								
6.1 Waarom onderhouden?							
6.2 Build, Measure & Learn!							
6.3 Communicatie met iDROPS						
9. Implementing								
9.1 Toolkit voorstelling in Ternat						
9.2 Workshop met mantelzorgers uit een niet-aangesloten gemeente	
9.3 Workshop in Diksmuide met zowel ambtenaren als
mantelzorgers van een aangesloten gemeente				
10. Aanbevelingen								
11. Conclusie									
11.1 Algemene conclusie innovatiecase					
11.2 Persoonlijke reflectie							
11.3 De relevante kennis die we gebruikt hebben
doorheen het proces						
12. Dankwoord								
13. Bronnenlijst
4 5
rol als mantelzorger. Deze rol oefenen zij vaak uit in combinatie met nog
andere rollen (bijv. werknemer, ouder, voorzitter van een vereniging, etc.).
Daarnaast hebben zij nood aan de juiste informatie om zo sterker in hun
schoenen te staan als mantelzorger. Op basis van deze bevindingen kreeg
het skelet vorm.
In de ideating fase diende dit skelet als houvast, waarop de toolkit uitein-
delijk gebaseerd zou worden. In dit tweede stadium vond een hackathon
plaats met het team en de opdrachtgever Sven Jacobs. Dit resulteerde
in 7 bouwblokken die het fundament vormen van de toolkit. Deze zeven
stappen zijn respectievelijk: aanmelden, erkennen, informeren, signaleren,
ondersteunen, verbinden en onderhouden. De eerste en laatste stap zijn
door het team toegevoegd aan het vijfstappenplan van De Koker, B., De
Stercke, N., De Vos, L., & De Witte, N. (2016).
In de opvolgende Concepting fase werd de basale structuur van de toolkit
ook daadwerkelijk voorzien van inhoud. Hiervoor werden geschikte tools
onderzocht, uitgedacht en onder de juiste noemer verzameld, waarmee
een gemeente zelf hun eigen mantelzorgnetwerk kan uitbouwen.
In de Implementing fase werd de toolkit afgetoetst met mantelzorgers en
ambtenaren. Met beide gebruikersgroepen werden de bevindingen en
ideeën overlopen. Tevens werd de haalbaarheid en effectiviteit van de
tools geverifieerd. Dit gebeurde voor elke bouwblok van de toolkit. On-
derdelen die hieruit nogmaals bevestigd werden, sloten dikwijls aan op de
vermoedens van het team en kregen zo een goedkeuring. Nieuwe inzich-
ten werden dan weer opgenomen onder de vorm van aanbevelingen voor
iDROPS om mee te nemen in het verder verloop van dit project.
Het eindconcept: een toolkit met zeven bouwblokken. Onder elke bouw-
blok worden verschillende tools aangereikt die steden en gemeenten kun-
nen inzetten om een zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers uit te
bouwen en dit in leven te houden.
Het eindeffect geeft ons een toolkit die erop mikt het psychosociaal welzijn
van mantelzorgers te verbeteren en hun draagkracht tracht te verhogen.
0. Executive
summary
In dit innovatierapport wordt een toolkit uiteengezet die steden en ge-
meenten helpt om een self-sustaining netwerk voor mantelzorgers te
implementeren in hun dagelijkse werking. Deze toolkit is het antwoord
op de centrale opdracht: “Ontwikkel een afgetoetst concept in vorm
van een toolkit voor steden en gemeenten a.d.h. waarvan elke stad of
gemeente een self-sustaining netwerk voor mantelzorgers en profes-
sionals kan opstarten/ontwikkelen zodat deze mantelzorgers steun &
informatie bij elkaar kunnen vinden.”
Dit concept werd ontwikkeld voor de opdrachtgever: Sven Jacobs,
project designer bij het sociaal innovatie bureau iDROPS en verant-
woordelijke voor het project ‘De MantelzorgHub’.
Deze innovatieve case is volgens de verschillende fasen van het in-
novatieproces aangepakt, namelijk: Hunting, Ideating, Concepting en
Implementing.
Per fase zijn verschillende methoden toegepast die ons aangeleerd zijn
doorheen de opleiding Idea & Innovation management. Door een com-
binatie van deze methodieken en de aangereikte methodieken vanuit
de opdrachtgever zijn we tot dit eindresultaat gekomen.
In de Hunting fase heeft het team meer kennis opgedaan binnen het
Belgische (Vlaamse) zorglandschap m.b.t. mantelzorg en werden de
noden en de risico’s van mantelzorgers in kaart gebracht via desk- en
fieldresearch. Uit dit onderzoek kwam de conclusie dat het concept
aan twee basisvoorwaarden moest voldoen mocht dit effectief inge-
zet kunnen worden om het psychosociaal welzijn van mantelzorgers te
verhogen. Deze voorwaarden zijn als volgt:
- Het (direct & indirect) ondersteunen van mantelzorgers door het be-
krachtigen van gemeenten zelf en (mantel)zorggerelateerde organisa-
ties binnen de gemeente.
- Het informeren van de mantelzorgers door een heldere, tweezijdige
communicatie op te bouwen en te onderhouden.
Onderzoek wijst uit dat mantelzorgers een groot risico lopen om in
een sociaal isolement te belanden en overbelast te raken door hun
6 7
1. Inleiding
De opleiding Idea & Innovation Management loopt langzaam ten einde voor ons team. Tegen de tijd dat u
dit leest is er geblokt voor de laatste vakken en zijn de laatste opdrachten ingeleverd. Alle opgedane kennis
en ervaring van de afgelopen jaren komt hier samen in één uiteindelijke opdracht. De Innovatiecase (IC) uit
persoonlijk engagement. Deze opdracht dient als bachelorproef en afsluiting van de opleiding.
Het team bestaat uit oude bekenden Ana en Emiel, een duo dat elkaar goed kent en kan inspelen op elkaars
zwaktes en sterktes, en nieuwkomer Martijn. Hij kende Ana en Emiel wel, maar had nog nooit met ze samen-
gewerkt en wilde dit graag proberen.
Ongeveer gelijktijdig met het vormen van het team werd er een briefing gehouden over potentiële cases voor
de IC. Hier werden een aantal bedrijven voorgesteld met potentiële opdrachten. Het team besliste gezamen-
lijk dat ze een opdracht wilden die pragmatisch van aard was. Zo wilde het team zich niet te lang vastbijten
in de onderzoeksaspecten van een project, maar wilden ze op een project springen dat al volop in gang was.
Daarnaast wilde het team een opdracht die niet té bedrijfsgericht was. Iets voor non-profits doen leek inte-
ressanter en zou voor ervaring zorgen in een ander werkveld met nieuwe uitdagingen van dien. Door deze
criteria sprong iDROPS als opdrachtgever ons direct in het oog. Zij boden vijf potentiële opdrachten aan
waaruit ‘de MantelzorgHub’ uiteindelijk het gekozen project werd.
Sociale innovaties zoals deze gaan het team sterk aan en een netwerk creëren dat zichzelf onderhoudt, leek
een zeer interessante en uitdagende case. Dit soort kennis kan in de toekomst bijdragen tot een grotere inzet
van mantelzorgers en een betere belangenbehartiging binnen het politieke klimaat, dat steeds meer vraagt
van vrijwillige zorg in de maatschappij. Mantelzorgers zijn een kwetsbare maar onmisbare groep in de samen-
leving. Zij hebben sterke belangen bij een eenduidige politiek die strijdt voor pensioenen en zorg. Hier wilde
de groep graag hun steentje toe bijdragen.
Na de keuze van de opdrachtgever en de opdracht zelf kon het team beginnen. De taak was duidelijk: ont-
werp een toolkit voor gemeenten zodat zij dit kunnen gebruiken om een mantelzorgvriendelijke gemeente te
worden.
Het uiteindelijke doel achter de opdracht ligt echter dieper dan alleen het ontwikkelen van een toolkit. iDROPS
beoogt met deze toolkit op een directe en indirecte wijze het psychosociale welzijn van mantelzorgers te
verbeteren.
In dit rapport worden het concept en de achterliggende ideeën en methodieken van deze toolkit uiteenge-
zet. Het team werkte aan de hand van de fasen van het innovatieproces. Aan het eind van het rapport wordt
de basisversie van de toolkit voorgesteld. De opdrachtgever past die hierna aan voor eigen gebruik, onder
andere door dit in hun eigen design te gieten.
Aan het eind van het rapport worden een aantal aanbevelingen gedaan rond het implementeren en verder
bijschaven van de toolkit.
8 9
2.Deopdrachtgever
10 11
“iDROPS is een sociaal innovatiebureau. Als creatief collectief pakken we maatschappelijke vraagstukken aan. Van facilitatie tot creatie; van denken tot
doen. We werken multidisciplinair en zien cultuur en digitaliteit als dé tools voor positieve verandering. Daarbij plaatsen we ‘the power of people’ centraal.
Samen ontwikkelen we duurzame resultaten voor een leefbare 21ste eeuw. Dicht bij huis en over de grenzen heen.”
naar iDROPS, persoonlijke communicatie, oktober 2018
De methodologie van iDROPS is gebaseerd op Human-Centered Design. Samen met partners en mensen met bepaalde noden trachten ze oplossingen,
producten en services te creëren die een écht verschil maken. De processen zijn iteratief en gefocust op co-creatie: dankzij herhaling worden resultaten
verbeterd en verfijnd. Hierbij staat cultuur en digitaliteit centraal en is er een grote ruimte voor communicatie met de doelgroep in vorm van creatieve
workshops. Dit sluit nauw aan op de werkwijze van het team en bevorderde de samenwerking.
Om deze impactvolle oplossingen te bereiken volgt iDROPS een vijfdelige leidraad:
1. Vinger aan de pols - Bepaal de beste manier om het probleem bloot te leggen.
2. Bedenk oplossingen - Tijdens creatieve workshops ontleed je het probleem en bekijk je welke weg je wil inslaan.
3. Maak het concreet - Nodig experts en stakeholders uit om de oplossingen nu concreet uit te werken tijdens workshops.
4. Implementeer - Op basis van de positief geëvalueerde producten en systemen ontwikkel je pilootprojecten.
5. Meet je impact - Na afloop onderzoek je of de impact succesvol is en een meerwaarde heeft gecreëerd voor de doelgroep en de samenleving.
Deze leidraad wordt toegepast op volgende hoofdonderwerpen, waar iDROPS zich rond focust:
1. New Learning - Een leefbare toekomst verzekeren door in te zetten op nieuwe skills en nieuwe leermethodes voor de 21ste eeuw.
2. Sustainability - Een leefbare toekomst verzekeren voor onze planeet.
3. Global Development - Een leefbare toekomst verzekeren door internationale initiatieven op te zetten en te ondersteunen.
4. Superdiversity - Een leefbare toekomst verzekeren waarin de kracht van diversiteit centraal staat.
5. Community Building - Een leefbare toekomst verzekeren door nieuwe verbindingen in een regionale en stedelijke context te realiseren
6. Care - Een leefbare toekomst verzekeren waar iedereen zich goed voelt en de zorg krijgt die hij of zij nodig heeft.
De innovatiecase ‘Tookit voor gemeenten” komt vanzelfsprekend onder dit laatste onderwerp te staan. De case valt binnen het project “De Mantelzor-
ghub”.
2.1iDROPS
12 13
“In 2010 ontstond er bij iDROPS de interesse om een project te ontwik-
kelen rond mantelzorg, waarbij de mantelzorger zelf centraal zou staan.
Om de noden van de mantelzorger in kaart te brengen, organiseerde
!DROPS dat jaar een aantal creatieve labs. Hieruit bleek dat het zorgen
voor een zorgbehoevende vaak zeer tijdsintensief en duur is en bo-
vendien vaak gecombineerd moet worden met een betaalde job.Door
deze factoren houden mantelzorgers weinig tijd en middelen over voor
zelfzorg en lopen zij bijgevolg een groter risico op sociaal isolement,
depressie en burn-out.”
- Naar iDrops. S. Jacobs, E. Moyson en N. Goethals (2019). De Mantel-
zorghub, infokrant voor steden, gemeenten & zorgorganisaties.
Deze laatste hypothese werd meerdere malen bevestigd door de vol-
gende studies:
- De Nederlandse studie: Emotional disorders among informal care-
givers in the general population: target groups for prevention Uitge-
voerd door: M. Tuithof et al. (2015) Stichting Instituut voor Onderzoek
naar Leefwijzen en Verslaving (IVO)
- De Engelse studie: A systematic narrative review of the experiences of
informal carers of people with dementia and mental illness. Uitgevoerd
door Greenwood et al. (2018). Social exclusion in adult informal carers:
Maturitas, 112, 39–45. https://doi.org/10.1016/j.maturitas.2018.03.0
- De Engelse studie: Experiences of Loneliness Associated with Being an
Informal Caregiver: A Qualitative Investigation. Uitgevoerd door Vasi-
leiou, K et al. (2017). Frontiers in Psychology, 8. https://doi.org/10.3389/
fpsyg.2017.00585
Met de steun van Kom op Tegen Kanker en Leader Westhoek kon het
project opgestart worden. De focus lag op drie steden en gemeenten in
West-Vlaanderen: Assebroek, Veurne en Koksijde. In elke gemeente en
stad werden mantelzorgers opgetrommeld om mee te werken aan het
project.
In eerste instantie werd nagegaan of de noden zoals gedefinieerd in de
2.2 De MantelzorgHub
creatieve labs in 2010 nog dezelfde zijn. Dit onderzoek resulteerde in een meer
uitgebreid resultaat. Hieruit bleek dat mantelzorgers verschillende moeilijkhe-
den ervaren:
- Gebrek aan ontspanning: ‘me-time’ of tijd om eigen interesses te beoefenen.
- Gebrek aan een netwerk: contact met lotgenoten, waardering van andere
mantelzorgers, respijtzorg (kortstondige vervanging zodat de mantelzorger
even een break kan nemen), (online) contact met behulpzame buurtbewoners.
- Gebrek aan het uitwisselen van ervaringen: leren van elkaar om de zorg nog
efficiënter uit te voeren.
- Gebrekkige informatieverstrekking: administratieve en financiële ondersteu-
ning, psychologische hulp, doorverwijzing bij problemen.
Op basis van deze pijnpunten werd er in een aantal creatieve sessies gedacht
over oplossingen. De pijnpunten werden omgezet in noden en behoeften en
samen met de mantelzorgers werd er gebrainstormd en deelden ze ervarin-
gen met elkaar. Op deze manier bedachten ze zelf enkele concrete oplossin-
gen die ze later –tijdens creatieve designsessies– ook hielpen uitwerken en
vormgeven.
Dit piloottraject resulteerde in wat we tegenwoordig kennen als de Mantelzor-
ghub. Een project dat onder drie verschillende luiken valt die samen de hub
vormen. Deze luiken zijn respectievelijk: De Mantelzorgcafés, het Mantelzorg-
college en de MantelzorgHub Online.
De Mantelzorghub begeleidt als overkoepelende tool steden, gemeenten en
zorgorganisaties bij het uitbouwen van een lokale mantelzorgwerking of -be-
leid. Al snel kreeg het project interesse van andere steden en gemeenten, wat
bewijst dat er nood is aan dergelijke initiatieven.
De toolkit voor gemeenten past binnen deze luiken als een (toekomstig) cru-
ciaal onderdeel van de online mantelzorghub.
14 15
De Mantelzorgcafés zijn lokale, maandelijkse bijeenkomsten van en
voor mantelzorgers. Deze vinden plaats in een open, huiselijke sfeer
om de deelnemers uit te nodigen tot contact met elkaar op te nemen.
Iedereen die kort- of langdurig zorgt voor een hulpbehoevend(e) fa-
milielid, kennis of buur is welkom. Ook ex-mantelzorgers zijn welkom. Zij
hebben immers heel wat ervaring en vaak zijn hun noden nog steeds
dezelfde als toen ze actief waren.
De vorm en inhoud van de cafés wordt volledig bepaald door de kern-
groep van mantelzorgers, in samenwerking met een gemeentelijke co-
ördinator. Deze kerngroep bestaat uit enthousiaste mantelzorgers die
een bijdrage willen leveren aan hun lokale mantelzorggemeenschap.
Bij de opstart van het lokale Mantelzorgcafé wordt de input van deze
enthousiastelingen gebruikt. Dit zorgt voor maximale betrokkenheid en
het gevoel dat het café als mantelzorger “echt van ons” is. Onder be-
geleiding van de lokale coördinator en van !DROPS wordt zo een duur-
zaam initiatief gecreëerd, waar de mantelzorgers binnen de gemeente
bereikt kunnen worden.
2.2.1 Mantelzorgcafés
In de communicatie met iDROPS geven mantelzorgers en professionals
aan dat ze ondersteuning kunnen gebruiken in de (zorg)taken die ze
dagelijks uitvoeren. Ook het runnen van een lokaal mantelzorginitiatief
vraagt de nodige handvaten om te garanderen dat de opgebouwde
structuur verder blijft bestaan. De Mantelzorghub versterkt de betrok-
kenen met een eigen ontwikkeld begeleidingsaanbod en neemt de rol
op zich om het brede ondersteuningsaanbod binnen de gemeente en
regio bekend te maken bij zoveel mogelijk mantelzorgers.
2.2.1 Mantelzorgcolleges
2.2.3 Trainingssessies bij de
opstart
Mantelzorgers en zorgprofessionals doen bij trainingssessies de nodige
kennis en ervaring op om een MantelzorgHub mee vorm te geven, op
te starten en te runnen. Tijdens de opstartfase bepaalt de kerngroep
van mantelzorgers mee de vorm en de inhoud van het café (naam,
logo, locatie, …) en worden ze actief betrokken rond de communica-
tie en sensibilisatie. Als ambassadeurs nemen ze zelf verantwoordelijk-
heid op waardoor het eigendomsgevoel bij de kerngroep hoog blijft.
Er wordt bovendien ook gewerkt aan de samenhorigheid binnen de
groep. Ook de lokale coördinatoren en geïnteresseerde zorgprofessi-
onals betrekken we. Ze krijgen begeleiding via een stakeholdergroep
die in contact staat met coördinatoren van iDROPS.
2.2.4 Opleidings- en
uitwisselingsdagen
voor professionals
Zorgverleners ervaren het werken met mantelzorgers als een uitda-
gende noodzaak. Vanuit de eigen ervaring en opleiding probeert men
de mantelzorger steeds zo goed mogelijk te betrekken. Om professio-
nals te versterken in hun werking organiseert De MantelzorgHub regio-
nale opleidings- en uitwisselingsdagen, in samenwerking met relevante
partijen en experten. Door de lokale en regionale aanpak is er ruimte
om kennis en ervaring uit te wisselen tussen steden, gemeenten en
zorgorganisaties en om elkaar te versterken.
16 17
Mantelzorgers geven aan dat ze moeilijkheden ervaren bij het bewa-
ken van hun eigen welzijn en de balans tussen hun zorgtaak en eigen
interesses. Door samen met lotgenoten intensief na te denken en te
werken rond concrete uitdagingen, zorgt De MantelzorgHub er voor
dat mantelzorgers hun eigen veerkracht en energie verhogen. Met be-
hulp van een positieve aanpak leren mantelzorgers anders kijken naar
de dagelijkse beslommeringen, treden ze rustiger op bij problemen en
leren ze ook anderen op een positieve manier te beïnvloeden.
2.2.5 Veerkrachtsessies 2.2.6 MantelzorgHub online
Vanuit persoonlijke communicatie met iDROPS over het kiezen van een
online platform:
“In een rapport van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheids-
zorg (KCE) wordt verwezen naar een Britse studie uit 2012 die het ge-
bruik van online hulpmiddelen binnen de mantelzorg onderzocht. Hier-
uit bleek dat 42% van de mantelzorgers die online tools gebruiken,
vindt dat deze tools hun eenzaamheidsgevoel verminderen. Uit een
ander rapport – van het Joint Research Centre van de Europese Com-
missie – over de rol van ICT in het verlenen van mantelzorg, blijkt dat
ICT ondersteuning mantelzorgers kan helpen om zowel hun zorgtaak
als persoonlijk welzijn te verbeteren.”
- (iDROPS.,persoonlijke communicatie, 2019)
Er bestaan vandaag de dag verschillende soorten online ondersteuning
en informatieverstrekking. Klassieke websites zijn voor mantelzorgers
vaak een bron van frustratie door het gebrek aan gebruiksgemak en
begeleiding. De online tool die tijdens het piloottraject InTouch werd
ontwikkeld, kwam er op basis van onderzoek naar bestaande instru-
menten. Zo ontwikkelde !DROPS De MantelzorgHub Online, een laag-
drempelig online platform voor mantelzorgers. De MantelzorgHub On-
line bevat onder andere de volgende functies:
- Een zoekfunctie gekoppeld aan een infodatabank met lokale infor-
matie, tips en advies, een overzicht van het bestaande lokaal en regio-
naal ondersteuningsaanbod, …
- Een chatfunctie waarmee mantelzorgers onderling én met de ge-
meente in interactie kunnen gaan treden en waarmee online Mantel-
zorgcafés georganiseerd kunnen worden
- Een kalender met lokale activiteiten rond mantelzorg en andere rele-
vante evenementen
- Een nieuwsoverzicht met lokaal en algemeen nieuws en aankondigin-
gen rond mantelzorg
- Een wie-is-wie om een beter zicht te krijgen op de mantelzorgers
binnen een bepaalde gemeente of regio
18 19
3. Samenstelling groep
3.1 De Studenten
Het team was relatief snel gevormd. Ana en Emiel hadden doorheen
hun driejarige opleiding al voor meerdere groepstaken samengewerkt.
Beiden vonden ze een goede match te zijn, waardoor ze al snel het idee
hadden om hun eindwerk ook samen tot een succesvol eind te bren-
gen. Martijn was een nieuwkomer bij de groep, maar los van schoolge-
relateerde taken kwamen de drie samen goed overeen. Iets wat bij het
vormen van een team zeker niet over het hoofd mag gezien worden.
Een sterke eigenschap aan deze samenstelling leek dan ook een goe-
de verstandhouding te zijn in combinatie met het kennen van elkaars
competenties. Zo blinkte één persoon uit in de minder sterke kanten
van de andere. Op deze manier had het team een goed evenwicht
van verschillende kwaliteiten en interesses, waarmee ze elkaar konden
aanvullen.
3.2 De contactpersoon van iDrops - Sven Jacobs
“Sven Jacobs - Sustainability/Care
Als er absurde grapjes moeten uitgehaald worden is hij onze man. Zijn
muzikale smaak gaat van Dylan, over Coltrane tot Aphex Twin. Chillen
in de zon, lezen, muziek spelen en sporten. Sven is er zeer bekwaam in.
Maar oh wee als je arrogant of egocentrisch durft doen. En wanneer
gaan ze dat klimaatprobleem nu eindelijk eens aanpakken? “ (iDROPS /
Over Ons, https://idrops.org/nl/overons)
Sinds de eerste kennismaking tussen het team en de contactpersoon,
Sven Jacobs, wist het team dat ze op de juiste plek waren beland. Het
gesprek en de uitleg rond de potentiële case verliepen enorm vlot en
op een manier die gerust stelde.
Er was een goede mix tussen de professionele werkhouding als het
rond het project ging, maar ook een ontspannen, joviale houding te-
genover ons als studenten toe. Een enorm pluspunt aan de samen-
werking met Sven was zijn directe en open communicatie. Zo was het
altijd duidelijk wat er verwacht werd van ons. Daarbovenop hield Sven
rekening met het feit dat er buiten deze case ook nog andere taken
waren die studenten hun aandacht vragen, wat zorgde voor wederzijds
afgestemde verwachtingen.
3.3 Onze coördinator - Ilse Godts
Ilse Godts werkt als lector en coach aan de Erasmushogeschool en
werd zo toegewezen als coördinator voor dit project. Ilse luisterde
steeds met enorm veel aandacht en zorg naar de verloop van zaken,
het denkproces en de vragen omtrent ons onderwerp.
Ze was niet bang om kritische vragen te stellen, die ons verplichten
om de case vanuit een totaal andere invalshoek te bekijken. Hierdoor
werden we gepushed om verder te denken en het beste van onszelf te
geven. Daarnaast vroeg ze ook hoe het met ons als groep ging, los van
het project zelf. Iets wat wij als team enorm apprecieerden.
20 21
4.Probleemstelling
22 23
Onder vijftigplussers is cijfer dit zelfs één op vier. (De Koker et al., 2016)
Deze onmeetbaarheid en verschil van scenario’s maakt op maat gemaakte
ondersteuning zeer moeilijk.
Deze problematiek staat lijnrecht tegenover de recente ontwikkelingen
in het Vlaamse zorglandschap. Hier zien we dat er steeds meer gerekend
wordt op de vermaatschappelijking van de zorg. Informele zorgverleners
worden verwacht steeds meer taken op zich te nemen. Ook taken die voor-
heen onderdeel waren van de formele zorg.
Ondertussen neemt de werkdruk toe en spreekt het politieke landschap
vaker over bezuiniging dan over ondersteuning. Gemeenten worden sinds
het Vlaams mantelzorgplan sterk aangeraden om ook hun steentje bij te
dragen, zo stelt Vandeurzen, J. (z.d.). Nabije zorg in een warm Vlaanderen:
Vlaams Mantelzorgplan 2016 – 2020.
“Het streven naar een betere waardering voor deze onmisbare vorm van
zorg, is ook op federaal niveau aan de orde. Afstemming en overleg met
het federale beleidsniveau is daarom onontbeerlijk. We rekenen op de Fe-
derale overheid voor de sociale bescherming van de mantelzorger. De Ka-
mer van Volksvertegenwoordigers wijst op het belang om in samenwerking
met de regio’s en de gemeenten, na te gaan welke initiatieven het beste
aansluiten bij de noden van de mantelzorgers . De Vlaamse overheid zal
overleg plegen met de Federale overheid om de positie van mantelzorgers
te optimaliseren aangaande de raakpunten met tewerkstelling, fiscaliteit,
Volksgezondheid of Sociale Zekerheid.“
(Vandeurzen, 2016, p.44)
Mantelzorgers leveren een ondergewaardeerde, vaak onzichtbare bijdrage
aan de maatschappij en steunen de zwaksten onder ons. We spreken hier
dan over dezelfde mantelzorgers, die momenteel risico lopen op een ver-
slecht psychosociaal welzijn.
iDROPS tracht deze trend tegengewicht te geven door de MantelzorgHub
in te zetten en gemeenten te steunen om hun plicht t.o.v. mantelzorgers na
te komen. De “Toolkit voor gemeenten” dient de MantelzorgHub toeganke-
lijker te maken voor gemeenten en dit tegengewicht te verzwaren.
De brede maatschappelijke definitie van het begrip ‘mantelzorg’ zoals
opgenomen in het Vlaams woonzorgdecreet is als volgt:
“Een mantelzorger is de natuurlijke persoon die vanuit een sociale en
emotionele band één of meer personen met verminderd zelfzorgver-
mogen, niet beroepshalve maar meer dan occasioneel, helpt en onder-
steunt in het dagelijks leven.”
(Decreet betreffende de woonzorg, artikel 2, 15 februari 2019)
“Definitie ‘Mantelzorg’:
man·tel·zorg (de; v(m)):
zorg gegeven door gezinsleden, buren of vrienden”
(Van Dale, 2020)
Als het gaat om langdurige, onbetaalde zorg telt Vlaanderen alleen al
meer dan 600.000 mantelzorgers. Deze snel groeiende groep van in-
formele zorgers lopen een groter risico om in sociaal isolement te be-
landen of depressieve gevoelens te ontwikkelen. (Tuithof et al., 2015)
De rol als mantelzorger is zeer vaak een rol die niet bewust opgenomen
wordt. Vaak rolt men hier geleidelijk in.
Mantelzorg kan zo vele vormen aannemen. Zo kan het gaan over ie-
mand die de boodschappen doet voor zijn oma of iemand die zijn ou-
ders in huis neemt omdat ze niet langer voor zichzelf kunnen zorgen.
Maar we spreken ook over mantelzorg wanneer iemand na een tragisch
incident de volledige en intensieve zorg van zijn of haar partner op zich
moet nemen. Wat begint met een kleine taak, wordt geleidelijk aan een
steeds groter deel van de leefwereld van deze persoon, die in combi-
natie ook nog reeds bestaande, dagdagelijkse taken moet volbrengen.
Op deze manier is een mantelzorger zich niet altijd bewust van hun
eigen situatie omdat deze sporadisch en geleidelijk aan is ontwikkeld.
Er zijn weinig groepen die zo’n diversiteit in achtergrond, kennis, vaar-
digheden en scenario’s kennen als die van mantelzorgers. Één op ze-
ven Vlamingen is namelijk mantelzorger, of ze dit nu weten of niet.
4.1Deproblematiek
24 25
4.2 De Opdracht
Zoals vermeld in de Executive Summary is de toolkit voor gemeenten een onderdeel van de MantelzorgHub Online. Dit valt onder het
“Care” thema dat iDROPS hanteert.
De concrete opdracht vanuit iDROPS luidt:
“Ontwikkel een afgetoetst concept voor een toolkit voor steden en gemeenten a.d.h. waarvan elke stad of gemeente een self-sustai-
ning netwerk voor mantelzorgers en professionals kan opstarten/ontwikkelen zodat deze mantelzorgers steun & informatie bij elkaar
kunnen vinden.”
(Protocol, zie bijlage)
Het concept voor de toolkit werd op verzoek van de opdrachtgever ontwikkeld als een document dat gemakkelijk te integreren is op
de website van de MantelzorgHub Online. In een later stadium breidde deze vraag zich uit tot een fysieke .PDF versie. Deze versie zou
moeten dienen als een houvast voor ambtenaren om te doorlopen
.
Belangrijk! Het concept voor de toolkit wordt voor gebruiksgemak “toolkit voor gemeenten” of “toolkit” genoemd in de tekst. Hiermee
wordt er gedoeld op het eindproduct en het antwoord op de opdracht.
De subvragen van deze opdracht, gegeven door de opdrachtgever, luiden als volgt:
- Hoe bouwen we bottom-up robuuste duurzame lokale netwerken rond mantelzorg op binnen een breed samenwerkingsverband?
- Hoe de informatie en ondersteuning omtrent mantelzorg voor professionals nabij mantelzorg (dokters, ambtenaren, sociaal werkers
etc.) zo toegankelijk mogelijk te maken? Zodat de professional deze informatie daarna kan doorspelen aan de mantelzorger.
- Hoe praktische en inhoudelijke informatie leveren rond het organiseren en ondersteunen van activiteiten voor mantelzorgers?
Uit het team’s exploratieve onderzoek kwam de conclusie dat het concept aan twee basisvoorwaarden moest voldoen mocht dit effec-
tief ingezet kunnen worden om het psychosociaal welzijn van mantelzorgers te verhogen. Deze voorwaarden zijn als volgt:
- Het (direct & indirect) ondersteunen van mantelzorgers door het bekrachtigen van gemeenten zelf en (mantel)zorggerelateerde or-
ganisaties binnen deze gemeente.
- Het informeren van de mantelzorgers door een heldere, tweezijdige communicatie op te bouwen en te onderhouden.
De doelgroep en eindgebruiker van de toolkit zijn: Ambtenaren. De noden die ambtenaren konden stellen bij het gebruik van onze toolkit
definieerden wij als: Gebruiksvriendelijkheid; Toegankelijkheid voor verschillende niveaus van kennis t.o.v. mantelzorg(ers); Toegankelijk-
heid voor zowel intensieve als simpele taken.
iDROPS kan gezien worden als secundaire doelgroep. De toolkit moet overzichtelijk, gemakkelijk te implementeren en te gebruiken zijn.
Ook moet de testing van het team helder genoeg zijn om op de resultaten voort te kunnen werken.
26 27
5. Hunting- fase
28 29
5.1ExploratiefDeskresearch/
Verdiepingvandecontext
In dit hoofdstuk wordt er meer kennis verworven over het
thema en de problematieken rond mantelzorg. Zoals een
hunting fase betaamt worden er verschillende onderzoeks-
technieken gebruikt om zo een helder, genuanceerd beeld te
krijgen van de problematiek. De combinatie van de gevonden
informatie fungeert als steunpilaar tijdens het denkwerk van
de ideating fase.
De leden van het team waren in verschillende mate bekend
met het begrip mantelzorg en welke rol dit inhoudt in het
Vlaamse zorglandschap. Hierdoor werd de eerste stap een
literatuurstudie rond dit thema.
Na communicatie over de eerste stap voorzag iDROPS een
aantal bronnen die de basis vormden van het project tot zo-
ver. De belangrijkste hieronder waren:
- Vandeurzen, J. (z.d.). Nabije zorg in een warm Vlaanderen:
Vlaams Mantelzorgplan 2016 – 2020. (2016) (punt 5.1.1 wordt
aan deze tekst toegewijd)
- De Koker et al., (2016). Bouwstenen voor lokale netwerken
mantelzorg van erkennen tot verbinden.
Deze tweede paper bleek essentieel voor de opdracht zelf.
De onderzoekers definiëren vijf essentiële stappen bij het op-
stellen van een lokaal netwerk rond mantelzorg. Deze paper
zit innig verwikkeld in het uiteindelijke resultaat en vormde
een sterke onderzoeksbasis. Hierdoor werd het team in hun
research aangevuld opdat er een sterkere focus op het eind-
resultaat gelegd kon worden.
Ook werd alle informatie die al opgesteld was rond ‘De Man-
telzorgHub’ doorgenomen. Naast deze papers werd er fun-
damentele research gedaan uit niet-aangeleverde bronnen
om de kennis in het team te vergroten, onafhankelijk van de
mogelijk gekleurde informatie die in deze bronnen staat.
Elk teamlid kreeg één aangeleverde of gevonden bron toe-
gewezen om te bestuderen en om te zetten in een mind-
map. De mindmaps zijn te vinden in de bijlage. Door deze
mindmaps samen te leggen werden de raakvlakken tussen de
bronnen duidelijker.
De leden brachten hierdoor gemeenschappelijke prioriteiten
naar voren tijdens de vroege groepsdiscussies over het skelet
van de toolkit. Het team kwam tot de conclusie dat het con-
cept aan twee basisvoorwaarden moest voldoen mocht dit
effectief ingezet kunnen worden om het psychosociaal wel-
zijn van mantelzorgers te verhogen. Deze voorwaarden zijn als volgt:
- Het (direct & indirect) ondersteunen van mantelzorgers door het be-
krachtigen van gemeenten zelf en (mantel)zorggerelateerde organisa-
ties binnen de gemeente.
- Het informeren van de mantelzorgers door een heldere, tweezijdige
communicatie op te bouwen en te onderhouden.
Om verdere verwarring te voorkomen werd er een onderzoeksdefi-
nitie voor het woord “toolkit” opgesteld. De onderzoeksdefinitie had
als primair doel te toetsen of alle onderzoekers hetzelfde verstonden
onder dit begrip en de verschillen te definiëren en uit te spreken. Het
secundaire doel van de onderzoeksdefinitie is het continu checken
doorheen het proces of er nog steeds voldaan wordt aan het doel van
de toolkit.
Onderzoeksdefinitie toolkit:
De toolkit is bedoeld voor gemeenten en professionals. De toolkit zal
dienen als leidraad voor de opstart en optimalisering van een gevali-
deerd, self-sustaining mantelzorgnetwerk.
Na het opstellen van de onderzoeksdefinitie is er onderzoek verricht
naar de trends en tendensen rond mantelzorg. Hier wordt in 5.1.4 ver-
der op ingegaan.
Naast een literatuurstudie is er ook fieldresearch uitgevoerd. Het team
heeft het event: Open forum “Ik ben jong en ik zorg” bezocht om te
spreken met mantelzorgers en zorgorganisaties.
De laatste stap was benchmarking, dit om op zoek te gaan naar wat
verschillende organisaties doen met het thema mantelzorg en hoe zij
een netwerk creëren. Door middel van benchmarking tracht het team
te leren van gelijkaardige netwerken rond mantelzorg om zo de toolkit
te versterken.
De opdrachtgever liet ons duidelijk weten dat ze niet willen concur-
reren met reeds bestaande initiatieven voor mantelzorg. Ze werken
samen met deze organisaties om zo een sterker en breder netwerk
te creëren voor mantelzorgers. Op het open forum kwam het team
in contact met verschillende organisaties die op dezelfde golflengte
zitten. Om de toolkit te versterken was het evident om op deze manier
van deze organisaties te leren.
30 31
5.1.1 Schets problematiek:
Het Vlaams Mantelzorgplan
Zoals gesteld in het Vlaams Mantelzorgplan van 2016-2020 (Vandeurzen., 2016)
wordt onder vermaatschappelijking van de zorg verstaan dat zorgbehoevenden
zo veel mogelijk zorg in en door de vertrouwde omgeving moeten krijgen. Ver-
maatschappelijking betekent ook dat inclusie in de maatschappij - van personen
met langdurige zorgnood en personen met een handicap - mogelijk wordt ge-
maakt. Informele en formele zorg gaan hierbij hand in hand en dienen elkaar op
het lokale niveau te versterken.
Aangezien zij het dichtst bij de burger staan, spelen lokale besturen een belang-
rijke rol in de ondersteuning van zorgbehoevenden en hun mantelzorgers. Zo
stelt het Vlaams Mantelzorgplan dat er voor de lokale overheid een opdracht
ligt, in het voorzien van informatie over het lokale aanbod aan informele en for-
mele zorg naast het bieden van ondersteuning via websites, gemeentelijke bro-
chures of lokale informatiebijeenkomsten.
De Koker, et al. (2016) stellen het volgende: “Het toekennen van een mantelzorg-
premie is een mooie vorm van erkenning en steun aan de mantelzorger, maar
een breed aanbod aan diensten biedt bijkomende kansen om nog een grotere,
meer diverse doelgroep te bereiken en te ondersteunen.”
Aangezien mantelzorg zich per definitie afspeelt in de onmiddellijke omgeving
van de zorgbehoevende, is het meest nabije, lokale beleidsniveau een cruciale
partner. (De Koker et al., 2016)
Uit het Nederlands onderzoek (Tuithof, et al., 2015, p4), die 6.646 personen tus-
sen de jaren van 18 - 64 ondervroeg, bleek tot wel 31.1% een informele zorger te
zijn. Opvallend aan de bevraging van deze informele zorgers, was hoe dynamisch
deze groep is. Zo spreken we hier over mannen en vrouwen van alle leeftijden,
milieus en leefwerelden.
Fysieke klachten bleken de grootste factor voor het verlenen van informele zorg,
met 61%.
Ten slotte gaven de informele zorgers aan dat chronische lichamelijke aandoe-
ningen hun grootste pijnpunt is, met tot wel 45,2% die dit bevestigde.
32 33
5.1.2 De rol van de eerstelijns-
Binnen sociale werk/hulp- en dienstverlening wordt er gesproken van de nulde,
eerste, tweede en derde lijns hulp- en dienstverlening. In de toolkit ligt de focus
op de nulde en de eerste lijn, die respectievelijk bestaan uit de mantelzorgers en
(rechtstreeks toegankelijke) zorgprofessionals. Vrijwilligers en zelfhulpgroepen
worden ook meegerekend onder de nulde lijn.
De eerste lijn bestaat uit rechtstreeks toegankelijke hulp en zorg. Hieronder val-
len bijvoorbeeld huisartsen, thuisverpleegkundigen, vroedvrouwen, eerstelijns-
psychologen, psychotherapeuten, psychiatrische thuiszorg, apothekers, tand-
artsen, etc. Wanneer er in het rapport over zorgprofessionals gesproken wordt,
maken deze dus deel uit van de eerstelijnszorg.
In de sociale sector is er een groot aantal voorzieningen die eerstelijnshulp en
-zorg mogelijk maken. Denk hierbij aan OCMW’s, rusthuizen, centra voor leer-
lingenbegeleiding (CLB), centra voor algemeen welzijnswerk (CAW), centra voor
kortverblijf, diensten voor oppashulp, klusjesdiensten, ziekenfondsen, enz.
Volgens de databank van de Sociale Kaart kan zorg naast de zorglijnen (nulde, eer-
ste etc.) opgedeeld worden in vier verschillende cirkels. (Reorganisatie van de eer-
stelijnszorg in Vlaanderen: situering en veranderingstraject 2015-2019. Zorg en Ge-
zondheid. [2015] )
1. De zelfzorg. Dit is de meest basale zorgvorm. Zelfzorg spreekt voor de zorg en on-
dersteuning die de zorgbehoevende zelf opneemt. Om deze basisnoden zo goed
mogelijk in te vullen heeft de zorgbehoevende toegang nodig tot hulpmiddelen om
de thuiszorg mogelijk te maken.
2. Onder cirkel twee valt de zorg en ondersteuning die door mantelzorgers thuis
geboden wordt. Dit zijn vrijwel uitsluitend familie en/of vrienden.
3. Onder cirkel drie valt informele zorg door vrijwilligers en buurtgerichte ondersteu-
ning.
4. Cirkel vier is de eerstelijnshulp en -dienstverlening. Hieronder vallen de federaal
bevoegde zorgorganisaties en zorgverleners.
Cirkel 1 t/m 3 vormen samen zorgvormen van de nulde lijn. Wanneer er over ver-
maatschappelijking van de zorg gesproken wordt vindt dit plaats binnen deze cir-
kels.
De Sociale Kaart concludeert bij cirkel 1t/m3: “We zien hier een expliciete rol weg-
gelegd voor de lokale overheid, het middenveld en de lokale zorgnetwerken.”
Het ontwikkelen van de toolkit is in de ogen van het team en de opdrachtgever een
deel van het antwoord op deze conclusie.
wat verstaan we onder zorgprofessionals?
Afbeelding 1: Vlaamse Ouderenraad. (z.d.). Regie over de
zorg in eigen handen [Illustratie].
Geraadpleegd van:
https://www.ouderenraden.be/in-de-kijker/zorg-ge-
zondheid/de-persoon-met-een-zorgnood-centraal
34 35
“Gezien de huidige maatschappelijke context met een toename van het
aantal personen met een langdurige zorgnood, chronische ziekte en multi-
morbiditeit (meerdere chronische ziekten), willen we in de organisatie van
de eerstelijnszorg uitgaan van een persoonsgerichte en geïntegreerde be-
nadering en niet langer van een ziektegeoriënteerde aanpak. Het centraal
stellen van de persoon met een zorgbehoefte betekent dat zorgverlener
en zorgvrager in wederzijdse dialoog gaan over de noden en doelstellin-
gen op vlak van welzijn en gezondheid.”
(De Sociale Kaart, www.desocialekaart.be)
Er wordt steeds meer belang gehecht aan het subsidiariteitsbeginsel over
de hele zorgsector. Dit beginsel garandeert het subsidiair werken. Deze
vorm van werken omhelst het principe dat er steeds gebruik moet gemaakt
worden van de minst ingrijpende zorgverlening als hiermee hetzelfde ef-
fect bereikt kan worden, als wanneer er zwaardere hulpverlening ingezet
zou worden. Denk hier bijvoorbeeld aan het kiezen voor hulp- en dienst-
verlening bij de zorgbehoevende thuis i.p.v. residentiële hulp- en dienst-
verlening (de zorgbehoevende inschrijven in een zorgcentra).
​De Vlaamse overheid stuurt naast de vermaatschappelijking van de zorg
aan op een reorganisatie van de eerstelijnszorg. Om tot een breed ge-
dragen hervorming te komen zetten ze het sterkst in op participatie. Deze
participatie omhelst het proces van het delen van beslissingen, waarbij er
samengewerkt wordt en alle stakeholders actief betrokken worden rond
oplossingen voor hun eigen problemen. Dit laten ze gelden voor lokale be-
sturen, zorgprofessionals als burgers.
De doelen van deze reorganisatie worden als volgt opgesomd:
- Verbetering van de zorg op individueel niveau
- Verbetering van de gezondheidstoestand van de bevolking
- Het creëren van meerwaarde voor de ingezette middelen
- Het creëren van de beste omstandigheden voor zorgaanbieders om hun
werk goed en duurzaam uit te voeren
Hervorming van de eerste lijn
Conclusievermaatschappelijking
vandezorg&eerstelijnshervorming
Over de vermaatschappelijking van de zorg en het reorganiseren van de
eerstelijnszorg zijn de meningen van het team gemengd. Er zijn positieve
en negatieve kanten.
Allereerst is de huidige generatie zorgvragenden anders dan de voorgaan-
de generaties (zie ‘ouderen veranderen’ bij punt 5.1.4, Trends). Zij wor-
den net zoals iedereen beïnvloed door een steeds versnellende en die-
per doordringende digitalisering. De nieuwe generatie wil alles het liefst zo
lang mogelijk zelf blijven doen en beslissen over hun eigen situatie, terwijl
de vermaatschappelijking en reorganisatie van de eerstelijnszorg bijdragen
aan deze “emancipatie”.
Aan de andere kant lijken deze maatregelen op slecht vermomde bespa-
ringen op de zorg. Rusthuizen zijn overvol, zorgprogramma’s zijn duur en
de verplichting van publieke instanties naar individuen verschuiven is een
gemakkelijke oplossing. Zorgverlening wordt bijvoorbeeld niet betaald als
een zwaar beroep.
Er wordt steeds meer op de nulde lijn gerekend en deze toename in de
zorgvraag bij individuen is moeilijk te meten. Hierdoor kan de overheid be-
sluiten nog minder in de eerste lijn te investeren terwijl deze investeringen
wel zeer nodig zijn, dit wordt nogmaals pijnlijk duidelijk gemaakt door de
COVID-19 epidemie die heerst ten tijde van het schrijven van dit rapport.
36 37
5.1.3 De rol van lokaal bestuur.
Ondanks de inspanningen van de overheid en overheidsdiensten om zo-
veel mogelijk vermaatschappelijking in de zorg te stimuleren, merken de
onderzoekers op dat de term Mantelzorg in Vlaanderen onder de noemer
van weinig tot bijna geen kennis kan geplaatst worden. Dit versterkt nog-
maals het belang van de rol van lokale besturen hierin. Zij staan dichter bij
hun inwoners dan de overkoepelende overheidsorganen en kunnen dus
een grotere invloed uitoefenen om het thema mantelzorg actief op de ra-
dar te zetten.
De beleidsmatige informatie is in de voorgaande punten van het hoofdstuk
aan bod gekomen. Aandacht voor (mantel)zorg is in een ideale wereld een
onderdeel van een integraal beleid waarin ook de leefruimte, woonomge-
ving, werk, onderwijs en lokale economie wordt betrokken, omdat al deze
domeinen onderling in verband staan met elkaar.
Waarom moeten steden en gemeenten inzetten op deze on-
dersteuning?
Het onderzoek Emotional disorders among informal caregivers in the gene-
ral population: target groups for prevention. van Tuithof, et al (2015) con-
cludeert het volgende:
“Four main themes were identified from the analysis: (a) Loneliness was
located within a context of shrunken personal space and diminished social
interaction resulting from the restrictions posed by the caregiving role; lo-
neliness was articulated against (b) a background of relational deprivations
and losses, as well as (c) social encounters characterized by some form
of distancing and separateness; (d) finally, sentiments of powerlessness,
helplessness and a sense of sole responsibility were considered to induce
feelings of loneliness.”
In dit onderzoek hebben 6.464 Nederlandse respondenten van 21 t/m 68
jaar een face-to-face enquête afgelegd. Hiervan werd 31,1% als mantelzor-
ger gerekend.
De risico’s die in 2015 door de bovenstaande studie geïdentificeerd zijn,
werden in België bevestigd door onderzoek van iDROPS. Zoals eerder meer
uitgebreid behandeld werden er een aantal noden en risico’s gekoppeld
aan de rol van mantelzorger. Het wordt tijd dat lokale overheden op een
laagdrempelige manier inspelen op de noden van mantelzorgers en de ri-
sico’s die hand in hand gaan met deze rol. Dit draagt niet alleen bij aan het
psychosociale welzijn van mantelzorgers, maar tevens ook aan het bredere
welzijn van zorgbehoevenden, zorgprofessionals en de samenleving in het
algemeen.
In het kort kunnen we stellen dat steden en gemeenten moeten inzetten
op ondersteuning:
Voor mantelzorgers: Er kan beter gewaakt worden over de zorg voor de
eigen gezondheid. Eenzaamheid wordt bespreekbaar gemaakt en tegen-
gegaan door contact met anderen in een gelijkaardige situatie. Het aanbod
aan ondersteunende diensten en informatie wordt door een wederzijdse
communicatie voorzien en vernieuwd. Ook is het gemakkelijker mantelzor-
gers wegwijs te maken in het zorglandschap, dat tot in mate bekend of on-
bekend terrein voor hen is. Als gevolg wordt de veerkracht en draagkracht
van mantelzorgers verhoogd door een combinatie van al deze factoren.
Voor de zorgvrager: De zorgvrager kan beter integreren in de samen-
leving en er komt minder druk te staan op de relatie tussen hen en de
mantelzorger. De verleende hulp wordt beter en specifieker, door het uit-
wisselen van kennis en ervaring en het vergemakkelijken van het opdoen
van nieuwe kennis. Er bestaat ruimte voor aandacht rond vereenzaming en
verwaarlozing en mantelzorgers kunnen de waarschuwingssignalen streng
bewaren door de nieuwe informatie en de kennisuitwisseling.
Voor de samenleving: De samenleving draagt een minder zware kost
door het stroomlijnen van mantelzorg gerelateerde zaken en het koppe-
len van zorgprofessionals, mantelzorgers en het gemeentelijk bestuur bin-
nen in de gemeenten zelf. De betrokkenheid van burgers rond mantelzorg
wordt verbeterd door het correct inzetten van sensibiliserings-, informatie
en waarderingscampagnes.
38 39
5.1.4.Trendsindezorg
40 41
Volgens de meest recente vooruitzichten voorziet Statistiek Vlaande-
ren tussen 2017 en 2027 een stijging van het aantal 65-plussers van
meer dan 22% - een sterkere groei dan in de voorbije 10 jaar (+18%).
Het Vlaamse landschap per regio, verdeeld op gemiddelde leeftijd van
bevolking ziet er anno 2017 al volgt uit:
Vergrijzing
Voor 2027 wordt voorspeld dat dit landschap er zo zal gaan
uitzien:
Hierdoor zal Vlaanderen in 2027 zo’n 288.000 65-plussers meer tellen
dan in 2017. Dit impliceert een toenemende verouderingsgraad: het
huidige aandeel van 20% 65-plussers in de bevolking zal oplopen tot
23% in 2027 (figuur 1, rechter grafiek). De doorgezette veroudering is
het gevolg van het gecombineerde effect van twee factoren. Het ouder
worden van de babyboomers én de steeds hogere levensverwachting
die ervoor zorgt dat ook de bevolking op zeer hoge leeftijd blijft toene-
men. De toename van alleenwonende 65-plussers wordt voorspeld met
20% te stijgen tussen 2017 en 2020.
Cijfers via De vergrijzing zet zich verder: Vlaamse gemeentelijke demo-
grafische vooruitzichten 2018-2035 Statistiek Vlaanderen. (2018).
Als gevolg van het ouder worden van de bevolking en de toename van
het aantal alleenwonenden in deze bevolkingsgroep, is het vrijwel ze-
ker dat de zorgvraag ook zal toenemen. Vanuit een onderzoek van het
Sociaal en Cultureel planbureau van de Nederlandse overheid komt de
predictie dat deze stijging ook steeds meer ouderen met een chroni-
sche aandoening met zich zal meebrengen. Zij stellen: “Het is dus maar
de vraag of er in de toekomst inderdaad minder zorg nodig is vanwege
verbetering van gezondheid. Verder is de verwachting dat ook het aantal
eenzame ouderen zal toenemen.”
Deze laatste stelling dient als bevestiging op de mening van het team.
Zie ook Conclusie vermaatschappelijking van de zorg en eerstelijnsher-
vorming.
Als we verder in de toekomstige tendensen kijken, is op te
merken dat de leeftijdsverdeling in de komende twintig jaar
verschuift. Ook stijgt het afhankelijkheidscoëfficiënt van ou-
deren sterk wat betekent dat, in combinatie met het politieke
landschap, er nog meer gerekend zal worden op de nulde lijn.
Hieruit leiden we af dat mantelzorg in de toekomst een nóg
groter deel zal uitmaken van het dagdagelijks leven ter bevor-
dering van het welzijn van de zorgbehoevenden.
42 43
Aan de andere kant zal deze “nieuwe” generatie ouderen steeds meer
zelfstandig zijn en kunnen zij waarschijnlijk langer voor zichzelf blij-
ven zorgen door hun verbeterde technologische geletterdheid. Deze
“emancipatie” van zorgvragers gaat een sterke invloed hebben op de
structuur van het huidige zorgsysteem en de verhouding tussen zorg-
behoevende, nulde- en eerstelijnszorg.
Naar onderzoek van het Nederlands Sociaal Cultureel Planbureau zijn
ouderen zijn steeds vaker hoog opgeleid en zullen zij dus naar ver-
wachting over meer computervaardigheden beschikken. Dit maakt het
plausibel dat ze zelf beter hun weg kunnen vinden in het zorgstelsel of
hun eigen zorg kunnen organiseren, bijvoorbeeld omdat ouderen zelf
opzoekwerk kunnen doen via het internet.
Een algemene verhoging van het opleidingsniveau beïnvloedt de
(toekomstige) zorgvraag op meerdere manieren. De ouderen van de
toekomst zullen vaker en sneller hun behoefte aan ondersteuning
aangeven en zijn waarschijnlijk kritischer en veeleisender hierin. De op-
komende generatie ouderen zijn gewend aan meer regie over het ei-
gen leven te hebben. Zij hebben andere ideeën over oud worden dan
de huidige ouderen en zullen aan andere elementen waarde hechten.
Het team verwacht dat de nadruk sterker zal liggen op zingeving, regie
over het eigen leven en kwaliteit van hun levensomstandigheden.
“Emancipatie” van de
nieuwe generatie ouderen
De tegenbeweging van deze “emancipatie” van zorgbehoevenden
zijn ouderen die buiten de boot vallen. Deze ouderen hebben geen of
een lage opleiding en/of geringe technologische vaardigheden. Deze
ouderen gaan moeilijker hun weg kunnen vinden in dit veranderende
zorgsysteem.
Zij worden sterk geraakt door de toenemende complexiteit en vermin-
derde overzichtelijkheid van de samenleving en de zorg. Toch wordt
hier ook verwacht dat men hun zorg meer zelf zullen regelen. Voor een
deel van de zorgbehoevenden gaat dit zeer lastig zijn. Deze “emanci-
patie” treft dus ouderen met een lage opleiding, weinig digitale vaar-
digheden, met een klein netwerk of met een laag inkomen.
Kwetsbare ouderen
44 45
De procentuele toename bij ouderen wordt gebalanceerd door een
afname in 28 tot 66-jarigen. Dit omdat de gap tussen jong en oud snel-
ler stijgt dan dat deze aangevuld kan worden door nieuwe geboorten.
Specifiek de 33-66 jarigen nemen af. Dit zijn vaak partners van zorg-
behoevenden of kinderen van zorgbehoevende (schoon)ouders. Vaak
neemt deze nabije groep de zorgtaken op zich wanneer hier nood aan
is. Hiernaast is er ook sprake van een afname van de potentiële be-
roepsbevolking, wat betekent dat er minder werkenden zijn die pensi-
oenuitkeringen voor ouderen verdienen.
In Nederland neemt de verhouding tussen de potentiële beroepsbe-
volking en de gepensioneerden, ook wel de grijze druk genoemd, toe
van 32% in 2018 naar 43% in 2030.
Het aantal ouderen die nood hebben aan zorg stijgt, het bevolkings-
aantal -dus ook het aantal potentiële mantelzorgers- neemt af. Dit be-
tekent dat mantelzorg in de toekomst steeds vaker door leeftijdsge-
noten geboden gaat worden. Dit is een kwetsbare groep omdat deze
leeftijdsgenoten een grotere kans maken om zelf ook zorgbehoevende
te worden.
Tekort aan mantelzorgers en
beroepskrachten
Aard van de zorg verandert
De zorgprofessional verandert
Er zijn verscheidene verwachtingen over de zorgprofessional in de toe-
komst. Hun functie wijzigt: zij zullen meer gericht zijn op de veerkracht
en aansturen op zelfmanagement van de ouderen. Er zal steeds meer
gebruik worden gemaakt van residentiële hulp- en dienstverlening. Dit
betekent dat er verwacht wordt dat zorgprofessionals meer mobiel en
flexibel moeten zijn. Denk hier bijvoorbeeld aan het begeleiden en mo-
nitoren van een ziekteproces via telecommunicatie en huisbezoeken.
Er is technisch steeds meer mogelijk, maar het is onduidelijk hoe snel
deze ontwikkelingen gaan. De technologie wordt ook courant ge-
noemd als een manier om de werkdruk van zichtbaar en onzichtbaar
zorgpersoneel te verlagen en een deel van de zorgtaak terug te laten
komen bij de zorgbehoevenden zelf. Hiernaast zou het de zorg goed-
koper kunnen maken. Het is echter de vraag in hoeverre men bereid is
om technologieën te omarmen als het gaat over het overnemen van
een eeuwenoude intermenselijke taak.
In verband met diagnostiek zijn er weinig hindernissen, maar typische
menselijke waarden zoals vertrouwen en een persoonlijke band op-
bouwen/uitbreiden zouden hierdoor verloren kunnen gaan. Vooral
het idee dat robots of computers de intermenselijke contacten zullen
overnemen, roept bij veel zorgers tegenstrijdige gevoelens op.
Hiernaast zijn de verwachtingen over de toepassing van nieuwe tech-
nologieën in de zorg hoog terwijl de impact op de dagdagelijkse wer-
king vaak nog onduidelijk is. Omdat toekomstige zorgmedewerkers va-
ker zijn opgegroeid in het digitale tijdperk, wordt er verwacht dat zij
ook makkelijker gebruik zullen maken van nieuwe zorgtechnologieën.
Als gevolg zal er minder ingezet moeten worden op specifieke trainin-
gen en opleidingen voor het gebruik van deze tools.
46 47
5.2 Fieldresearch
48 49
‘‘Het Open Forum wil de onzichtbaarheid van jonge mantelzorgers
doorbreken en een netwerkmoment bieden voor iedereen die met
jonge mantelzorg in aanraking komt. Jonge mantelzorgers namen hier
zelf het woord over goede en slechte ervaringen en wat mantelzorg
voor hen betekent. Experts en hulpverleners lichten er actueel onder-
zoek en cijfers toe en vertelden uit hoe zij jonge mantelzorgers vanuit
verschillende invalshoeken kunnen ondersteunen. Als team was dit een
uitgelezen kans om in contact te komen met (jonge) mantelzorgers.
Aangezien dit evenement vroeg in de hunting fase plaatsvond, was het
mogelijk om er met een frisse blik heen te gaan en hierna de theorie de
praktijk te laten bevestigen. ‘‘
(Weliswaar.be, 2019)
Het open forum stond in het teken van jonge mantelzorgers en werd
georganiseerd door Youngheroes en de Vlaamse Kinderrechtencoali-
tie. Youngheroes is een mantelzorg gerelateerd project door iDROPS,
Kinderrechtencoalitie Vlaanderen en financiële coöperatie CERA, dat
draait rond het sensibiliseren en informeren van jongeren rond man-
telzorg.
Jonge mantelzorgers zijn kinderen of jongeren die regelmatig (zorg)
taken opnemen voor hun mama, papa, broer, zus, vriend of familie. Dit
zijn vaak taken die voor hun leeftijdsgenoten nog niet aan de orde zijn,
maar wel een vanzelfsprekendheid vormen voor deze jonge mantel-
zorgers.
Hierdoor kunnen ze vaak niet rekenen op begrip en empathie van fami-
lie, vrienden of vanuit de school- en werkomgeving. Voor de jongeren
blijkt het vaak moeilijk om in te zien dat hun situatie niet “normaal” is en
dat zij hulp kunnen en mogen vragen bij hun situatie.
Het Open Forum richt zich op een zeer brede doelgroep: jeugdwer-
kers, jeugdwelzijnswerkers, onderwijspersoneel, gezondheidswerkers,
ervaringsdeskundigen, academici, beleidsmedewerkers, politici, jonge
mantelzorgers zelf en alle hulpverleners die hen ondersteunen.
Van deze brede doelgroep werden tot onze verrassing vrijwel alle sub-
groepen vertegenwoordigd. Ondanks dat het evenement over een
zeer specifieke subgroep van de doelgroep van de toolkit ging, bleek
de inbreng van zeer grote waarde. Het programma werd als volgt ge-
structureerd:
5.2.1 Open forum:
		 “ik ben jong en ik zorg” (21/11/2019)
Wie is een jonge mantelzorger?
- Jonge mantelzorgers aan het woord - Toelichting door jonge man-
telzorger, Thalia
- Toelichting begrip, cijfers en actueel onderzoek - Joost Bronselaer,
Departement Welzijn, Volksgezondheid & Gezin / Vlaamse Overheid
- Perspectief van de Gezinszorg - Bart Deltour, Familiezorg West-Vlaan-
deren
- Panelgesprek
Hoe ondersteun je jonge mantelzorgers?
- Kindreflex voor praktijkwerkers in de geestelijke gezondheidszorg -
Anke Stuer-Jespers, Het Kader vzw
- Samen naar een mantelzorgvriendelijke school! - Kathleen Van Walle,
Samana vzw
- Panelgesprek
Voor het team was de “jonge mantelzorger aan het woord” het meest
sprekende onderdeel. Hierdoor konden de noden, de angsten, de dro-
men en wensen voor een deel van de doelgroep opgemaakt worden.
Hier een kort verslag met uitgebreide learnings over het eerste onder-
deel.
50 51
Tijdens het eerste onderdeel van de dag werd er een jonge mantel-
zorger, Thalia, uitgenodigd die haar verhaal kon vertellen voor experts.
Zij heeft meerdere onderwerpen aangehaald die vaak herkenbaar zijn
onder andere mantelzorgers.
In het voorbereidend deskresearch (De Koker et al., 2016), (Tuithof et
al., 2015), (Greenwood et al., 2018), (Vasileiou et al., 2017), (iDrops. (z.d.).
De MantelzorgHub, 2015), (iDrops, infokrant voor steden en gemeen-
ten, 2019) werd het team een aantal keer geconfronteerd met de stel-
ling dat mantelzorger zeer vaak een “job” is waar je inrolt, meestal zelfs
zonder hier besef van te hebben.
Dit werd tijdens het forum nogmaals bevestigd door Thalia’s verhaal.
Doordat jonge mantelzorgers zichzelf niet direct identificeren als man-
telzorger -laat staan al van de term gehoord te hebben- wordt er ook
niet over de problemen gepraat die gepaard gaan met deze rol. Meest-
al beschouwen zij dit als hun eigen persoonlijke problemen. Voor hen
zijn de taken en de zorg die ze zichzelf toewijzen een doodnormaal ge-
geven. Doordat dit allemaal vanzelfsprekend wordt voor hen, lopen ze
zichzelf gemakkelijk voorbij. Grote vermoeidheid en weinig eigen tijd is
vaak de orde van dag. Dit alles combineren met school maakt het nog
uitdagender om als jonge mantelzorger passende zorg te combineren
met een leven buiten deze zorgfunctie.
Uit het verhaal van Thalia werd afgeleid dat het een grote hulp kan zijn,
moesten zorgprofessionals of andere mensen uit hun directe omge-
ving vaker peilen naar hoe ze het stellen. Of beter nog, hun simpelweg
zouden wijzen op het feit dat ze effectief een mantelzorger zijn.
De klik die jonge mantelzorgers met elkaar hebben is groot. Zij ver-
staan elkaar echt en begrijpen elkaars problemen beter dan andere
leeftijdsgenoten. Zo is het moeilijk om openlijk over je eigen problemen
te praten tegen iemand die niet weet wat je meemaakt. Desondanks
dat jonge mantelzorgers vaak in een totaal verschillende zorgsituatie
zitten, blijven de gemeenschappelijke ervaringen gelijk. Het zijn deze
ervaringen waar ze bij elkaar steun kunnen uit halen.
Dit alles heeft een grote invloed op het psychologisch en sociale wel-
zijn van de jonge mantelzorger, ook al hebben ze dit zelf niet altijd door.
Een klinkende zin die is bijgebleven uit het verhaal van Thalia: “Het is
Jonge mantelzorger aan het woord
oké om in functie te staan voor een ander, te zorgen voor een ander,
maar voor je eigen zorgen en stil blijven staan bij je eigen behoeftes is
ook belangrijk.”
Joost Bronselaer (Vlaamse Overheid)
Gaf een toelichting over de getallen i.v.m. jonge mantelzorgers. Uit de
presentatie werd het vooral zeer duidelijk dat er weinig cijfergegevens
bekend zijn over jonge mantelzorgers. Er werd duidelijk gemaakt hoe
moeilijk het was om de grootte van deze groep vast te leggen en on-
derzoeken te verrichten door de geringe kennis van het begrip ‘man-
telzorg’ bij jongeren. De grote diversiteit in zorgsituatie en -intensiteit
zijn dingen het overigens nog moeilijker maken om hier duidelijke ge-
tallen op te plakken.
Perspectief van de Gezinszorg
Deze presentatie was meer direct gerelateerd aan zorg verlenen. Toch
waren een aantal onderwerpen zeer bruikbaar voor het samenstellen
van de eerste iteraties van de toolkit. Hierbij draait het vooral om de
samenwerkingen tussen verschillende zorgorganisaties.
De volgende vragen i.v.m. zorg werden opgeroepen: Wat is het doel?
Niet het middel dat je wilt gebruiken, maar wat is je doel? Thuisverzor-
ging kan zo het middel zijn, maar het onderliggende doel kan zijn dat
de persoon in kwestie nood heeft aan menselijke interactie. Op deze
manier wordt vaak het juiste doel met een verkeerd middel bestreden.
Mensen komen het meest terecht bij instanties zoals Gezinszorg door
mond-tot-mond reclame. Het zou nog beter zijn moest er vanuit zorg-
professionals een directe link worden gemaakt om sneller en correcter
naar dit soort instanties doorverwezen te worden. Doordat er een zeer
grote versnippering is van het aanbod, is het soms moeilijk om op een-
zelfde golflengte te komen.
Een reden hiervan is bijvoorbeeld dat niet altijd dezelfde begrippen
gehanteerd worden, waardoor de communicatie trager verloopt. Als er
een netwerk gecreëerd wordt, zal het onderwerp niet één keer in de
kijker worden gezet maar zal het in leven blijven binnen de gemeenten.
52 53
Voor de benchmarking heeft het team gezocht naar gelijkaardige zorg-
netwerken om hier do’s en don’ts rond het opzetten van een netwerk
voor mantelzorgers uit te genereren. Dit exploratieve proces is her-
haald door een overzicht te maken van verschillende mantelzorgver-
enigingen, hun netwerken, de grootte van deze netwerken en unieke
kenmerken.
Dit werd verricht door hun website en sociale mediakanalen te door-
zoeken en informatie te vragen aan de opdrachtgever en andere ex-
perts binnen het thema van mantelzorg.
Omwille van ruimte worden alleen de zes erkende mantelzorgvereni-
gingen in het rapport geïncludeerd. De andere aantekeningen bij de
vergelijkbare organisaties zijn te vinden in de bijlage.
Ons Zorgnetwerk vzw
Ons Zorgnetwerk is een erkende vereniging van gebruikers van (thuis)
zorg en mantelzorgers. Ons Zorgnetwerk is opgericht als vzw in 1996 en
werd erkend door de Vlaamse Regering in 1998 via het decreet op de
thuiszorg. Dit decreet geeft voor het eerst in Vlaanderen een gezicht aan
de 600.000 mantelzorgers die dag in dag uit op vrijwillige en regelmatige
basis zorg dragen voor zorgbehoevende personen.
Het netwerk van Ons Zorgnetwerk telt momenteel 20.557 leden, waarvan
13.242 mantelzorgers en 7.654 gebruikers. De maatschappelijke zetel be-
vindt zich in Vlaams-Brabant, maar de vzw is werkzaam over heel
Vlaanderen en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Samana vzw (Christelijke Mutualiteit)
Volgens de website van Samana bekijkt Samana de wereld vanuit het per-
spectief van mensen met een chronische ziekte en hun mantelzorgers.
Dat is het fundament van de organisatie. Zij bouwen met enthousiasme
en trots aan een tal van activiteiten en projecten die levenskwaliteit voor
deze mensen tracht te verbeteren.
Samana probeert mensen met een chronische ziekte en mantelzorgers
een tastbare ondersteuning te bieden. Dit doen ze door het verstrekken
van kwalitatieve informatie en praktische bijstand. Via diverse communi-
catiekanalen, waaronder info-avonden, themawebsites en een eigen tijd-
schrift, informeren zij hun doelgroepen over alle aspecten die betrekking
hebben op hun situatie. De vrijwilligers die Samana inzet zorgen er ook
voor dat mensen die minder mobiel zijn op de gehoste activiteiten gera-
ken. Ook verzekeren zij respijtzorg aan mantelzorgers.
Samana ontwikkelt overigens samen met mantelzorgers voorstellen om de
situatie van mantelzorgers te verbeteren. Ze doen dus aan een politieke
verdediging. Voor Samana is de mantelzorger een ervaringsdeskundige,
een aanspreekpunt en een volwaardige partner die mee de zorg aan-
stuurt.
5.2.2 Benchmarking van (mantel)zorgnet-
werken
54 55
Steunpunt Mantelzorg vzw (Socialistische Mutualiteit)
De vzw Steunpunt Mantelzorg is een vereniging die mantel-
zorgers en zorgvragers ondersteunt. Steunpunt Mantelzorg
heeft een drievoudige strategie rond mantelzorg:
Zij leveren informatie via hun (sociale) media kanalen. Hier-
bij zetten ze hun website, nieuwsbrieven, brochures, blogs
en hun Facebook-pagina in om mantelzorgers te informeren
over verschillende onderwerpen in het zorglandschap.
Naast het leveren van informatie organiseren zij activiteiten
om zorgbehoevenden en mantelzorgers te ondersteunen.
Als derde punt willen ze mantelzorg zichtbaar maken via
campagnes en samenwerkingen met de pers.
​S-plus Mantelzorg (Socialistische Mutualiteit)
(S-plus mantelzorg is sinds 12 maart 2020 van naam veran-
derd. Deze organisatie heet nu Coponcho)
Net zoals vzw Steunpunt Mantelzorg behoren mantelzorgers
en hun zorgdragers tot de doelgroep van zorgorganisatie
S-Plus Mantelzorg.
De taken die zij op zich nemen om mantelzorgers te onder-
steunen verschillen weer wel van Steunpunt Mantelzorg.
S-Plus Mantelzorg levert namelijk informatie d.m.v. publicaties.
Deze informatie is vooral gefocust rond tegemoetkomingen,
de rechten van mantelzorgers, thuiszorg en gezondheid.
Zij staan open voor alle vragen rond de persoonlijke zorgsi-
tuatie en moedigen mantelzorgers aan om hen zelf te con-
tacteren.
Ook gebruiken zij fysieke en digitale nieuwsbrieven en orga-
niseren ze infosessies en praatgroepen over mantelzorg. Zij
bieden hier verschillende activiteiten aan zoals: een infoses-
sie rond het maken van een zorgplanning, mantelzorgtraject:
“hoe zorg je voor jezelf?”, etc. Ook heeft de organisatie een
blog waar allerlei nieuwtjes, verhalen en opinies over mantel-
zorg op gedeeld worden.
OKRA-ZORGRECHT (Okra, trefpunt 55+)
Voor organisatie Okra-zorgrecht ligt de focus op een ander,
vaak vergeten gebied van mantelzorg. Zij bieden onder an-
dere informatie aan over zorgvriendelijke aanpassingen aan
je woning en bieden zorgvragers hulp bij problemen in het
woonzorgcentrum. Volgens de website zelf: OKRA-zorgrecht
behartigt al je persoonlijke vragen rond zorg en gezondheid.
Liever Thuis LM vzw (Liberale Mutualiteit)
Een thuiszorgsituatie is niet vanzelfsprekend en mantelzor-
gers verdienen hierbij alle ondersteuning die zij nodig ach-
ten. Daarom richtte de Liberale Mutualiteit in het jaar 2000
de vzw Liever Thuis LM op. De vereniging is door de Vlaamse
overheid erkend.
56 57
Binnen het Vlaamse landschap in en rond mantelzorg bestaat er een
weelde aan organisaties die elk op hun manier het thema mantelzorg
op de agenda zetten. Mantelzorg is een diepgaand onderwerp dat
terugkomt binnen elke laag van de maatschappij.
Na de exploratie van het politieke landschap, de trends en het op-
pervlakkig testen en verkennen van het (jonge) mantelzorglandschap,
kwam de benchmarking als laatste punt aan bod. Bij het vergelijken
van alle onderzochte organisaties zijn de onderwerpen af te bakenen
in 6 hoofdlijnen. Deze hoofdlijnen bevatten onderwerpen die steeds
opnieuw aan bod komen naast de conclusie uit voorgaande punten.
Deze moeten zeker in beraad genomen worden tijdens de eerste ite-
ratie van de toolkit of op een andere manier vorm krijgen. We geven
zodoende enkele initiatieven en principes weer die reeds binnen het
huidige klimaat rond mantelzorg worden geïmplementeerd en dus van
belang zijn om mee te nemen in het denkwerk rond de toolkit.
Informatiesessies en vormingsmomenten:
Deze worden rond rond verschillende thema’s georganiseerd. Denk
hierbij aan thema’s zoals: “Op welke premies en tegemoetkomingen
heb ik recht?”; “Welke diensten geven ondersteuning in de thuiszorg?”;
“Hoe kan ik beter voor mezelf zorgen?”; “Hoe kan ik de zorg niet laten
ontsporen?”; “Hoe maak ik financiële afspraken in de thuiszorg?” en
“Hoe kan ik mijn woning aanpassen?”.
5.3 Conclusie research
Lotgenotencontact:
Lotgenotencontact is een deel dat terugkomt bij vrijwel alle organisa-
ties. De Mantelzorgcafés die geïntegreerd zullen worden in de toolkit
zijn dus een essentieel aspect rond contact onder mantelzorgers. Met
anderen die in dezelfde situatie zitten praten, kan een heuse meer-
waarde zijn. Soms wordt dit door de onderzochte organisaties gekop-
peld aan informatiemomenten.
Luisterend oor:
De mantelzorgverenigingen stellen zichzelf de prioriteit om altijd klaar
te staan voor hun doelgroepen, of dit nu draait om mantelzorgers,
zorgbehoevenden, of iemand die hier buiten valt. Dit zowel om te ant-
woorden op vragen, als gewoon een luisterend oor te bieden. Want
luisteren helpt. Elke vereniging is telefonisch te bereiken. Het is dus de
vraag of dit met de toolkit en de MantelzorgHub ook praktisch haalbaar
zal zijn. In ieder geval is dit ‘luisterend oor’ ongetwijfeld een aspecten
dat verwerkt moet worden in het eindresultaat voor onze uiteindelijke
mantelzorgers..
Publicaties, magazine en/of nieuwsbrief:
Alle verenigingen hebben een uitgebreid aanbod aan publicaties over
mantelzorg met getuigenissen, pakkende verhalen en/of interessante
informatie. Ze informeren hun leden via een eigen magazine met nut-
tige informatie en tips.
58 59
Beleidswerk:
De verenigingen behartigen de belangen van de mantelzorger en ma-
ken de mantelzorger meer zichtbaar binnen de politieke beleidsvoe-
ring.
Dag van de mantelzorg:
De dag van de mantelzorg is een nationale dag met verschillende ac-
tiviteiten rond mantelzorg. Deze valt op de langste dag van het jaar, 23
juni, en doet dienst om mantelzorg als thema aan het licht te brengen
en de mantelzorgers zelf eens goed in de bloemetjes te zetten.
Deze zes hoofdlijnen worden gecombineerd met de oorspronkelijke
probleemstelling, de subvragen en de vooropgestelde eisen van het
team, om zo tot een checklist te komen van elementen die de tool-
kit moet hebben. Hieronder vallen tools, korte reminders en volledige
concepten die in hun huidige vorm geïmplementeerd kunnen worden,
maar ook concepten die aangepast moeten worden naar de vorm van
de toolkit.
Ter opfrissing van het geheugen wordt de probleemstelling nog eens
herhaald:
“Ontwikkel een afgetoetst concept voor een toolkit voor steden en
gemeenten a.d.h. waarvan elke stad of gemeente een self-sustaining
netwerk voor mantelzorgers en professionals kan opstarten/ontwik-
kelen zodat deze mantelzorgers steun & informatie bij elkaar kunnen
vinden.”
De subvragen bij de probleemstelling:
- Hoe bouwen we bottom-up robuuste duurzame lokale netwerken
rond mantelzorg op binnen een breed samenwerkingsverband?
- Hoe de informatie en ondersteuning omtrent mantelzorg voor pro-
fessionals nabij mantelzorg (dokters, ambtenaren, sociaal werkers etc.)
zo toegankelijk mogelijk te maken? Zodat de professional deze infor-
matie daarna kan doorspelen aan de mantelzorger.
- Hoe praktische en inhoudelijke informatie leveren rond het organise-
ren en ondersteunen van activiteiten voor mantelzorgers?
De voorwaarden van het team:
- Het (direct & indirect) ondersteunen van mantelzorgers door het be-
krachtigen van gemeenten zelf en (mantel)zorggerelateerde organisa-
ties binnen de gemeente
- Het informeren van de mantelzorgers door een heldere, tweezijdige
communicatie op te bouwen en te onderhouden.
60 61
Deze eerste versie van de toolkit kreeg vorm op basis van de voor-
gaande checklist. In deze eerste fase refereert het “skelet” naar het
concept voor de toolkit. Zo stond deze in dit stadium nog bekend bij
het team en de opdrachtgever.
Na de desk- en fieldresearch, de benchmarking en hun respectievelijke
stappen te overlopen, stond het team sterker in hun schoenen tegen-
over het ontwikkelen van een concept voor de toolkit. Na een aantal
brainstorm- en discussiemomenten werden de eerste knopen doorge-
hakt over de basale vorm en inhoud van de toolkit. Hieronder worden
de belangrijkste keuzes in het begin van het proces verduidelijkt:
Let op! De volgende suggesties draaien om de toolkit te verwerken
binnen in de website. Vandaar dat de focus van de volgende punten
sterker ligt op layout, dan dat ze dit in de uiteindelijke toolkit doen.
Ten tijde vóór de eerste iteratie was het niet duidelijk hoe de verdeling
van informatie voor mantelzorgers en zorgprofessionals/gemeenten
eruit zou zien. De website diende een soort ‘one-stop shop’ te worden
voor alles rond mantelzorg. Dit betekende dat alle partijen op deze
website terecht moeten kunnen en de informatie die voor hen van be-
lang is terug moeten vinden.
Voor mantelzorgers geldt dat deze website een encyclopedie zou
worden van reeds bestaande informatie (bv. via mantelzorgers.be en
samana.be). Voor gemeentelijke ambtenaren -die de daadwerkelijke
toolkit gaan gebruiken- zou dit een hands-on toolkit worden om een
gevalideerd, self-sustaining netwerk te creëren voor mantelzorgers,
die onder dezelfde webpagina werd ondergebracht.
Duidelijke opsplitsing tussen mantelzorgers en zorgprofes-
sionals of gemeenten
Tijdens discussies werd het al snel duidelijk dat hoe meer informa-
tie aanwezig is op een website, hoe minder overzichtelijk de website
wordt. Filteren is hier dus een noodzaak. Als een mantelzorger op de
website belandt, mag deze niet belaagd worden met een hoop infor-
matie rondom het creëren van een gemeentelijk mantelzorgnetwerk.
5.4 Creatieve verkenning (eerste iteratie)
Om deze informatie te filteren zou er op de website gewerkt worden
met een simpele keuze-optie. Zo zullen twee opties terug te vinden
zijn op de site: ‘Ik ben een mantelzorger’ en ’ik ben een gemeente ver-
antwoordelijke’. Beide opties zullen de bezoeker op deze manier door-
verwijzen naar een specifiek omgevormd deel van de pagina, die enkel
informatie aanbiedt die toepasselijk is voor deze persoon.
Verdere filtering van de informatie
Met het idee van filtering in het achterhoofd werd de optie open ge-
houden om hier nog een stap verder in te gaan. Aangezien de mantel-
zorgers zo’n diverse groep zijn met zulke uiteenlopende zorgvragers, is
het vanzelfsprekend dat niet elke mantelzorger op zoek is naar dezelf-
de informatie. Zo zijn er jonge mantelzorgers die voor een depressieve
ouder zorgen, maar evengoed 65-plussers die voor hun dementeren-
de echtgenoot zorgen. Het spreekt voor zich dat slechts één van deze
groepen baat heeft bij informatie rondom dementie. Hiervoor wordt
er gesuggereerd te werk te gaan met een korte vragenlijst, waarmee
wij de persoon beter kunnen inschatten om vervolgens de informatie
beter op zijn noden af te stemmen.
62 63
De vijf bouwstenen van mantelzorgondersteuning + Onder-
houden
Uitbreiding van de vijf bouwstenen van De Koker et al., 2016. De voor-
gestelde bouwstenen (erkennen, informeren, signaleren, ondersteunen
en verbinden) vormen een zeer handige tool voor gemeenten bij het
oprichten en uitbouwen van hun mantelzorgnetwerk en kunnen dus
gebruikt worden als checklist. Door onze ervaring met innovatiepro-
cessen bleek het vanuit de groep vanzelfsprekend dat er één cruciaal
element ontbrak. Vooral om het netwerk daadwerkelijk self-sustaining
te maken.
Vandaar dat er gebrainstormd werd over een nieuwe stap. Momenteel
lijken deze vijf bouwstenen namelijk op een lineair proces dat met één
keer doorlopen voltooid kan worden, terwijl dit in de werkelijkheid niets
dan minder waar is. Zo volstaat het niet om éénmaal de focus te leggen
rond informeren en vervolgens over te gaan naar de stap van signale-
ren. In de ogen van het team is dit hetzelfde als zeggen: “we hebben
één keer een actie ondernomen om mantelzorgers aan te spreken. Nu
zullen ze allemaal wel op de hoogte zijn.”
Alle stappen moeten constant onderhouden worden, wat ook exact de
zesde stap is die wij voorstelden om toe te voegen. Met de stap ‘on-
derhouden’ hopen we een feedbacklus te creëren, die de gemeenten
stimuleert om steeds opnieuw bij te leren en nieuwe acties te onderne-
men. Op deze wijze wordt ‘onderhouden’ een bouwsteen, die verplicht
om de overige 5 in vraag te stellen, te evalueren, te verbeteren en te
herhalen.
Vier onderverdelingen voor de gemeenten
Na de zes bouwstenen te hebben geïdentificeerd, werd er een team-
discussie gehouden rond de hoofdthema’s van de toolkit voor ge-
meenten. Hiervoor zochten we duidelijke, maar toch essentiële stap-
pen, die we als onderverdeling voor alle uiteindelijke stappen konden
gebruiken. Aan het eind bleven de volgende vier hoofdthema’s over:
Identificeren van mantelzorgers; contacten met zorgprofessionals;
belangen mantelzorgers verdelen en samenwerking. Deze vier basale
stappen om de toolkit op te baseren, werden voorgelegd aan de op-
drachtgever.
Met deze zaken in het achterhoofd werd er gestart met het ontwerpen
van een eerste voorstel van het skelet.
Afbeelding:visuelevoorstellingskelet.
64 65
Na het opstellen van het skelet werd dit voorgelegd aan de opdracht-
gever. Hiervoor regelde het team een afspraak met Sven Jacobs, die
ons meldde het contact graag via Skype te laten verlopen. Sven ont-
ving het skelet en nam het eerst individueel door, zodat hij vervolgens
de feedback aan ons kon leggen. De opmerkingen en bijsturingen wa-
ren als volgt:
De 6 bouwstenen
Sven Jacobs gaf aan zeer enthousiast te zijn over de toegevoegde
stap ‘onderhouden’ aan de oorspronkelijke vijf bouwstenen van De Ko-
ker et al ., 2016. Zo gaf hij toe dat deze stappen inderdaad geen lineair
proces mogen zijn en de aanvulling van een feedbackloop hier goed
dienst zou doen. Op deze manier hoopt hij dat we gemeenten kunnen
stimuleren om zichzelf constant de vraag te stellen wat ze nog meer
kunnen doen.
Sven Jacobs vertelde vervolgens dat hij deze zes bouwstenen liever
als hoofdeigenschappen zag in plaats van de vier die wij voor had-
den gelegd. Hij vond de bouwstenen een goede opvulling van het
proces voor de uitbouwing van een mantelzorgnetwerk. Hij stelde dus
voor deze bouwstenen als onderverdeling te gebruiken. Zo hoefden
we onze vier andere stappen simpelweg te verplaatsen onder de juiste
noemer van de bouwstenen.
5.4.1 Feedback van de opdrachtgever na
		 eerste iteratie
Website is de eerste stap
Een belangrijke opklaring die Sven gaf aan het team, was zijn visie over
de website van de ‘MantelzorgHub’. Hij was zeer duidelijk over het feit
dat deze website de eerste stap in de aanspreking moest worden. Het
team mikte oorspronkelijk op een evenwicht tussen online en offline,
zodat beiden elkaar zouden gaan versterken. Ook werd hierbij het of-
fline gedeelte een sterke focus, zodat ook mensen die minder goed
met een computer konden werken toch gebruik konden maken van de
website en niet alleen van de toolkit.
Sven had liever dat de voorlopige focus voornamelijk lag bij een online
versie van de MantelzorgHub. Met het idee om dit als eerste aanspre-
kingspunt te laten dienen voor zowel mantelzorgers en gemeenten, die
op zoek zijn naar hulp en informatie rond mantelzorg en het bouwen
van een netwerk hierrond. De opdrachtgever zag de website voor zich
als een site die voorzien was van een goede layout en doordachte op-
bouw, om zo een bekrachtigende customer experience te bieden.
Deze customer experience diende ervoor te zorgen dat de bezoeker
zich begrepen voelde en verstond dat hij er niet alleen voor staat, met
als einddoel deze gebruiker door te verwijzen naar de offline compo-
nenten. Zo dienen mantelzorgers op de Mantelzorgcafés en colleges
terecht te komen na het bereiken van de overkoepelende website.
66 67
Door de opgedane inzichten uit de eerste iteratie en de feedback,
werd het duidelijk dat de innovatiecase onder incrementele innovatie
valt. Dit werd geconcludeerd door het team vanwege de clustering
van reeds bestaande ideeën en informatie. Deze bestaande informatie
heeft vooral betrekking op het gedeelte van mantelzorgers.
Tijdens latere communicatie met de opdrachtgever werd duidelijk ge-
maakt dat er geen aandacht geschonken hoeft te worden aan de “en-
cyclopedie” voor mantelzorgers en dat deze bundeling van informatie
gekoppeld wordt aan de webpagina voor de toolkit wanneer deze af is.
Deze korte iteratie en positieve feedback bracht het team op het goe-
de spoor en gaf ze de energie om officieel te beginnen aan de ideating
fase. Het schuingedrukte gedeelte hierboven is één van de belangrijk-
ste takeaways van deze fase.
De toolkit is voor steden en gemeenten. Degenen die hier gebruik
van zouden maken, zijn zodoende ambtenaren die voor steden of ge-
meenten werken. Hiernaast is nogmaals benadrukt dat er rekening ge-
houden moet worden met het feit dat er geen typisch profiel van een
mantelzorger bestaat. Er zijn zoveel factoren waarmee men rekening
moet houden: demografie, leeftijd, beroep, zorgsituatie, financiële sta-
tus, geloof, woonsituatie, etc. als we mantelzorgers correct willen infor-
meren en ondersteunen.
Een zeer belangrijk punt van ons protocol is dat het een self-sustaining
netwerk moet worden. Dit betekent dat we naast de juiste tools voor
het informeren, ondersteunen en verbinden van onze mantelzorgers,
ook op zoek moeten gaan naar tools die steden en gemeenten ver-
plichten om de toolkit als een circulair proces te aanschouwen.
5.4.2 Conclusie creatieve 		
verkenning
68 69
In dit hoofdstuk wordt er ingegaan op de eerste ideeën van de
toolkit, de zogenaamde wireframes, van waaruit de uiteindelijke ver-
sie is gegenereerd. Zoals een ideating fase betaamt staan hier dus
een hoop ideeën die bij hebben gedragen tot het eindconcept. De
combinatie van de gegenereerde checklist en de ideeëngeneratie
in deze fase leidden het team tot de finale toolkit.
Na de positieve reactie op de korte iteratie en de feedback hierop,
begon het team aan de ideating fase. Gewapend met de probleem-
stelling, hun eigen eisen en de zes hoofdlijnen uit benchmarking
(punt 5.2.2), begon het team aan het invullen van de wireframes op
basis van de bouwblokken van De Koker et al., 2016.
De vijf originele bouwblokken zijn gebaseerd op good practices, on-
derzocht door van den Brink et al. (2012) en Movisie (2014), met ver-
dere uitleg t.o.v. het opzetten van een specifiek mantelzorgnetwerk
in De Koker et al., (2016). Deze bouwblokken en hun uitleg fungeren
als fundament voor de wireframes en dus ook voor de toolkit.
Deze originele bouwblokken bestaan uit:
Erkennen - Informeren - Signaleren - Ondersteunen - Verbinden
Aan deze bouwblokken worden nog twee bouwblokken toegevoegd
die specifiek voor de case en de onderzoekers van toepassing zijn.
Deze extra bouwblokken zijn stap één (aanmelden) en stap zeven
(onderhouden).
- Aanmelden
Aanmelden wordt als eerste stap vóór de bouwsteen Erkennen ge-
zet. Dit specifiek omdat gemeenten zich eerst aan moeten melden
op de website alvorens zij gebruik kunnen maken van de toolkit. Hier
spreken we dus uitzonderlijk over een éénmalige stap.
- Onderhouden
Onderhouden wordt als laatste bouwsteen toegevoegd, dit speci-
fiek omdat een netwerk opbouwen geen lineair proces is en er altijd
teruggegrepen moet worden naar voorgaande stappen. Dit wordt
ook gedaan om een feedback loop in de bouwstenen te integreren
en het opgebouwde netwerk dynamisch te maken/houden.
6. Ideating (Wireframes)
70 71
Verificatie - Er is een vorm van verificatie nodig om te zorgen dat bv. parti-
culieren zich niet kunnen aanmelden als gemeenten. Welke verificatie stap-
pen zijn hiervoor nodig? Wordt iDROPS de verifiërende partij?
Waarom zouden gemeenten zich aanmelden bij ons project?
Gemeenten/professionals hebben een bewustwording nodig over wat een
mantelzorger is en welke problemen zij ervaren. Dit moet uit de introdu-
cerende tekst duidelijk naar voren komen. Het gaat over maatschappelijke
beeldvorming en bewustwording en een brede sensibilisering voor de ge-
meenten.
Het team kan het volgende aanhalen, naar Jo Vandeurzen, 2016.
“De kruisbestuiving aanmoedigen tussen het lokale, Vlaamse en Federale
niveau. Het micro- en mesoniveau mogen niet van elkaar worden losge-
koppeld. De voeling van de verenigingen met wat er leeft bij de gebruikers
en mantelzorgers aan de basis is heel belangrijk om een beleidsadviserende
en belangenbehartigende rol te kunnen spelen.”
Vandeurzen identificeert hier een sterk focaal punt. Ook is de kruisbestui-
ving tussen verschillende niveaus moet een goed verkooppunt aanwezig
zijn. Dit kan zeker aangehaald worden in de finale versie.
Geef gemeenten het gevoel dat zij een (groter) verschil kunnen maken
voor betrokken partijen:
- Voor mantelzorgers: Waken over de zorg voor eigen gezondheid; een-
zaamheid tegengaan; een voldoende aanbod aan ondersteunende dien-
sten voorzien; hen wegwijs maken in het zorglandschap en verhogen van
de veerkracht/draagkracht.
- Voor de zorgvrager: zorgen voor een goede integratie in de samenleving;
vermijden van vereenzaming en verwaarlozing.
- Voor de samenleving: minder zware kosten voor de samenleving en een
grotere betrokkenheid van burgers.
6.1.1 Aanmelden
Zo draag je als stad of gemeente bij aan een inclusieve en war-
me samenleving t.o.v mantelzorgers.
Eenduidige vormgeving: cases als voorbeelden/voorstellen van wat er alle-
maal mogelijk is om een “zorg-gemeente” te worden
Doelstellingen voor gemeenten
Wat wil de gemeente bereiken? Waar willen ze op inzetten? Concreet kan
dit gaan over:
- Leer de mantelzorgers kennen
- Hoe mantelzorgers erkennen en waarderen?
- Hoe mantelzorgers ondersteunen?
- Waarover hebben mantelzorgers informatie nodig?
- Welke goede praktijkvoorbeelden zijn er al?
Wat doen gemeenten nu al?
Toolkit voorzien van progressbar:
Deze wordt gebruikt om de voortgang van de gemeente zijn ‘mantelzorg
vriendelijkheid’ te visualiseren. Deze progressiebalk moet dienen als visua-
lizer die de vooruitgang kan aantonen van acties die anderzijds niet kwan-
titatief meetbaar zijn. Zo is het moeilijk om een procent te plakken op de
mate waarin een gemeente ‘mantelzorgvriendelijk’ is, maar met een pro-
gressiebalk kan alvast de positieve vooruitgang aangetoond worden.
Tiers?
De toolkit als basisonderdeel van de website die gemeenten kunnen aan-
vragen/aankopen.
Wat zijn de volgende tiers en waar/hoe kunnen we deze integreren in de
toolkit als nodig? Bijvoorbeeld: iDrops die gemeenten persoonlijk begeleidt
in het toepassen van de toolkit en hulp biedt bij het organiseren van be-
paalde stappen van de toolkit versus de toolkit beschikbaar stellen zonder
hulp (dit zou een lagere tier zijn).
72 73
Mantelzorger laten identificeren
De term ‘mantelzorger’ moet ruimer bekend gemaakt worden: veel
mensen identificeren zich niet als dusdanig, waardoor informatie aan
hen voorbijgaat. Gemeenten horen dus hun mantelzorgers bij mach-
te te maken om zichzelf te herkennen en erkennen als mantelzorger.
Het Vlaams mantelzorgplan 2016-2020 (2016) stelt het volgende met
betrekking tot erkenning van mantelzorgers:
“Zich kunnen en durven identificeren als mantelzorger, belangen-
behartiging. Daarbij wordt aandacht besteed aan de diversiteit aan
(mantel) zorgsituaties en contexten waarin zorg wordt verleend, aan
andere gangbare benamingen voor het verstrekken van mantelzorg
en aan de diversiteit in achtergrond, gender en leeftijd van de man-
telzorger.”
Mensen identificeren zich niet snel als mantelzorger. Vaak komen zij
met zorgvragen bij organisaties en/of zorgprofessionals die niet we-
ten hoe te reageren of de persoon niet herkennen als mantelzorger
en dus niet de juiste info meegeven. Een betere verwijzing naar de
juiste organisaties onderling zou hier dus een sterk voordeel zijn.
Voor het mantelzorgers is het doorbreken van stereotypering en rol-
patronen en het anders kijken naar (on)betaalde arbeid nodig. Dit
om tot de ontwikkeling en waardering van ieders talenten te komen,
zowel mannen als vrouwen, van elke leeftijd en bevolkingsgroep. Ook
mensen in armoede hebben recht op een zorgzame omgeving en
kwaliteitsvolle ondersteuning. Werk om dit te bevorderen met ge-
meenschapsgroepen, gebedshuizen etc.
Dit is een belangrijk punt in de designfilosofie van de toolkit, het team
heeft echter problemen ondervonden met deze radicale inclusiviteit
praktisch te implementeren zonder dat het té ver buiten de scope
viel. Door de moeilijkheidsgraad om dit praktisch te implementeren
en het risico om de scope te verliezen mocht het team hier dieper
op ingaan, is ervoor gekozen dit mee te nemen als aanbeveling naar
6.1.2 Erkennen
iDROPS toe (Zie punt 10). voor de volledige aanbeveling.
Met de toenemende vergrijzing van de eerste generatie migranten
vormt een gerichte cultuurbewuste aanpak van (mantel)zorgonder-
steuning een essentieel aandachtspunt. Zo heeft de Turkse Unie in
samenwerking met de Liberale Mutualiteit in Gent tijdens hun maan-
delijks ontbijt een infodag rond mantelzorg georganiseerd om de
(mogelijk) minder bereikbare groepen aan te kunnen spreken en te
kunnen informeren rond Mantelzorg. Haber, B. G. (2018, 9 november).
Turkse Unie - Infodag rond mantelzorg (Gent).
Faciliteren van de combinatie arbeid en mantelzorg. Het stimuleren
van een mantelzorgvriendelijk ondernemingsklimaat, denk hierbij aan
zorgverlofstelsels, bespreekbaarheid etc.
Mantelzorgers benaderen en bereiken vanuit hun relatie met de zorg-
behoevende, dit door gebruik te maken van plaatsen en kanalen waar
ze al aansluiting mee hebben.
Campagnes opstellen, bv. rond dag van de mantelzorg.
De Koker et al., (2016) stellen: “Een systematische koppeling van de
gegevens over de mantelzorgers in het zorgdossier van de zorgbe-
hoevende kan de identificatie van mantelzorgers een stuk eenvoudi-
ger maken.”
Hulporganisaties in kaart brengen
Er zijn verschillende organisaties die bezig zijn met het thema man-
telzorg. Moedig hiertussen een (sterkere) samenwerking aan zodat er
een beter ondersteuningsnetwerk ontstaat voor de mantelzorgers.
Maak een laagdrempelig contactpunt, identificeer trekkers binnen
deze organisaties en breng deze met elkaar in contact onder ge-
meentelijke context.
74 75
Trekkers in kaart brengen
Sterke trekkers kunnen de leden in het netwerk aansporen, begeleiden,
faciliteren, en ondersteunen in de richting van een constructieve samen-
werking.
De volgende rollen van trekkers werden geïdentificeerd door De Koker et
al., 2016. Onderzoek de volgende rollen onder trekkers binnen de gemeen-
te en breng deze naargelang samen met elkaar. Tracht ze zichzelf ook te
laten identificeren als mantelzorger.
Vanuit de rol als ‘motor’ zal de coördinator zaken in gang zetten, organise-
ren, delegeren, centraliseren en taken verdelen.
De rol van ‘ambassadeur’ houdt in dat hij of zij optreedt als vertegenwoor-
diger van het gemeenschappelijk belang. Dit gebeurt uiteraard niet alleen,
ook andere partners in het netwerk hebben deze rol te vervullen, in de ei-
gen organisatie en naar de buitenwereld.
Als ‘procesbegeleider’ zal de trekker de samenwerking mee bewaken, ont-
werpen en in de praktijk omzetten. Hierbij profileert hij zich als gespreksbe-
geleider, consensuszoeker, bemiddelaar en vormgever van methoden en
werkvormen
Actoren in kaart brengen
Zowel actoren op vlak van lokaal beleid, professionele thuiszorg en (semi)
residentiële zorg, (preventieve) gezondheidszorg, mantelzorg- en gebrui-
kersverenigingen en het vrijwilligerscircuit dienen hierbij betrokken te zijn.
Informeer alle netwerkpartners zo ruim mogelijk over de acties en werking
van het lokaal netwerk mantelzorg.
Een veel terugkomende vraag bij de opstart van de netwerken was bijvoor-
beeld hoe huisartsen (intensief) betrokken kunnen worden bij het netwerk.
Vaak botst men op de drempel dat zij geen tijd hebben om deel te nemen
aan bijeenkomsten. Niet elke partner dient actief aanwezig te zijn, om toch
een belangrijke bijdrage te leveren tot de functies van het netwerk.
76 77
De behoefte aan informatie is vooral verbonden met de context van de
zorgbehoevende. Zo is het bekend dat mantelzorgers die het meeste
risico op isolatie lopen, vaak ook het minst op de hoogte zijn van hulpi-
nitiatieven voor mantelzorg of hulpverlening in het algemeen. Volgens
het Vlaams Mantelzorgplan 2016-2020 (2016) zoeken mantelzorgers in
de eerste plaats informatie over de ziekte of aandoening, over het ver-
loop en de verwachte evoluties en hoe hier mee om te gaan.
Mantelzorgers willen meer proactief geïnformeerd worden. De volgen-
de cijfergegevens komen uit onderzoek verricht door Bronselaer et al.,
2016.
“Bijna zes op tien geregistreerde mantelzorgers heeft behoefte aan
geschreven informatie over voorzieningen en tegemoetkomingen voor
mantelzorgers in de regio, 46% wenst hierover (ook) online informatie.
Tegelijkertijd wordt het belang van advies op maat en een persoonlijk
aanspreekpunt beklemtoond. 45% van de geregistreerde mantelzor-
gers heeft hulp en advies nodig bij het uitzoeken en aanvragen van
de best passende ondersteuning; één op drie heeft behoefte aan een
telefonische hulpdienst voor mantelzorgers. Eén informatieloket voor
alle hulp- en steunvragen wordt als zeer belangrijk aanzien.”
De sociale diensten van ziekenhuizen en diensten maatschappelijk werk
van de ziekenfondsen worden vaker als belangrijke contactpunten in
het zorgproces vernoemd. Van hen wordt verwacht dat ze cruciale in-
formatie verstrekken of doorverwijzen naar relevante informatiebron-
nen. De toegang tot informatie als zorgvrager en mantelzorger en de
nodige zorg en ondersteuning mag niet afhankelijk zijn van het eigen
vermogen om gebruik te kunnen maken van het aanbod.
Dialoog creëren
Dialoog creëren tussen de mantelzorgers, de zorgprofessionals en de
gemeenten
- De volgende vragen i.v.m. zorg werden opgeroepen: Wat is het doel?
6.1.3 Informeren
Niet het middel dat je wilt gebruiken, maar wat is je doel? Thuisver-
zorging is bijvoorbeeld het middel, maar het doel is dat je sociale
interactie zoekt.
- Een reden van deze trage communicatie is het gebruiken van
verschillende begrippen rond zorg. Als er een netwerk gecreëerd
wordt, zal het onderwerp niet één keer in de kijker worden gezet
maar zal het in leven blijven binnen de gemeenten.
Actoren beter op de hoogte brengen
Nadat de actoren in kaart zijn gebracht, worden ze betrokken bij
het proces van verbetering door ze bv. te leren hoe beter door te
verwijzen; zich beleidsmatig in te zetten voor mantelzorg of hun
netwerk op de hoogte te brengen van het verbeterproces van de
gemeente.
- Mensen komen het meest terecht bij instanties zoals Gezinszorg
door mond-tot-mond reclame. Het zou nog beter zijn moest er
vanuit zorgprofessionals een directe link worden gemaakt om snel-
ler en correcter naar dit soort instanties door te verwijzen. Doordat
er een zeer grote versnippering is van het aanbod en terminologie
is het soms moeilijk om op eenzelfde golflengte te komen.
78 79
Volgens onderzoek uit het Vlaams Mantelzorgplan 2016-2020 (2016)
gaan mantelzorgers vaak pas in laatste instantie op zoek naar informa-
tie over financiële tegemoetkomingen en ondersteuningsmogelijkhe-
den om henzelf als zorger te steunen.
Over de kennis van ondersteuningsmogelijkheden wordt er een groot
verschil vastgesteld naargelang de socio-economische status van de
mantelzorger. De formele zorg is algemeen het best gekend. Mantel-
zorgers die over een (vast) inkomen beschikken, hebben logischerwijs
de vereiste middelen om actiever op zoek te gaan naar informatie over
professionele zorgondersteuning. Anderen aarzelen echter meer om-
dat ze vrezen voor de financiële consequenties.
Dit onderstreept nogmaals de nood aan verreikende herkennings- en
sensibilisatiecampagnes en de samenwerking met organisaties die
contact hebben met de minder vermogende lagen van de bevolking.
Over het algemeen lijken mantelzorgers die voor een oudere zorgbe-
hoevende zorgen beter geïnformeerd. Deze groep is vaak zelf ook ou-
der. Ook wanneer er sprake is van een chronische of langdurige zieke,
zijn oudere mantelzorgers beter op de hoogte van rechten, plichten en
ondersteuningsaanbod.
Is de zorgbehoevende jonger; gaat het om gedrags- of psychische
problemen of ligt de oorzaak bij een acute ziekte of ongeval? Dan we-
ten mantelzorgers minder goed waar ze terecht kunnen.
Mantelzorg evolueert steeds meer in gedeelde zorg waarbij verschil-
lende mantelzorgers een belangrijke inbreng in de zorg en ondersteu-
ning van een zorgbehoevende hebben. Dit netwerk evolueert in rollen,
dynamiek en verwachtingen. Vandaar de nood om het netwerk rond de
mantelzorgers heen adaptief te maken aan deze mogelijks snel veran-
derende omstandigheden.
Mantelzorgcafé
Opzetten, vormgeven, ondersteuning zoeken bij actoren en/of andere
betrokken partijen (geëngageerde gemeenten, hulporganisaties, man-
telzorgverenigingen etc.). Mantelzorgnetwerk betrekken in de zorg,
zorgplanning en zorgcoördinatie.
6.1.4 Signaleren
Inzetten op respijtzorg. Denk hierbij aan oppashulp, dagopvang, kort-
verblijf, gastopvang, gezinszorg.
Dit om de mantelzorger toe te laten op adem te komen en sociale re-
laties te onderhouden. Steun van mensen die hetzelfde meemaken en
elkaar daarom gemakkelijker begrijpen, kan mantelzorgers helpen om
beter met hun situatie en taken om te gaan.
Betere doorverwijzingen
Andere instanties die bezig zijn met mantelzorg bekender te maken
in het circuit van de mantelzorgers (o.a. door cafés en fysieke ken-
nismakingen waar mogelijk). Hierbij wordt er nogmaals verwezen naar
mond-tot-mond reclame die binnen gelijkaardige netwerken de sterk-
ste vorm van communicatie blijft.
Informeren op maat over aandoening, ziektesymptomen en het zorg-
en ondersteuningsaanbod.
In gesprek treden met
Betrek mantelzorgers als volwaardige partner in de (eerstelijns) zorg en
ondersteuning en bij de opstelling van integrale zorg- en ondersteu-
ningsplannen.
Mentale gezondheid
Sprekers uitnodigen op Mantelzorgcafés en zo meer bekendheid van
(mogelijke) problematiek en voorkennis van benadering te creëren dit
zowel voor zorgers als zorgbehoevenden.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.

More Related Content

What's hot

Decentralisatie-Servicepunt-AO-Magazine-46 (1)
Decentralisatie-Servicepunt-AO-Magazine-46 (1)Decentralisatie-Servicepunt-AO-Magazine-46 (1)
Decentralisatie-Servicepunt-AO-Magazine-46 (1)Kathleen Eversteijn-Wong
 
Overheid in beweging Thema Samenwerking
Overheid in beweging Thema SamenwerkingOverheid in beweging Thema Samenwerking
Overheid in beweging Thema SamenwerkingPeterterTelgte
 
Jaarverslag 2012, Project Aanpak Eenzaamheid Hatert 2.0
Jaarverslag 2012, Project Aanpak Eenzaamheid Hatert 2.0Jaarverslag 2012, Project Aanpak Eenzaamheid Hatert 2.0
Jaarverslag 2012, Project Aanpak Eenzaamheid Hatert 2.0Bouwen is communiceren
 
Buurtkracht presentatie proven nov 2013
Buurtkracht presentatie proven nov 2013Buurtkracht presentatie proven nov 2013
Buurtkracht presentatie proven nov 2013Proven Partners
 
100624 peak 3 making waves bij ez (nienke meijer)
100624 peak 3   making waves bij ez (nienke meijer)100624 peak 3   making waves bij ez (nienke meijer)
100624 peak 3 making waves bij ez (nienke meijer)KennisLAB
 
ASW cursusaanbod 2011
ASW cursusaanbod 2011ASW cursusaanbod 2011
ASW cursusaanbod 2011ASW
 
ChangeDay 2015: Interview met ChangeMaker Bregje van Helmond - Inspiratie - C...
ChangeDay 2015: Interview met ChangeMaker Bregje van Helmond - Inspiratie - C...ChangeDay 2015: Interview met ChangeMaker Bregje van Helmond - Inspiratie - C...
ChangeDay 2015: Interview met ChangeMaker Bregje van Helmond - Inspiratie - C...Bregje van Helmond
 
Zorg nieuwe stijl sturing van professionaliteit door de jaren heen
Zorg nieuwe stijl  sturing van professionaliteit door de jaren heenZorg nieuwe stijl  sturing van professionaliteit door de jaren heen
Zorg nieuwe stijl sturing van professionaliteit door de jaren heenProven Partners
 
Flyer social media provincies
Flyer social media provinciesFlyer social media provincies
Flyer social media provinciesProven Partners
 
Presentatie BIRTH 6 april 2016
Presentatie BIRTH 6 april 2016Presentatie BIRTH 6 april 2016
Presentatie BIRTH 6 april 2016Martin Dullemond
 
Impressie werksessie leerprofessionals gemeenten 17 4-2014
Impressie werksessie leerprofessionals gemeenten 17 4-2014Impressie werksessie leerprofessionals gemeenten 17 4-2014
Impressie werksessie leerprofessionals gemeenten 17 4-2014ECLO2014
 
Gevraagd meer balans_tussen_ziel_en_zakelijkheid
Gevraagd meer balans_tussen_ziel_en_zakelijkheidGevraagd meer balans_tussen_ziel_en_zakelijkheid
Gevraagd meer balans_tussen_ziel_en_zakelijkheidBarry Hol
 
BanaBa ZM - Intranet van een ASZ
BanaBa ZM - Intranet van een ASZBanaBa ZM - Intranet van een ASZ
BanaBa ZM - Intranet van een ASZNele De Crée
 
Interview over opgaven gestuurd werken burgmeestersblad - december 2014
Interview over opgaven gestuurd werken   burgmeestersblad - december 2014Interview over opgaven gestuurd werken   burgmeestersblad - december 2014
Interview over opgaven gestuurd werken burgmeestersblad - december 2014Partners+Pröpper
 
Brochure Digitale Intelligentie juni 2021 - losse paginas
Brochure Digitale Intelligentie   juni 2021 - losse paginasBrochure Digitale Intelligentie   juni 2021 - losse paginas
Brochure Digitale Intelligentie juni 2021 - losse paginasHans Hoornstra
 
Evaluatie Barbahuis. De schat ligt klaar!
Evaluatie Barbahuis. De schat ligt klaar!Evaluatie Barbahuis. De schat ligt klaar!
Evaluatie Barbahuis. De schat ligt klaar!Wilma Klaren
 

What's hot (19)

Decentralisatie-Servicepunt-AO-Magazine-46 (1)
Decentralisatie-Servicepunt-AO-Magazine-46 (1)Decentralisatie-Servicepunt-AO-Magazine-46 (1)
Decentralisatie-Servicepunt-AO-Magazine-46 (1)
 
Overheid in beweging Thema Samenwerking
Overheid in beweging Thema SamenwerkingOverheid in beweging Thema Samenwerking
Overheid in beweging Thema Samenwerking
 
Jaarverslag 2012, Project Aanpak Eenzaamheid Hatert 2.0
Jaarverslag 2012, Project Aanpak Eenzaamheid Hatert 2.0Jaarverslag 2012, Project Aanpak Eenzaamheid Hatert 2.0
Jaarverslag 2012, Project Aanpak Eenzaamheid Hatert 2.0
 
Public SPACE Een betere zorg voor jeugd (Over Decentralisatie Jeugdzorg)
Public SPACE Een betere zorg voor jeugd (Over Decentralisatie Jeugdzorg)Public SPACE Een betere zorg voor jeugd (Over Decentralisatie Jeugdzorg)
Public SPACE Een betere zorg voor jeugd (Over Decentralisatie Jeugdzorg)
 
Buurtkracht presentatie proven nov 2013
Buurtkracht presentatie proven nov 2013Buurtkracht presentatie proven nov 2013
Buurtkracht presentatie proven nov 2013
 
100624 peak 3 making waves bij ez (nienke meijer)
100624 peak 3   making waves bij ez (nienke meijer)100624 peak 3   making waves bij ez (nienke meijer)
100624 peak 3 making waves bij ez (nienke meijer)
 
ASW cursusaanbod 2011
ASW cursusaanbod 2011ASW cursusaanbod 2011
ASW cursusaanbod 2011
 
ChangeDay 2015: Interview met ChangeMaker Bregje van Helmond - Inspiratie - C...
ChangeDay 2015: Interview met ChangeMaker Bregje van Helmond - Inspiratie - C...ChangeDay 2015: Interview met ChangeMaker Bregje van Helmond - Inspiratie - C...
ChangeDay 2015: Interview met ChangeMaker Bregje van Helmond - Inspiratie - C...
 
Zorg nieuwe stijl sturing van professionaliteit door de jaren heen
Zorg nieuwe stijl  sturing van professionaliteit door de jaren heenZorg nieuwe stijl  sturing van professionaliteit door de jaren heen
Zorg nieuwe stijl sturing van professionaliteit door de jaren heen
 
Flyer social media provincies
Flyer social media provinciesFlyer social media provincies
Flyer social media provincies
 
Presentatie BIRTH 6 april 2016
Presentatie BIRTH 6 april 2016Presentatie BIRTH 6 april 2016
Presentatie BIRTH 6 april 2016
 
Impressie werksessie leerprofessionals gemeenten 17 4-2014
Impressie werksessie leerprofessionals gemeenten 17 4-2014Impressie werksessie leerprofessionals gemeenten 17 4-2014
Impressie werksessie leerprofessionals gemeenten 17 4-2014
 
Gevraagd meer balans_tussen_ziel_en_zakelijkheid
Gevraagd meer balans_tussen_ziel_en_zakelijkheidGevraagd meer balans_tussen_ziel_en_zakelijkheid
Gevraagd meer balans_tussen_ziel_en_zakelijkheid
 
BanaBa ZM - Intranet van een ASZ
BanaBa ZM - Intranet van een ASZBanaBa ZM - Intranet van een ASZ
BanaBa ZM - Intranet van een ASZ
 
Gemeente heeft antwoord
Gemeente heeft antwoordGemeente heeft antwoord
Gemeente heeft antwoord
 
Blokkades in de jeugdzorg
Blokkades in de jeugdzorgBlokkades in de jeugdzorg
Blokkades in de jeugdzorg
 
Interview over opgaven gestuurd werken burgmeestersblad - december 2014
Interview over opgaven gestuurd werken   burgmeestersblad - december 2014Interview over opgaven gestuurd werken   burgmeestersblad - december 2014
Interview over opgaven gestuurd werken burgmeestersblad - december 2014
 
Brochure Digitale Intelligentie juni 2021 - losse paginas
Brochure Digitale Intelligentie   juni 2021 - losse paginasBrochure Digitale Intelligentie   juni 2021 - losse paginas
Brochure Digitale Intelligentie juni 2021 - losse paginas
 
Evaluatie Barbahuis. De schat ligt klaar!
Evaluatie Barbahuis. De schat ligt klaar!Evaluatie Barbahuis. De schat ligt klaar!
Evaluatie Barbahuis. De schat ligt klaar!
 

Similar to Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.

Ouders waar het kan, hulp als het moet
Ouders waar het kan, hulp als het moetOuders waar het kan, hulp als het moet
Ouders waar het kan, hulp als het moetDouwe Van Den Berg
 
HR18 10. Anne Van Autreve & Pascale Mijten
HR18 10. Anne Van Autreve & Pascale MijtenHR18 10. Anne Van Autreve & Pascale Mijten
HR18 10. Anne Van Autreve & Pascale Mijtenvzw Vorm
 
Zelf doen en zelf laten
Zelf doen en zelf latenZelf doen en zelf laten
Zelf doen en zelf latenGert Rebergen
 
Het beste van twee werelden. leertraject voor young professionals uit technie...
Het beste van twee werelden. leertraject voor young professionals uit technie...Het beste van twee werelden. leertraject voor young professionals uit technie...
Het beste van twee werelden. leertraject voor young professionals uit technie...Christa van Werkum
 
jaarboek zorgalliantienu 2010
jaarboek zorgalliantienu 2010jaarboek zorgalliantienu 2010
jaarboek zorgalliantienu 2010Anne Herckenrath
 
1611 boekje buitenzorgen lr
1611 boekje buitenzorgen lr1611 boekje buitenzorgen lr
1611 boekje buitenzorgen lrFrank Stroeken
 
de brug bouwen terwijl we erover lopen
de brug bouwen terwijl we erover lopende brug bouwen terwijl we erover lopen
de brug bouwen terwijl we erover lopenAstrid de Bondt
 
Vervolg netwerk: intergemeentelijke innovatie
Vervolg netwerk: intergemeentelijke innovatieVervolg netwerk: intergemeentelijke innovatie
Vervolg netwerk: intergemeentelijke innovatieTomovermans
 
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...Bart Litjens
 
2015 28 september Dudok Den Haag2
2015 28 september Dudok Den Haag22015 28 september Dudok Den Haag2
2015 28 september Dudok Den Haag2Maaike Miedema
 
Presentatie referentieboek strategie
Presentatie referentieboek strategiePresentatie referentieboek strategie
Presentatie referentieboek strategieAdviestalent
 
rapport-de-rem-op-de-projectencarrousel-geleerde-lessen-in-2010-en-2011
rapport-de-rem-op-de-projectencarrousel-geleerde-lessen-in-2010-en-2011rapport-de-rem-op-de-projectencarrousel-geleerde-lessen-in-2010-en-2011
rapport-de-rem-op-de-projectencarrousel-geleerde-lessen-in-2010-en-2011Paulien van der Hoeven
 
3871_Clienten-keuren-de-dagbesteding(1)
3871_Clienten-keuren-de-dagbesteding(1)3871_Clienten-keuren-de-dagbesteding(1)
3871_Clienten-keuren-de-dagbesteding(1)Jorrit van Mierlo
 
Rapport 1001 krachten gebundeld
Rapport 1001 krachten gebundeldRapport 1001 krachten gebundeld
Rapport 1001 krachten gebundeldGerda Sordam
 

Similar to Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten. (20)

Bijlagenboek 1 e
Bijlagenboek 1 eBijlagenboek 1 e
Bijlagenboek 1 e
 
Ouders waar het kan, hulp als het moet
Ouders waar het kan, hulp als het moetOuders waar het kan, hulp als het moet
Ouders waar het kan, hulp als het moet
 
HR18 10. Anne Van Autreve & Pascale Mijten
HR18 10. Anne Van Autreve & Pascale MijtenHR18 10. Anne Van Autreve & Pascale Mijten
HR18 10. Anne Van Autreve & Pascale Mijten
 
Zelf doen en zelf laten
Zelf doen en zelf latenZelf doen en zelf laten
Zelf doen en zelf laten
 
Het beste van twee werelden. leertraject voor young professionals uit technie...
Het beste van twee werelden. leertraject voor young professionals uit technie...Het beste van twee werelden. leertraject voor young professionals uit technie...
Het beste van twee werelden. leertraject voor young professionals uit technie...
 
jaarboek zorgalliantienu 2010
jaarboek zorgalliantienu 2010jaarboek zorgalliantienu 2010
jaarboek zorgalliantienu 2010
 
1611 boekje buitenzorgen lr
1611 boekje buitenzorgen lr1611 boekje buitenzorgen lr
1611 boekje buitenzorgen lr
 
de brug bouwen terwijl we erover lopen
de brug bouwen terwijl we erover lopende brug bouwen terwijl we erover lopen
de brug bouwen terwijl we erover lopen
 
Actieplan sup v4.1
Actieplan sup v4.1Actieplan sup v4.1
Actieplan sup v4.1
 
Vervolg netwerk: intergemeentelijke innovatie
Vervolg netwerk: intergemeentelijke innovatieVervolg netwerk: intergemeentelijke innovatie
Vervolg netwerk: intergemeentelijke innovatie
 
Slimme coalities van zorg en welzijn in de wijk
Slimme coalities van zorg en welzijn in de wijkSlimme coalities van zorg en welzijn in de wijk
Slimme coalities van zorg en welzijn in de wijk
 
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
 
2015 28 september Dudok Den Haag2
2015 28 september Dudok Den Haag22015 28 september Dudok Den Haag2
2015 28 september Dudok Den Haag2
 
Presentatie referentieboek strategie
Presentatie referentieboek strategiePresentatie referentieboek strategie
Presentatie referentieboek strategie
 
rapport-de-rem-op-de-projectencarrousel-geleerde-lessen-in-2010-en-2011
rapport-de-rem-op-de-projectencarrousel-geleerde-lessen-in-2010-en-2011rapport-de-rem-op-de-projectencarrousel-geleerde-lessen-in-2010-en-2011
rapport-de-rem-op-de-projectencarrousel-geleerde-lessen-in-2010-en-2011
 
3871_Clienten-keuren-de-dagbesteding(1)
3871_Clienten-keuren-de-dagbesteding(1)3871_Clienten-keuren-de-dagbesteding(1)
3871_Clienten-keuren-de-dagbesteding(1)
 
Verenigingsdemocratie Samen doen.pdf
Verenigingsdemocratie Samen doen.pdfVerenigingsdemocratie Samen doen.pdf
Verenigingsdemocratie Samen doen.pdf
 
Rapport 1001 krachten gebundeld
Rapport 1001 krachten gebundeldRapport 1001 krachten gebundeld
Rapport 1001 krachten gebundeld
 
Dereisomdewereldintweedagen
DereisomdewereldintweedagenDereisomdewereldintweedagen
Dereisomdewereldintweedagen
 
traplopers_020825
traplopers_020825traplopers_020825
traplopers_020825
 

Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.

  • 1. 1
  • 2. 2 3 Inhoud 0. Executive summary 1 Inleiding 2. De opdrachtgever 2.1 iDROPS 2.2 De MantelzorgHub 2.2.1 Mantelzorgcafés 2.2.2 Mantelzorgcolleges 2.2.3 Trainingssessies bij de opstart: 2.2.4 Opleidings- en uitwisselingsdagen voor professionals: 2.2.5 Veerkrachtsessies: 2.2.6 MantelzorgHub Online 3. Samenstelling groep 3.1 De Studenten 3.2 De contactpersoon van iDrops - Sven Jacobs 3.3 Onze coördinator - Ilse Godts 4. Probleemstelling: 4.1 De problematiek 4.2 De opdracht 5. Hunting-fase: 5.1 Exploratief Deskresearch / Verdieping van de context 5.1.1 Schets problematiek: Het Vlaams Mantelzorgplan 5.1.2 De rol van de eerstelijnszorg Wat verstaan we onder zorgprofessionals? Hervorming van de eerste lijn Conclusie vermaatschappelijking van de zorg & eerstelijnshervorming 5.1.3 De rol van een lokaal bestuur Waarom moeten steden en gemeenten inzetten op deze ondersteuning? 5.1.4 Trends in de zorg 5.2 Field research 5.2.1 Open forum: “ik ben jong en ik zorg” (21/11/2019) Wie is een jonge mantelzorger? Hoe ondersteun je jonge mantelzorgers? 5.2.2 Benchmarking van (mantel)zorgnetwerken 5.3 Conclusie research 5.4 Creatieve verkenning (eerste iteratie) 5.4.1 Feedback van de opdrachtgever na eerste iteratie 5.4.2 Conclusie:creatieve verkenning 6. Ideating: Wireframes 6.1 Ideating van de wireframes 6.1.1 Aanmelden 6.1.2 Erkennen 6.1.3 Informeren 6.1.4 Signaleren 6.1.5 Ondersteunen 6.1.6 Verbinden 6.1.7 Onderhouden 6.2 Feedback ideating fase 6.3 Hackathon 6.4 Conclusie Ideating 7. Concepting 8. Eindconcept: “Toolkit voor gemeenten” De MantelzorgHub: Basisinstrument voor steden & gemeenten 0. Aanmelden 1.0 Erkennen 1.1 Landschap in kaart brengen: identificatie van doelgroepen en rollen 1.2 Kerngroep 1.3 Sensibiliserings- en communicatiecampagne opzetten 1.4 Identificatiecampagne opzetten 1.5 Waarderingscampagne opzetten 2 Informeren 2.1 Informatiezoektocht in kaart brengen. 2.2 Dialoog creëren 2.3 Zorgprofessionals (actoren) op de hoogte brengen 3. Signaleren 3.1 Psychosociaal welzijn 3.2 Beter doorverwijzen binnen de gemeente 4. Ondersteunen 4.1 Opleiding/coaching mantelzorg ambassadeur(s) 4.2 Belangen mantelzorgers verdedigen 4.3 Respijtzorg in beeld brengen 5. Verbinden 5.1 Mantelzorgers verbinden 5.2 Zorgprofessionals verbinden 5.3 De MantelzorgHub in verschillende gemeentes 5.4 Bouw een netwerk rond mantelzorg 6. Onderhouden 6.1 Waarom onderhouden? 6.2 Build, Measure & Learn! 6.3 Communicatie met iDROPS 9. Implementing 9.1 Toolkit voorstelling in Ternat 9.2 Workshop met mantelzorgers uit een niet-aangesloten gemeente 9.3 Workshop in Diksmuide met zowel ambtenaren als mantelzorgers van een aangesloten gemeente 10. Aanbevelingen 11. Conclusie 11.1 Algemene conclusie innovatiecase 11.2 Persoonlijke reflectie 11.3 De relevante kennis die we gebruikt hebben doorheen het proces 12. Dankwoord 13. Bronnenlijst
  • 3. 4 5 rol als mantelzorger. Deze rol oefenen zij vaak uit in combinatie met nog andere rollen (bijv. werknemer, ouder, voorzitter van een vereniging, etc.). Daarnaast hebben zij nood aan de juiste informatie om zo sterker in hun schoenen te staan als mantelzorger. Op basis van deze bevindingen kreeg het skelet vorm. In de ideating fase diende dit skelet als houvast, waarop de toolkit uitein- delijk gebaseerd zou worden. In dit tweede stadium vond een hackathon plaats met het team en de opdrachtgever Sven Jacobs. Dit resulteerde in 7 bouwblokken die het fundament vormen van de toolkit. Deze zeven stappen zijn respectievelijk: aanmelden, erkennen, informeren, signaleren, ondersteunen, verbinden en onderhouden. De eerste en laatste stap zijn door het team toegevoegd aan het vijfstappenplan van De Koker, B., De Stercke, N., De Vos, L., & De Witte, N. (2016). In de opvolgende Concepting fase werd de basale structuur van de toolkit ook daadwerkelijk voorzien van inhoud. Hiervoor werden geschikte tools onderzocht, uitgedacht en onder de juiste noemer verzameld, waarmee een gemeente zelf hun eigen mantelzorgnetwerk kan uitbouwen. In de Implementing fase werd de toolkit afgetoetst met mantelzorgers en ambtenaren. Met beide gebruikersgroepen werden de bevindingen en ideeën overlopen. Tevens werd de haalbaarheid en effectiviteit van de tools geverifieerd. Dit gebeurde voor elke bouwblok van de toolkit. On- derdelen die hieruit nogmaals bevestigd werden, sloten dikwijls aan op de vermoedens van het team en kregen zo een goedkeuring. Nieuwe inzich- ten werden dan weer opgenomen onder de vorm van aanbevelingen voor iDROPS om mee te nemen in het verder verloop van dit project. Het eindconcept: een toolkit met zeven bouwblokken. Onder elke bouw- blok worden verschillende tools aangereikt die steden en gemeenten kun- nen inzetten om een zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers uit te bouwen en dit in leven te houden. Het eindeffect geeft ons een toolkit die erop mikt het psychosociaal welzijn van mantelzorgers te verbeteren en hun draagkracht tracht te verhogen. 0. Executive summary In dit innovatierapport wordt een toolkit uiteengezet die steden en ge- meenten helpt om een self-sustaining netwerk voor mantelzorgers te implementeren in hun dagelijkse werking. Deze toolkit is het antwoord op de centrale opdracht: “Ontwikkel een afgetoetst concept in vorm van een toolkit voor steden en gemeenten a.d.h. waarvan elke stad of gemeente een self-sustaining netwerk voor mantelzorgers en profes- sionals kan opstarten/ontwikkelen zodat deze mantelzorgers steun & informatie bij elkaar kunnen vinden.” Dit concept werd ontwikkeld voor de opdrachtgever: Sven Jacobs, project designer bij het sociaal innovatie bureau iDROPS en verant- woordelijke voor het project ‘De MantelzorgHub’. Deze innovatieve case is volgens de verschillende fasen van het in- novatieproces aangepakt, namelijk: Hunting, Ideating, Concepting en Implementing. Per fase zijn verschillende methoden toegepast die ons aangeleerd zijn doorheen de opleiding Idea & Innovation management. Door een com- binatie van deze methodieken en de aangereikte methodieken vanuit de opdrachtgever zijn we tot dit eindresultaat gekomen. In de Hunting fase heeft het team meer kennis opgedaan binnen het Belgische (Vlaamse) zorglandschap m.b.t. mantelzorg en werden de noden en de risico’s van mantelzorgers in kaart gebracht via desk- en fieldresearch. Uit dit onderzoek kwam de conclusie dat het concept aan twee basisvoorwaarden moest voldoen mocht dit effectief inge- zet kunnen worden om het psychosociaal welzijn van mantelzorgers te verhogen. Deze voorwaarden zijn als volgt: - Het (direct & indirect) ondersteunen van mantelzorgers door het be- krachtigen van gemeenten zelf en (mantel)zorggerelateerde organisa- ties binnen de gemeente. - Het informeren van de mantelzorgers door een heldere, tweezijdige communicatie op te bouwen en te onderhouden. Onderzoek wijst uit dat mantelzorgers een groot risico lopen om in een sociaal isolement te belanden en overbelast te raken door hun
  • 4. 6 7 1. Inleiding De opleiding Idea & Innovation Management loopt langzaam ten einde voor ons team. Tegen de tijd dat u dit leest is er geblokt voor de laatste vakken en zijn de laatste opdrachten ingeleverd. Alle opgedane kennis en ervaring van de afgelopen jaren komt hier samen in één uiteindelijke opdracht. De Innovatiecase (IC) uit persoonlijk engagement. Deze opdracht dient als bachelorproef en afsluiting van de opleiding. Het team bestaat uit oude bekenden Ana en Emiel, een duo dat elkaar goed kent en kan inspelen op elkaars zwaktes en sterktes, en nieuwkomer Martijn. Hij kende Ana en Emiel wel, maar had nog nooit met ze samen- gewerkt en wilde dit graag proberen. Ongeveer gelijktijdig met het vormen van het team werd er een briefing gehouden over potentiële cases voor de IC. Hier werden een aantal bedrijven voorgesteld met potentiële opdrachten. Het team besliste gezamen- lijk dat ze een opdracht wilden die pragmatisch van aard was. Zo wilde het team zich niet te lang vastbijten in de onderzoeksaspecten van een project, maar wilden ze op een project springen dat al volop in gang was. Daarnaast wilde het team een opdracht die niet té bedrijfsgericht was. Iets voor non-profits doen leek inte- ressanter en zou voor ervaring zorgen in een ander werkveld met nieuwe uitdagingen van dien. Door deze criteria sprong iDROPS als opdrachtgever ons direct in het oog. Zij boden vijf potentiële opdrachten aan waaruit ‘de MantelzorgHub’ uiteindelijk het gekozen project werd. Sociale innovaties zoals deze gaan het team sterk aan en een netwerk creëren dat zichzelf onderhoudt, leek een zeer interessante en uitdagende case. Dit soort kennis kan in de toekomst bijdragen tot een grotere inzet van mantelzorgers en een betere belangenbehartiging binnen het politieke klimaat, dat steeds meer vraagt van vrijwillige zorg in de maatschappij. Mantelzorgers zijn een kwetsbare maar onmisbare groep in de samen- leving. Zij hebben sterke belangen bij een eenduidige politiek die strijdt voor pensioenen en zorg. Hier wilde de groep graag hun steentje toe bijdragen. Na de keuze van de opdrachtgever en de opdracht zelf kon het team beginnen. De taak was duidelijk: ont- werp een toolkit voor gemeenten zodat zij dit kunnen gebruiken om een mantelzorgvriendelijke gemeente te worden. Het uiteindelijke doel achter de opdracht ligt echter dieper dan alleen het ontwikkelen van een toolkit. iDROPS beoogt met deze toolkit op een directe en indirecte wijze het psychosociale welzijn van mantelzorgers te verbeteren. In dit rapport worden het concept en de achterliggende ideeën en methodieken van deze toolkit uiteenge- zet. Het team werkte aan de hand van de fasen van het innovatieproces. Aan het eind van het rapport wordt de basisversie van de toolkit voorgesteld. De opdrachtgever past die hierna aan voor eigen gebruik, onder andere door dit in hun eigen design te gieten. Aan het eind van het rapport worden een aantal aanbevelingen gedaan rond het implementeren en verder bijschaven van de toolkit.
  • 6. 10 11 “iDROPS is een sociaal innovatiebureau. Als creatief collectief pakken we maatschappelijke vraagstukken aan. Van facilitatie tot creatie; van denken tot doen. We werken multidisciplinair en zien cultuur en digitaliteit als dé tools voor positieve verandering. Daarbij plaatsen we ‘the power of people’ centraal. Samen ontwikkelen we duurzame resultaten voor een leefbare 21ste eeuw. Dicht bij huis en over de grenzen heen.” naar iDROPS, persoonlijke communicatie, oktober 2018 De methodologie van iDROPS is gebaseerd op Human-Centered Design. Samen met partners en mensen met bepaalde noden trachten ze oplossingen, producten en services te creëren die een écht verschil maken. De processen zijn iteratief en gefocust op co-creatie: dankzij herhaling worden resultaten verbeterd en verfijnd. Hierbij staat cultuur en digitaliteit centraal en is er een grote ruimte voor communicatie met de doelgroep in vorm van creatieve workshops. Dit sluit nauw aan op de werkwijze van het team en bevorderde de samenwerking. Om deze impactvolle oplossingen te bereiken volgt iDROPS een vijfdelige leidraad: 1. Vinger aan de pols - Bepaal de beste manier om het probleem bloot te leggen. 2. Bedenk oplossingen - Tijdens creatieve workshops ontleed je het probleem en bekijk je welke weg je wil inslaan. 3. Maak het concreet - Nodig experts en stakeholders uit om de oplossingen nu concreet uit te werken tijdens workshops. 4. Implementeer - Op basis van de positief geëvalueerde producten en systemen ontwikkel je pilootprojecten. 5. Meet je impact - Na afloop onderzoek je of de impact succesvol is en een meerwaarde heeft gecreëerd voor de doelgroep en de samenleving. Deze leidraad wordt toegepast op volgende hoofdonderwerpen, waar iDROPS zich rond focust: 1. New Learning - Een leefbare toekomst verzekeren door in te zetten op nieuwe skills en nieuwe leermethodes voor de 21ste eeuw. 2. Sustainability - Een leefbare toekomst verzekeren voor onze planeet. 3. Global Development - Een leefbare toekomst verzekeren door internationale initiatieven op te zetten en te ondersteunen. 4. Superdiversity - Een leefbare toekomst verzekeren waarin de kracht van diversiteit centraal staat. 5. Community Building - Een leefbare toekomst verzekeren door nieuwe verbindingen in een regionale en stedelijke context te realiseren 6. Care - Een leefbare toekomst verzekeren waar iedereen zich goed voelt en de zorg krijgt die hij of zij nodig heeft. De innovatiecase ‘Tookit voor gemeenten” komt vanzelfsprekend onder dit laatste onderwerp te staan. De case valt binnen het project “De Mantelzor- ghub”. 2.1iDROPS
  • 7. 12 13 “In 2010 ontstond er bij iDROPS de interesse om een project te ontwik- kelen rond mantelzorg, waarbij de mantelzorger zelf centraal zou staan. Om de noden van de mantelzorger in kaart te brengen, organiseerde !DROPS dat jaar een aantal creatieve labs. Hieruit bleek dat het zorgen voor een zorgbehoevende vaak zeer tijdsintensief en duur is en bo- vendien vaak gecombineerd moet worden met een betaalde job.Door deze factoren houden mantelzorgers weinig tijd en middelen over voor zelfzorg en lopen zij bijgevolg een groter risico op sociaal isolement, depressie en burn-out.” - Naar iDrops. S. Jacobs, E. Moyson en N. Goethals (2019). De Mantel- zorghub, infokrant voor steden, gemeenten & zorgorganisaties. Deze laatste hypothese werd meerdere malen bevestigd door de vol- gende studies: - De Nederlandse studie: Emotional disorders among informal care- givers in the general population: target groups for prevention Uitge- voerd door: M. Tuithof et al. (2015) Stichting Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en Verslaving (IVO) - De Engelse studie: A systematic narrative review of the experiences of informal carers of people with dementia and mental illness. Uitgevoerd door Greenwood et al. (2018). Social exclusion in adult informal carers: Maturitas, 112, 39–45. https://doi.org/10.1016/j.maturitas.2018.03.0 - De Engelse studie: Experiences of Loneliness Associated with Being an Informal Caregiver: A Qualitative Investigation. Uitgevoerd door Vasi- leiou, K et al. (2017). Frontiers in Psychology, 8. https://doi.org/10.3389/ fpsyg.2017.00585 Met de steun van Kom op Tegen Kanker en Leader Westhoek kon het project opgestart worden. De focus lag op drie steden en gemeenten in West-Vlaanderen: Assebroek, Veurne en Koksijde. In elke gemeente en stad werden mantelzorgers opgetrommeld om mee te werken aan het project. In eerste instantie werd nagegaan of de noden zoals gedefinieerd in de 2.2 De MantelzorgHub creatieve labs in 2010 nog dezelfde zijn. Dit onderzoek resulteerde in een meer uitgebreid resultaat. Hieruit bleek dat mantelzorgers verschillende moeilijkhe- den ervaren: - Gebrek aan ontspanning: ‘me-time’ of tijd om eigen interesses te beoefenen. - Gebrek aan een netwerk: contact met lotgenoten, waardering van andere mantelzorgers, respijtzorg (kortstondige vervanging zodat de mantelzorger even een break kan nemen), (online) contact met behulpzame buurtbewoners. - Gebrek aan het uitwisselen van ervaringen: leren van elkaar om de zorg nog efficiënter uit te voeren. - Gebrekkige informatieverstrekking: administratieve en financiële ondersteu- ning, psychologische hulp, doorverwijzing bij problemen. Op basis van deze pijnpunten werd er in een aantal creatieve sessies gedacht over oplossingen. De pijnpunten werden omgezet in noden en behoeften en samen met de mantelzorgers werd er gebrainstormd en deelden ze ervarin- gen met elkaar. Op deze manier bedachten ze zelf enkele concrete oplossin- gen die ze later –tijdens creatieve designsessies– ook hielpen uitwerken en vormgeven. Dit piloottraject resulteerde in wat we tegenwoordig kennen als de Mantelzor- ghub. Een project dat onder drie verschillende luiken valt die samen de hub vormen. Deze luiken zijn respectievelijk: De Mantelzorgcafés, het Mantelzorg- college en de MantelzorgHub Online. De Mantelzorghub begeleidt als overkoepelende tool steden, gemeenten en zorgorganisaties bij het uitbouwen van een lokale mantelzorgwerking of -be- leid. Al snel kreeg het project interesse van andere steden en gemeenten, wat bewijst dat er nood is aan dergelijke initiatieven. De toolkit voor gemeenten past binnen deze luiken als een (toekomstig) cru- ciaal onderdeel van de online mantelzorghub.
  • 8. 14 15 De Mantelzorgcafés zijn lokale, maandelijkse bijeenkomsten van en voor mantelzorgers. Deze vinden plaats in een open, huiselijke sfeer om de deelnemers uit te nodigen tot contact met elkaar op te nemen. Iedereen die kort- of langdurig zorgt voor een hulpbehoevend(e) fa- milielid, kennis of buur is welkom. Ook ex-mantelzorgers zijn welkom. Zij hebben immers heel wat ervaring en vaak zijn hun noden nog steeds dezelfde als toen ze actief waren. De vorm en inhoud van de cafés wordt volledig bepaald door de kern- groep van mantelzorgers, in samenwerking met een gemeentelijke co- ördinator. Deze kerngroep bestaat uit enthousiaste mantelzorgers die een bijdrage willen leveren aan hun lokale mantelzorggemeenschap. Bij de opstart van het lokale Mantelzorgcafé wordt de input van deze enthousiastelingen gebruikt. Dit zorgt voor maximale betrokkenheid en het gevoel dat het café als mantelzorger “echt van ons” is. Onder be- geleiding van de lokale coördinator en van !DROPS wordt zo een duur- zaam initiatief gecreëerd, waar de mantelzorgers binnen de gemeente bereikt kunnen worden. 2.2.1 Mantelzorgcafés In de communicatie met iDROPS geven mantelzorgers en professionals aan dat ze ondersteuning kunnen gebruiken in de (zorg)taken die ze dagelijks uitvoeren. Ook het runnen van een lokaal mantelzorginitiatief vraagt de nodige handvaten om te garanderen dat de opgebouwde structuur verder blijft bestaan. De Mantelzorghub versterkt de betrok- kenen met een eigen ontwikkeld begeleidingsaanbod en neemt de rol op zich om het brede ondersteuningsaanbod binnen de gemeente en regio bekend te maken bij zoveel mogelijk mantelzorgers. 2.2.1 Mantelzorgcolleges 2.2.3 Trainingssessies bij de opstart Mantelzorgers en zorgprofessionals doen bij trainingssessies de nodige kennis en ervaring op om een MantelzorgHub mee vorm te geven, op te starten en te runnen. Tijdens de opstartfase bepaalt de kerngroep van mantelzorgers mee de vorm en de inhoud van het café (naam, logo, locatie, …) en worden ze actief betrokken rond de communica- tie en sensibilisatie. Als ambassadeurs nemen ze zelf verantwoordelijk- heid op waardoor het eigendomsgevoel bij de kerngroep hoog blijft. Er wordt bovendien ook gewerkt aan de samenhorigheid binnen de groep. Ook de lokale coördinatoren en geïnteresseerde zorgprofessi- onals betrekken we. Ze krijgen begeleiding via een stakeholdergroep die in contact staat met coördinatoren van iDROPS. 2.2.4 Opleidings- en uitwisselingsdagen voor professionals Zorgverleners ervaren het werken met mantelzorgers als een uitda- gende noodzaak. Vanuit de eigen ervaring en opleiding probeert men de mantelzorger steeds zo goed mogelijk te betrekken. Om professio- nals te versterken in hun werking organiseert De MantelzorgHub regio- nale opleidings- en uitwisselingsdagen, in samenwerking met relevante partijen en experten. Door de lokale en regionale aanpak is er ruimte om kennis en ervaring uit te wisselen tussen steden, gemeenten en zorgorganisaties en om elkaar te versterken.
  • 9. 16 17 Mantelzorgers geven aan dat ze moeilijkheden ervaren bij het bewa- ken van hun eigen welzijn en de balans tussen hun zorgtaak en eigen interesses. Door samen met lotgenoten intensief na te denken en te werken rond concrete uitdagingen, zorgt De MantelzorgHub er voor dat mantelzorgers hun eigen veerkracht en energie verhogen. Met be- hulp van een positieve aanpak leren mantelzorgers anders kijken naar de dagelijkse beslommeringen, treden ze rustiger op bij problemen en leren ze ook anderen op een positieve manier te beïnvloeden. 2.2.5 Veerkrachtsessies 2.2.6 MantelzorgHub online Vanuit persoonlijke communicatie met iDROPS over het kiezen van een online platform: “In een rapport van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheids- zorg (KCE) wordt verwezen naar een Britse studie uit 2012 die het ge- bruik van online hulpmiddelen binnen de mantelzorg onderzocht. Hier- uit bleek dat 42% van de mantelzorgers die online tools gebruiken, vindt dat deze tools hun eenzaamheidsgevoel verminderen. Uit een ander rapport – van het Joint Research Centre van de Europese Com- missie – over de rol van ICT in het verlenen van mantelzorg, blijkt dat ICT ondersteuning mantelzorgers kan helpen om zowel hun zorgtaak als persoonlijk welzijn te verbeteren.” - (iDROPS.,persoonlijke communicatie, 2019) Er bestaan vandaag de dag verschillende soorten online ondersteuning en informatieverstrekking. Klassieke websites zijn voor mantelzorgers vaak een bron van frustratie door het gebrek aan gebruiksgemak en begeleiding. De online tool die tijdens het piloottraject InTouch werd ontwikkeld, kwam er op basis van onderzoek naar bestaande instru- menten. Zo ontwikkelde !DROPS De MantelzorgHub Online, een laag- drempelig online platform voor mantelzorgers. De MantelzorgHub On- line bevat onder andere de volgende functies: - Een zoekfunctie gekoppeld aan een infodatabank met lokale infor- matie, tips en advies, een overzicht van het bestaande lokaal en regio- naal ondersteuningsaanbod, … - Een chatfunctie waarmee mantelzorgers onderling én met de ge- meente in interactie kunnen gaan treden en waarmee online Mantel- zorgcafés georganiseerd kunnen worden - Een kalender met lokale activiteiten rond mantelzorg en andere rele- vante evenementen - Een nieuwsoverzicht met lokaal en algemeen nieuws en aankondigin- gen rond mantelzorg - Een wie-is-wie om een beter zicht te krijgen op de mantelzorgers binnen een bepaalde gemeente of regio
  • 10. 18 19 3. Samenstelling groep 3.1 De Studenten Het team was relatief snel gevormd. Ana en Emiel hadden doorheen hun driejarige opleiding al voor meerdere groepstaken samengewerkt. Beiden vonden ze een goede match te zijn, waardoor ze al snel het idee hadden om hun eindwerk ook samen tot een succesvol eind te bren- gen. Martijn was een nieuwkomer bij de groep, maar los van schoolge- relateerde taken kwamen de drie samen goed overeen. Iets wat bij het vormen van een team zeker niet over het hoofd mag gezien worden. Een sterke eigenschap aan deze samenstelling leek dan ook een goe- de verstandhouding te zijn in combinatie met het kennen van elkaars competenties. Zo blinkte één persoon uit in de minder sterke kanten van de andere. Op deze manier had het team een goed evenwicht van verschillende kwaliteiten en interesses, waarmee ze elkaar konden aanvullen. 3.2 De contactpersoon van iDrops - Sven Jacobs “Sven Jacobs - Sustainability/Care Als er absurde grapjes moeten uitgehaald worden is hij onze man. Zijn muzikale smaak gaat van Dylan, over Coltrane tot Aphex Twin. Chillen in de zon, lezen, muziek spelen en sporten. Sven is er zeer bekwaam in. Maar oh wee als je arrogant of egocentrisch durft doen. En wanneer gaan ze dat klimaatprobleem nu eindelijk eens aanpakken? “ (iDROPS / Over Ons, https://idrops.org/nl/overons) Sinds de eerste kennismaking tussen het team en de contactpersoon, Sven Jacobs, wist het team dat ze op de juiste plek waren beland. Het gesprek en de uitleg rond de potentiële case verliepen enorm vlot en op een manier die gerust stelde. Er was een goede mix tussen de professionele werkhouding als het rond het project ging, maar ook een ontspannen, joviale houding te- genover ons als studenten toe. Een enorm pluspunt aan de samen- werking met Sven was zijn directe en open communicatie. Zo was het altijd duidelijk wat er verwacht werd van ons. Daarbovenop hield Sven rekening met het feit dat er buiten deze case ook nog andere taken waren die studenten hun aandacht vragen, wat zorgde voor wederzijds afgestemde verwachtingen. 3.3 Onze coördinator - Ilse Godts Ilse Godts werkt als lector en coach aan de Erasmushogeschool en werd zo toegewezen als coördinator voor dit project. Ilse luisterde steeds met enorm veel aandacht en zorg naar de verloop van zaken, het denkproces en de vragen omtrent ons onderwerp. Ze was niet bang om kritische vragen te stellen, die ons verplichten om de case vanuit een totaal andere invalshoek te bekijken. Hierdoor werden we gepushed om verder te denken en het beste van onszelf te geven. Daarnaast vroeg ze ook hoe het met ons als groep ging, los van het project zelf. Iets wat wij als team enorm apprecieerden.
  • 12. 22 23 Onder vijftigplussers is cijfer dit zelfs één op vier. (De Koker et al., 2016) Deze onmeetbaarheid en verschil van scenario’s maakt op maat gemaakte ondersteuning zeer moeilijk. Deze problematiek staat lijnrecht tegenover de recente ontwikkelingen in het Vlaamse zorglandschap. Hier zien we dat er steeds meer gerekend wordt op de vermaatschappelijking van de zorg. Informele zorgverleners worden verwacht steeds meer taken op zich te nemen. Ook taken die voor- heen onderdeel waren van de formele zorg. Ondertussen neemt de werkdruk toe en spreekt het politieke landschap vaker over bezuiniging dan over ondersteuning. Gemeenten worden sinds het Vlaams mantelzorgplan sterk aangeraden om ook hun steentje bij te dragen, zo stelt Vandeurzen, J. (z.d.). Nabije zorg in een warm Vlaanderen: Vlaams Mantelzorgplan 2016 – 2020. “Het streven naar een betere waardering voor deze onmisbare vorm van zorg, is ook op federaal niveau aan de orde. Afstemming en overleg met het federale beleidsniveau is daarom onontbeerlijk. We rekenen op de Fe- derale overheid voor de sociale bescherming van de mantelzorger. De Ka- mer van Volksvertegenwoordigers wijst op het belang om in samenwerking met de regio’s en de gemeenten, na te gaan welke initiatieven het beste aansluiten bij de noden van de mantelzorgers . De Vlaamse overheid zal overleg plegen met de Federale overheid om de positie van mantelzorgers te optimaliseren aangaande de raakpunten met tewerkstelling, fiscaliteit, Volksgezondheid of Sociale Zekerheid.“ (Vandeurzen, 2016, p.44) Mantelzorgers leveren een ondergewaardeerde, vaak onzichtbare bijdrage aan de maatschappij en steunen de zwaksten onder ons. We spreken hier dan over dezelfde mantelzorgers, die momenteel risico lopen op een ver- slecht psychosociaal welzijn. iDROPS tracht deze trend tegengewicht te geven door de MantelzorgHub in te zetten en gemeenten te steunen om hun plicht t.o.v. mantelzorgers na te komen. De “Toolkit voor gemeenten” dient de MantelzorgHub toeganke- lijker te maken voor gemeenten en dit tegengewicht te verzwaren. De brede maatschappelijke definitie van het begrip ‘mantelzorg’ zoals opgenomen in het Vlaams woonzorgdecreet is als volgt: “Een mantelzorger is de natuurlijke persoon die vanuit een sociale en emotionele band één of meer personen met verminderd zelfzorgver- mogen, niet beroepshalve maar meer dan occasioneel, helpt en onder- steunt in het dagelijks leven.” (Decreet betreffende de woonzorg, artikel 2, 15 februari 2019) “Definitie ‘Mantelzorg’: man·tel·zorg (de; v(m)): zorg gegeven door gezinsleden, buren of vrienden” (Van Dale, 2020) Als het gaat om langdurige, onbetaalde zorg telt Vlaanderen alleen al meer dan 600.000 mantelzorgers. Deze snel groeiende groep van in- formele zorgers lopen een groter risico om in sociaal isolement te be- landen of depressieve gevoelens te ontwikkelen. (Tuithof et al., 2015) De rol als mantelzorger is zeer vaak een rol die niet bewust opgenomen wordt. Vaak rolt men hier geleidelijk in. Mantelzorg kan zo vele vormen aannemen. Zo kan het gaan over ie- mand die de boodschappen doet voor zijn oma of iemand die zijn ou- ders in huis neemt omdat ze niet langer voor zichzelf kunnen zorgen. Maar we spreken ook over mantelzorg wanneer iemand na een tragisch incident de volledige en intensieve zorg van zijn of haar partner op zich moet nemen. Wat begint met een kleine taak, wordt geleidelijk aan een steeds groter deel van de leefwereld van deze persoon, die in combi- natie ook nog reeds bestaande, dagdagelijkse taken moet volbrengen. Op deze manier is een mantelzorger zich niet altijd bewust van hun eigen situatie omdat deze sporadisch en geleidelijk aan is ontwikkeld. Er zijn weinig groepen die zo’n diversiteit in achtergrond, kennis, vaar- digheden en scenario’s kennen als die van mantelzorgers. Één op ze- ven Vlamingen is namelijk mantelzorger, of ze dit nu weten of niet. 4.1Deproblematiek
  • 13. 24 25 4.2 De Opdracht Zoals vermeld in de Executive Summary is de toolkit voor gemeenten een onderdeel van de MantelzorgHub Online. Dit valt onder het “Care” thema dat iDROPS hanteert. De concrete opdracht vanuit iDROPS luidt: “Ontwikkel een afgetoetst concept voor een toolkit voor steden en gemeenten a.d.h. waarvan elke stad of gemeente een self-sustai- ning netwerk voor mantelzorgers en professionals kan opstarten/ontwikkelen zodat deze mantelzorgers steun & informatie bij elkaar kunnen vinden.” (Protocol, zie bijlage) Het concept voor de toolkit werd op verzoek van de opdrachtgever ontwikkeld als een document dat gemakkelijk te integreren is op de website van de MantelzorgHub Online. In een later stadium breidde deze vraag zich uit tot een fysieke .PDF versie. Deze versie zou moeten dienen als een houvast voor ambtenaren om te doorlopen . Belangrijk! Het concept voor de toolkit wordt voor gebruiksgemak “toolkit voor gemeenten” of “toolkit” genoemd in de tekst. Hiermee wordt er gedoeld op het eindproduct en het antwoord op de opdracht. De subvragen van deze opdracht, gegeven door de opdrachtgever, luiden als volgt: - Hoe bouwen we bottom-up robuuste duurzame lokale netwerken rond mantelzorg op binnen een breed samenwerkingsverband? - Hoe de informatie en ondersteuning omtrent mantelzorg voor professionals nabij mantelzorg (dokters, ambtenaren, sociaal werkers etc.) zo toegankelijk mogelijk te maken? Zodat de professional deze informatie daarna kan doorspelen aan de mantelzorger. - Hoe praktische en inhoudelijke informatie leveren rond het organiseren en ondersteunen van activiteiten voor mantelzorgers? Uit het team’s exploratieve onderzoek kwam de conclusie dat het concept aan twee basisvoorwaarden moest voldoen mocht dit effec- tief ingezet kunnen worden om het psychosociaal welzijn van mantelzorgers te verhogen. Deze voorwaarden zijn als volgt: - Het (direct & indirect) ondersteunen van mantelzorgers door het bekrachtigen van gemeenten zelf en (mantel)zorggerelateerde or- ganisaties binnen deze gemeente. - Het informeren van de mantelzorgers door een heldere, tweezijdige communicatie op te bouwen en te onderhouden. De doelgroep en eindgebruiker van de toolkit zijn: Ambtenaren. De noden die ambtenaren konden stellen bij het gebruik van onze toolkit definieerden wij als: Gebruiksvriendelijkheid; Toegankelijkheid voor verschillende niveaus van kennis t.o.v. mantelzorg(ers); Toegankelijk- heid voor zowel intensieve als simpele taken. iDROPS kan gezien worden als secundaire doelgroep. De toolkit moet overzichtelijk, gemakkelijk te implementeren en te gebruiken zijn. Ook moet de testing van het team helder genoeg zijn om op de resultaten voort te kunnen werken.
  • 15. 28 29 5.1ExploratiefDeskresearch/ Verdiepingvandecontext In dit hoofdstuk wordt er meer kennis verworven over het thema en de problematieken rond mantelzorg. Zoals een hunting fase betaamt worden er verschillende onderzoeks- technieken gebruikt om zo een helder, genuanceerd beeld te krijgen van de problematiek. De combinatie van de gevonden informatie fungeert als steunpilaar tijdens het denkwerk van de ideating fase. De leden van het team waren in verschillende mate bekend met het begrip mantelzorg en welke rol dit inhoudt in het Vlaamse zorglandschap. Hierdoor werd de eerste stap een literatuurstudie rond dit thema. Na communicatie over de eerste stap voorzag iDROPS een aantal bronnen die de basis vormden van het project tot zo- ver. De belangrijkste hieronder waren: - Vandeurzen, J. (z.d.). Nabije zorg in een warm Vlaanderen: Vlaams Mantelzorgplan 2016 – 2020. (2016) (punt 5.1.1 wordt aan deze tekst toegewijd) - De Koker et al., (2016). Bouwstenen voor lokale netwerken mantelzorg van erkennen tot verbinden. Deze tweede paper bleek essentieel voor de opdracht zelf. De onderzoekers definiëren vijf essentiële stappen bij het op- stellen van een lokaal netwerk rond mantelzorg. Deze paper zit innig verwikkeld in het uiteindelijke resultaat en vormde een sterke onderzoeksbasis. Hierdoor werd het team in hun research aangevuld opdat er een sterkere focus op het eind- resultaat gelegd kon worden. Ook werd alle informatie die al opgesteld was rond ‘De Man- telzorgHub’ doorgenomen. Naast deze papers werd er fun- damentele research gedaan uit niet-aangeleverde bronnen om de kennis in het team te vergroten, onafhankelijk van de mogelijk gekleurde informatie die in deze bronnen staat. Elk teamlid kreeg één aangeleverde of gevonden bron toe- gewezen om te bestuderen en om te zetten in een mind- map. De mindmaps zijn te vinden in de bijlage. Door deze mindmaps samen te leggen werden de raakvlakken tussen de bronnen duidelijker. De leden brachten hierdoor gemeenschappelijke prioriteiten naar voren tijdens de vroege groepsdiscussies over het skelet van de toolkit. Het team kwam tot de conclusie dat het con- cept aan twee basisvoorwaarden moest voldoen mocht dit effectief ingezet kunnen worden om het psychosociaal wel- zijn van mantelzorgers te verhogen. Deze voorwaarden zijn als volgt: - Het (direct & indirect) ondersteunen van mantelzorgers door het be- krachtigen van gemeenten zelf en (mantel)zorggerelateerde organisa- ties binnen de gemeente. - Het informeren van de mantelzorgers door een heldere, tweezijdige communicatie op te bouwen en te onderhouden. Om verdere verwarring te voorkomen werd er een onderzoeksdefi- nitie voor het woord “toolkit” opgesteld. De onderzoeksdefinitie had als primair doel te toetsen of alle onderzoekers hetzelfde verstonden onder dit begrip en de verschillen te definiëren en uit te spreken. Het secundaire doel van de onderzoeksdefinitie is het continu checken doorheen het proces of er nog steeds voldaan wordt aan het doel van de toolkit. Onderzoeksdefinitie toolkit: De toolkit is bedoeld voor gemeenten en professionals. De toolkit zal dienen als leidraad voor de opstart en optimalisering van een gevali- deerd, self-sustaining mantelzorgnetwerk. Na het opstellen van de onderzoeksdefinitie is er onderzoek verricht naar de trends en tendensen rond mantelzorg. Hier wordt in 5.1.4 ver- der op ingegaan. Naast een literatuurstudie is er ook fieldresearch uitgevoerd. Het team heeft het event: Open forum “Ik ben jong en ik zorg” bezocht om te spreken met mantelzorgers en zorgorganisaties. De laatste stap was benchmarking, dit om op zoek te gaan naar wat verschillende organisaties doen met het thema mantelzorg en hoe zij een netwerk creëren. Door middel van benchmarking tracht het team te leren van gelijkaardige netwerken rond mantelzorg om zo de toolkit te versterken. De opdrachtgever liet ons duidelijk weten dat ze niet willen concur- reren met reeds bestaande initiatieven voor mantelzorg. Ze werken samen met deze organisaties om zo een sterker en breder netwerk te creëren voor mantelzorgers. Op het open forum kwam het team in contact met verschillende organisaties die op dezelfde golflengte zitten. Om de toolkit te versterken was het evident om op deze manier van deze organisaties te leren.
  • 16. 30 31 5.1.1 Schets problematiek: Het Vlaams Mantelzorgplan Zoals gesteld in het Vlaams Mantelzorgplan van 2016-2020 (Vandeurzen., 2016) wordt onder vermaatschappelijking van de zorg verstaan dat zorgbehoevenden zo veel mogelijk zorg in en door de vertrouwde omgeving moeten krijgen. Ver- maatschappelijking betekent ook dat inclusie in de maatschappij - van personen met langdurige zorgnood en personen met een handicap - mogelijk wordt ge- maakt. Informele en formele zorg gaan hierbij hand in hand en dienen elkaar op het lokale niveau te versterken. Aangezien zij het dichtst bij de burger staan, spelen lokale besturen een belang- rijke rol in de ondersteuning van zorgbehoevenden en hun mantelzorgers. Zo stelt het Vlaams Mantelzorgplan dat er voor de lokale overheid een opdracht ligt, in het voorzien van informatie over het lokale aanbod aan informele en for- mele zorg naast het bieden van ondersteuning via websites, gemeentelijke bro- chures of lokale informatiebijeenkomsten. De Koker, et al. (2016) stellen het volgende: “Het toekennen van een mantelzorg- premie is een mooie vorm van erkenning en steun aan de mantelzorger, maar een breed aanbod aan diensten biedt bijkomende kansen om nog een grotere, meer diverse doelgroep te bereiken en te ondersteunen.” Aangezien mantelzorg zich per definitie afspeelt in de onmiddellijke omgeving van de zorgbehoevende, is het meest nabije, lokale beleidsniveau een cruciale partner. (De Koker et al., 2016) Uit het Nederlands onderzoek (Tuithof, et al., 2015, p4), die 6.646 personen tus- sen de jaren van 18 - 64 ondervroeg, bleek tot wel 31.1% een informele zorger te zijn. Opvallend aan de bevraging van deze informele zorgers, was hoe dynamisch deze groep is. Zo spreken we hier over mannen en vrouwen van alle leeftijden, milieus en leefwerelden. Fysieke klachten bleken de grootste factor voor het verlenen van informele zorg, met 61%. Ten slotte gaven de informele zorgers aan dat chronische lichamelijke aandoe- ningen hun grootste pijnpunt is, met tot wel 45,2% die dit bevestigde.
  • 17. 32 33 5.1.2 De rol van de eerstelijns- Binnen sociale werk/hulp- en dienstverlening wordt er gesproken van de nulde, eerste, tweede en derde lijns hulp- en dienstverlening. In de toolkit ligt de focus op de nulde en de eerste lijn, die respectievelijk bestaan uit de mantelzorgers en (rechtstreeks toegankelijke) zorgprofessionals. Vrijwilligers en zelfhulpgroepen worden ook meegerekend onder de nulde lijn. De eerste lijn bestaat uit rechtstreeks toegankelijke hulp en zorg. Hieronder val- len bijvoorbeeld huisartsen, thuisverpleegkundigen, vroedvrouwen, eerstelijns- psychologen, psychotherapeuten, psychiatrische thuiszorg, apothekers, tand- artsen, etc. Wanneer er in het rapport over zorgprofessionals gesproken wordt, maken deze dus deel uit van de eerstelijnszorg. In de sociale sector is er een groot aantal voorzieningen die eerstelijnshulp en -zorg mogelijk maken. Denk hierbij aan OCMW’s, rusthuizen, centra voor leer- lingenbegeleiding (CLB), centra voor algemeen welzijnswerk (CAW), centra voor kortverblijf, diensten voor oppashulp, klusjesdiensten, ziekenfondsen, enz. Volgens de databank van de Sociale Kaart kan zorg naast de zorglijnen (nulde, eer- ste etc.) opgedeeld worden in vier verschillende cirkels. (Reorganisatie van de eer- stelijnszorg in Vlaanderen: situering en veranderingstraject 2015-2019. Zorg en Ge- zondheid. [2015] ) 1. De zelfzorg. Dit is de meest basale zorgvorm. Zelfzorg spreekt voor de zorg en on- dersteuning die de zorgbehoevende zelf opneemt. Om deze basisnoden zo goed mogelijk in te vullen heeft de zorgbehoevende toegang nodig tot hulpmiddelen om de thuiszorg mogelijk te maken. 2. Onder cirkel twee valt de zorg en ondersteuning die door mantelzorgers thuis geboden wordt. Dit zijn vrijwel uitsluitend familie en/of vrienden. 3. Onder cirkel drie valt informele zorg door vrijwilligers en buurtgerichte ondersteu- ning. 4. Cirkel vier is de eerstelijnshulp en -dienstverlening. Hieronder vallen de federaal bevoegde zorgorganisaties en zorgverleners. Cirkel 1 t/m 3 vormen samen zorgvormen van de nulde lijn. Wanneer er over ver- maatschappelijking van de zorg gesproken wordt vindt dit plaats binnen deze cir- kels. De Sociale Kaart concludeert bij cirkel 1t/m3: “We zien hier een expliciete rol weg- gelegd voor de lokale overheid, het middenveld en de lokale zorgnetwerken.” Het ontwikkelen van de toolkit is in de ogen van het team en de opdrachtgever een deel van het antwoord op deze conclusie. wat verstaan we onder zorgprofessionals? Afbeelding 1: Vlaamse Ouderenraad. (z.d.). Regie over de zorg in eigen handen [Illustratie]. Geraadpleegd van: https://www.ouderenraden.be/in-de-kijker/zorg-ge- zondheid/de-persoon-met-een-zorgnood-centraal
  • 18. 34 35 “Gezien de huidige maatschappelijke context met een toename van het aantal personen met een langdurige zorgnood, chronische ziekte en multi- morbiditeit (meerdere chronische ziekten), willen we in de organisatie van de eerstelijnszorg uitgaan van een persoonsgerichte en geïntegreerde be- nadering en niet langer van een ziektegeoriënteerde aanpak. Het centraal stellen van de persoon met een zorgbehoefte betekent dat zorgverlener en zorgvrager in wederzijdse dialoog gaan over de noden en doelstellin- gen op vlak van welzijn en gezondheid.” (De Sociale Kaart, www.desocialekaart.be) Er wordt steeds meer belang gehecht aan het subsidiariteitsbeginsel over de hele zorgsector. Dit beginsel garandeert het subsidiair werken. Deze vorm van werken omhelst het principe dat er steeds gebruik moet gemaakt worden van de minst ingrijpende zorgverlening als hiermee hetzelfde ef- fect bereikt kan worden, als wanneer er zwaardere hulpverlening ingezet zou worden. Denk hier bijvoorbeeld aan het kiezen voor hulp- en dienst- verlening bij de zorgbehoevende thuis i.p.v. residentiële hulp- en dienst- verlening (de zorgbehoevende inschrijven in een zorgcentra). ​De Vlaamse overheid stuurt naast de vermaatschappelijking van de zorg aan op een reorganisatie van de eerstelijnszorg. Om tot een breed ge- dragen hervorming te komen zetten ze het sterkst in op participatie. Deze participatie omhelst het proces van het delen van beslissingen, waarbij er samengewerkt wordt en alle stakeholders actief betrokken worden rond oplossingen voor hun eigen problemen. Dit laten ze gelden voor lokale be- sturen, zorgprofessionals als burgers. De doelen van deze reorganisatie worden als volgt opgesomd: - Verbetering van de zorg op individueel niveau - Verbetering van de gezondheidstoestand van de bevolking - Het creëren van meerwaarde voor de ingezette middelen - Het creëren van de beste omstandigheden voor zorgaanbieders om hun werk goed en duurzaam uit te voeren Hervorming van de eerste lijn Conclusievermaatschappelijking vandezorg&eerstelijnshervorming Over de vermaatschappelijking van de zorg en het reorganiseren van de eerstelijnszorg zijn de meningen van het team gemengd. Er zijn positieve en negatieve kanten. Allereerst is de huidige generatie zorgvragenden anders dan de voorgaan- de generaties (zie ‘ouderen veranderen’ bij punt 5.1.4, Trends). Zij wor- den net zoals iedereen beïnvloed door een steeds versnellende en die- per doordringende digitalisering. De nieuwe generatie wil alles het liefst zo lang mogelijk zelf blijven doen en beslissen over hun eigen situatie, terwijl de vermaatschappelijking en reorganisatie van de eerstelijnszorg bijdragen aan deze “emancipatie”. Aan de andere kant lijken deze maatregelen op slecht vermomde bespa- ringen op de zorg. Rusthuizen zijn overvol, zorgprogramma’s zijn duur en de verplichting van publieke instanties naar individuen verschuiven is een gemakkelijke oplossing. Zorgverlening wordt bijvoorbeeld niet betaald als een zwaar beroep. Er wordt steeds meer op de nulde lijn gerekend en deze toename in de zorgvraag bij individuen is moeilijk te meten. Hierdoor kan de overheid be- sluiten nog minder in de eerste lijn te investeren terwijl deze investeringen wel zeer nodig zijn, dit wordt nogmaals pijnlijk duidelijk gemaakt door de COVID-19 epidemie die heerst ten tijde van het schrijven van dit rapport.
  • 19. 36 37 5.1.3 De rol van lokaal bestuur. Ondanks de inspanningen van de overheid en overheidsdiensten om zo- veel mogelijk vermaatschappelijking in de zorg te stimuleren, merken de onderzoekers op dat de term Mantelzorg in Vlaanderen onder de noemer van weinig tot bijna geen kennis kan geplaatst worden. Dit versterkt nog- maals het belang van de rol van lokale besturen hierin. Zij staan dichter bij hun inwoners dan de overkoepelende overheidsorganen en kunnen dus een grotere invloed uitoefenen om het thema mantelzorg actief op de ra- dar te zetten. De beleidsmatige informatie is in de voorgaande punten van het hoofdstuk aan bod gekomen. Aandacht voor (mantel)zorg is in een ideale wereld een onderdeel van een integraal beleid waarin ook de leefruimte, woonomge- ving, werk, onderwijs en lokale economie wordt betrokken, omdat al deze domeinen onderling in verband staan met elkaar. Waarom moeten steden en gemeenten inzetten op deze on- dersteuning? Het onderzoek Emotional disorders among informal caregivers in the gene- ral population: target groups for prevention. van Tuithof, et al (2015) con- cludeert het volgende: “Four main themes were identified from the analysis: (a) Loneliness was located within a context of shrunken personal space and diminished social interaction resulting from the restrictions posed by the caregiving role; lo- neliness was articulated against (b) a background of relational deprivations and losses, as well as (c) social encounters characterized by some form of distancing and separateness; (d) finally, sentiments of powerlessness, helplessness and a sense of sole responsibility were considered to induce feelings of loneliness.” In dit onderzoek hebben 6.464 Nederlandse respondenten van 21 t/m 68 jaar een face-to-face enquête afgelegd. Hiervan werd 31,1% als mantelzor- ger gerekend. De risico’s die in 2015 door de bovenstaande studie geïdentificeerd zijn, werden in België bevestigd door onderzoek van iDROPS. Zoals eerder meer uitgebreid behandeld werden er een aantal noden en risico’s gekoppeld aan de rol van mantelzorger. Het wordt tijd dat lokale overheden op een laagdrempelige manier inspelen op de noden van mantelzorgers en de ri- sico’s die hand in hand gaan met deze rol. Dit draagt niet alleen bij aan het psychosociale welzijn van mantelzorgers, maar tevens ook aan het bredere welzijn van zorgbehoevenden, zorgprofessionals en de samenleving in het algemeen. In het kort kunnen we stellen dat steden en gemeenten moeten inzetten op ondersteuning: Voor mantelzorgers: Er kan beter gewaakt worden over de zorg voor de eigen gezondheid. Eenzaamheid wordt bespreekbaar gemaakt en tegen- gegaan door contact met anderen in een gelijkaardige situatie. Het aanbod aan ondersteunende diensten en informatie wordt door een wederzijdse communicatie voorzien en vernieuwd. Ook is het gemakkelijker mantelzor- gers wegwijs te maken in het zorglandschap, dat tot in mate bekend of on- bekend terrein voor hen is. Als gevolg wordt de veerkracht en draagkracht van mantelzorgers verhoogd door een combinatie van al deze factoren. Voor de zorgvrager: De zorgvrager kan beter integreren in de samen- leving en er komt minder druk te staan op de relatie tussen hen en de mantelzorger. De verleende hulp wordt beter en specifieker, door het uit- wisselen van kennis en ervaring en het vergemakkelijken van het opdoen van nieuwe kennis. Er bestaat ruimte voor aandacht rond vereenzaming en verwaarlozing en mantelzorgers kunnen de waarschuwingssignalen streng bewaren door de nieuwe informatie en de kennisuitwisseling. Voor de samenleving: De samenleving draagt een minder zware kost door het stroomlijnen van mantelzorg gerelateerde zaken en het koppe- len van zorgprofessionals, mantelzorgers en het gemeentelijk bestuur bin- nen in de gemeenten zelf. De betrokkenheid van burgers rond mantelzorg wordt verbeterd door het correct inzetten van sensibiliserings-, informatie en waarderingscampagnes.
  • 21. 40 41 Volgens de meest recente vooruitzichten voorziet Statistiek Vlaande- ren tussen 2017 en 2027 een stijging van het aantal 65-plussers van meer dan 22% - een sterkere groei dan in de voorbije 10 jaar (+18%). Het Vlaamse landschap per regio, verdeeld op gemiddelde leeftijd van bevolking ziet er anno 2017 al volgt uit: Vergrijzing Voor 2027 wordt voorspeld dat dit landschap er zo zal gaan uitzien: Hierdoor zal Vlaanderen in 2027 zo’n 288.000 65-plussers meer tellen dan in 2017. Dit impliceert een toenemende verouderingsgraad: het huidige aandeel van 20% 65-plussers in de bevolking zal oplopen tot 23% in 2027 (figuur 1, rechter grafiek). De doorgezette veroudering is het gevolg van het gecombineerde effect van twee factoren. Het ouder worden van de babyboomers én de steeds hogere levensverwachting die ervoor zorgt dat ook de bevolking op zeer hoge leeftijd blijft toene- men. De toename van alleenwonende 65-plussers wordt voorspeld met 20% te stijgen tussen 2017 en 2020. Cijfers via De vergrijzing zet zich verder: Vlaamse gemeentelijke demo- grafische vooruitzichten 2018-2035 Statistiek Vlaanderen. (2018). Als gevolg van het ouder worden van de bevolking en de toename van het aantal alleenwonenden in deze bevolkingsgroep, is het vrijwel ze- ker dat de zorgvraag ook zal toenemen. Vanuit een onderzoek van het Sociaal en Cultureel planbureau van de Nederlandse overheid komt de predictie dat deze stijging ook steeds meer ouderen met een chroni- sche aandoening met zich zal meebrengen. Zij stellen: “Het is dus maar de vraag of er in de toekomst inderdaad minder zorg nodig is vanwege verbetering van gezondheid. Verder is de verwachting dat ook het aantal eenzame ouderen zal toenemen.” Deze laatste stelling dient als bevestiging op de mening van het team. Zie ook Conclusie vermaatschappelijking van de zorg en eerstelijnsher- vorming. Als we verder in de toekomstige tendensen kijken, is op te merken dat de leeftijdsverdeling in de komende twintig jaar verschuift. Ook stijgt het afhankelijkheidscoëfficiënt van ou- deren sterk wat betekent dat, in combinatie met het politieke landschap, er nog meer gerekend zal worden op de nulde lijn. Hieruit leiden we af dat mantelzorg in de toekomst een nóg groter deel zal uitmaken van het dagdagelijks leven ter bevor- dering van het welzijn van de zorgbehoevenden.
  • 22. 42 43 Aan de andere kant zal deze “nieuwe” generatie ouderen steeds meer zelfstandig zijn en kunnen zij waarschijnlijk langer voor zichzelf blij- ven zorgen door hun verbeterde technologische geletterdheid. Deze “emancipatie” van zorgvragers gaat een sterke invloed hebben op de structuur van het huidige zorgsysteem en de verhouding tussen zorg- behoevende, nulde- en eerstelijnszorg. Naar onderzoek van het Nederlands Sociaal Cultureel Planbureau zijn ouderen zijn steeds vaker hoog opgeleid en zullen zij dus naar ver- wachting over meer computervaardigheden beschikken. Dit maakt het plausibel dat ze zelf beter hun weg kunnen vinden in het zorgstelsel of hun eigen zorg kunnen organiseren, bijvoorbeeld omdat ouderen zelf opzoekwerk kunnen doen via het internet. Een algemene verhoging van het opleidingsniveau beïnvloedt de (toekomstige) zorgvraag op meerdere manieren. De ouderen van de toekomst zullen vaker en sneller hun behoefte aan ondersteuning aangeven en zijn waarschijnlijk kritischer en veeleisender hierin. De op- komende generatie ouderen zijn gewend aan meer regie over het ei- gen leven te hebben. Zij hebben andere ideeën over oud worden dan de huidige ouderen en zullen aan andere elementen waarde hechten. Het team verwacht dat de nadruk sterker zal liggen op zingeving, regie over het eigen leven en kwaliteit van hun levensomstandigheden. “Emancipatie” van de nieuwe generatie ouderen De tegenbeweging van deze “emancipatie” van zorgbehoevenden zijn ouderen die buiten de boot vallen. Deze ouderen hebben geen of een lage opleiding en/of geringe technologische vaardigheden. Deze ouderen gaan moeilijker hun weg kunnen vinden in dit veranderende zorgsysteem. Zij worden sterk geraakt door de toenemende complexiteit en vermin- derde overzichtelijkheid van de samenleving en de zorg. Toch wordt hier ook verwacht dat men hun zorg meer zelf zullen regelen. Voor een deel van de zorgbehoevenden gaat dit zeer lastig zijn. Deze “emanci- patie” treft dus ouderen met een lage opleiding, weinig digitale vaar- digheden, met een klein netwerk of met een laag inkomen. Kwetsbare ouderen
  • 23. 44 45 De procentuele toename bij ouderen wordt gebalanceerd door een afname in 28 tot 66-jarigen. Dit omdat de gap tussen jong en oud snel- ler stijgt dan dat deze aangevuld kan worden door nieuwe geboorten. Specifiek de 33-66 jarigen nemen af. Dit zijn vaak partners van zorg- behoevenden of kinderen van zorgbehoevende (schoon)ouders. Vaak neemt deze nabije groep de zorgtaken op zich wanneer hier nood aan is. Hiernaast is er ook sprake van een afname van de potentiële be- roepsbevolking, wat betekent dat er minder werkenden zijn die pensi- oenuitkeringen voor ouderen verdienen. In Nederland neemt de verhouding tussen de potentiële beroepsbe- volking en de gepensioneerden, ook wel de grijze druk genoemd, toe van 32% in 2018 naar 43% in 2030. Het aantal ouderen die nood hebben aan zorg stijgt, het bevolkings- aantal -dus ook het aantal potentiële mantelzorgers- neemt af. Dit be- tekent dat mantelzorg in de toekomst steeds vaker door leeftijdsge- noten geboden gaat worden. Dit is een kwetsbare groep omdat deze leeftijdsgenoten een grotere kans maken om zelf ook zorgbehoevende te worden. Tekort aan mantelzorgers en beroepskrachten Aard van de zorg verandert De zorgprofessional verandert Er zijn verscheidene verwachtingen over de zorgprofessional in de toe- komst. Hun functie wijzigt: zij zullen meer gericht zijn op de veerkracht en aansturen op zelfmanagement van de ouderen. Er zal steeds meer gebruik worden gemaakt van residentiële hulp- en dienstverlening. Dit betekent dat er verwacht wordt dat zorgprofessionals meer mobiel en flexibel moeten zijn. Denk hier bijvoorbeeld aan het begeleiden en mo- nitoren van een ziekteproces via telecommunicatie en huisbezoeken. Er is technisch steeds meer mogelijk, maar het is onduidelijk hoe snel deze ontwikkelingen gaan. De technologie wordt ook courant ge- noemd als een manier om de werkdruk van zichtbaar en onzichtbaar zorgpersoneel te verlagen en een deel van de zorgtaak terug te laten komen bij de zorgbehoevenden zelf. Hiernaast zou het de zorg goed- koper kunnen maken. Het is echter de vraag in hoeverre men bereid is om technologieën te omarmen als het gaat over het overnemen van een eeuwenoude intermenselijke taak. In verband met diagnostiek zijn er weinig hindernissen, maar typische menselijke waarden zoals vertrouwen en een persoonlijke band op- bouwen/uitbreiden zouden hierdoor verloren kunnen gaan. Vooral het idee dat robots of computers de intermenselijke contacten zullen overnemen, roept bij veel zorgers tegenstrijdige gevoelens op. Hiernaast zijn de verwachtingen over de toepassing van nieuwe tech- nologieën in de zorg hoog terwijl de impact op de dagdagelijkse wer- king vaak nog onduidelijk is. Omdat toekomstige zorgmedewerkers va- ker zijn opgegroeid in het digitale tijdperk, wordt er verwacht dat zij ook makkelijker gebruik zullen maken van nieuwe zorgtechnologieën. Als gevolg zal er minder ingezet moeten worden op specifieke trainin- gen en opleidingen voor het gebruik van deze tools.
  • 25. 48 49 ‘‘Het Open Forum wil de onzichtbaarheid van jonge mantelzorgers doorbreken en een netwerkmoment bieden voor iedereen die met jonge mantelzorg in aanraking komt. Jonge mantelzorgers namen hier zelf het woord over goede en slechte ervaringen en wat mantelzorg voor hen betekent. Experts en hulpverleners lichten er actueel onder- zoek en cijfers toe en vertelden uit hoe zij jonge mantelzorgers vanuit verschillende invalshoeken kunnen ondersteunen. Als team was dit een uitgelezen kans om in contact te komen met (jonge) mantelzorgers. Aangezien dit evenement vroeg in de hunting fase plaatsvond, was het mogelijk om er met een frisse blik heen te gaan en hierna de theorie de praktijk te laten bevestigen. ‘‘ (Weliswaar.be, 2019) Het open forum stond in het teken van jonge mantelzorgers en werd georganiseerd door Youngheroes en de Vlaamse Kinderrechtencoali- tie. Youngheroes is een mantelzorg gerelateerd project door iDROPS, Kinderrechtencoalitie Vlaanderen en financiële coöperatie CERA, dat draait rond het sensibiliseren en informeren van jongeren rond man- telzorg. Jonge mantelzorgers zijn kinderen of jongeren die regelmatig (zorg) taken opnemen voor hun mama, papa, broer, zus, vriend of familie. Dit zijn vaak taken die voor hun leeftijdsgenoten nog niet aan de orde zijn, maar wel een vanzelfsprekendheid vormen voor deze jonge mantel- zorgers. Hierdoor kunnen ze vaak niet rekenen op begrip en empathie van fami- lie, vrienden of vanuit de school- en werkomgeving. Voor de jongeren blijkt het vaak moeilijk om in te zien dat hun situatie niet “normaal” is en dat zij hulp kunnen en mogen vragen bij hun situatie. Het Open Forum richt zich op een zeer brede doelgroep: jeugdwer- kers, jeugdwelzijnswerkers, onderwijspersoneel, gezondheidswerkers, ervaringsdeskundigen, academici, beleidsmedewerkers, politici, jonge mantelzorgers zelf en alle hulpverleners die hen ondersteunen. Van deze brede doelgroep werden tot onze verrassing vrijwel alle sub- groepen vertegenwoordigd. Ondanks dat het evenement over een zeer specifieke subgroep van de doelgroep van de toolkit ging, bleek de inbreng van zeer grote waarde. Het programma werd als volgt ge- structureerd: 5.2.1 Open forum: “ik ben jong en ik zorg” (21/11/2019) Wie is een jonge mantelzorger? - Jonge mantelzorgers aan het woord - Toelichting door jonge man- telzorger, Thalia - Toelichting begrip, cijfers en actueel onderzoek - Joost Bronselaer, Departement Welzijn, Volksgezondheid & Gezin / Vlaamse Overheid - Perspectief van de Gezinszorg - Bart Deltour, Familiezorg West-Vlaan- deren - Panelgesprek Hoe ondersteun je jonge mantelzorgers? - Kindreflex voor praktijkwerkers in de geestelijke gezondheidszorg - Anke Stuer-Jespers, Het Kader vzw - Samen naar een mantelzorgvriendelijke school! - Kathleen Van Walle, Samana vzw - Panelgesprek Voor het team was de “jonge mantelzorger aan het woord” het meest sprekende onderdeel. Hierdoor konden de noden, de angsten, de dro- men en wensen voor een deel van de doelgroep opgemaakt worden. Hier een kort verslag met uitgebreide learnings over het eerste onder- deel.
  • 26. 50 51 Tijdens het eerste onderdeel van de dag werd er een jonge mantel- zorger, Thalia, uitgenodigd die haar verhaal kon vertellen voor experts. Zij heeft meerdere onderwerpen aangehaald die vaak herkenbaar zijn onder andere mantelzorgers. In het voorbereidend deskresearch (De Koker et al., 2016), (Tuithof et al., 2015), (Greenwood et al., 2018), (Vasileiou et al., 2017), (iDrops. (z.d.). De MantelzorgHub, 2015), (iDrops, infokrant voor steden en gemeen- ten, 2019) werd het team een aantal keer geconfronteerd met de stel- ling dat mantelzorger zeer vaak een “job” is waar je inrolt, meestal zelfs zonder hier besef van te hebben. Dit werd tijdens het forum nogmaals bevestigd door Thalia’s verhaal. Doordat jonge mantelzorgers zichzelf niet direct identificeren als man- telzorger -laat staan al van de term gehoord te hebben- wordt er ook niet over de problemen gepraat die gepaard gaan met deze rol. Meest- al beschouwen zij dit als hun eigen persoonlijke problemen. Voor hen zijn de taken en de zorg die ze zichzelf toewijzen een doodnormaal ge- geven. Doordat dit allemaal vanzelfsprekend wordt voor hen, lopen ze zichzelf gemakkelijk voorbij. Grote vermoeidheid en weinig eigen tijd is vaak de orde van dag. Dit alles combineren met school maakt het nog uitdagender om als jonge mantelzorger passende zorg te combineren met een leven buiten deze zorgfunctie. Uit het verhaal van Thalia werd afgeleid dat het een grote hulp kan zijn, moesten zorgprofessionals of andere mensen uit hun directe omge- ving vaker peilen naar hoe ze het stellen. Of beter nog, hun simpelweg zouden wijzen op het feit dat ze effectief een mantelzorger zijn. De klik die jonge mantelzorgers met elkaar hebben is groot. Zij ver- staan elkaar echt en begrijpen elkaars problemen beter dan andere leeftijdsgenoten. Zo is het moeilijk om openlijk over je eigen problemen te praten tegen iemand die niet weet wat je meemaakt. Desondanks dat jonge mantelzorgers vaak in een totaal verschillende zorgsituatie zitten, blijven de gemeenschappelijke ervaringen gelijk. Het zijn deze ervaringen waar ze bij elkaar steun kunnen uit halen. Dit alles heeft een grote invloed op het psychologisch en sociale wel- zijn van de jonge mantelzorger, ook al hebben ze dit zelf niet altijd door. Een klinkende zin die is bijgebleven uit het verhaal van Thalia: “Het is Jonge mantelzorger aan het woord oké om in functie te staan voor een ander, te zorgen voor een ander, maar voor je eigen zorgen en stil blijven staan bij je eigen behoeftes is ook belangrijk.” Joost Bronselaer (Vlaamse Overheid) Gaf een toelichting over de getallen i.v.m. jonge mantelzorgers. Uit de presentatie werd het vooral zeer duidelijk dat er weinig cijfergegevens bekend zijn over jonge mantelzorgers. Er werd duidelijk gemaakt hoe moeilijk het was om de grootte van deze groep vast te leggen en on- derzoeken te verrichten door de geringe kennis van het begrip ‘man- telzorg’ bij jongeren. De grote diversiteit in zorgsituatie en -intensiteit zijn dingen het overigens nog moeilijker maken om hier duidelijke ge- tallen op te plakken. Perspectief van de Gezinszorg Deze presentatie was meer direct gerelateerd aan zorg verlenen. Toch waren een aantal onderwerpen zeer bruikbaar voor het samenstellen van de eerste iteraties van de toolkit. Hierbij draait het vooral om de samenwerkingen tussen verschillende zorgorganisaties. De volgende vragen i.v.m. zorg werden opgeroepen: Wat is het doel? Niet het middel dat je wilt gebruiken, maar wat is je doel? Thuisverzor- ging kan zo het middel zijn, maar het onderliggende doel kan zijn dat de persoon in kwestie nood heeft aan menselijke interactie. Op deze manier wordt vaak het juiste doel met een verkeerd middel bestreden. Mensen komen het meest terecht bij instanties zoals Gezinszorg door mond-tot-mond reclame. Het zou nog beter zijn moest er vanuit zorg- professionals een directe link worden gemaakt om sneller en correcter naar dit soort instanties doorverwezen te worden. Doordat er een zeer grote versnippering is van het aanbod, is het soms moeilijk om op een- zelfde golflengte te komen. Een reden hiervan is bijvoorbeeld dat niet altijd dezelfde begrippen gehanteerd worden, waardoor de communicatie trager verloopt. Als er een netwerk gecreëerd wordt, zal het onderwerp niet één keer in de kijker worden gezet maar zal het in leven blijven binnen de gemeenten.
  • 27. 52 53 Voor de benchmarking heeft het team gezocht naar gelijkaardige zorg- netwerken om hier do’s en don’ts rond het opzetten van een netwerk voor mantelzorgers uit te genereren. Dit exploratieve proces is her- haald door een overzicht te maken van verschillende mantelzorgver- enigingen, hun netwerken, de grootte van deze netwerken en unieke kenmerken. Dit werd verricht door hun website en sociale mediakanalen te door- zoeken en informatie te vragen aan de opdrachtgever en andere ex- perts binnen het thema van mantelzorg. Omwille van ruimte worden alleen de zes erkende mantelzorgvereni- gingen in het rapport geïncludeerd. De andere aantekeningen bij de vergelijkbare organisaties zijn te vinden in de bijlage. Ons Zorgnetwerk vzw Ons Zorgnetwerk is een erkende vereniging van gebruikers van (thuis) zorg en mantelzorgers. Ons Zorgnetwerk is opgericht als vzw in 1996 en werd erkend door de Vlaamse Regering in 1998 via het decreet op de thuiszorg. Dit decreet geeft voor het eerst in Vlaanderen een gezicht aan de 600.000 mantelzorgers die dag in dag uit op vrijwillige en regelmatige basis zorg dragen voor zorgbehoevende personen. Het netwerk van Ons Zorgnetwerk telt momenteel 20.557 leden, waarvan 13.242 mantelzorgers en 7.654 gebruikers. De maatschappelijke zetel be- vindt zich in Vlaams-Brabant, maar de vzw is werkzaam over heel Vlaanderen en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Samana vzw (Christelijke Mutualiteit) Volgens de website van Samana bekijkt Samana de wereld vanuit het per- spectief van mensen met een chronische ziekte en hun mantelzorgers. Dat is het fundament van de organisatie. Zij bouwen met enthousiasme en trots aan een tal van activiteiten en projecten die levenskwaliteit voor deze mensen tracht te verbeteren. Samana probeert mensen met een chronische ziekte en mantelzorgers een tastbare ondersteuning te bieden. Dit doen ze door het verstrekken van kwalitatieve informatie en praktische bijstand. Via diverse communi- catiekanalen, waaronder info-avonden, themawebsites en een eigen tijd- schrift, informeren zij hun doelgroepen over alle aspecten die betrekking hebben op hun situatie. De vrijwilligers die Samana inzet zorgen er ook voor dat mensen die minder mobiel zijn op de gehoste activiteiten gera- ken. Ook verzekeren zij respijtzorg aan mantelzorgers. Samana ontwikkelt overigens samen met mantelzorgers voorstellen om de situatie van mantelzorgers te verbeteren. Ze doen dus aan een politieke verdediging. Voor Samana is de mantelzorger een ervaringsdeskundige, een aanspreekpunt en een volwaardige partner die mee de zorg aan- stuurt. 5.2.2 Benchmarking van (mantel)zorgnet- werken
  • 28. 54 55 Steunpunt Mantelzorg vzw (Socialistische Mutualiteit) De vzw Steunpunt Mantelzorg is een vereniging die mantel- zorgers en zorgvragers ondersteunt. Steunpunt Mantelzorg heeft een drievoudige strategie rond mantelzorg: Zij leveren informatie via hun (sociale) media kanalen. Hier- bij zetten ze hun website, nieuwsbrieven, brochures, blogs en hun Facebook-pagina in om mantelzorgers te informeren over verschillende onderwerpen in het zorglandschap. Naast het leveren van informatie organiseren zij activiteiten om zorgbehoevenden en mantelzorgers te ondersteunen. Als derde punt willen ze mantelzorg zichtbaar maken via campagnes en samenwerkingen met de pers. ​S-plus Mantelzorg (Socialistische Mutualiteit) (S-plus mantelzorg is sinds 12 maart 2020 van naam veran- derd. Deze organisatie heet nu Coponcho) Net zoals vzw Steunpunt Mantelzorg behoren mantelzorgers en hun zorgdragers tot de doelgroep van zorgorganisatie S-Plus Mantelzorg. De taken die zij op zich nemen om mantelzorgers te onder- steunen verschillen weer wel van Steunpunt Mantelzorg. S-Plus Mantelzorg levert namelijk informatie d.m.v. publicaties. Deze informatie is vooral gefocust rond tegemoetkomingen, de rechten van mantelzorgers, thuiszorg en gezondheid. Zij staan open voor alle vragen rond de persoonlijke zorgsi- tuatie en moedigen mantelzorgers aan om hen zelf te con- tacteren. Ook gebruiken zij fysieke en digitale nieuwsbrieven en orga- niseren ze infosessies en praatgroepen over mantelzorg. Zij bieden hier verschillende activiteiten aan zoals: een infoses- sie rond het maken van een zorgplanning, mantelzorgtraject: “hoe zorg je voor jezelf?”, etc. Ook heeft de organisatie een blog waar allerlei nieuwtjes, verhalen en opinies over mantel- zorg op gedeeld worden. OKRA-ZORGRECHT (Okra, trefpunt 55+) Voor organisatie Okra-zorgrecht ligt de focus op een ander, vaak vergeten gebied van mantelzorg. Zij bieden onder an- dere informatie aan over zorgvriendelijke aanpassingen aan je woning en bieden zorgvragers hulp bij problemen in het woonzorgcentrum. Volgens de website zelf: OKRA-zorgrecht behartigt al je persoonlijke vragen rond zorg en gezondheid. Liever Thuis LM vzw (Liberale Mutualiteit) Een thuiszorgsituatie is niet vanzelfsprekend en mantelzor- gers verdienen hierbij alle ondersteuning die zij nodig ach- ten. Daarom richtte de Liberale Mutualiteit in het jaar 2000 de vzw Liever Thuis LM op. De vereniging is door de Vlaamse overheid erkend.
  • 29. 56 57 Binnen het Vlaamse landschap in en rond mantelzorg bestaat er een weelde aan organisaties die elk op hun manier het thema mantelzorg op de agenda zetten. Mantelzorg is een diepgaand onderwerp dat terugkomt binnen elke laag van de maatschappij. Na de exploratie van het politieke landschap, de trends en het op- pervlakkig testen en verkennen van het (jonge) mantelzorglandschap, kwam de benchmarking als laatste punt aan bod. Bij het vergelijken van alle onderzochte organisaties zijn de onderwerpen af te bakenen in 6 hoofdlijnen. Deze hoofdlijnen bevatten onderwerpen die steeds opnieuw aan bod komen naast de conclusie uit voorgaande punten. Deze moeten zeker in beraad genomen worden tijdens de eerste ite- ratie van de toolkit of op een andere manier vorm krijgen. We geven zodoende enkele initiatieven en principes weer die reeds binnen het huidige klimaat rond mantelzorg worden geïmplementeerd en dus van belang zijn om mee te nemen in het denkwerk rond de toolkit. Informatiesessies en vormingsmomenten: Deze worden rond rond verschillende thema’s georganiseerd. Denk hierbij aan thema’s zoals: “Op welke premies en tegemoetkomingen heb ik recht?”; “Welke diensten geven ondersteuning in de thuiszorg?”; “Hoe kan ik beter voor mezelf zorgen?”; “Hoe kan ik de zorg niet laten ontsporen?”; “Hoe maak ik financiële afspraken in de thuiszorg?” en “Hoe kan ik mijn woning aanpassen?”. 5.3 Conclusie research Lotgenotencontact: Lotgenotencontact is een deel dat terugkomt bij vrijwel alle organisa- ties. De Mantelzorgcafés die geïntegreerd zullen worden in de toolkit zijn dus een essentieel aspect rond contact onder mantelzorgers. Met anderen die in dezelfde situatie zitten praten, kan een heuse meer- waarde zijn. Soms wordt dit door de onderzochte organisaties gekop- peld aan informatiemomenten. Luisterend oor: De mantelzorgverenigingen stellen zichzelf de prioriteit om altijd klaar te staan voor hun doelgroepen, of dit nu draait om mantelzorgers, zorgbehoevenden, of iemand die hier buiten valt. Dit zowel om te ant- woorden op vragen, als gewoon een luisterend oor te bieden. Want luisteren helpt. Elke vereniging is telefonisch te bereiken. Het is dus de vraag of dit met de toolkit en de MantelzorgHub ook praktisch haalbaar zal zijn. In ieder geval is dit ‘luisterend oor’ ongetwijfeld een aspecten dat verwerkt moet worden in het eindresultaat voor onze uiteindelijke mantelzorgers.. Publicaties, magazine en/of nieuwsbrief: Alle verenigingen hebben een uitgebreid aanbod aan publicaties over mantelzorg met getuigenissen, pakkende verhalen en/of interessante informatie. Ze informeren hun leden via een eigen magazine met nut- tige informatie en tips.
  • 30. 58 59 Beleidswerk: De verenigingen behartigen de belangen van de mantelzorger en ma- ken de mantelzorger meer zichtbaar binnen de politieke beleidsvoe- ring. Dag van de mantelzorg: De dag van de mantelzorg is een nationale dag met verschillende ac- tiviteiten rond mantelzorg. Deze valt op de langste dag van het jaar, 23 juni, en doet dienst om mantelzorg als thema aan het licht te brengen en de mantelzorgers zelf eens goed in de bloemetjes te zetten. Deze zes hoofdlijnen worden gecombineerd met de oorspronkelijke probleemstelling, de subvragen en de vooropgestelde eisen van het team, om zo tot een checklist te komen van elementen die de tool- kit moet hebben. Hieronder vallen tools, korte reminders en volledige concepten die in hun huidige vorm geïmplementeerd kunnen worden, maar ook concepten die aangepast moeten worden naar de vorm van de toolkit. Ter opfrissing van het geheugen wordt de probleemstelling nog eens herhaald: “Ontwikkel een afgetoetst concept voor een toolkit voor steden en gemeenten a.d.h. waarvan elke stad of gemeente een self-sustaining netwerk voor mantelzorgers en professionals kan opstarten/ontwik- kelen zodat deze mantelzorgers steun & informatie bij elkaar kunnen vinden.” De subvragen bij de probleemstelling: - Hoe bouwen we bottom-up robuuste duurzame lokale netwerken rond mantelzorg op binnen een breed samenwerkingsverband? - Hoe de informatie en ondersteuning omtrent mantelzorg voor pro- fessionals nabij mantelzorg (dokters, ambtenaren, sociaal werkers etc.) zo toegankelijk mogelijk te maken? Zodat de professional deze infor- matie daarna kan doorspelen aan de mantelzorger. - Hoe praktische en inhoudelijke informatie leveren rond het organise- ren en ondersteunen van activiteiten voor mantelzorgers? De voorwaarden van het team: - Het (direct & indirect) ondersteunen van mantelzorgers door het be- krachtigen van gemeenten zelf en (mantel)zorggerelateerde organisa- ties binnen de gemeente - Het informeren van de mantelzorgers door een heldere, tweezijdige communicatie op te bouwen en te onderhouden.
  • 31. 60 61 Deze eerste versie van de toolkit kreeg vorm op basis van de voor- gaande checklist. In deze eerste fase refereert het “skelet” naar het concept voor de toolkit. Zo stond deze in dit stadium nog bekend bij het team en de opdrachtgever. Na de desk- en fieldresearch, de benchmarking en hun respectievelijke stappen te overlopen, stond het team sterker in hun schoenen tegen- over het ontwikkelen van een concept voor de toolkit. Na een aantal brainstorm- en discussiemomenten werden de eerste knopen doorge- hakt over de basale vorm en inhoud van de toolkit. Hieronder worden de belangrijkste keuzes in het begin van het proces verduidelijkt: Let op! De volgende suggesties draaien om de toolkit te verwerken binnen in de website. Vandaar dat de focus van de volgende punten sterker ligt op layout, dan dat ze dit in de uiteindelijke toolkit doen. Ten tijde vóór de eerste iteratie was het niet duidelijk hoe de verdeling van informatie voor mantelzorgers en zorgprofessionals/gemeenten eruit zou zien. De website diende een soort ‘one-stop shop’ te worden voor alles rond mantelzorg. Dit betekende dat alle partijen op deze website terecht moeten kunnen en de informatie die voor hen van be- lang is terug moeten vinden. Voor mantelzorgers geldt dat deze website een encyclopedie zou worden van reeds bestaande informatie (bv. via mantelzorgers.be en samana.be). Voor gemeentelijke ambtenaren -die de daadwerkelijke toolkit gaan gebruiken- zou dit een hands-on toolkit worden om een gevalideerd, self-sustaining netwerk te creëren voor mantelzorgers, die onder dezelfde webpagina werd ondergebracht. Duidelijke opsplitsing tussen mantelzorgers en zorgprofes- sionals of gemeenten Tijdens discussies werd het al snel duidelijk dat hoe meer informa- tie aanwezig is op een website, hoe minder overzichtelijk de website wordt. Filteren is hier dus een noodzaak. Als een mantelzorger op de website belandt, mag deze niet belaagd worden met een hoop infor- matie rondom het creëren van een gemeentelijk mantelzorgnetwerk. 5.4 Creatieve verkenning (eerste iteratie) Om deze informatie te filteren zou er op de website gewerkt worden met een simpele keuze-optie. Zo zullen twee opties terug te vinden zijn op de site: ‘Ik ben een mantelzorger’ en ’ik ben een gemeente ver- antwoordelijke’. Beide opties zullen de bezoeker op deze manier door- verwijzen naar een specifiek omgevormd deel van de pagina, die enkel informatie aanbiedt die toepasselijk is voor deze persoon. Verdere filtering van de informatie Met het idee van filtering in het achterhoofd werd de optie open ge- houden om hier nog een stap verder in te gaan. Aangezien de mantel- zorgers zo’n diverse groep zijn met zulke uiteenlopende zorgvragers, is het vanzelfsprekend dat niet elke mantelzorger op zoek is naar dezelf- de informatie. Zo zijn er jonge mantelzorgers die voor een depressieve ouder zorgen, maar evengoed 65-plussers die voor hun dementeren- de echtgenoot zorgen. Het spreekt voor zich dat slechts één van deze groepen baat heeft bij informatie rondom dementie. Hiervoor wordt er gesuggereerd te werk te gaan met een korte vragenlijst, waarmee wij de persoon beter kunnen inschatten om vervolgens de informatie beter op zijn noden af te stemmen.
  • 32. 62 63 De vijf bouwstenen van mantelzorgondersteuning + Onder- houden Uitbreiding van de vijf bouwstenen van De Koker et al., 2016. De voor- gestelde bouwstenen (erkennen, informeren, signaleren, ondersteunen en verbinden) vormen een zeer handige tool voor gemeenten bij het oprichten en uitbouwen van hun mantelzorgnetwerk en kunnen dus gebruikt worden als checklist. Door onze ervaring met innovatiepro- cessen bleek het vanuit de groep vanzelfsprekend dat er één cruciaal element ontbrak. Vooral om het netwerk daadwerkelijk self-sustaining te maken. Vandaar dat er gebrainstormd werd over een nieuwe stap. Momenteel lijken deze vijf bouwstenen namelijk op een lineair proces dat met één keer doorlopen voltooid kan worden, terwijl dit in de werkelijkheid niets dan minder waar is. Zo volstaat het niet om éénmaal de focus te leggen rond informeren en vervolgens over te gaan naar de stap van signale- ren. In de ogen van het team is dit hetzelfde als zeggen: “we hebben één keer een actie ondernomen om mantelzorgers aan te spreken. Nu zullen ze allemaal wel op de hoogte zijn.” Alle stappen moeten constant onderhouden worden, wat ook exact de zesde stap is die wij voorstelden om toe te voegen. Met de stap ‘on- derhouden’ hopen we een feedbacklus te creëren, die de gemeenten stimuleert om steeds opnieuw bij te leren en nieuwe acties te onderne- men. Op deze wijze wordt ‘onderhouden’ een bouwsteen, die verplicht om de overige 5 in vraag te stellen, te evalueren, te verbeteren en te herhalen. Vier onderverdelingen voor de gemeenten Na de zes bouwstenen te hebben geïdentificeerd, werd er een team- discussie gehouden rond de hoofdthema’s van de toolkit voor ge- meenten. Hiervoor zochten we duidelijke, maar toch essentiële stap- pen, die we als onderverdeling voor alle uiteindelijke stappen konden gebruiken. Aan het eind bleven de volgende vier hoofdthema’s over: Identificeren van mantelzorgers; contacten met zorgprofessionals; belangen mantelzorgers verdelen en samenwerking. Deze vier basale stappen om de toolkit op te baseren, werden voorgelegd aan de op- drachtgever. Met deze zaken in het achterhoofd werd er gestart met het ontwerpen van een eerste voorstel van het skelet. Afbeelding:visuelevoorstellingskelet.
  • 33. 64 65 Na het opstellen van het skelet werd dit voorgelegd aan de opdracht- gever. Hiervoor regelde het team een afspraak met Sven Jacobs, die ons meldde het contact graag via Skype te laten verlopen. Sven ont- ving het skelet en nam het eerst individueel door, zodat hij vervolgens de feedback aan ons kon leggen. De opmerkingen en bijsturingen wa- ren als volgt: De 6 bouwstenen Sven Jacobs gaf aan zeer enthousiast te zijn over de toegevoegde stap ‘onderhouden’ aan de oorspronkelijke vijf bouwstenen van De Ko- ker et al ., 2016. Zo gaf hij toe dat deze stappen inderdaad geen lineair proces mogen zijn en de aanvulling van een feedbackloop hier goed dienst zou doen. Op deze manier hoopt hij dat we gemeenten kunnen stimuleren om zichzelf constant de vraag te stellen wat ze nog meer kunnen doen. Sven Jacobs vertelde vervolgens dat hij deze zes bouwstenen liever als hoofdeigenschappen zag in plaats van de vier die wij voor had- den gelegd. Hij vond de bouwstenen een goede opvulling van het proces voor de uitbouwing van een mantelzorgnetwerk. Hij stelde dus voor deze bouwstenen als onderverdeling te gebruiken. Zo hoefden we onze vier andere stappen simpelweg te verplaatsen onder de juiste noemer van de bouwstenen. 5.4.1 Feedback van de opdrachtgever na eerste iteratie Website is de eerste stap Een belangrijke opklaring die Sven gaf aan het team, was zijn visie over de website van de ‘MantelzorgHub’. Hij was zeer duidelijk over het feit dat deze website de eerste stap in de aanspreking moest worden. Het team mikte oorspronkelijk op een evenwicht tussen online en offline, zodat beiden elkaar zouden gaan versterken. Ook werd hierbij het of- fline gedeelte een sterke focus, zodat ook mensen die minder goed met een computer konden werken toch gebruik konden maken van de website en niet alleen van de toolkit. Sven had liever dat de voorlopige focus voornamelijk lag bij een online versie van de MantelzorgHub. Met het idee om dit als eerste aanspre- kingspunt te laten dienen voor zowel mantelzorgers en gemeenten, die op zoek zijn naar hulp en informatie rond mantelzorg en het bouwen van een netwerk hierrond. De opdrachtgever zag de website voor zich als een site die voorzien was van een goede layout en doordachte op- bouw, om zo een bekrachtigende customer experience te bieden. Deze customer experience diende ervoor te zorgen dat de bezoeker zich begrepen voelde en verstond dat hij er niet alleen voor staat, met als einddoel deze gebruiker door te verwijzen naar de offline compo- nenten. Zo dienen mantelzorgers op de Mantelzorgcafés en colleges terecht te komen na het bereiken van de overkoepelende website.
  • 34. 66 67 Door de opgedane inzichten uit de eerste iteratie en de feedback, werd het duidelijk dat de innovatiecase onder incrementele innovatie valt. Dit werd geconcludeerd door het team vanwege de clustering van reeds bestaande ideeën en informatie. Deze bestaande informatie heeft vooral betrekking op het gedeelte van mantelzorgers. Tijdens latere communicatie met de opdrachtgever werd duidelijk ge- maakt dat er geen aandacht geschonken hoeft te worden aan de “en- cyclopedie” voor mantelzorgers en dat deze bundeling van informatie gekoppeld wordt aan de webpagina voor de toolkit wanneer deze af is. Deze korte iteratie en positieve feedback bracht het team op het goe- de spoor en gaf ze de energie om officieel te beginnen aan de ideating fase. Het schuingedrukte gedeelte hierboven is één van de belangrijk- ste takeaways van deze fase. De toolkit is voor steden en gemeenten. Degenen die hier gebruik van zouden maken, zijn zodoende ambtenaren die voor steden of ge- meenten werken. Hiernaast is nogmaals benadrukt dat er rekening ge- houden moet worden met het feit dat er geen typisch profiel van een mantelzorger bestaat. Er zijn zoveel factoren waarmee men rekening moet houden: demografie, leeftijd, beroep, zorgsituatie, financiële sta- tus, geloof, woonsituatie, etc. als we mantelzorgers correct willen infor- meren en ondersteunen. Een zeer belangrijk punt van ons protocol is dat het een self-sustaining netwerk moet worden. Dit betekent dat we naast de juiste tools voor het informeren, ondersteunen en verbinden van onze mantelzorgers, ook op zoek moeten gaan naar tools die steden en gemeenten ver- plichten om de toolkit als een circulair proces te aanschouwen. 5.4.2 Conclusie creatieve verkenning
  • 35. 68 69 In dit hoofdstuk wordt er ingegaan op de eerste ideeën van de toolkit, de zogenaamde wireframes, van waaruit de uiteindelijke ver- sie is gegenereerd. Zoals een ideating fase betaamt staan hier dus een hoop ideeën die bij hebben gedragen tot het eindconcept. De combinatie van de gegenereerde checklist en de ideeëngeneratie in deze fase leidden het team tot de finale toolkit. Na de positieve reactie op de korte iteratie en de feedback hierop, begon het team aan de ideating fase. Gewapend met de probleem- stelling, hun eigen eisen en de zes hoofdlijnen uit benchmarking (punt 5.2.2), begon het team aan het invullen van de wireframes op basis van de bouwblokken van De Koker et al., 2016. De vijf originele bouwblokken zijn gebaseerd op good practices, on- derzocht door van den Brink et al. (2012) en Movisie (2014), met ver- dere uitleg t.o.v. het opzetten van een specifiek mantelzorgnetwerk in De Koker et al., (2016). Deze bouwblokken en hun uitleg fungeren als fundament voor de wireframes en dus ook voor de toolkit. Deze originele bouwblokken bestaan uit: Erkennen - Informeren - Signaleren - Ondersteunen - Verbinden Aan deze bouwblokken worden nog twee bouwblokken toegevoegd die specifiek voor de case en de onderzoekers van toepassing zijn. Deze extra bouwblokken zijn stap één (aanmelden) en stap zeven (onderhouden). - Aanmelden Aanmelden wordt als eerste stap vóór de bouwsteen Erkennen ge- zet. Dit specifiek omdat gemeenten zich eerst aan moeten melden op de website alvorens zij gebruik kunnen maken van de toolkit. Hier spreken we dus uitzonderlijk over een éénmalige stap. - Onderhouden Onderhouden wordt als laatste bouwsteen toegevoegd, dit speci- fiek omdat een netwerk opbouwen geen lineair proces is en er altijd teruggegrepen moet worden naar voorgaande stappen. Dit wordt ook gedaan om een feedback loop in de bouwstenen te integreren en het opgebouwde netwerk dynamisch te maken/houden. 6. Ideating (Wireframes)
  • 36. 70 71 Verificatie - Er is een vorm van verificatie nodig om te zorgen dat bv. parti- culieren zich niet kunnen aanmelden als gemeenten. Welke verificatie stap- pen zijn hiervoor nodig? Wordt iDROPS de verifiërende partij? Waarom zouden gemeenten zich aanmelden bij ons project? Gemeenten/professionals hebben een bewustwording nodig over wat een mantelzorger is en welke problemen zij ervaren. Dit moet uit de introdu- cerende tekst duidelijk naar voren komen. Het gaat over maatschappelijke beeldvorming en bewustwording en een brede sensibilisering voor de ge- meenten. Het team kan het volgende aanhalen, naar Jo Vandeurzen, 2016. “De kruisbestuiving aanmoedigen tussen het lokale, Vlaamse en Federale niveau. Het micro- en mesoniveau mogen niet van elkaar worden losge- koppeld. De voeling van de verenigingen met wat er leeft bij de gebruikers en mantelzorgers aan de basis is heel belangrijk om een beleidsadviserende en belangenbehartigende rol te kunnen spelen.” Vandeurzen identificeert hier een sterk focaal punt. Ook is de kruisbestui- ving tussen verschillende niveaus moet een goed verkooppunt aanwezig zijn. Dit kan zeker aangehaald worden in de finale versie. Geef gemeenten het gevoel dat zij een (groter) verschil kunnen maken voor betrokken partijen: - Voor mantelzorgers: Waken over de zorg voor eigen gezondheid; een- zaamheid tegengaan; een voldoende aanbod aan ondersteunende dien- sten voorzien; hen wegwijs maken in het zorglandschap en verhogen van de veerkracht/draagkracht. - Voor de zorgvrager: zorgen voor een goede integratie in de samenleving; vermijden van vereenzaming en verwaarlozing. - Voor de samenleving: minder zware kosten voor de samenleving en een grotere betrokkenheid van burgers. 6.1.1 Aanmelden Zo draag je als stad of gemeente bij aan een inclusieve en war- me samenleving t.o.v mantelzorgers. Eenduidige vormgeving: cases als voorbeelden/voorstellen van wat er alle- maal mogelijk is om een “zorg-gemeente” te worden Doelstellingen voor gemeenten Wat wil de gemeente bereiken? Waar willen ze op inzetten? Concreet kan dit gaan over: - Leer de mantelzorgers kennen - Hoe mantelzorgers erkennen en waarderen? - Hoe mantelzorgers ondersteunen? - Waarover hebben mantelzorgers informatie nodig? - Welke goede praktijkvoorbeelden zijn er al? Wat doen gemeenten nu al? Toolkit voorzien van progressbar: Deze wordt gebruikt om de voortgang van de gemeente zijn ‘mantelzorg vriendelijkheid’ te visualiseren. Deze progressiebalk moet dienen als visua- lizer die de vooruitgang kan aantonen van acties die anderzijds niet kwan- titatief meetbaar zijn. Zo is het moeilijk om een procent te plakken op de mate waarin een gemeente ‘mantelzorgvriendelijk’ is, maar met een pro- gressiebalk kan alvast de positieve vooruitgang aangetoond worden. Tiers? De toolkit als basisonderdeel van de website die gemeenten kunnen aan- vragen/aankopen. Wat zijn de volgende tiers en waar/hoe kunnen we deze integreren in de toolkit als nodig? Bijvoorbeeld: iDrops die gemeenten persoonlijk begeleidt in het toepassen van de toolkit en hulp biedt bij het organiseren van be- paalde stappen van de toolkit versus de toolkit beschikbaar stellen zonder hulp (dit zou een lagere tier zijn).
  • 37. 72 73 Mantelzorger laten identificeren De term ‘mantelzorger’ moet ruimer bekend gemaakt worden: veel mensen identificeren zich niet als dusdanig, waardoor informatie aan hen voorbijgaat. Gemeenten horen dus hun mantelzorgers bij mach- te te maken om zichzelf te herkennen en erkennen als mantelzorger. Het Vlaams mantelzorgplan 2016-2020 (2016) stelt het volgende met betrekking tot erkenning van mantelzorgers: “Zich kunnen en durven identificeren als mantelzorger, belangen- behartiging. Daarbij wordt aandacht besteed aan de diversiteit aan (mantel) zorgsituaties en contexten waarin zorg wordt verleend, aan andere gangbare benamingen voor het verstrekken van mantelzorg en aan de diversiteit in achtergrond, gender en leeftijd van de man- telzorger.” Mensen identificeren zich niet snel als mantelzorger. Vaak komen zij met zorgvragen bij organisaties en/of zorgprofessionals die niet we- ten hoe te reageren of de persoon niet herkennen als mantelzorger en dus niet de juiste info meegeven. Een betere verwijzing naar de juiste organisaties onderling zou hier dus een sterk voordeel zijn. Voor het mantelzorgers is het doorbreken van stereotypering en rol- patronen en het anders kijken naar (on)betaalde arbeid nodig. Dit om tot de ontwikkeling en waardering van ieders talenten te komen, zowel mannen als vrouwen, van elke leeftijd en bevolkingsgroep. Ook mensen in armoede hebben recht op een zorgzame omgeving en kwaliteitsvolle ondersteuning. Werk om dit te bevorderen met ge- meenschapsgroepen, gebedshuizen etc. Dit is een belangrijk punt in de designfilosofie van de toolkit, het team heeft echter problemen ondervonden met deze radicale inclusiviteit praktisch te implementeren zonder dat het té ver buiten de scope viel. Door de moeilijkheidsgraad om dit praktisch te implementeren en het risico om de scope te verliezen mocht het team hier dieper op ingaan, is ervoor gekozen dit mee te nemen als aanbeveling naar 6.1.2 Erkennen iDROPS toe (Zie punt 10). voor de volledige aanbeveling. Met de toenemende vergrijzing van de eerste generatie migranten vormt een gerichte cultuurbewuste aanpak van (mantel)zorgonder- steuning een essentieel aandachtspunt. Zo heeft de Turkse Unie in samenwerking met de Liberale Mutualiteit in Gent tijdens hun maan- delijks ontbijt een infodag rond mantelzorg georganiseerd om de (mogelijk) minder bereikbare groepen aan te kunnen spreken en te kunnen informeren rond Mantelzorg. Haber, B. G. (2018, 9 november). Turkse Unie - Infodag rond mantelzorg (Gent). Faciliteren van de combinatie arbeid en mantelzorg. Het stimuleren van een mantelzorgvriendelijk ondernemingsklimaat, denk hierbij aan zorgverlofstelsels, bespreekbaarheid etc. Mantelzorgers benaderen en bereiken vanuit hun relatie met de zorg- behoevende, dit door gebruik te maken van plaatsen en kanalen waar ze al aansluiting mee hebben. Campagnes opstellen, bv. rond dag van de mantelzorg. De Koker et al., (2016) stellen: “Een systematische koppeling van de gegevens over de mantelzorgers in het zorgdossier van de zorgbe- hoevende kan de identificatie van mantelzorgers een stuk eenvoudi- ger maken.” Hulporganisaties in kaart brengen Er zijn verschillende organisaties die bezig zijn met het thema man- telzorg. Moedig hiertussen een (sterkere) samenwerking aan zodat er een beter ondersteuningsnetwerk ontstaat voor de mantelzorgers. Maak een laagdrempelig contactpunt, identificeer trekkers binnen deze organisaties en breng deze met elkaar in contact onder ge- meentelijke context.
  • 38. 74 75 Trekkers in kaart brengen Sterke trekkers kunnen de leden in het netwerk aansporen, begeleiden, faciliteren, en ondersteunen in de richting van een constructieve samen- werking. De volgende rollen van trekkers werden geïdentificeerd door De Koker et al., 2016. Onderzoek de volgende rollen onder trekkers binnen de gemeen- te en breng deze naargelang samen met elkaar. Tracht ze zichzelf ook te laten identificeren als mantelzorger. Vanuit de rol als ‘motor’ zal de coördinator zaken in gang zetten, organise- ren, delegeren, centraliseren en taken verdelen. De rol van ‘ambassadeur’ houdt in dat hij of zij optreedt als vertegenwoor- diger van het gemeenschappelijk belang. Dit gebeurt uiteraard niet alleen, ook andere partners in het netwerk hebben deze rol te vervullen, in de ei- gen organisatie en naar de buitenwereld. Als ‘procesbegeleider’ zal de trekker de samenwerking mee bewaken, ont- werpen en in de praktijk omzetten. Hierbij profileert hij zich als gespreksbe- geleider, consensuszoeker, bemiddelaar en vormgever van methoden en werkvormen Actoren in kaart brengen Zowel actoren op vlak van lokaal beleid, professionele thuiszorg en (semi) residentiële zorg, (preventieve) gezondheidszorg, mantelzorg- en gebrui- kersverenigingen en het vrijwilligerscircuit dienen hierbij betrokken te zijn. Informeer alle netwerkpartners zo ruim mogelijk over de acties en werking van het lokaal netwerk mantelzorg. Een veel terugkomende vraag bij de opstart van de netwerken was bijvoor- beeld hoe huisartsen (intensief) betrokken kunnen worden bij het netwerk. Vaak botst men op de drempel dat zij geen tijd hebben om deel te nemen aan bijeenkomsten. Niet elke partner dient actief aanwezig te zijn, om toch een belangrijke bijdrage te leveren tot de functies van het netwerk.
  • 39. 76 77 De behoefte aan informatie is vooral verbonden met de context van de zorgbehoevende. Zo is het bekend dat mantelzorgers die het meeste risico op isolatie lopen, vaak ook het minst op de hoogte zijn van hulpi- nitiatieven voor mantelzorg of hulpverlening in het algemeen. Volgens het Vlaams Mantelzorgplan 2016-2020 (2016) zoeken mantelzorgers in de eerste plaats informatie over de ziekte of aandoening, over het ver- loop en de verwachte evoluties en hoe hier mee om te gaan. Mantelzorgers willen meer proactief geïnformeerd worden. De volgen- de cijfergegevens komen uit onderzoek verricht door Bronselaer et al., 2016. “Bijna zes op tien geregistreerde mantelzorgers heeft behoefte aan geschreven informatie over voorzieningen en tegemoetkomingen voor mantelzorgers in de regio, 46% wenst hierover (ook) online informatie. Tegelijkertijd wordt het belang van advies op maat en een persoonlijk aanspreekpunt beklemtoond. 45% van de geregistreerde mantelzor- gers heeft hulp en advies nodig bij het uitzoeken en aanvragen van de best passende ondersteuning; één op drie heeft behoefte aan een telefonische hulpdienst voor mantelzorgers. Eén informatieloket voor alle hulp- en steunvragen wordt als zeer belangrijk aanzien.” De sociale diensten van ziekenhuizen en diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen worden vaker als belangrijke contactpunten in het zorgproces vernoemd. Van hen wordt verwacht dat ze cruciale in- formatie verstrekken of doorverwijzen naar relevante informatiebron- nen. De toegang tot informatie als zorgvrager en mantelzorger en de nodige zorg en ondersteuning mag niet afhankelijk zijn van het eigen vermogen om gebruik te kunnen maken van het aanbod. Dialoog creëren Dialoog creëren tussen de mantelzorgers, de zorgprofessionals en de gemeenten - De volgende vragen i.v.m. zorg werden opgeroepen: Wat is het doel? 6.1.3 Informeren Niet het middel dat je wilt gebruiken, maar wat is je doel? Thuisver- zorging is bijvoorbeeld het middel, maar het doel is dat je sociale interactie zoekt. - Een reden van deze trage communicatie is het gebruiken van verschillende begrippen rond zorg. Als er een netwerk gecreëerd wordt, zal het onderwerp niet één keer in de kijker worden gezet maar zal het in leven blijven binnen de gemeenten. Actoren beter op de hoogte brengen Nadat de actoren in kaart zijn gebracht, worden ze betrokken bij het proces van verbetering door ze bv. te leren hoe beter door te verwijzen; zich beleidsmatig in te zetten voor mantelzorg of hun netwerk op de hoogte te brengen van het verbeterproces van de gemeente. - Mensen komen het meest terecht bij instanties zoals Gezinszorg door mond-tot-mond reclame. Het zou nog beter zijn moest er vanuit zorgprofessionals een directe link worden gemaakt om snel- ler en correcter naar dit soort instanties door te verwijzen. Doordat er een zeer grote versnippering is van het aanbod en terminologie is het soms moeilijk om op eenzelfde golflengte te komen.
  • 40. 78 79 Volgens onderzoek uit het Vlaams Mantelzorgplan 2016-2020 (2016) gaan mantelzorgers vaak pas in laatste instantie op zoek naar informa- tie over financiële tegemoetkomingen en ondersteuningsmogelijkhe- den om henzelf als zorger te steunen. Over de kennis van ondersteuningsmogelijkheden wordt er een groot verschil vastgesteld naargelang de socio-economische status van de mantelzorger. De formele zorg is algemeen het best gekend. Mantel- zorgers die over een (vast) inkomen beschikken, hebben logischerwijs de vereiste middelen om actiever op zoek te gaan naar informatie over professionele zorgondersteuning. Anderen aarzelen echter meer om- dat ze vrezen voor de financiële consequenties. Dit onderstreept nogmaals de nood aan verreikende herkennings- en sensibilisatiecampagnes en de samenwerking met organisaties die contact hebben met de minder vermogende lagen van de bevolking. Over het algemeen lijken mantelzorgers die voor een oudere zorgbe- hoevende zorgen beter geïnformeerd. Deze groep is vaak zelf ook ou- der. Ook wanneer er sprake is van een chronische of langdurige zieke, zijn oudere mantelzorgers beter op de hoogte van rechten, plichten en ondersteuningsaanbod. Is de zorgbehoevende jonger; gaat het om gedrags- of psychische problemen of ligt de oorzaak bij een acute ziekte of ongeval? Dan we- ten mantelzorgers minder goed waar ze terecht kunnen. Mantelzorg evolueert steeds meer in gedeelde zorg waarbij verschil- lende mantelzorgers een belangrijke inbreng in de zorg en ondersteu- ning van een zorgbehoevende hebben. Dit netwerk evolueert in rollen, dynamiek en verwachtingen. Vandaar de nood om het netwerk rond de mantelzorgers heen adaptief te maken aan deze mogelijks snel veran- derende omstandigheden. Mantelzorgcafé Opzetten, vormgeven, ondersteuning zoeken bij actoren en/of andere betrokken partijen (geëngageerde gemeenten, hulporganisaties, man- telzorgverenigingen etc.). Mantelzorgnetwerk betrekken in de zorg, zorgplanning en zorgcoördinatie. 6.1.4 Signaleren Inzetten op respijtzorg. Denk hierbij aan oppashulp, dagopvang, kort- verblijf, gastopvang, gezinszorg. Dit om de mantelzorger toe te laten op adem te komen en sociale re- laties te onderhouden. Steun van mensen die hetzelfde meemaken en elkaar daarom gemakkelijker begrijpen, kan mantelzorgers helpen om beter met hun situatie en taken om te gaan. Betere doorverwijzingen Andere instanties die bezig zijn met mantelzorg bekender te maken in het circuit van de mantelzorgers (o.a. door cafés en fysieke ken- nismakingen waar mogelijk). Hierbij wordt er nogmaals verwezen naar mond-tot-mond reclame die binnen gelijkaardige netwerken de sterk- ste vorm van communicatie blijft. Informeren op maat over aandoening, ziektesymptomen en het zorg- en ondersteuningsaanbod. In gesprek treden met Betrek mantelzorgers als volwaardige partner in de (eerstelijns) zorg en ondersteuning en bij de opstelling van integrale zorg- en ondersteu- ningsplannen. Mentale gezondheid Sprekers uitnodigen op Mantelzorgcafés en zo meer bekendheid van (mogelijke) problematiek en voorkennis van benadering te creëren dit zowel voor zorgers als zorgbehoevenden.