Relatie mr en achterban. Naar meer interactie en dialoog
Medezeggenschapsraden vinden het lastig hun achterban te betrekken bij de voorbereidingen op het overleg met het schoolbestuur en de schoolleiding. Men peilt bij de achterban veelal geen meningen en vraagt niet om bespreekpunten. Hoe kan de mr meer aandacht gaan besteden aan de proceskanten van de beleidsvorming, aan de wijze waarop de verschillende geledingen in het overleg betrokken kunnen worden?
Artikel van Frederik Smit in MR magazine, januari 2016.
Mondkapjes, spatmaskers en schermen. Veilig leren en werken in het voortgezet...
Relatie met de achterban. Naar meer interactie en dialoog
1. 4 MR magazine, nummer 1, januari 2016
Relatie met de achterban
NAAR MEER INTERACTIE
EN DIALOOG
Veel medezeggenschapsraden vinden het lastig hun achterban te be-
trekken bij de voorbereidingen op het overleg met het schoolbestuur
en de schoolleiding. Ze vragen nauwelijks om bespreekpunten en pei-
lingen naar de mening van de achterban zijn schaars. Hoe kan de mr
de achterban meer betrekken bij de medezeggenschap en dus een
belangrijkere rol spelen bij de beleidsvorming? Het leidt tot meer
draagvlak bij alle betrokkenen, maar maakt het mr-werk ook interes-
santer en bevredigender. Frederik Smit
D
e Wms gaat uit van een geza-
menlijke verantwoordelijkheid
van personeel, ouders en leer-
lingen voor het functioneren van de
school via de mr als overlegorgaan in de
schoolorganisatie. De taak van de mr is
het bevorderen van openheid en onder-
ling overleg (Wms artikel 7, lid 1). Dit
betekent dat aansluiting bij bestaande
gremia in de school, zoals de ouder- en
leerlingenraad, de personeelsvertegen-
woordiging, klasse-ouders en –leerlin-
gen, resonansgroepen en panels of com-
missies, al veel mogelijkheden biedt. Er
zijn gelukkig genoeg goede voorbeelden
te vinden, waarbij het onderling overleg
wordt bevorderd. Zo stimuleert de ge-
meente Schiedam de betrokkenheid van
personeelsleden, ouders en leerlingen bij
de beleidsvorming op scholen, omdat dit
een positieve uitwerking heeft op het
‘community-gevoel’ en het welbevinden
van alle ‘stakeholders’ in een onderwijs-
instelling (zie kaders pagina 6 en 7).
Weet wat er leeft
Het schoolbestuur en de schoolleiding
van een onderwijsinstelling zijn gebaat bij
een optimaal functionerende mr die weet
wat er leeft bij de achterban en toezicht
houdt op het besturingsproces. Een raad
die als een stevige tegenhanger van hetDe belangen van leerlingen moeten altijd meegewogen worden.
2. MR magazine, nummer 1, januari 2016 5
>
bestuur optreedt, raakt geïnspireerd om
het beste uit zichzelf en de schoolorgani-
satie te halen. Zo’n raad komt het beste
tot zijn recht als zijn mening - gedragen
door de achterban- op waarde wordt ge-
schat en invloed weet uit te oefenen op
het beleid. De meeste raden informeren
de achterban doorgaans globaal over de
voortgang en slechts een deel vraagt ac-
tief wat er leeft onder personeel, ouders
en leerlingen. De wijze waarop de mr
omgaat met vragen, wensen, klachten en
problemen van de achterban bepaalt gro-
tendeels het gezicht van de raad. Dat
komt vaak het sterkst tot uiting bij ingrij-
pende kwesties, zoals reorganisaties, slui-
ting, fusies en ontslag.
Effectief communiceren
De mr kan zijn positie binnen de organi-
satie versterken door frequenter te com-
municeren met de achterban over het
functioneren van de raad, hierover ver-
antwoording af te leggen en de achterban
te peilen over wensen en standpunten.
Via sociale media zoalsWhatsApp, Face-
book enTwitter kan de mr effectief com-
municeren met verschillende groepen
binnen de achterban, zoals de onder-
bouw, bovenbouw of de verschillende
sectoren en studierichtingen. Het is raad-
zaam af en toe een wake-up call en brea-
king news te verspreiden om iedereen
weer eens wakker te schudden en ideeën
en proefballonnetjes van de raad op de
agenda van de personeelsvergadering en
de ouder- en leerlingenraad te zetten.
Vermijd suffe, schriftelijke enquêtes om
te achterhalen wat er gaande is op school,
want die zijn de dood in de pot voor de
medezeggenschap. Er zijn effectievere
manieren te vinden om informatie te ver-
werven. Organiseer eens een interessante
nieuwsjaarsbijeenkomst, een gezellige
high tea of volg als mr-lid een vergade-
ring van ouders, leerlingen of docenten.
Pas je als mr als een kameleon aan.Wees
geleerd te midden van de geleerden, hei-
lig te midden van de heiligen en nodig
mensen met ideeën uit om te sparren tij-
dens een mr-vergadering. Het accent in
de communicatie dient dus vooral te lig-
gen op nieuwe ideeën lanceren, bijvoor-
beeld door de introductie van een in-
spreekkwartiertje bij mr-vergaderingen
of het instellen van een klankbordgroep
bij langdurige veranderingsprocessen,
zoals een reorganisatie of fusie. Luister
daarbij aandachtig naar wat er leeft op
school. Het is van groot belang dat de mr
Leerlingen van de praktijkschool van het ProNovaCollege met hun docent.
Maak gebruik van sociale media
3. 6 MR magazine, nummer 1, januari 2016
- om niet voor verrassingen te komen
staan - de (on)tevredenheid en wensen
van zijn achterban goed in de gaten
houdt. Benut ook het 'wandelgangencir-
cuit’, wees aanwezig bij belangrijke ge-
beurtenissen op school (de staatssecreta-
ris of de wethouder op bezoek), houd
eens een belronde om te weten te komen
hoe mensen over een bepaald onderwerp
denken en leg het voor aan de werkvloer.
Wiens mening telt?
Er zijn grofweg twee manieren waarop
de raad kan omgaan met de meningen,
standpunten en wensen van de achter-
ban: functioneren zonder last of rugge-
spraak of vrijwillig binden.
Mr-leden worden in de regel gekozen of
gevraagd door personeel, ouders en leer-
lingen. Ze worden geacht namens hun
achterbannen te spreken, hoewel ze wet-
telijk gezien niet verplicht zijn hierover
verantwoording af te leggen. Dit uit-
gangspunt geldt in de regel voor verte-
genwoordigende organen die door mid-
del van verkiezingen tot stand zijn
gekomen. De gekozen mr-leden zitten in
de raad zonder last of ruggespraak. Dit
betekent dat:
• de achterban een mr-lid niet tot een be-
paald stemgedrag kan dwingen
• elk lid een eigen verantwoordelijkheid
heeft
• de leden vrij zijn zich te conformeren
aan een meerderheidsstandpunt van zijn
achterban, los van het eigen standpunt
• als een lid anders stemt dan de meer-
derheid van de achterban gewenst had,
de stem toch geldig is, zelfs als het lid
met een bepaald programma (via een
lijstenstelsel) is gekozen.
Het is belangrijk dat mr-leden zich ervan
van bewust zijn dat ze niet automatisch
het verlengstuk zijn van hun achterban.
Ze maken dus hun eigen afwegingen.
Het beginsel van handelen zonder last of
ruggespraak verbiedt echter niet dat een
mr-lid of een hele geleding uit de raad
zich vrijwillig bindt aan een bepaald
standpunt. Bij belangrijke besluiten kan
een mr-lid vooraf kenbaar maken, onge-
acht de eigen mening, te kiezen voor het
standpunt van de meerderheid van de
eigen achterban. Overigens is binding
aan bepaalde standpunten van de achter-
ban niet af te dwingen.
Verantwoording afleggen
Het vertegenwoordigen van de eigen
achterban krijgt betekenis door hierover
verantwoording af te leggen. Dat wil zeg-
gen dat mr-leden aan hun achterban dui-
delijk maken wat zij in de mr doen en
hoe ze met het bestuur en de schoollei-
ding omgaan. Dit kunt u doen aan de
hand van een aantal vragen:
• Welke uitgangspunten, normen en
waarden hanteert de mr?
Hoe betrek je de achterban bij de formu-
lering van een standpunt?Wat is bijvoor-
beeld toelaatbaar om medestanders voor
een eigen standpunt te krijgen?Wat
wordt van een mr-lid verwacht als zijn
standpunt afwijkt van dat van anderen?
• Welke werkwijzen kiest de mr?
Hoe gaat de mr om met advies- en in-
stemmingsbevoegdheden (artikel 10 en
11Wms) en de taakstelling van de raad:
bijvoorbeeld de communicatie op school
bevorderen of voor de belangen van de
eigen achterban opkomen?
Lentiz Life College
Will vanWijk (72) is 50 jaar werkzaam in het
onderwijs en voorzitter van de mr van Lentiz
Life CollegeVMBO in Schiedam. De politiek
geëngageerdeVanWijk, hij wasVVD-fractie-
voorzitter in de gemeenteraad, geeft vier full-
time dagen in de week les en leidt met veel ple-
zier de mr-vergaderingen: ‘De mr manifesteert
zich als een positief-kritische gesprekspartner
van de directie.We zijn geen klachtenbureau
voor individuen, maar richten ons vooral op de
grote beleidslijnen. Door onze reputatie dat we
een belangrijke speler zijn in de beleidsvor-
ming, is er veel belangstelling om zitting te nemen in de mr.We hebben nu zelfs vier
kandidaten voor een vacature.’ Zijn mr heeft het initiatief genomen voor een leerlin-
genplatform. ‘We willen leerlingen stimuleren mee te denken over hoe hun leefwe-
reld op school er beter uit kan zien. De mr en de directie nemen hun mening serieus
mee in de beleidsvorming. Daarnaast vinden we het belangrijk dat de stem van het
onderwijsondersteunend personeel wordt gehoord. De bedoeling is het zo te regelen
dat binnenkort bij iedere vergadering van de mr iemand van hen aanwezig is. Het
mooiste zou zijn als ook bij de nieuwe verkiezingen een afgevaardigde van het on-
derwijsondersteunend personeel in de mr wordt gekozen.’
Samenhang tussen uitgangspunten, werkwijzen en de focus van de mr
Welke uitgangspunten
hanteert de mr?
Is de mr gefocust op
controle of de inhoud?
Welke werkwijzen
kiest de mr?
4. MR magazine, nummer 1, januari 2016 7
ProNovaCollege
Veranderingen in de wetgeving over onder-
wijstijd bieden kansen voor de aanpak van
de hoge werkdruk in het onderwijs. Dat
geldt met name voor praktijkscholen waar
docenten naast onderwijsgevende ook op-
voedende taken op hun bordje krijgen. Kees
Elbersen, mr-voorzitter van praktijkschool
ProNovaCollege in Schiedam: ‘We krijgen
met name vragen, klachten en problemen
voorgelegd vanuit het personeel die te maken hebben met de werktijdfactor, het
rooster, de normjaartaak, de cao en het integraal personeelsbeleidsplan om te be-
spreken in de overlegvergadering. Soms ook wel kwesties als de rechten en plich-
ten bij ontslagzaken en hoe je sommige dingen bij de directie kunt aankaarten.’ De
mr van het ProNovaCollege is groot voorstander van een pro-actieve manier van
werken om een kwalitatief betere besluitvorming te bereiken. ‘We peilen de me-
ning van onze achterban als er een voorstel aan de orde komt dat vergaande con-
sequenties heeft voor het personeel, zoals het transitieplan, omdat door de nieuwe
cao voor het voortgezet onderwijs het samenstel van taakbeleid, onderwijstijd, les-
sentabel, jaarroosters en professionele ontwikkeling verandert. Ons advies was dit
plan eerst met alle leerjaren te bespreken alvorens het in de mr aan de orde stellen.
Dan is het draagvlak in ieder geval vergroot. De eerlijkheid gebied te zeggen dat
we het idee hebben dat we weten wat er leeft bij de achterban, maar we zijn daarin
zeker nog niet volledig. Het is ook een dynamisch proces, waaraan altijd wel wat te
verbeteren valt.’ De mr-leden functioneren zonder last of ruggespraak. ‘We geven
in het overleg met de directie onze mening, zonder daarover van te voren met de
achterban te overleggen. Dat is voor ons een absolute voorwaarde om goed te
functioneren.We wegen daarbij altijd de belangen van de school en van personeel,
ouders en leerlingen mee.’
• Is de mr gefocust op controle of op
inhoud?
Is de inbreng gericht op het controleren
van het beleid of op invloed uitoefenen
op de inhoud van het beleid? Zie figuur
bovenaan pagina 6.
De mr kan over zijn uitgangspunten,
werkwijzen en de focus verantwoording
afleggen aan de achterban. Dat geeft dui-
delijkheid en mogelijk draagvlak bij de
achterban voor zijn functioneren.
Jaarverslag
In het medezeggenschapsstatuut (artikel
22, lid d, Wms) is vastgelegd dat de mr
de andere raden binnen de onderwijsin-
stelling en de geledingen (personeel, ou-
ders, leerlingen) waaruit de leden geko-
zen zijn, informatie verstrekt over zijn
activiteiten. Een jaarverslag is bedoeld
om de band tussen de mr en de achter-
ban te versterken. DeWms laat zich niet
uit over welke elementen in het jaarver-
slag moeten staan. Meestal bevat het een
overzicht van de onderwerpen die in de
overlegvergaderingen aan de orde zijn
geweest. Bij het schrijven van het jaarver-
slag kunt u antwoord geven op de vol-
gende vragen:
•Wat waren de verwachtingen van de mr,
welke plannen zijn gemaakt en wat is er
feitelijk gebeurd?
• Hoe waren de contacten met de achter-
ban en het bestuur of de schoolleiding?
•Welke voorstellen heeft de mr uit eigen
beweging aan het bevoegd gezag voorge-
legd en hoe is daarop gereageerd?
•Welke adviezen zijn uitgebracht?
•Welke afspraken zijn er gemaakt?
•Welke resultaten heeft de raad geboekt?
•Wat was de invloed van de mr op het
beleid en wat betekende dit voor de be-
trokkenen?
Zorg dat het jaarverslag informatief is
en lekker leest, dus in gewone mensen-
taal in plaats van vergadertaal, korte,
goed lopende zinnen met ook een beetje
humor. <
Dr. Frederik Smit is coördinator
van het Expertisecentrum Ou-
der, school en buurt verbonden
aan het ITS, Radboud Universi-
teit Nijmegen.
• F. Smit. De Nieuwe Medezeg-
genschap. Naar een cultuurver-
andering, SWP.
• F. Smit. Memo Medezeggen-
schap onderwijs 2000, Kluwer.
• C. Berkel. De OR in de prak-
tijk. Kluwer.