Steeds meer leerlingen verlaten het onderwijs zonder dat zij goed kunnen lezen, schrijven en rekenen en dat percentage stijgt nog elk jaar. De Onderwijsinspectie concludeert in de Staat van het Onderwijs 2022 dat als scholen deze gestage achteruitgang willen keren, ze moeten focussen op de basisvaardigheden taal en rekenen. Ook moe- ten ze meer aandacht besteden aan burgerschapsvaardigheden. Drie experts op het gebied van onderwijskwaliteitsverbetering gaan in op de knelpunten voor bestuur en toezicht en de medezeggenschap.vVoor de (g)mr blijkt het lastig te zijn de basiskwaliteit te beoordelen en in te gaan tegen een enthousiaste bestuurder die weer een nieuwe methode introduceert.
(G)MR-leden pakken hun rol tijdens de coronacrisis. Aanpak vereist maatwerk
Onderwijsinspectie: meer focus op basisvaardigheden. Vergroot vakinhoudelijke en didactische expertise van leraren en schoolleiders
1. 4 MR magazine, nummer 5, juni 2022
Vergroot vakinhoudelijke en didactische expertise van
leraren en schoolleiders
ONDERWIJSINSPECTIE:
MEER FOCUS OP
BASISVAARDIGHEDEN
Steeds meer leerlingen verlaten het onderwijs zonder dat zij goed
kunnen lezen, schrijven en rekenen en dat percentage stijgt nog elk
jaar. De Onderwijsinspectie concludeert in de Staat van het Onderwijs
2022 dat als scholen deze gestage achteruitgang willen keren, ze
moeten focussen op de basisvaardigheden taal en rekenen. Ook moe-
ten ze meer aandacht besteden aan burgerschapsvaardigheden. Drie
experts op het gebied van onderwijskwaliteitsverbetering gaan in op
de knelpunten voor bestuur en toezicht en de medezeggenschap.
Voor de (g)mr blijkt het lastig te zijn de basiskwaliteit te beoordelen
en in te gaan tegen een enthousiaste bestuurder die weer een nieu-
we methode introduceert.
Frederik Smit
N
ederland had in de jaren tach-
tig en negentig een van de best
presterende leerlingpopulaties
van Europa. Maar de resultaten dalen
gestaag. Driekwart van de twaalfjarigen
kan geen tekst met enige samenhang
schrijven.Twee derde van de leerlingen
verlaat het basisonderwijs als laaggecij-
ferde: zij voldoen niet aan het streefni-
veau voor rekenen op de basisschool. En
een kwart van de vijftienjarigen is laagge-
letterd, constateerde de Onderwijsinspec-
tie al vóór de coronapandemie, waardoor
het lastig is om volwaardig mee te kun-
nen doen in de samenleving.Vanwege die
dalende leerresultaten en grote kwaliteits-
verschillen tussen scholen, de toenemen-
de ongelijkheid tussen leerlingen en een
tekort aan goed gekwalificeerde leraren
zijn volgens de inspectie sterke aanzetten
tot kwaliteitsverbetering nodig.
Autonomie
De overheid heeft de grondwettelijke
verantwoordelijkheid voor onderwijs van
voldoende kwaliteit voor iedere leerling
en voor de borging hiervan met extern
toezicht van de Onderwijsinspectie.
Kenmerkend voor het Nederlandse on-
derwijs is de grote autonomie die school-
besturen hebben. Die autonomie is in de
jaren tachtig en negentig flink gegroeid
door het beleid van deregulering en de
invoering van lumpsumfinanciering. On-
derwijsinstellingen kregen een grotere
beleidsvrijheid in samenhang met min-
der regelgeving én een vergoeding op
grond van het aantal ingeschreven leer-
lingen op 1 oktober in euro's, in plaats
van formatierekeneenheden. Dat is ook
de periode dat ‘het nieuwe leren’, het zo-
genoemde gepersonaliseerd leren, z’n
intrede deed en de daling van de onder-
wijskwaliteit inzette.Volgens een rapport
van de OESO is het in de Nederlandse
klas vaak een chaos. De parlementaire
onderzoekscommissie Dijsselbloem oor-
deelde dat de wetenschappelijke onder-
bouwing van dit nieuwe onderwijscon-
cept, waarbij leerlingen zelf dienen te
ontdekken wat ze moeten doen en leren,
grotendeels ontbrak en dat er daarom
grote risico’s waren genomen met kwets-
bare kinderen.
2. 5
MR magazine, nummer 5, juni 2022
>
Wettelijk
eerstverantwoordelijk
Erik Meester, docent en onderwijsont-
wikkelaar aan de Radboud Universiteit
Nijmegen en auteur van het boek Wetens-
waardig. Curriculumontwikkeling voor pri-
mair onderwijs, is zeer kritisch op de
schoolbesturen en de sectorverenigingen:
‘De besturen zijn wettelijk eerstverant-
woordelijk voor de kwaliteit van het on-
derwijs, zoals dat zichtbaar wordt in de
onderwijsleerprocessen die in de onder-
wijspraktijk plaatsvinden en bij de kwali-
teitszorg. Ik vind dat we moeten ophou-
den leraren te bashen als we het over de
erbarmelijke kwaliteit van het onderwijs
hebben. Schoolbesturen en de PO-Raad
enVO-raad moeten hun verantwoorde-
lijkheid nemen en niet wegduiken.Want
besturen zijn verantwoordelijk voor de
onderwijskwaliteit en ook als eerste aan
zet om de kwaliteit op scholen te borgen
en te verbeteren. Diverse partijen hebben
daarnaast een rol bij de kwaliteit van het
onderwijs, zoals de intern toezichthou-
der, medezeggenschapsorganen en de
examencommissie. Deze interne organen
kunnen beslissingen goedkeuren, tegen-
houden, corrigeren of beïnvloeden. Zij
zijn belangrijk om besturen, leraren en
schoolleiders scherp en alert te houden
hoe zij de onderwijskwaliteit daadwerke-
lijk in de praktijk realiseren.’ Er gaat
steeds meer geld naar onderwijs, maar de
resultaten hollen achteruit. Hoe komt
dat? Meester: ‘Bestuurders hebben helaas
vaak te weinig kennis van en expertise
over onderwijskwaliteit om hun verant-
woordelijkheid waar te maken. Hun in-
terventiekeuzes zijn veelal gebaseerd op
intuïtie en persoonlijke drijfveren. Bestu-
ren spelen in op bewegingen en behoef-
ten binnen de markt. Ze willen zich pro-
fileren met innovatieve onderwijs-
concepten, gebaseerd op constructivis-
tisch, gepersonaliseerd, ontdekkend le-
ren, overgoten met een romantische filo-
sofische pedagogische saus, want dat
verkoopt beter naar ouders. Ze hebben
ook vaak een afkeer van het bijbrengen
van discipline, kennisoverdracht, evi-
dence-based praktijken en prestatie-
gerichtheid. De heilige graal is motivatie
en betrokkenheid van leerlingen. De le-
raar als coach en leerlingen eigenaar ma-
ken van hun eigen leerproces. Ze hebben
doorgaans een zwak voor ict en nieuwe
software waar educatieve uitgeverijen wel
bij varen.’ Wat moet er veranderen?
Meester: ‘Naast goede leraren en school-
leiders is een samenhangend curriculum
een fundamenteel kenmerk van goed
presterende onderwijssystemen. Het
structureert onderwijsleerprocessen,
daagt onderwijsprofessionals uit om hun
denken over onderwijsontwikkeling naar
een hoger (van klas- naar school)niveau
te brengen, zorgt voor onderlinge afstem-
ming en het bevordert de gezamenlijke
doelgerichtheid in onderwijzen en leren.’
Volgens de Onderwijsraad blijkt uit on-
derzoek dat onderwijsbestuurders vooral
in het voortgezet onderwijs niet altijd een
goed beeld hebben van de kwaliteit van
hun scholen. Meester: ‘De kloof tussen
bestuur en intern toezicht enerzijds en
wat er in de klas gebeurt, is nu vaak te
groot. Het zou de kwaliteit van het on-
derwijs ten goede komen als bestuurders
en intern toezichthouders regelmatig in
gesprek gaan met leraren in de organisa-
tie, lessen bezoeken en zelf ervaren hoe
het onderwijs functioneert. Daarnaast
moeten besturen meer tegenwicht krijgen
en ter verantwoording worden geroepen.
Volgens mij is het toezicht op besturen te
soft.’
Wat kan de
medezeggenschap?
DeWet medezeggenschap op scholen
(Wms) verplicht het schoolbestuur de
(g)mr jaarlijks informatie te verstrekken
over vele onderwerpen (artikel 8Wms).
Dit betekent dat de raad beleidsproces-
sen beter kan volgen, controleren en
daarop invloed kan uitoefenen. Ook kan
hij het belang van kwaliteitszorg op de
agenda zetten en hierover afspraken ma-
ken met de schoolleiding en het school-
bestuur (artikel 6 lid 2Wms). De mr
heeft een instemmingsbevoegdheid bij de
vaststelling of wijziging van het school-
plan en het leerplan (artikel 10 lid 1, on-
der bWms). Rechten genoeg dus. Maar
werkt het in de praktijk ook zo? Paul van
Gessel is gmr-voorzitter bij Stichting
OpenbaarVoortgezet Onderwijs Fryslân-
Noord bestaande uit OSG Piter Jelles
met scholen in Leeuwarden, Dokkum en
'De kloof tussen bestuur en
intern toezicht en wat er in de
klas gebeurt nu vaak te groot'
Erik Meester
3. 6 MR magazine, nummer 5, juni 2022
Kollum en RSG SimonVestdijk met
scholen in Harlingen en Franeker waar in
totaal zo’n 5200 leerlingen op zitten. Hoe
ervaart hij de rol van de medezeggen-
schap bij het kwaliteitsbeleid?Van Gessel:
‘We hebben in de gmr vaak overleg met
het bestuur over de onderwijskwaliteit,
maar dat zet onvoldoende zoden aan de
dijk: de kwaliteit wordt namelijk primair
bepaald in de klas in het contact tussen
docent en leerling. Daar hebben bestuur-
ders en een gmr in de praktijk te weinig
zicht op. Het is een veelkoppig monster
waar je moeilijk een vinger achter kunt
krijgen. Het is voor ons ook lastig om de
(basis)kwaliteit van het onderwijs aan de
orde te stellen, omdat we dat niet goed
kunnen beoordelen. Onduidelijk is wat
de wet precies vraagt waaraan de school
dient te voldoen en welke leerresultaten
in principe bereikt moeten worden met
elke leerling.’Wat moet er gebeuren om
het tij te keren?Van Gessel: ‘De belang-
rijkste factor in de klas is de leraar, die
moet de regie terugnemen en vakinhou-
delijke/didactische bijscholing krijgen:
duidelijk de stof uitleggen, vaardigheden
stapsgewijs laten inoefenen en veel vra-
gen stellen ter controle van begrip. En
wat naar mijn idee écht zou helpen als er,
zoals Erik Meester voorstelt, een gega-
randeerd curriculum op scholen komt,
waarin wordt vastgesteld wat kinderen
aan het eind van elke groep of klas mini-
maal moeten weten. Met periodieke toet-
sen om te kijken of dat is gelukt. Dan
kunnen we als gmr ook een rol van bete-
kenis spelen bij het controleren, bewaken
en borgen van de onderwijskwaliteit. En
een goed gesprek voeren met de bestuur-
ders over hoe ze zorg dragen voor de
kwaliteit van het onderwijs. Laten we
daar eens mee beginnen, in plaats van
weer de portemonnee trekken zonder on-
derbouwde visie.’
Goede
leesprofessionaliteit
KeesVernooy, schoolverbeteringsdeskun-
dige en emeritus lector Effectief taal- en
leesonderwijs, is ervan overtuigd dat vrij-
wel alle kinderen kunnen leren lezen als
de leerkrachten beschikken over een goe-
de leesprofessionaliteit en de school de
ambitie heeft om elk kind goed te leren
lezen. ‘Slecht leesonderwijs met veel kwa-
liteitsproblemen veroorzaakt de meeste
leesproblemen. Sommige leerlingen heb-
ben meer tijd nodig om een goede lezer
te worden. Goed technisch kunnen lezen
is een voorwaarde voor begrijpend lezen.
Leesplezier stimuleren is zinloos als het
technisch lezen niet in orde is.Wie goed
is in lezen, zal meer lezen en wie meer
leest, wordt beter in lezen. Dat is wat on-
derzoekers de positieve leesspiraal noe-
men. Helaas bestaat ook het omgekeerde:
de negatieve leesspiraal waarbij leerlingen
de lust tot lezen steeds meer vergaat. Ne-
derlandse kinderen behoren helaas tot de
meest gedemotiveerde lezers ter wereld.’
Wat zijn de gevolgen van niet goed leren
lezen?Vernooy: ‘Kinderen die niet goed
leren lezen zijn sterk in het nadeel, zowel
op school als in hun latere functioneren
in de samenleving. Men vergeet nogal
eens dat leesvaardigheid ook een voor-
waarde voor goed burgerschap is. Boven-
dien hebben problemen op het gebied
van lezen vrijwel altijd negatieve gevolgen
voor de lessen in de school waarbij tek-
sten aan de orde zijn, want leesvaardig-
heid werkt in alle vakken door. Dit bete-
kent tevens dat er een sterk verband
'De verschillen in vaardigheden
tussen veellezers en andere
leerlingen worden elk
schooljaar groter'
Paul van Gessel
KeesVernooy
4. 7
MR magazine, nummer 5, juni 2022
>
Burgerschapsonderwijs en het gevaar van staatspedagogiek
Naast de basisvaardigheden lezen en rekenen noemt de in-
spectie in de Staat van het Onderwijs 2022 ook burgerschaps-
onderwijs als vaardigheid waar scholen vol op moeten inzet-
ten. Hieronder worden de basisnormen- en waarden van onze
samenleving geschaard, zoals leren omgaan met diversiteit en
het bevorderen van democratische waarden. De inspectie
constateert dat de aanscherping van de burgerschapswet vorig
jaar augustus niet tot het gewenste resultaat heeft geleid. Nog
altijd hebben veel scholen geen heldere visie ontwikkeld hoe
ze hun burgerschapsvorming gestalte willen geven. Piet van
der Ploeg, lector filosofie en pedagogiek aan de Academica
University of Applied Sciences in Amsterdam: ‘Vanwege de
vrijheid van onderwijs in Nederland mag de overheid zich
niet actief met de inhoud van het onderwijs bemoeien. Hier-
door mag ze geen scherpe criteria aan burgerschapsvorming
stellen, waardoor het vaag blijft en scholen zich er geen raad
mee weten. Ik vind het een zorgwekkende ontwikkeling dat de
inspectie nu strenger gaat toezien hoe scholen invulling geven
aan hun burgerschapsonderwijs. De overheid heeft een heel
specifieke opvatting hoe een goede burger zich hoort te ge-
dragen: niet discrimineren, solidair zijn, regels opvolgen en
stemmen.’Wat is daar op tegen?Van der Ploeg: ‘Het neigt
naar een vorm van staatspedagogiek: algemeen beleid wordt
op deze manier omgezet in onderwijs.’ Dat de Onderwijsin-
spectie burgerschapsvorming onder de basisvaardigheden
schaart, wekt bijVan der Ploeg verbazing. ‘Je zou het eerder
andersom verwachten. Basisvaardigheden die via vakken als
geschiedenis, aardrijkskunde, biologie of wereldoriëntatie
worden aangeboden, vormen de bagage die nodig is om een
goede burger te zijn. Maar wat voor burger iemand vervol-
gens wil zijn, mag diegene toch helemaal zelf bepalen?’
Wat is de functie van het onderwijs bij burgerschapsvorming?
Van der Ploeg: ‘Burgerschapsvorming moet leerlingen hun
moreel oordelen niet uit handen nemen of voorkauwen, maar
ze helpen in de ontwikkeling van hun mogelijkheden om zelf
te bepalen wat goed burgerschap is en wat zulk burgerschap
betekent voor hun leefwijze, oordelen en beslissingen en hun
doen en laten.’
bestaat tussen de kwaliteit van het leeson-
derwijs en de kwaliteit van onderwijs die
een school realiseert.’VolgensVernooy
helpt het om met de hele groep op een
vast moment van de dag in een zelfgeko-
zen boek, tijdschrift of krant te lezen. ‘Ja,
vrij lezen of stil lezen is geen luxe activi-
teit, maar verdient een structurele plek op
het rooster. Met een kwartier vrij lezen
per dag zijn leerlingen elk jaar gemiddeld
duizend nieuwe woorden rijker.Veellezers
zijn beter in tekstbegrip, spelling en tech-
nisch lezen en hebben een grotere woor-
denschat. De verschillen in vaardigheden
tussen veellezers en andere leerlingen
worden elk schooljaar groter.Verleid
zwakke lezers daarom door hun leesvaar-
digheid te versterken tot lezen en door-
breek zo de negatieve leesspiraal. Ruim
tijd in voor vrij lezen in de klas: wie veel
leest, weet meer en wordt slimmer.’
Leren rekenen
Leren rekenen vormt samen met taalon-
derwijs het fundament onder het curricu-
lum van de basisschool. Daarbij vormt
rekenen een taal apart die leerlingen zich
5. 8 MR magazine, nummer 5, juni 2022
eigen moeten maken, namelijk de taal
van getallen, hoeveelheden en patronen.
Om leerlingen hierin in te wijden, hebben
leraren een stevige kennisbasis én effec-
tief rekenonderwijs nodig. Over hoe je
leerlingen daarin het best kunt onderwij-
zen, bestaat in Nederland al jaren discus-
sie. De traditionalisten hameren op het
belang van vaardigheden: veel oefenen
van kale sommen en herhalen. De realis-
ten bepleiten juist het belang van inzicht
en begripsvorming en werken met realis-
tische contexten. In Nederland gebruikt
zo’n 95 procent van de scholen een rea-
listische rekenmethode. Uit internatio-
naal vergelijkingsonderzoek blijkt dat Ne-
derland relatief weinig sterke rekenaars
kent en dat de meeste scholen en leraren
niet bijzonder prestatiegericht zijn.
Schadeherstelbedrijf
Sezgin Cihangir is directeur van het Ne-
derlands Mathematisch Instituut en
biedt leerlingen cursussen in rekenen
aan, waarbij ze in twaalf weken foutloos
leren rekenen. Hij is van mening dat de
rekenprestaties in Nederland bergaf-
waarts zijn gegaan sinds directe instruc-
tie van de leraar naar het verdomhoekje
is verbannen. ‘Leerlingen kunnen in een
winkel de kassabon niet narekenen en op
de markt niet checken of ze genoeg
wisselgeld terug krijgen. De oervaardig-
heid voor elk technisch vak is kunnen
rekenen. Het klassieke rekenen met som-
men trainen, zaken automatiseren, zou te
abstract zijn, te weinig herkenbaar, te
mechanistisch, te trucmatig. Het klassie-
ke rekenonderwijs is daarom op vrijwel
alle Nederlandse scholen ingeruild voor
iets dat realistisch rekenen heet, een me-
thode waarbij de elementaire rekenfor-
mules zijn vervangen door een rommelig
systeem van allerlei ‘strategieën’ waar-
mee je langs een andere weg op de ge-
wenste uitkomst zou kunnen komen.
Zelfontdekkend moeten leren is een eu-
femisme voor leerlingen aan hun lot
overlaten.’ Jullie instituut heeft het be-
hoorlijk druk. Cihangir: ‘Ja, we zijn tien
jaar geleden ons ‘onderwijsschadeher-
stelbedrijf’ Foutloos Rekenen begonnen:
uit frustratie en om kinderen die het
slachtoffer worden van dit ondeugdelijke
rekenonderwijs te helpen.We leggen in
onze aanpak de nadruk op solide kennis-
overdracht door de leraar in plaats van
kinderen zelf te laten googlen in het in-
formatiebos op internet. Leerlingen krij-
gen alle aandacht en direct feedback als
ze iets nog niet helemaal goed doen, her-
halen de stof om deze in te slijten en we
laten leerlingen succeservaringen op-
doen.’Wat is de kern van jullie aanpak?
Cihangir: ‘Onze methode is zo in elkaar
gezet dat de leerlingen in een korte peri-
ode de opgelopen onderwijsachterstand
inhalen.Vandaar ook de term schadeher-
stelbedrijf. Basisvaardigheden als optel-
len, aftrekken, vermenigvuldigen en de-
len die op alle rekensommen toepasbaar
zijn, moeten kinderen eerst onder de
knie hebben voor ze met de verhaaltjes-
sommen aan de slag gaan. Maar wat ons
lukt, kunnen scholen ook voor elkaar
krijgen, mits ze bereid zijn af te stappen
van de al te talige rekenmethodes die ge-
Dr. Frederik Smit is onderzoeker
en adviseur onderwijs, https://
frederiksmit.net.
• Inspectie van het Onderwijs
(2022). De Staat van het Onder-
wijs 2022.
• Onderwijsraad (2022). Essen-
tie van extern toezicht. Den
Haag: Onderwijsraad.
• Bea Ros e.a. (2022). Leer ze
rekenen. Praktische inzichten uit
onderzoek voor leraren basison-
derwijs. Meppel: Ten Brink Uit-
gevers.
• Erik Meester (2021). Wetens-
waardig. Curriculumontwikke-
ling voor primair onderwijs.
• Sezgin Cihangir. Pas op: Slob
creëert een enorme bijlesindus-
trie, NRC, 17 september 2021.
• Bea Ros e.a. (2021). Leer ze
lezen. Praktische inzichten uit
onderzoek voor leraren basison-
derwijs. Meppel: Ten Brink Uit-
gevers.
• Kees Vernooy. Goed leren le-
zen is een mensenrecht. Onder-
wijsmuseum, december 2021.
• Frederik Smit (2017). De nieu-
we medezeggenschap in het on-
derwijs. Leren verlangen naar de
eindeloze zee. Amsterdam: SWP.
• Piet van der Ploeg (2015). Bur-
gerschapsvorming anders: een
pleidooi voor zakelijk onderwijs.
In: Pedagogiek, 35e jaargang,
nr. 3, pp. 285-298.
Sezgin Cihangir
baseerd zijn op de principes van ontdek-
kend leren en realistisch rekenen.’ <