Hoewel veel medezeggenschapsraden het belang van professionalise- ring erkennen, komt het er in de praktijk niet altijd van om tijd voor scholing in te ruimen. In dit artikel drie voorbeelden van gemeenschappelijke medezeggenschapsraden die op eigen locatie scholings- dagen organiseren voor de leden van alle medezeggenschapsraden. Ze kozen bewust niet voor een standaard medezeggenschapstraining en vonden dat het anders moest. Op maat, interactief en vooral ook verrassend.
De leraar of de leerling centraal? Concepten voor gelukkig werken en leren
Vraaggestuurde scholing. We willen geen praatje en een plaatje, maar een interactieve, energieke en verrassende workshop
1. 4 MR magazine, nummer 3, april 2020
‘We willen geen praatje en een plaatje, maar een interactieve,
energieke en verrassende workshop’
VRAAGGESTUURDE
SCHOLING
Hoewel veel medezeggenschapsraden het belang van professionalise-
ring erkennen, komt het er in de praktijk niet altijd van om tijd voor
scholing in te ruimen. In dit artikel drie voorbeelden van gemeen-
schappelijke medezeggenschapsraden die op eigen locatie scholings-
dagen organiseren voor de leden van alle medezeggenschapsraden.
Ze kozen bewust niet voor een standaard medezeggenschapstraining
en vonden dat het anders moest. Op maat, interactief en vooral ook
verrassend. Frederik Smit
D
e kortste weg naar beter preste-
ren in de (g)mr loopt via de
weg van scholing. Rondom
scholen is een schil van dienstverleners
actief om op allerlei manieren de mede-
zeggenschap in het onderwijs te optima-
liseren. De tijd waarin organisaties alleen
maar standaard professionaliseringstrai-
ningen aanboden (aanbodgestuurd) ligt
achter ons. Actieve, zelfsturende gmr’s
die het als een belangrijke taak zien om
de openheid en het onderling overleg op
scholen onder hun bestuur te bevorde-
ren, organiseren steeds vaker minimaal
een of twee keer per jaar een gezamenlij-
ke scholingsdag met de mr’s die aansluit
bij hun wensen (vraaggestuurd). Het
doel is de raden te stimuleren hun wen-
sen en (scholings)behoeften actief naar
voren te brengen én om te bevorderen
dat ze sneller onderling overleggen bij
belangrijke beslissingen. Onderzoek laat
zien dat fysieke afstand, ook in deze tijd
van mailen en appen, de krachtigste
voorspeller is van onderling contact.
In een ander vat gieten
Aryan Keijman is voorzitter van de gmr
van de samenwerkingsstichting Kans &
Kleur, daaronder vallen alle 14 basis-
scholen in de gemeenteWijchen, bij Nij-
megen. Keijman: ‘De gmr organiseert
jaarlijks voor de mr’s basiscursussen me-
dezeggenschap: algemeen, financiën en
communicatie.We hebben in de gmr be-
sloten om naast dit scholingsaanbod de
professionalisering in een ander vat te
gieten en zo goed mogelijk te laten aan-
sluiten bij de wensen van de mr-leden.
Daarom hebben we dit schooljaar bij de
mr’s geïnventariseerd wat precies de
scholingsbehoeftes zijn, om van daaruit
een passend aanbod aan te bieden. In de
gmr hebben we ook gesproken over hoe
onze zichtbaarheid binnen de organisatie
te vergroten en hoe de communicatie van
de (g)mr met de achterban te verbeteren.
Eén van de conclusies was dat we dit jaar
'Formuleer je scholingsvragen zo
duidelijk mogelijk'
Aryan Keijman
2. 5MR magazine, nummer 3, april 2020
>
weer een gezamenlijke avond met alle
mr’s willen organiseren: om elkaar te
zien, elkaar beter te leren kennen en de
uitwisseling van ervaringen te stimuleren.
In de gmr kwam het thema “communica-
tie met je achterban” ook naar voren als
een mogelijk gespreksonderwerp voor
deze avond.We hebben vervolgens geïn-
ventariseerd of er ook daadwerkelijk be-
hoefte is aan zo’n gezamenlijke (g)mr-
avond en of communicatie met de
achterban een interessant thema is om
aan de orde te stellen. Nou, dat was een
schot in de roos. Uit een inventarisatie
bleek dat er zo’n 30 tot 40 personen aan-
wezig zullen zijn.’ Vervolgens heeft de
gmr een kleine werkgroep ingesteld die
de opdracht kreeg om deze avond te or-
ganiseren. Keijman: ‘We hebben in de
werkgroep met elkaar gebrainstormd hoe
we dat kunnen aanpakken. Er was geen
behoefte om een presentatie over com-
municeren voorgeschoteld te krijgen.We
wilden geen standaardverhaal met een
praatje en een plaatje wat mainstream is
in het onderwijs, maar een interactieve,
energieke en verrassende workshop met
praktische opdrachten die bruikbaar zijn
voor de gmr en de mr’s op onze scholen.
We hebben daarom onlangs ook scho-
lingsinstellingen buiten het onderwijs een
offerte gevraagd voor zo’n interactieve
workshop met als thema "communiceren
en verbinden met je achterban". Ons
leerdoel is: hoe kunnen de gmr en de
mr’s de achterban nog beter vertegen-
woordigen en meer uit de vergaderingen
halen? De workshop vindt plaats op één
van de basisscholen waar het mogelijk is
om in kleine groepen uit elkaar te gaan.’
Ambtelijk secretaris
Marjon Govers-Kelder is ambtelijk se-
cretaris van de gmr van Stichting Catent
(35 overwegend katholieke basisscholen
waaronder twee scholen voor speciaal
basisonderwijs in Friesland, Drenthe,
Overijssel en Gelderland) en van Scho-
lengroep Katholiek Onderwijs Flevoland
en de Veluwe (28 basisscholen). Govers-
Kelder: ‘Ik onderschrijf de visie van
gmr-voorzitter Aryan Keijman dat het
belangrijk is om als (g)mr zo duidelijk
mogelijk je eigen scholingsvragen te for-
muleren om daardoor nieuwe kennis en
vaardigheden zo goed mogelijk te kun-
nen gebruiken in de dagelijkse praktijk.
Ik ben van oorsprong ambtelijk secreta-
ris, trainer, coach en adviseur van on-
dernemingsraden. Sinds een jaar of ze-
ven geef ik ook cursussen en trainingen
medezeggenschap in het onderwijs. Bij
de scholingsaanvragen start ik met een
voorgesprek om een beeld te krijgen hoe
de vergaderingen gaan, wat voor soort
groep ze met elkaar vormen en tegen
3. 6 MR magazine, nummer 3, april 2020
nieuwe mr-leden en workshops rond ac-
tuele thema’s voor de mr’s.’
Specifieke scholingsvragen
Debby Dacier was tot voor kort voorzit-
ter van de gmr van de Stichting Open-
baar Primair Onderwijs Rivierenland be-
staande uit 11 openbare basisscholen en
een speciale basisschool. Ze is nu lid van
Training voor nieuwe mr-leden
Voor nieuwe leden in de (g)mr is het aan te raden een degelijke starterstraining te
volgen. Deze worden aangeboden door verschillende (onderwijs)organisaties. Ook
hier is het belangrijk dat de vragen van de deelnemers leidend zijn. Maar wat
moet in zo’n training in ieder geval aan de orde komen?
1. Functie van deWms. DeWet medezeggenschap op scholen (Wms) als hulp-
middel voor de mr om als een gelijkwaardige gesprekspartner met de schoollei-
ding en het bestuur het gesprek aan te gaan.
2.Taken van de (g)mr. Hoe bevorder je de openheid en het onderling overleg in
de school, hoe doe je verslag aan de schoolgemeenschap over de werkzaamheden
van de mr en op welke wijze geef je het overleg vorm met de bestuurder en andere
geledingen?
3. Bevoegdheden van de (g)mr. Inzicht in het gebruik van informatie-, initiatief-,
advies- en instemmingsrechten.
4. Invloed uitoefenen.Wat zijn de manieren om invloed uit te oefenen op het be-
leid van de schoolleiding en het schoolbestuur?
5. Kwaliteit van het onderwijs. Hoe kan de (g)mr een bijdrage leveren aan de kwa-
liteitsverbetering van het onderwijs?
6. Planning. Hoe maak je een efficiënte planning?
7. Rol van de (g)mr-leden. Hoe kun je optimaal functioneren als (g)mr-lid, voor-
zitter en secretaris?
welke problemen ze aanlopen en welke
informatie ze naar eigen zeggen nodig
hebben om goede teamprestaties neer te
zetten. Ik spiegel hoe ze functioneren en
laat ze zelf ontdekken welke lessen ze
hieruit kunnen trekken en hoe het an-
ders kan, onder andere door inzicht te
geven hoe de raad functioneert gezien
vanuit de Belbin-teamrollen (zie kader
hierboven). Ik maak daarbij gebruik van
bijvoorbeeldYouTube-filmpjes over spe-
cifieke onderwerpen en bied praktische
tools en checklists aan om de leden zelf
te laten ontdekken hoe het anders kan.’
Govers-Kelder geeft een concreet voor-
beeld: ‘Als alleen de voorzitter van de
mr in gesprek gaat met de schoolleiding
en de rest van de mr zit erbij en kijkt er-
naar, dan zou de vraag opgeworpen
kunnen worden: hoe is dit anders te or-
ganiseren? Je kunt bijvoorbeeld de pro-
cedures veranderen en woordvoerders
koppelen aan de onderwerpen (wie zegt
wat tijdens de vergadering?), het proces
veranderen en de agendapunten laten
voorbereiden door werkgroepen die de
vragen voorbereiden (hoe doen we
het?). En dan gaan we ermee aan de slag
hoe je met elkaar sturing kunt geven aan
zo’n leerproces: hoe om te gaan met
weerstand tegen verandering, de slaag-
kansen van de veranderingen te vergro-
ten en samen te experimenteren hoe de
medezeggenschap vorm te geven pas-
send bij de wisselende schoolpopulatie.’
De scholing van nieuwe mr-leden be-
staat veelal uit informatie verstrekken
over de Wms en hoe je dat in de praktijk
brengt. Govers-Kelder: ‘Mijn uitgangs-
punt is dat de Wms een hulpmiddel
voor de (g)mr is om als een gelijkwaar-
dige gesprekspartner met het bestuur of
de schoolleiding in gesprek te gaan. De
Wms heeft met zijn bevoegdheden heel
veel kracht en dat voorkomt het Calime-
ro-effect: het gevoel dat de (g)mr zich
structureel tekort gedaan of zich niet se-
rieus genomen voelt.’ De gmr van Ca-
tent organiseert minimaal éénmaal per
jaar, rond de herfstvakantie, een jaarver-
gadering voor alle (g)mr-leden binnen
de stichting. Govers-Kelder: ‘De doel-
stelling van de jaarvergaderingen is om
te verbinden, te raadplegen en informa-
tie te brengen. Een jaarvergadering van
de gmr heeft een vaste structuur met
een "broodje mindmap" rond actuele
thema’s voor de gmr, een training voor
Marjon Govers-Kelder
Belbin
De teamrollen van Belbin zijn een
instrument om een team succesvol-
ler te laten samenwerken. De Britse
onderzoeker Meredith Belbin onder-
scheidt negen verschillende teamrol-
len en definieert ze als ‘de kenmer-
kende manier waarop iemand zich
gedraagt, zijn bijdrage levert en met
anderen omgaat’. Bij elke rol horen
kwaliteiten, sterkten en zwakheden
die van belang zijn voor een team.
Bron en meer informatie: belbin.nl.
4. 7MR magazine, nummer 3, april 2020
de raad van toezicht van de stichtingen
O2A5 en CPOB. Ook Dacier herkent
zich in het verhaal van gmr-voorzitter
Aryan Keijman en vertelt waarom hun
gmr koos voor maatwerk bij scholing:
‘We hadden een paar specifieke scho-
lingsvragen over de taken en bevoegdhe-
den van de gmr. Daarnaast wilden we
weten wat de teruglopende leerlingen-
aantallen door krimp betekenden voor de
meerjarige financiële planning. Ook wil-
den we meer inzicht hoe we een grotere
rol zouden kunnen krijgen bij de controle
op de uitgaven van de organisatie.We
hebben eveneens mr-leden uitgenodigd
voor deze maatwerkcursus. In totaal had-
den 18 personen interesse. Ik heb vervol-
gens gebeld met de AOb waar we een
abonnement hebben om cursussen te
volgen en onze scholingsvragen zo con-
creet mogelijk voorgelegd. Bleek de cur-
susleider bij toeval bij ons in de buurt te
wonen.Toen was de afspraak snel ge-
maakt om twee cursusavonden bij ons op
locatie te organiseren in plaats van op het
kantoor van de AOb in Utrecht. Onze
leervragen zijn naar tevredenheid beant-
woord tijdens de cursus.’
Aandachtspunten
Waar moet je op letten bij een vraagge-
stuurde training?
1. Maatwerk - De (g)mr bepaalt zelf de
inhoud van de training. De specifieke si-
tuatie van de school of scholen is het ver-
trekpunt. De cursus sluit naadloos aan
op het niveau en de leerdoelen van de
(g)mr. De trainer verdiept zich in het
kennisniveau, de wensen, verwachtingen
en leerdoelen van de (g)mr-leden.
2. Plaats en tijd - De cursus vindt plaats
op de eigen locatie en op een zelf geko-
zen tijd.
3. Interactief - De nadruk ligt vooral op
doen. De cursus kent veel variatie. De
trainer zet de (g)mr-leden met oefenin-
gen en opdrachten aan het werk en
maakt gebruikt van hun eigen beleids-
stukken. De cursisten kunnen zelf bepa-
len welke leerervaringen ze willen op-
doen. De trainer daagt uit en speelt
flexibel in op de leerwensen tijdens ron-
detafelgesprekken en spelopdrachten
over bijvoorbeeld de relatie met het be-
stuur, de achterban, de rol van de (g)mr
bij het financieel beleid of het werkverde-
lingsplan. De cursisten ervaren voortdu-
rend aan den lijve wat de effecten van
hun handelen zijn en worden uitgeno-
digd daarop te reflecteren. De trainer
biedt persoonlijke ondersteuning en dat
geeft zelfvertrouwen.
4. Zelf ontdekken - De trainer geeft
praktische handreikingen en laat (g)mr-
leden vooral ook zelf ontdekken wat
werkt in hun specifieke situatie. Bijvoor-
beeld een brainstorm rond actuele uitda-
gingen, wat er nodig is voor een goede
teamprestatie van de raad en waarom het
verstandig is altijd duidelijk aan de ach-
terban uit te leggen waarom je welke
maatregelen van het bestuur wel of niet
steunt.
5. Zelfsturing - (G)mr-leden leren hun
leerproces zelf steeds meer te sturen. De
trainer stimuleert fouten en tegenvallers
niet langer te bedekken met verzinsels,
maar ze onder ogen te zien en mee te
dealen. De bedoeling is dat (g)mr-leden
bewuster ervaren of ze goed bezig zijn of
niet.
6. Doorzetten - (G)mr-leden worden
erop voorbereid dat ze bij de gewenste
gedragsveranderingen te maken kunnen
krijgen met moeilijke momenten: het
nieuwe gedrag is soms moeilijk vol te
houden en ze vallen terug in oude ge-
woontes.
7. Experimenteren - (G)mr-leden zijn
in de regel tevredener over plannen van
het schoolbestuur waaraan ze zelf hebben
meegedacht. De trainer laat (g)mr-
leden ervaren dat experimenteren met
nieuwe aanpakken een positief effect kan
hebben op hun rol in het beleidsvor-
mingsproces en mogelijk (nog meer) bij-
draagt aan het welzijn van andere men-
sen op school. <
Dr. Frederik Smit is onderzoeker
en adviseur onderwijs, https://
frederiksmit.net.
Bronnen
• Onderwijsraad (2019). Ontwik-
keling en ondersteuning van on-
derwijs, Den Haag
• B. Tiggelaar (2019). De Lad-
der. Soest: Tyler Roland Press
• Ecorys (2018). Evaluatie Pro-
ject Versterking Medezeggen-
schap
• F. Smit (2014). Medezeggen-
schap en kwaliteitsverbetering
van het onderwijs. Amsterdam:
SWP
• Landelijke organisaties van
leerlingen, ouders, werknemers,
schoolleiders en bestuurders
(2013). Code Goede medezeg-
genschap
Debby Dacier